Tunnelvisie in het strafrechtelijk opsporingsonderzoek. Analyse van een Strafdossier.

Melissa
Polvan

Vanity is a sickness - ook in het Belgisch strafonderzoek

In Schotland kwamen in tien jaar tijd 25 gerechtelijke dwalingen naar boven. In Engeland en Wales gaat het tot nu toe om 320 zaken. In België staat de teller op 0. Van het idee dat onze rechters onfeilbaar zijn moeten we afstappen. Dit komt waarschijnlijk omdat er bij ons geen instantie bestaat die mogelijke fouten van de gerechten onderzoekt. Hier voldoet ons rechtsstelsel niet meer aan de moderne standaarden.

In een strafrechtelijk onderzoek zijn er een aantal problemen die er voor kunnen zorgen dat we afwijken van de waarheid. In een politioneel onderzoek of tijdens het besluitvormingsproces kunnen er zich allerlei fouten voordoen zoals een valse bekentenis, een foute herkenning, een verkeerde herinnering of bijvoorbeeld ongeoorloofde druk. Een van de problemen die zich kunnen voordoen in het strafrechtelijk onderzoek waardoor een verdachte onschuldig veroordeeld kan worden, is tunnelvisie. Het betreft dan een vals positieve fout. Tunnelvisie in het strafrechtelijk opsporingsonderzoek is een actueel, relevant en essentieel probleem en kan gevaarlijk zijn omdat het ertoe kan leiden dat de politie te veel vertrouwen krijgt in het geloof dat de verdachte schuldig is, met het gevolg dat tegenbewijs, alsook bewijs dat meer bij alternatieve scenario’s past, wordt ondergewaardeerd, waardoor tunnelvisie uiteindelijk kan leiden tot een rechterlijke dwaling. Anderzijds is het kiezen voor een bepaald scenario ook een noodzakelijkheid in het opsporingsonderzoek en zal het gekozen scenario niet altijd het verkeerde zijn.

De commotie die ontstaan is rond bijvoorbeeld de Parachutemoord of de zaak Filip Meert, was niet ongegrond. Zowel Els Clottemans als Filip Meert zijn veroordeeld op basis van vermoedens, zonder afdoend bewijsmateriaal. Men heeft dus een zeer groot risico genomen op het maken van een vals positieve fout. Door deze mensen te veroordelen ondanks de twijfel rond het bewijsmateriaal bestaat de mogelijkheid dat ze onschuldig in de gevangenis zijn beland bestaand. De KU Leuven heeft mij de kans gegeven om dit fenomeen van naderbij te onderzoeken, en dit aan de hand van een bestaand afgesloten strafdossier. De fundamentele vragen die dan rijzen luiden als volgt: ‘Op welke wijze kan tunnelvisie leiden tot een vals positieve fout waardoor de verdachte onschuldig veroordeeld wordt?’ 'Onschuldig veroordeeld. Wat nu?'

Ten voordele van de waarheidsvinding is het ten zeerste relevant om te proberen een inzicht en bewustzijn rond tunnelvisie te verwerven en mensen de hulpmiddelen te leren kennen teneinde tunnelvisie proberen te vermijden, te herkennen en er gepast op te antwoorden. In dubio pro reo (het vermoeden van onschuld) blijft mijn inziens een uiterst belangrijk adagium in de doctrine, wetgeving en rechtspraak en wordt te frequent aan de kant geschoven. Verdachten worden veroordeeld zonder sluitend bewijsmateriaal, waardoor het vermoeden van onschuld – een algemeen rechtsbeginsel – uitermate geschonden kan worden. Om dit te voorkomen moet men zaken onderzoeken met een open en adequate verhoor- en opsporingstechniek, waarbij het de belangrijkste factor is om tunnelvisie te vermijden met als doel zo de juiste dader te vatten en te veroordelen.

Jammer genoeg kunnen we, buiten de restrictieve mogelijkheid van herziening van gewijsde, niets doen als de veroordeling eenmaal gebeurd is. Voor ernstige delicten waar zeer hoge straffen op gesteld staan moet het mogelijk zijn om, als het systeem toch een fout heeft gemaakt, die te herstellen. De veroordeling van een onschuldige terugdraaien is onbegonnen werk in ons land, dat heeft de zaak van Filip Meert bewezen. Het zou anders kunnen zijn als er in ons land, net als in het Nederland en Engeland, een orgaan zou bestaan dat zich kan uitspreken over afgesloten strafzaken. Dit zou kunnen gerealiseerd worden door middel van een eenvoudige wetswijziging, waarin het parlement de Hoge Raad voor Justitie de nodige bevoegdheid zou kunnen toekennen. De Belgische onschuldigen blijven echter voorlopig in de kou staan.

 

“Loyalty to petrified opinion never yet broke a chain

or freed a human soul in this world

                                                            And never will”

- Mark Twain

Bibliografie

Bibliografie

 

 

Wetgeving

 

Internationaal

 

Verdrag van 4 november 1950 tot Bescherming van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, BS 19 augustus 1955.

 

Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, BS 6 juli 1983.

 

Belgie

 

Strafwetboek.

 

Wetboek van Strafvordering.

 

Wet van 21 augustus 2011 tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan, BS 5 september 2011.

 

Wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (II), BS 15 januari 2010.

 

Wet van  15 mei 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek betreffende het deskundigenonderzoek en tot herstel van artikel 509quater van het Strafwetboek, BS 22 augustus 2007.

 

De Wet van 12 maart 1998 tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, BS 2 april 1998.

 

Wet van 18 juni 1994, B.S. 24 juni 1894.

 

Parl. St. Kamer 2005-06, 2540/003, 12.

 

Advies Raad van State van 19 april 2011, Parl.St. Kamer 2010-11, 1279/002, 24-25.

 

Vr. en Antw. Kamer, 18 maart 2013, 0845 (S. Smeyers).

 

Vr. en Antw. Senaat, 25 februari 2011, 5-1510 (M. Taelman).

 

Nederland

 

Instellingsbesluit CEAS van 11 april 2006.

 

Stcrt. 2012, nr. 19575, Intrekking instellingsbesluit Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (CEAS).

 

Rechtspraak

 

Internationaal

 

EHRM 13 juli 2010, Lopata t. Rusland.

EHRM 11 december 2008, Panovits t. Cyprus, NC 2009, 101-108

EHRM 17 november 2008, Salduz t. Turkije, T.Strafr. 2009, 36-39

 

België

 

Cass. 22 oktober 2013, Pas. 2013, 2001.

Cass. 13 oktober 2010, RW 2012, 19, 864-866, noot B. De Smet.

Cass. 23 januari 2008, Arr. Cass. 2008, 53.

Cass. 24 oktober 2006, Arr.Cass. 2006, nr. 509.

Cass. 24 mei 2005, Arr.Cass. 2005, 1109.

Cass. 17 maart, JT 2004, 475, concl. Adv. Gen. Spreutels.

Cass. 3 februari 1999, Bull. 1999, 64.

Cass. 13 april 1999, Arr.Cass. 1999, 204.

Cass. 7 december 1999, Arr.Cass. 1999, nr. 668.

Cass. 6 mei 1993, JT 1994, 39 en RW 1993-94, 382-397, noot A. De Nauw.

Cass. 16 april 1980, Pas. 1980, 1019.

Cass. 19 februari 1980, Pas. 1980

Cass. 14 november 1979, Pas. 1980, 345.

Cass. 3 januari 1977, Pas. 1977, 472.

Cass. 22 april 1974, Pas. 1974, 845.

Cass. 5 november 1973, Arr. Cass. 1974, 261.

Cass. 5 september 1972, Pas. 1972, 11.

Cass. 17 december 1972, Pas. 1974, 413.

 

Nederland

 

Gerechtshof s’Gravenhage 8 maart 2002 http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHSGR:2002:A…

 

Gerechtshof Arnhem Leeuwarden http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2013:9…

 

Rechtbank Rotterdam 29 mei 2001 http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2001:A…

 

 

Rechtsleer

Boeken en bijdragen in boeken

 

Asch, S.E., “Effects of group pressure upon the modification and distortion of judgement”, in Cartwright, D. en Zander, A., Group Dynamics, Londen, Tavistock Publications, 1953, 580 p.

 

Barrows, H.S., Feightner, J.W., Neufeld, V.R., en Norman, G.R., Analysis of the clinical methods of medical students and physicians, Hamilton, Ontario: McMaster University School of Medicine, 1978.

 

Blaauw, J.A., De Puttense moordzaak: dossier gesloten!, Baarn, Uitgeverij De Fontein, 2000; http://nos.nl/artikel/312199-de-puttense-moordzaak.html.

 

Blaauw, J.A., De Puttense Moordzaak: recontructie van een dubieus moordonderzoek, 2002, Baarn, Uitgeverij De Fontein, 367 p.

 

Bockstaele, M., Handboek verhoren 2, Maklu, Antwerpen, 2009, 484 p.

 

Bockstaele, M., Enhus, E. En Raeymaekers, S., Leugens en hun detectie, Maklu, Antwerpen, 2007, 428 p.

 

Bosly, H.D., Vandermeersch, D. en Beernaert, M.A., Droit de la procédure pénale, Brussel, Larcier, 2008, 1593 p.

 

Brandon, R. en Davies, C., Wrongful imprisonment: Mistaken convictions and their consequences, Londen, Allen & Unwin Ltd., 1973, 330 p.

 

Broeders, A.P.A. en Muller, E.R. (eds.), Forensische wetenschap. Studies over forensische kennis en organisatie, Kluwer, Deventer, 2008, 803 p.

 

Bruggeman, W., “Deskundigenonderzoek” in X, Postal Memoralis. Lexicon Strafrecht, Strafprocesrecht en Bijzondere Wetten, Mechelen, Kluwer, losbl. 11 dln., z.p.

 

Cantrell, D., 365 Sensational Sermon Snapshots, 309 p.  

 

Allemeersch, B., Taakverdeling in het burgerlijk proces, Antwerpen, Intersentia, 2007, 671 p.

 

Cleiren, C. en Verpalen, M., Strafvordering, Tekst en commentaar, Deventer, Kluwer 2011, 2692 p.

 

Corstens, G., Het Nederlandse strafprocesrecht, Deventer, Kluwer, 811 p.

 

Cornelis, M., Communicatie of manipulatie, Saint-Erme, Empirika, 1982, 340 p.

 

Crombag, H.F.M., “Over tunnelvisie” in P. J.Van Koppen, H. Merckelbach, M. Jelicic en J. De Keijser, Reizen met mijn rechter. Psychologie van het recht, Deventer, Kluwer, 2010, 1300 p.

 

Crombag, H.F.M., van Koppen, P.J. en Wagenaar, W.A., “De waarde van bewijs” in van Koppen, P.J., Merckelbach, H., Jelicic, M. en De Keijzer, J.W., Reizen met mijn rechter, Deventer, Kluwer, 2010, 1300 p.

 

Crombag, H., Horselenberg, R., van Koppen, P.J. en Zeles, G.J.P., Twee mysterieuze schietpartijen. Waarom vier slachtoffers dood moesten en twee het overleefden, Boom Lemma uitgevers, Den Haag, 2009.

 

Crombag, H.F.M., van Koppen, P.J. en Wagenaar, W.A., Dubieuze zaken: De Psychologie van Strafrechtelijk Bewijs, Amsterdam, Contact, 1992, 499 p.

 

de Gruijter, M., van Hal, P., Kuiper, M., Ouwerkerk, A., Zick, C. en van Koppen, P.J., De Haagse kindermoorden. Bedacht bewijs voor drie misdrijven, Boom Lemma uitgevers, Den Haag, 2013, 125 p.

 

De Maaré M. en van Koppen, P.J., Dissidente rechercheurs in Enschede. Tegenspraak in de opsporing, Boom Juridische uitgevers, Den Haag, 2006, 144 p.

 

De Poot, C., Bockhorst, R., van Koppen, P.J. en Muller, E., Rechercheportret: Over dilemma’s in de opsporing, Alphen aan den Rijn, Kluwer, 2004, 402 p.

 

De Ridder, J., Klein Haarhuis, C.M. en De Jongste, W.M., De CEAS aan het werk: bevindingen over het functioneren van de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken 2006-2008, Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2008, 120 p.

 

De Valkeneer, C., “Enkele kritische bedenkingen bij de Salduzwet en de implementatie ervan” in Goossens, F.,  Berkmoes, H., Duchatelet, A. en Hutsebaut, F. (eds.), De Salduzregeling. Theorie en praktijk vandaag en morgen, Brussel, Politeia, 2012, 769 p.

 

Elstein, A.S., Schulman, L.S. en Sprafka, S.A., Medical problem solving: An analysis of clinical reasoning, Cambridge, Harvard University Press, 1978, 330 p.

 

Decaigny, T., Tegenspraak in het vooronderzoek, Antwerpen, Intersentia, 2013, 719 p.

 

Declercq, R., Beginselen van strafrechtspleging, Mechelen, Kluwer, 2010, 1954 p.

 

Festinger, L., A theory of Cognitive Dissonance, Evanston Row, Peterson, 1957, 291 p.

 

Festinger, L., Riecken, H.W. en Schachter, S., When prophecy fails, Minneapolis, University of Minnesota Press, http://psycnet.apa.org/books/10030. (laatst geconsulteerd op 9 april 2015).

 

Franchimont, M., Jacobs, A. en Masset, A., Manuel de procédure pénale, Brussel, Larcier, 2009, 1462 p.

 

Goossens, F., Het onrechtmatig verkregen bewijs in strafzaken: begrip en gevolgen, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1998, 85 p.

 

Gross, S.R. en Ellsworth, P., “Second Thoughts: America’s Views on the Death Penalty and the Turn of the Century” in Garvey, S.P. (ed.), Beyond Repair? America’s Death Penalty, Durham, Duke University Press, 2003, 647-648.

 

Helsloot, I., Groenendaal, J. en Van t’ Padje, B., Tunnelvisie op tunnelvisie? Een verkennend en experimenteel onderzoek naar de besluitvorming door VKL-teams met betrekking tot het onderkennen van tunnelvisie en andere procesaspecten, Politie en Wetenschap, Apeldoorn; Crisislab, Renswoude, 2012, 117 p.

 

Huff, R., Rattner, A. en Sagarin, E., Convicted but innocent: wrongful conviction and public policy, Californië, Sage, 1996, 180 p.

 

Hutsebaut, F., “Het wettelijk en jurisprudentieel kader inzake het politieverhoor” in Van Elchingen, S. (ed.), Het politieverhoor, Kessel-Lo, Centrum voor politiestudies, 1999, 208 p.

 

Hutsebaut, F., “Het onrechtmatig verkregen bewijs en zijn gevolgen” in Dupont, L. en Spriet,  B. (eds.), Strafrecht voor rechtspractici IV, Leuven, Acco, 1991, 240 p.

 

Inbau, F.E., Reid, J.E., Buckley, J.E. en Jayne, B.C., Criminal interrogations and confessions, Gaithersburg, Aspen Publishers, 2001, 512 p.

 

Israëls, H., Pagano Mirani, A., Scholten,N., Spierenburg, W. en Wiering, E., De Arnhemse villamoord. Valse bekentenissen, Boom Lemma uitgevers, Den Haag, 2014, 251 p.

 

Israëls, H. en van Koppen, P.J., Overtuigend bewijs. Indammen van rechterlijke dwalingen, Amsterdam, Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2011, 320 p.

 

Israëls, H., Moord in Wamel: bewijs van liegende getuigen, Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2006, 206 p.

 

Kahneman, D., Slovic, P. en Tversky, A. (eds.), Judgement under Uncertainty: Heuristics and Biases, Cambrigde, Cambrigde University Press, 1982, 555 p.

 

Lindsay, D.S., Ross, D.F., Read, J.D. en Toglia, M.P., Handbook of eyewitness psychology: Volume II: Memory for people, Mahwah, NJ: Erlbaum Associates, 586 p.

 

Kor, G., Medialisering van het recht, Kluwer, Deventer, 2008, 126.

 

Kundu P. en Cummins, D.D., “Morality and conformity: the Asch paradigm applied to moral decisions” in Rock (ed.), Social Influence, Abingdon, Routlegde, Taylor and Francis Group, 2013, 268-279.

 

Meert F. en Van Den Eynde, W., De Bloedkamer. Een Belgische rechtzaak wordt een nachtmerrie, 4 jaar onschuldig in de gevangenis, Leuven, Van Halewyck, 2011, 286.

 

Merckx, D., “Verkrachting: het misdrijf”, in Vandeplas, A., Arnou, P. en Van Overbeke, S. (eds.), Strafrecht en strafvordering. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 2003, losbl., 7 dln.

 

Mougenot, D. en Mignolet, O., “La loi du 15 mai 2007 modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne l’expertise et rétablissant l’article 509quater du Code pénal. Evaluation de la loi et propositions de modifications” in Van Orshoven, P. en Maes, B. (eds.), De procesrechtwetten van 2007… Revisited!, Brugge, die Keure, 2009, 294 p.

 

Naeye, J., Heterdaad. Politiebevoegdheid bij ontdekking op heterdaad in theorie en praktijk, Arnhem, Gouda Quint, 1989, 781 p.

 

Nisbett, R.E. en Ross, L., Human interference: Strategies and shortcomings of social judgment, Englewood Cliffs, Prentice-Hall, 1980, 334 p.

 

Penrod, S.D., Loftus, E.F. en Winkler,  J., “The reliability of eyewitness testimony: A psychological perspective” in Kerr, N.L. en Bray, R.M. (eds.), The psychology of the courtroom, New York, Academic, 1982, 119-168.

 

Pfeijffer, M., Van Eenennaam, F.,  Commissaris van nu. Gevaarlijke gedachten voor commissarissen, Koninklijke Van Gorcum, Assen, 2009, 105.

 

Ponsaers, P., Terpstra, J., De Poot, C., Bockstaele, M. En De Moor, L.G., Vernieuwing in de opsporing, Maklu, Antwerpen, 2013, 317.

 

Popper, K.R., The logic of scientific discovery, Londen, Hutchinson, 2007, 513 p.

 

Posthumus, F., Evaluatieonderzoek in de Schiedammer Parkmoord, http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2005/09/13/evaluatieonderzoek-in-de-schiedammer-parkmoord-rapport-posthumus.html.

 

Proulx, J., Beauregard, E., Cusson, M. en Nicole, A. (eds.), Sexual Murderers. A Comparative Analysis and New Perspectives, Montréal, Les presses de l’Université de Montréal, 2007, 253 p.

 

Rassin, E. en van Koppen, P.J., “Het kind als slachtoffer van een zedendelict: bewijsperikelen” in van Koppen, P.J., Merckelbach, H.,  Jelicic, M. en De Keijser, J.W. (eds.), Reizen met mijn rechter. Psychologie van het recht, Kluwer, Deventer, 2010, 1300 p.

 

Rassin, E., Waarom ik altijd gelijk heb. Over tunnelvisie, Scriptum, Schiedam, 2007, 173.

 

Rassin, E., Tussen sofa en toga: Een inleiding in de rechtpsychologie, Den Haag, Boom juridische uitgevers, 2005.

 

Rossmo, D.K., Criminal Investigative Failures, Boca Raton, CRC Press Taylor and Francis Group, 2009, 86.

 

Salet, R. en Terpstra, J.B., Tegenspraak in de opsporing. Verslag van een onderzoek, Politie & Wetenschap, Apeldoorn; Radboud Universiteit, Nijmegen, 2012, 183.

Shackelford, T.K., “Evolutionary Psychology and False Confessions”, The American Psychologist 2005, 215-228.

 

Scheers, D. en Thiriar, P., Het gerechtelijk recht in de hoogste versnelling?, Antwerpen, Intersentia, 2007, 222 p.

 

Schellingen, R. (ed.), Het verdachtenverhoor: meer dan het stellen van vragen, Mechelen, Kluwer, 2014, 314 p.

 

Schuermans F. en Bockstaele, M., “De nieuwe consultatie- en bijstandsregeling door een advocaat in het Belgische strafprocesrecht na de Salduzwet: een overzicht in vogelvlucht” in Bockstaele, M., Devroe E. en Ponsaers, P., Salduz: bijstand van advocaten bij verhoren, Antwerpen, Maklu, 2011, 361 p.

 

Schünemann, B. en Bandilla, W., “Perseverance in courtroom decisions”, in H. Wegener, F. Lösel en J. Haisch (eds.), Criminal behaviour and the justice system: Psychological Perspectives, New York, Springer, 1989, 455 p.

 

Traest, P.,  Actualia bewijs in strafzaken, Gent, Larcier, 2014, 193 p.

 

Traest, P., “Is de herziening in strafzaken aan herziening toe?” in Deruyck, F. Goethals, E., Huybrechts, L., Leclercq, J.F., Rozie, J., Rozie, M., Traest, P. en Verstraeten, R. (eds.), Amicus curiae: Liber amicorum Marc De Swaef, Antwerpen, Intersentia, 2013, 575 p.

 

Toremans, T., Thiré P. en Termote, P., Gerechtelijk deskundigenonderzoek, Mechelen, Kluwer, 2011, 604 p.

 

Van Cauweberghe, K., De hervormingen bij politie en justitie in gespreide dagorde, Mechelen, Kluwer, 2008, 388 p.

 

Vancompernolle, J., “L’expertise judiciaire et la loi du 15 mai 2007: réflexions conclusives” in Vandrooghenbroeck, J. en De Briey, R. (eds.), L’expertise judiciaire: des réformes aux pratiques, Waterloo, Kluwer, 2009, 172 p.

 

Van Den Wyngaert C., Strafrecht en strafprocesrecht, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2009, 654 p.

 

Vandermeersch, D., “Vers une plus grande transparance de la phase préparatoire du procès pénal?” in Belgisch-Luxemburgse Unie voor Strafrecht, Het tweede voorontwerp van de Commissie strafprocesrecht, Gent, Mys en Breesch, 1997, 140 p.

 

Vanderhallen, M. en Vervaeke, G., “Het verhoor: in het beste geval een verhaal gebaseerd op herinnering” in D. Van Daele, Actuele thema’s uit het strafrecht en de criminologie, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2004, 209 p.

 

van Koppen, P.J., Overtuigend bewijs. Indammen van rechterlijke dwalingen, Amsterdam, Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2011, 320 p.

 

van Koppen, P.J., Merckelbach, H.L.G.J., Jelicic, M. en De Keijser, J.W., Reizen met mijn rechter. Psychologie van het recht, Kluwer, Deventer, 2010, 1300 p.

 

van Koppen, P.J. en Wagenaar, W.A., “Herkennen van gezichten” in van Koppen, P.J., Merckelbach, H., Jelicic, M. en De Keijzer, J.W., Reizen met mijn rechter, Deventer, Kluwer, 2010, 1300 p.

 

van Koppen, P.J. en Wagenaar, W.A., “Herkennen van gezichten” in P.J. van Koppen, H. Merckelbach M. Jelicic en J. De Keijser, Reizen met mijn rechter. Psychologie van het recht, Deventer, Kluwer, 2010, 1300 p.

 

van Koppen, P.J. en Malsch, M., Het praktisch nut van de rechtspsychologie, Kluwer, Deventer, 2008, 98 p.

 

Verbruggen F. en Verstraeten R., Strafrecht en strafprocesrecht, Antwerpen, Maklu, 2011, 653 p.

 

Verheij, L., De dwalende rechter, 2011, https://www.yumpu.com/nl/document/view/15341845/de-dwalende-rechter (laatst geconsulteerd op 12 april 2015).

 

Vervaeke, G., Vanderhallen, M., “De psycholoog-deskundige in strafzaken: aandachtspunten bij de beoordeling van geloofwaardigheid van verklaringen” in Claes, L., Bijttebier, P., Vercruysse, T., Hamelinck, L. En De Bruyn, E., Tot de puzzel past, Acco, Leuven, 2006, 327 p.

 

Vervaeke, G., Bogaerts, S., Heylen, A., “Onderkennen van seksueel misbruik bij kinderen” in van Koppen, P.J., Hesing, D.J., Merckelbach, H.L.G.J., Crombach, H.F.M., Het recht binnen: psychologie van het recht, Kluwer, Deventer, 2002, 1197 p.

 

Visser, A.C.S., “Veranderend denken over wetstoepassing bij seksuele delicten”, in J. Franken, J. en Doomen, J. (eds.), Strafbare seksualiteit, Deventer, Van Loghum Slaterus, 1984, 226 p.

 

Vuyck, S., “De waarheid achter de vuurwerkramp”, Baarn, Uitgeverij De Fontein, 2010; Broeders, A.P.A. en Muller, E.R. (eds.), Forensische wetenschap. Studies over forensische kennis en organisatie, Kluwer, Deventer, 2008, 803 p.

 

Wagenaar W. en Crombag, H.F.M., The popular policeman and other cases: Psychological perspectives on legal evidence, Amsterdam, Amsterdam University Press, 2005, 289 p.

 

Wagenaar, W.A., Het herkennen van Iwan: De identificatie van de dader door ooggetuigen van een misdrijf, Amsterdam, Swets & Zeitlinger, 1989, 192 p.

 

Wagenaar, W.A., Crombag, H.F.M. en Israëls, H., “Ook rechters maken menselijke fouten” in P.J. van Koppen, H. Merckelbach M. Jelicic en J. De Keijser, Reizen met mijn rechter. Psychologie van het recht, Deventer, Kluwer, 2010, 1300 p.

 

Wegener, H., Lösel, F. en Haisch, J. (eds.), Criminal behaviour and the justice system: Psychological Perspectives, New York, Springer, 1989, 455 p.

 

Wegner, D.M., White bears and other unwanted thoughts, New York, Viking, 1989, 207 p.

 

Bijdragen in tijdschriften en internetbronnen

 

Internationaal

 

Abelson, R.P., “Beliefs are like possessions”, Journal for the Theory of Social Behaviour 1986, 223–250.

 

Achtziger, A., Alos-Ferrer, C., Hügelschäfer, A. en Steinhauser, M., “The neural basis of belief updating and rational decision making”, Oxford Journals: Social Cognitive and affective neuroscience 2014, 55-62.

 

Allahverdyan, A.E. en Galstyan, A., “Opinion Dynamics with Confirmation Bias”, Plos One 2014, http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0099557 (laatst geconsulteerd op 11 april 2014).

 

Anderson, R.C. en Pichert, J.W., “Recall of previously unrecallable information following a shift in perspective”, Journal of verbal learning and verbal behaviour 1978, 1-12.

 

Anderson, C.A. en  Kellam, K.L., “Belief perseverance, biased assimilation, and covariation detection: The effects of hypothetical social theories and new data”, Personality and social psychology bulletin 1992, nr. 5, 555-565.

 

Asch, S.E., “Forming impressions of personality”, Journal of Abnormal and Social Psychology 1946, 258–290.

 

Bandes, S., “Loyalty to one’s convictions: The prosecutor and tunnel vision”, Howard Law Journal 2006, 475.

 

Bradfield Douglass, A. en Steblay, N., “Memory Distortion in Eyewitnesses: A Meta-Analysis of the Post-Identification Feedback Effect", Applied Cognitive Psychology 2006, 859-869.

 

Brewer, N. En Wells, G.L., “Eyewitness identification”, Current Directions in Psychological Science 2011, 24-27.

 

Cable D.M. en Gilovich, T., “Looked over or overlooked? Prescreening decisions and postinterview evaluations”, Journal of Applied Psychology 1998, 501.

 

De Roos, T.A. en Nijboer, J.F., “Wrongfully convicted: How the Duch deal with the revision of their ‘Miscarriages of Justice’”, Criminal Law Forum 2011, 567-591.

 

Deffenbacher, K.A., “Eyewitness accuracy and confidence: Can we infer anything about their relationship?”, Law and Human Behaviour 1980, 243-260.

 

Deffenbacker, K.A., Leu, J.R. en Brown, E.L., “Memory of faces: Testing method, encoding strategy, and confidence” American Journal of Psychology 1981, 20.

 

Ebbesen E.B. en Koneçni, V.J., “Eyewitness memory research: Probative v. Prejudicial value”, Expert Evidence 1997, 2-28.

 

Eerland, A., Rassin, E. en Kuijpers, I., “Let’s Find the Evidence: An Analogue Study of Confirmation Bias in Criminal Investigations”, Journal of Investigative Psychology and Offender Profiling 2010, 232.

 

Englich, B., Mussweiler, T. en Strack, F., “Playing dice with criminal sentences: The influence of irrelevant anchors on experts’ judicial decision making”, Personality and Social Psychology Bulletin, 2006, 188-200.

 

Englich, B., Mussweiler, T. en Strack, F., “The last word in court—A hidden disadvantage for the defense”, Law and Human Behavior 2005, 705–722.

 

Findley, K. en Scott, M., “The multiple dimensions of tunnelvision in criminal cases”, Wisconsin Law Review 2006, 292.

 

Friedrich, J., “Primary error detection and minimization (pedmin) strategies in social cognition: A reinterpretation of confirmation bias phenomena”, Psychological Review 1993, 298-319.

 

Giannelli, P.C., “Confirmation bias”, Criminal Justice 2007, 60.

 

Guenther C.L. en Alicke, M.D., “Self enhancement and belief perseverance”, Journal of Experimental and Social Psychology 2008, 706-712.

 

Hernandez, I. en Preston, J.L., “Disfluency disrupts the confirmation bias”, Journal of Experimental Social Psychology 2013, 178-182.

 

Hildebrand, M., De Ruiter, C. en de Vogel, V., “Psychopathy and sexual deviance in treated rapists: Assiciation with sexual and nonsexual recidivism”, Sexual Abuse: a Journal of Research and Treatment 2003, 1-24.

 

Horselenberg, R., Merckelbach, H., Smeets, T., Franssens, D., Peters, G.J. en Zeles, G., “False confessions in the lab: Do plausibility and consequences matter?” Psychology, Crime & Law 2006, 61-75.

 

Horner, T.M., Gruyer, M.J. en Kalter, NM, “The basis of child sexual abuse experts: Believing is seeing”, Bulletin of the American Academy of Psychiatry and the Law 1993, 281-291.

 

Innocence Project,  Eyewitness Misidentification, 2015, http://www.innocenceproject.org/understand/Eyewitness-Misidentification.php (laatst geconsulteerd op 30 april 2015).

 

Jeon, H., “The Environmental Factor within Solomon Asch Line Test”, International Journal of Social Science and Humanity 2014, 264-268.

 

Johnson, H.M. en Seifert, C.M., “Sources of the continued influence effect: when misinformation in memory affect later interferences”, Journal of Experimental Psychology: learning, memory and cognition 1994, 1420-143

 

Jonas, E., Schulz-Hardt, S.,  Frey, D. en Thelen, N., “Confirmation bias in sequential search after preliminary decisions: An expansion of dissonance theoretical research on selective exposure to information”, Journal of Personality and Social Psychology 2001, 557-571.

 

Kassin, S.M., Dror, I.E. en Kukucka, J., “The forensic confirmation bias: Problems, perspectives and proposed solutions”, Journal of Applied Research in Memory and Cognition 2013, 42.

 

Kassin, S.M., “On the psychology of confessions: Does innocence put innocents at risk?”, The American Psychologist 2005, 215-228.

 

Kassin, S.M., “On the psychology of confessions: Does innocence put innocents at risk?”, American psychologist 2005, 215-228.

 

Kassin, S.M., Goldstein, C.C. en Savitsky, K., “Behavioral confirmation in the interrogation room: On the dangers of presuming guilt”, Law and Human Behavior 2003, 187-203.

 

Kerstholt, J.H. en Jackson, J.L., “Judicial decision making: Order of evidence presentation and availability of background information”, Applied Cognitive Psychology, 1998 445–454.

 

Koehler, D.J., “Explanation, imagination, and confidence in judgement”, Psychological Bulletin 1991, 499-519.

 

Nahari, N. en Ben-Shakhar, G., “Primacy Effect in Credibility Judgements: The Vulnerability of Verbal Cues to Biased Interpretations”, Applied Cognitive Psychology 2013, 247-255.

 

Marks, M.J. en Fraley, R.C., “Confirmation bias and the sexual double standard”, Sex Roles 2006, 19-26.

 

Nickerson, R.S., “Confirmation bias: A ubiquitous phenomenon in many guises”, Review of General Psychology 1998, 175-220.

 

Loftus, E.F., “Unconscious transference in eyewitness identification”, Law and Psychology Review 1976, 93–98. 

 

Naughton, N., “The Criminal Cases Review Commission: Innocence versus safety and the integrity of the criminal justice system”, Criminal Law quarterly 2012, 207-244.

 

Nickerson, R.S., “Confirmation bias: A ubiquitous phenomenon in many guises”, Review of General Psychology 1998, 175-220.

 

Nyhan, B. en Reifler, J., “When corrections fail: The persistence of political misperceptions”, Political Behavior 2010, 303–330.

 

Robert, S. en Wheathered, L., “Assisting the Factually Innocent: The contradictions and compatibility of Innocence Projects and the Criminal Cases Review Commission”, Oxford Journal of Legal Studies 2009, 48.

 

Ross, L., Leppert, M.R. en Hubbard, M., “Perseverance in self perception and social perception: Biased attributional processes in the debriefing paradigm”, Journal of Personality and Social Psychology 1975, 880-892.

 

Russano, M.B., Meissner, C.A., Narchet, F.M. en Kassin, S.M., “Investigating true and false confessions within a novel experimental paradigm”, Psychological Science 2005, 481-486.

 

Sporer, S.L., Penrod, S.D., Read, J.D. en Cutler, B.L., “Choosing, confidence and accuracu: A meta-analysis of the confidence accuracy relation in eyewitness identification studies”, Psychological Bulletin 1995, 315-327.

 

Stangor, C. en McMillan, D., “Memory for expectancy-congruent and expectancy-incongruent information: A review of the social developmental literatures”, Psychological Bulletin 1992, 42-61.

 

Trautmann-Lengsfeld, S.A. en Herrmann, C.S., “Virtually simulated social pressure influences early visual processing more in low compared to high autonomous participants”, Psychophysiology 2014, 124-135.

 

Wells, G.L. en Lindsay, R.C.L., “On estimating the diagnosticity of eyewitness nonidentifications”, Psychological Bulletin 1980, 776–784. 

 

Wistrich, A.J. en Rachlinski, J.J., “How lawyers intuition prolong litigation. Symposium: Modeling human decisionmaking in the law”, Southern California Law Review, LexisNexis, 571.

 

Belgie

 

Caers, K., “De officiële erkenning van de titel van ‘gerechtsdeskundige’: een stand van zaken”, Limb.Rechtsl. 2002, 94.

 

Cleiren, C.P.M., “De rechterlijke overtuiging: een sprong met hindernissen”, RM Themis, 259-267.

 

De Bock, E., “De maxi Franchimont. De wettelijke regeling van het deskundigenonderzoek in het voorontwerp van het nieuw wetboek van strafprocesrecht”, Jura Falconis 2005-06, 429-470.

 

Dumon, F., “De motivering van de vonnissen en arresten en de bewijskracht van de akten”, RW 1978-79, 258-326.

 

De Nauw, A., “Les règles d’exclusion relatives à la preuve en procédure pénale belge”, Rev.dr.pén. 1990, 706.

 

Hodgson, J., “De rol van de advocaat tijdens detentie en verhoor op het politiebureau: een vergelijkende studie”, Justitiële Verkenningen 2014, 37-49.

 

Kennes, L. En Mary, S., “Les fondements de la phase préliminaire du procès pénale”, JT 2008, 656.

 

Nève, N., “Un avocat dès l’arrestation. Les engagements auxquels a déjà souscrit la Belgique et un cup d’oeilchez quelques-uns de nos voisins”, JT 2010, 725-731.

 

Kwakman, N.J.M., “De strafrechter en de deskundige. Over de waarheidscondities en waarheidsdefinities in het straf(proces)recht”, RM Themis 2012, 11.

 

Magiels, G., “Wat is er gebeurd? Wie heeft het gedaan?”, SKEPPwww.skepp.be.

 

Meese, J., “De rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de invloed ervan op het Belgisch straf(proces)recht”, in Centrum voor Beroepsvolmaking in de Rechten (ed.), CRB Jaarboek 2010-2011, Antwerpen, Intersentia, 2011, 6.

 

Pire, V., “La loi du 15 mai 2007 modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne l’expertise (MB 22 août 2007)”, REDC 2006, 300-302.

 

Scheers, D. en Thiriar,  P., “Repareer de reparatie! De aanpassingen door de wet van 30 december 2009 inzake het deskundigenonderzoek”, RW 2009-10, 1410-1427.

 

Toremans T. en Dupon, F., “Over tegenspraak: de mededeling van stukken en de bescherming van het zakengeheim tijdens het gerechtelijk deskundigenonderzoek”, TBO 2013, 85-88.

 

Van Cauwenberghe, K., “Tegenspraak in het deskundig onderzoek: utopie of realiteit?”, Panopticon 2010, 105-108.

 

Van Meerbeeck, J., “Le droit à l’assistance d’un avocat à l’aune de la jurisprudence Salduz: le pouvoir judiciaire entre Charybde et Scylla”, JT 2010, 384.

 

Nederland

 

Bangma, K., “Over de bejegening van slachtoffers van sexueel misbruik”, Ars Aqui 1989, 644-652.

 

Brants, C.H. en Franken, A.A., “Over de Criminal Cases Review Commission en de Commissie Afgesloten Strafzaken”, Delikt en Delinkwent 2006, 744.

 

Broeders, A.P.A., “De blote vuisten van van Koppen”, TREMA 2006, 69-70.

 

Crombag, H.F.M., “Over tunnelvisie”, TREMA 2006, 273-279.

 

Giard, R.W.M., “Heraclites en Parmenides voor de rechter”, Expertise en Recht 2010, 155-158.

 

Goossens, F. en  De Hert, P., “ Straatsburg heeft gesproken; tijdens het politioneel verdachtenverhoor geldt een recht op bijstand van een advocaat”, Vigiles 2010, 190.

 

Groenhuijsen, M.S., “Evaluatie van afgesloten strafzaken en de offensieve rol van de strafbalie”, Delikt & Delinkwent 2006, 32, 477.

 

Knoops, G.G.J., “De Puttense Moordzaak: herzieningsrechtelijke implicaties van de voortschrijdende forensische expertise in strafzaken, NJB 2002, 1402-1407.

 

Malsch, M., “De deskundige als rechter. Ondernemingskamer, Penitentiaire Kamer en Pachtkamer”, Recht der werkelijkheid: tijdschrift voor de sociaal-wetenschappelijke bestudering van het recht 2010, 31, 28-44.

 

Otgaar, H., “Survival Processing”, De Psycholoog december 2010, 15.

 

Rachlinksi, J.J.,  « Judicial psychology. De fusie van gerechtshoven (deel 2). Ontmoeting van bedrijfskundige concepten met de fuserende gerechtshoven.”, Rechtstreeks 2012, nr. 2, 12-13

 

Rassin, E., “De diagnostische waarde van bewijs”, Tijdschrift voor Criminologie 2014, 148-156.

 

Rassin, E., “Rechtspsychologie: de waarheid over seksueel misbruik”, Tijdschrift voor Criminologie 2012, 172-178.

 

Rinne, T. en Heijdelberg, E., “De Schiedammer Parkmoord is een les met gebruiksaanwijzing”, TREMA 2006, 71.

 

van Koppen, P.J., “Deception detection in police interrogations: Closing in on the context of criminal interrogations”, Journal of Applied Research in Memory and Cognition 2012, 124-125.

 

van Koppen, P.J., “De fluwelen handschoen van Posthumus. Over hetgeen ontbreekt in het rapport over de Schiedammer Parkmoord”, TREMA 2006, 57-66.

 

van Koppen, P.J. en Dudink, C.G.D., “De Schiedammer Parkmoord: een rechtspsychologische reconstructie,” AA 2003, 151.

 

van Koppen, P.J., “Lering uit de Schiedammer Parkmoord”, TREMA 2006, 111-113.

 

X., “Adviescommissie Afgesloten Zaken”, NJB 2014, http://njb.nl/nieuws/adviescommissie-afgesloten-strafzaken.12977.lynkx (laatst geconsulteerd op 13 april 2015).

 

Bijdragen in de actualiteit

 

Keereman, A., “Tegenspraak op een nuttig moment: tegenspraak in het vooronderzoek”, De Juristenkrant 12 juni 2013, 8.

 

Boone, R. en Calluy, E., “Het nieuwe verhoren: evaluatie na een maand Salduz”, De Juristenkrant 8 februari 2012, 8-9.

 

Colette, M., “Filip Meert en de herziening in strafzaken: het moet anders”, De Juristenkrant 2012, afl. 258, 13.

 

Goossens, V., “Deze rechters zijn incompetent en onwaardig hun ambt nog uit te voeren”, Knack 28 januari 2012.

 

 

Leestmans, D., “Politie en advocatuur moeten meer communiceren”, De Juristenkrant 15 juni 2011, 8-9.

 

Leestmans, D., “Onderzoek van het onderzoek op Nederlandse wijze”, De Juristenkrant 24 maart, 2010, 8-9.

 

Van Delm, J., “De weg naar luisterbereide gerechtelijke instanties is voor slachtoffers vaak moeilijk”, De Juristenkrant 13 oktober 2010, 8-9.

 

“Cassatie verwerpt herziening triatleet Filip Meert”, De Standaard 26 maart 2013.

 

“Filip Meert verdient een eerlijk proces”, De Morgen 8 november 2012.