Nycturie is een vervelende aandoening. Het wil zeggen dat mensen 's nachts moeten opstaan om te gaan plassen. Aangezien het zo frequent is, kijkt niemand er nog van op. Het is echter zo dat naarmate men vaker moet opstaan om te wateren, de levenskwaliteit en zelfs de levenskwantiteit significant vermindert. Aangezien de slaapkwaliteit gecompromitteerd wordt, zijn patiënten overdag moe en versufd. Dit kan leiden tot meer ongevallen en psychische problematiek. Het is tevens aangetoond dat iemand die 3 of meer keer per nacht moet opstaan tot 90% meer kans heeft om binnen de 10 jaar te overlijden aan een cardiale dood dan iemand die 's nachts kan blijven doorslapen.
Over de achterliggende mechanismen is al veel bekend, maar een genetische achtergrond ontbreekt nog steeds. Mijn scriptie tracht een oorzaak te vinden voor nycturie als gevolg van een te hoge urineproductie in de hoop verder onderzoek te stimuleren. Op lange termijn zou dit kunnen leiden tot een gepersonaliseerde behandeling op basis van het genetisch profiel van de patiënt.
In deze thesis werd de invloed van haptoglobine op de urineproductie bij volwassenen onderzocht.
Haptoglobine is een eiwit dat ieder van ons produceert. Het is een bijzonder polyfunctioneel eiwit maar de hoofdeigenschap is dat het complexeert met hemoglobine na afbraak van rode bloedcellen (hemolyse). Moest haptoglobine niet met het vrijgekomen hemoglobine binden dan zouden onze nieren het hemoglobine gewoon uitscheiden met mogelijks desastreuze gevolgen voor de nieren en tevens zou onze ijzervoorraad pijnsnel slinken. Tot op heden wordt haptoglobine in de praktijk enkel hiervoor gebruikt: als de concentratie van haptoglobine in het bloed laag is, wilt dit zeggen dat het verbruikt werd en dat er hemolyse heeft plaatsgevonden.
Wat minder bekend is, is dat er 3 verschillende vormen bestaan van haptoglobine. Dit is dan weer afhankelijk van welke genallellen een persoon draagt. Elk subtype heeft licht verschillende eigenschappen. Zo werd ook een verschil in zoutgevoeligheid vastgesteld.
Zoutgevoeligheid is een parameter om de bloeddrukstijging te kwantificeren na een hoge zoutinname. Normaal gezien stijgt de bloeddruk slechts minimaal. Als er toch een sterke stijging is, dan is die persoon zoutgevoelig. Dit houdt verband met een significante stijging van mortaliteit.
Zoutgevoeligheid is echter ook in verband gebracht met een verhoogde urineproductie. De denkpiste hierachter is dat mensen die zoutgevoelig zijn moeilijkheden hebben om zout te verwerken. Ze kunnen het zoutgehalte in de urine niet voldoende verhogen om de zoutconcentratie in het bloed te reguleren. Zo blijven ze achter met een verhoogde zoutconcentratie in het bloed. Dit zorgt door middel van osmose voor een verhoogd bloedvolume en dus ook voor een verhoogde bloeddruk.
De enige optie die zoutgevoelige personen hebben om hun zout kwijt te raken, is om het over een langere periode uit te scheiden. Dit leidt tot een verhoogde urineproductie, de hele dag door.
Deze mensen hebben de hele dag dorst aangezien ze veel water verliezen. Dit proces gaat ook 's nachts door. De verhoogde nachtelijke urineproductie zorgt dan voor nycturie met alle gevolgen vandien.
Om het verband tussen het haptoglobine type en de urineproductie te onderzoeken, vroegen we 177 volwassenen een nierfunctieprofiel in te vullen. Dit houdt in dat ze gedurende 24 uur een dagboek bijhouden van hoeveel ze drinken en hoeveel ze plassen. Ze dienen dan ook om de 3 uur te plassen en hiervan een staal te nemen. Hierop worden enkele waarden bepaald die van belang zijn om polyurie (een te hoge urineproductie) en de onderliggende oorzaak op te sporen.
Tevens staan de proefpersonen bloed af. Dit stelt de onderzoekers onder andere in staat het haptoglobine type te bepalen aan de hand van een elektroforese.
De analyse van de resultaten wijst er op dat er wel degelijk een genetische achtergrond gevonden is voor een subgroep van de nycturiepatinten.
Wanneer het meest zoutgevoelige subtype (aangetoond door empirisch onderzoek) vergeleken wordt met de andere twee types zien we dat globale polyurie, een verhoogde urineproductie de hele dag door, hier vaker voorkomt. Dit blijkt uit een directe vergelijking tussen de twee groepen (p=0.049), alsook uit een logistische regressie (p=0.028) om voorspellende factoren voor globale polyurie te achterhalen.
Aangezien het over een kleine studiepopulatie gaat (n=177) gaan deze bevindingen enkel op voor een Belgische populatie. Verder onderzoek is noodzakelijk om dit te bekijken voor andere populaties en om eventuele andere verbanden te achterhalen die wij hebben gemist omwille van de beperkte sample.
Als conclusie kan gesteld worden dat het haptoglobine type een rol speelt bij de urineproductie.
Mensen met dat haptoglobine subtype gecorreleerd met zoutgevoeligheid (16% van de kaukasische Belgen) zijn dus vatbaarder voor globale polyurie.
(1) Levy AP, Asleh R, Blum S, Levy NS, Miller-Lotan R, Kalet-Litman S, et al. Haptoglobin: Basic and Clinical Aspects. Antioxidants & Redox Signaling 2010 Jan;12(2):293-304.
(2) Alayash AI. Haptoglobin: Old protein with new functions. Clinica Chimica Acta 2011 Mar 18;412(7-8):493-8.
(3) Langlois MR, Delanghe JR. Biological and clinical significance of haptoglobin polymorphism in humans. Clinical Chemistry 1996 Oct;42(10):1589-600.
(4) Chen YC, Lee CC, Huang CY, Huang HB, Yu CC, Ho YC, et al. Haptoglobin Polymorphism as a Risk Factor for Chronic Kidney Disease: A Case-Control Study. American Journal of Nephrology 2011;33(6):510-4.
(5) De Bacquer D, De Backer G, Langlois M, Delanghe J, Kesteloot H, Kornitzer M. Haptoglobin polymorphism as a risk factor for coronary heart disease mortality. Atherosclerosis 2001 Jul;157(1):161-6.
(6) Van Vlierberghe H, Langlois M, Delanghe J. Haptoglobin polymorphisms and iron homeostasis in health and in disease. Clinica Chimica Acta 2004 Jul;345(1-2):35-42.
(7) Delanghe JR, Duprez DA, Debuyzere ML, Bergez BM, Callens BY, Lerouxroels GG, et al. Haptoglobin Polymorphism and Complications in Established Essential Arterial-Hypertension. Journal of Hypertension 1993 Aug;11(8):861-7.
(8) Ines Armando, Prasad Konkalmatt, Robin A. Felder, Pedro A. Jose. The renal dopaminergic system: novel diagnostic and therapeutic approaches in hypertension and kidney disease Transl Res. 2014 Jul 25. pii: S1931- 5244(14)00269-2
(9) Weinberger MH, Miller JZ, Fineberg NS, Luft FC, Grim CE, Christian JC. Association of Haptoglobin with Sodium Sensitivity and Resistance of Blood-Pressure. Hypertension 1987 Oct;10(4):443-6.
(10) Luft FC, Miller JZ, Grim CE, Fineberg NS, Christian JC, Daugherty SA, et al. Salt Sensitivity and Resistance of Blood-Pressure - Age and Race As Factors in Physiological-Responses. Hypertension 1991 Jan;17(1):I102-I108.
(11) Kojima S, Inenaga T, Matsuoka H, Kuramochi M, Omae T, Nara Y, et al. The Association Between Salt Sensitivity of Blood-Pressure and Some Polymorphic Factors. Journal of Hypertension 1994 Jul;12(7):797-801.
(12) Van Kerrebroeck P. Nocturia: current status and future perspectives. Current Opinion in Obstetrics & Gynecology 2011 Oct;23(5):376-85.
(13) Cornu JN, Abrams P, Chapple CR, Dmochowski RR, Lemack GE, Michel MC, et al. A Contemporary Assessment of Nocturia: Definition, Epidemiology, Pathophysiology, and Management-a Systematic Review and Meta-analysis. European Urology 2012 Nov;62(5):877-90.
(14) Appell RA, Sand PK. Nocturia: Etiology, diagnosis, and treatment. Neurourology and Urodynamics 2008;27(1):34-9.
(15) Bosch JLHR, Weiss JP. The Prevalence and Causes of Nocturia. Journal of Urology 2010 Aug;184(2):440-6.
(16) Rembratt A, Norgaard JP, Andersson KE. What is nocturnal polyuria? Bju International 2002 Dec;90:18-20.
(17) Goessaert AS, Krott L, Walle JV, Everaert K. Exploring nocturia: Gender, age, and causes. Neurourol Urodyn 2014 Jun 18.
(18) Feldstein CA. Nocturia in arterial hypertension: a prevalent, underreported, and sometimes underestimated association. Journal of the American Society of Hypertension 2013 Jan;7(1):75-84.
(19) van Dijk L, Kooij DG, Schellevis FG. Nocturia in the Dutch adult population. Bju International 2002 Nov;90(7):644-8.
(20) Goessaert AS, Denys M, Deryckere S, Everaert K. Nocturnal Polyuria in A Nursing Home & Effect on Quality of Life. Neurourology and Urodynamics 2013 Aug;32(6):907-8.
(21) Kupelian V, Fitzgerald MP, Kaplan SA, Norgaard JP, Chiu GR, Rosen RC. Association of Nocturia and Mortality: Results From the Third National Health and Nutrition Examination Survey. Journal of Urology 2011 Feb;185(2):571-7.
(22) Parthasarathy S, Fitzgerald M, Goodwin JL, Unruh M, Guerra S, Quan SF. Nocturia, Sleep-Disordered Breathing, and Cardiovascular Morbidity in a Community-Based Cohort. Plos One 2012 Feb 6;7(2).
(23) Lightner DJ, Krambeck AE, Jacobson DJ, Mcgree ME, Jacobsen SJ, Lieber MM, et al. Nocturia is associated with an increased risk of coronary heart disease and death. Bju International 2012 Sep;110(6):848-53.
(24) McKeigue PM, Reynard JM. Relation of nocturnal polyuria of the elderly to essential hypertension. Lancet 2000 Feb 5;355(9202):486-8.
(25) Hernandez C, Estivill E, Prieto M, Badia X. Nocturia in Spanish patiënts with lower urinary tract symptoms suggestive of benign prostatic hyperplasia (LUTS/BPH). Current Medical Research and Opinion 2008 Apr;24(4):1033-8.
(26) Carter PG, Cannon A, McConnell AA, Abrams P. Role of atrial natriuretic peptide in nocturnal polyuria in elderly males. European Urology 1999 Sep;36(3):213-20.
(27) Fujikawa K, Kasahara M, Matsui Y, Takeuchi H. Human atrial natriuretic peptide is a useful criterion in treatment of nocturia. Scandinavian Journal of Urology and Nephrology 2001 Sep;35(4):310-3.
(28) Sugaya K, Nishijima S, Oda M, Owan T, Miyazato M, Ogawa Y. Biochemical and body composition analysis of nocturia in the elderly. Neurourology and Urodynamics 2008;27(3):205-11.
(29) Matthiesen TB, Rittig S, Norgaard JP, Pedersen EB, Djurhuus JC. Nocturnal polyuria and natriuresis in male patiënts with nocturia and lower urinary tract symptoms. Journal of Urology 1996 Oct;156(4):1292-9.
(30) Goessaert A, Schoenaers B, Everaert K, Vande Walle J. Long-Term Follow-Up of Patiënts with Nocturnal Enuresis Due to Detrusor Overactivity and Nocturnal Polyuria. Neurourology and Urodynamics 2012 Aug;31(6):1010-1.
(31) Kamperis K, Hagstroem S, Radvanska E, Rittig S, Djurhuus JC. Excess diuresis and natriuresis during acute sleep deprivation in healthy adults. American Journal of Physiology-Renal Physiology 2010 Aug;299(2):F404-F411.
(32) Silva ACSE, Flynn JT. The renin-angiotensin-aldosterone system in 2011: role in hypertension and chronic kidney disease. Pediatric Nephrology 2012 Oct;27(10):1835-45.
(33) Pimenta E, Gordon RD, Stowasser M. Salt, aldosterone and hypertension. Journal of Human Hypertension 2013 Jan;27(1):1-6.
(34) Blaustein MP, Leenen FHH, Chen L, Golovina VA, Hamlyn JM, Pallone TL, et al. How NaCl raises blood pressure: a new paradigm for the pathogenesis of salt-dependent hypertension. American Journal of Physiology-Heart and Circulatory Physiology 2012 Mar;302(5):H1031-H1049.
(35) Frisoli TM, Schmieder RE, Grodzicki T, Messerli FH. Salt and Hypertension: Is Salt Dietary Reduction Worth the Effort? American Journal of Medicine 2012 May;125(5):433-9.
(36) Agarwal R, Light RP, Bills JE, Hummel LA. Nocturia, Nocturnal Activity, and Nondipping. Hypertension 2009 Sep;54(3):646-51.
(37) Delahaye F. Should we eat less salt? Archives of Cardiovascular Diseases 2013 May;106(5):324-32.
(38) Elliott P. Intersalt - An International Study of Electrolyte Excretion and Blood-Pressure - Results for 24 Hour Urinary Sodium and Potassium Excretion. British Medical Journal 1988 Jul 30;297(6644):319-28.