“Wanneer houdt deze schijtoorlog nu eens op?”[1]
Oorlogsverheerlijking en –afkeuring in Ernst Jüngers In Stahlgewittern en Erich Maria Remarques Der Weg zurück in het licht van de Langemarck-mythe
Alomtegenwoordig zijn ze dezer dagen, de nieuwsberichten over IS. Syriëstrijders, extremisme, terrorisme, onthoofdingen, oorlog, paniek, vluchtelingen en een hoop ellende. In deze wirwar van informatie (al dan niet sensatie) zouden we de eigenlijke ambitie van IS al bijna vergeten: het stichten van een kalifaat, een staat waarin alle onderdanen leven naar de letter van de Sharia en waar een centrale leider de politieke en religieuze touwtjes in handen heeft. Probleem: Islamitische Staat gebruikt, of liever misbruikt de Koran om zijn terreurdaden te rechtvaardigen. Nergens staat er dat je onschuldige mensen mag doden in naam van Allah. Nergens staat er dat je mensen mag folteren. Nergens staat er dat je vrouwen en kinderen tot slavernij mag dwingen. Nergens staat er dat je aanhangers van andere religies mag mishandelen. We kunnen zo nog even doorgaan, maar needless to say dat IS de Koran interpreteert naar eigen behoeften, passages selecteert en naar believen uit de context rukt. En daar zijn de gewone moslims het slachtoffer van. Een gevaarlijke, maar geenszins nieuwe techniek, toch?
Oorlog en literatuur
Of het nu gaat om IS en de oorlog in Syrië en Irak, de Balkanoorlog of de Napoleontische oorlogen, over conflicten zal altijd geschreven worden. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de Eerste Wereldoorlog. Ernst Jünger (1895-1998) en Erich Maria Remarque (1898-1970) zijn twee grote namen in de Duitstalige literatuur over de Grote oorlog. Ook hebben ze een reputatie: Jünger staat in literaire middens bekend als omstreden, zijn In Stahlgewittern (1920), de bewerking van zijn vijftien oorlogsdagboeken, bevat een resem oorlogsverheerlijkende passages waarin plichtsbesef, eergevoel en heldendood bezongen worden. Remarque daarentegen, u wellicht bekend door zijn bestseller Im Westen nichts Neues (1929) of misschien nog iets meer door Milestones verfilming ervan, All Quiet on the Western Front (1930), beschouwt men unaniem als pacifist bij uitstek.
De algemene visie in de literatuurwetenschap stelt Jünger en Remarque – beiden vochten bovendien in de Vlaamse modder – diametraal tegenover elkaar. U voelt de bui ongetwijfeld al hangen: een vergelijking tussen het werk van deze schrijvers zou uitermate interessant zijn. En dan niet een vergelijking zonder meer, maar wel een die peilt naar de mate van oorlogsverheerlijking in Remarques werk en de graad aan oorlogsafwijzing in Jüngers werk. Bevat In Stahlgewittern – een werk dat tot de oorlogsliteratuur wordt gerekend – humanitaire ideeën? Kan men in Remarques Der Weg zurück, typerende anti-oorlogsliteratuur, passages lezen die het heroïsch gevecht aanprijzen?
Omdat Remarques succesroman Im Westen nichts Neues reeds vaak werd onderzocht, werd voor dit onderzoek voor diens vervolgroman, Der Weg zurück (1931) geopteerd. Belangrijk om weten is ook dat Jünger zijn In Stahlgewittern in een tijdsbestek van 58 jaar maar liefst zes keer bewerkte en heruitgaf. We kunnen met andere woorden van zeven versies spreken die hier en daar door inhoudelijke, stilistische en ideologische wijzigingen van elkaar verschillen. Zo schrapte hij bijvoorbeeld aanstootgevende passages over officiersruzies en bordeelbezoekjes.
Vergelijking op basis van verschillende parameters
In Stahlgewittern en Der Weg zurück werden getoetst aan enkele parameters, gaande van de manier waarop het oorlogs- en strijdgebeuren voorgesteld wordt, over idealistisch ideeëngoed, frontkameraadschap, actief handelen versus passieve waarneming tot de functie van het afwisselende vertelperspectief. Nadat beide romans aan deze maatstaven werden onderworpen, kwam het telkens opnieuw tot genuanceerde bevindingen. Sommige pleitten voor de geformuleerde these, terwijl andere die stelling juist weerlegden en zodoende de gangbare mening in de literatuurwetenschap bevestigden.
Ter illustratie volgend citaat uit Der Weg zurück. Een van de personages, een voormalig frontsoldaat, kijkt vol nostalgie terug op de oorlogsjaren waaruit ongetwijfeld een oorlogsverheerlijkende gedachte spreekt:
“Welke mensen waren wij destijds toch, toen we naar buiten gingen in deze storm van geestdrift! Een nieuwe tijd scheen aangebroken te zijn, al het oude, verrotte, onvolkomene, partijdige, was weggeveegd, wij waren een jeugd zoals er tevoren geen was!”[2]
In latere bewerkingen van de Stahlgewitter probeerde Jünger passages, die apathisch en afstandelijk gewonde soldaten beschrijven, menselijker over te brengen door bijvoorbeeld het koele werkwoord ‘vaststellen’ door het levendigere ‘ontdekken’ te vervangen.
De Langemarck-mythe als summum van de vergelijking
In beide romans wordt – expliciet of impliciet – ingegaan op de gebeurtenissen van 10 november 1914. Enkele onervaren Duitse reservekorpsen leden toen zware verliezen tegen de doorgewinterde Engelse soldaten. Toch kwam de Duitse Heeresleitung met een compleet ander verhaal naar buiten: de Duitse studenten hadden, schouder aan schouder en al zingend, de vijandelijke linies bestormd nabij Langemarck. Zonder angst. Heldhaftig hadden ze gestreden en hun leven gegeven voor het vaderland. Ze hadden zowaar de Engelse loopgraven veroverd. Een problematische herinnering, valse overdrijving ten gunste van een verleidende ideologie.
Jünger looft en eert de Langemarck-strijders, draag hen zelfs als exempel voor de jeugd aan, wat in een latere versie weliswaar geschrapt werd. In Der Weg zurück wordt daarentegen in het betoog van een personage een onweerlegbare kritiek geformuleerd tegen de rooskleurige voorstelling en gezwollenheid van een dergelijk discours. Oorlog en lijden zijn zinloos.
Het geheel is niet gelijk aan de som van de delen
Ook al bevat Der Weg zurück passages die in het teken staan van oorlogsenthousiasme, frontkameraadschap en de esthetisering van het strijdgebeuren, toch moet steeds het werk in haar totaliteit in beschouwing genomen worden. Zo ook wat In Stahlgewittern betreft, dat zowel ideeën bevat die de oorlog aanprijzen als afkeuren.
Passages isoleren en op zich interpreteren – uit de context – leidt meestal tot foute interpretaties die in strijd zijn met de hoofdbetekenis van een werk. In deze scriptie werd dit bewerkstelligd uit wetenschappelijke overwegingen, maar dat is niet altijd het geval. Denken we maar aan ene Bakr al-Baghdadi, leider van IS, die met wat knip- en plakwerk de Koran naar zijn hand zette en zodoende een groot risico vormt voor beïnvloedbare of kwetsbare zielen. Of: het woord als machtig wapen, voor of tegen oorlog.
[1] Ernst Jünger: Kriegstagebuch 1914-1918. Uitgegeven door Helmuth Kiesel. Stuttgart: Klett-Cotta 2010, p. 258. (eigen vertaling)
[2] Remarque, Erich Maria: Der Weg zurück. Köln: Kiepenheuer & Witsch 1959, 1990, p. 196. (eigen vertaling)
Bibliografie
Primärliteratur
Jünger, Ernst: Feldpostbriefe an die Familie 1915-1918. Hg. von Heimo Schwilk. Stuttgart: Klett-Cotta 2014.
Jünger, Ernst: In Stahlgewittern. Historisch-kritische Ausgabe. Hg. von Helmuth Kiesel. Stuttgart: Klett-Cotta 2013.
Jünger, Ernst: Kriegstagebuch 1914-1918. Hg. von Helmuth Kiesel. Stuttgart: Klett-Cotta 2010.
Remarque, Erich Maria: Der Weg zurück. Köln: Kiepenheuer & Witsch 1959, 1990.
Sekundärliteratur
Antkowiak, Alfred: Ludwig Renn. Erich Maria Remarque. Leben und Werk. Berlin: Volk und Wissen 1965.
Becker, Thomas: Literarischer Protest und heimliche Affirmation: das ästhetische Dilemma des Weimarer Antikriegsromans. 1. Auflage. Butzbach-Griedel: Afra 1994.
Chambers, John W. II et al.: “Im Westen nichts Neues und das Bild des ‚modernen‘ Kriegs“. In: Text + Kritik 149 (2001), S. 8-18.
Ernst Jünger – Handbuch. Leben – Werk – Wirkung. Hg. von Matthias Schöning. Stuttgart: Metzler 2014.
Janz, Oliver: 14 – Der große Krieg. Frankfurt/New York: Campus 2013.
Krumeich, Gerd: “Langemarck”. In: Deutsche Erinnerungsorte III. Hg. von Etienne François et al. 3. Auflage. München: C.H. Beck (= Deutsche Erinnerungsorte) 2003, S. 292-309.
Mann, Klaus: “Die Heimsuchung des europäischen Geistes” (1949). In: Heute und morgen. Schriften zur Zeit. Hg. von Martin Gregor-Delin. München: Nymphenburger 1969, S. 317-338. Zitiert nach: Stöckmann, Ingo: “Der Intellektuelle als Kosmopolit – Ernst Jüngers Weltbürgertum“. In: Reichweiten der Verständigung. Intellektuellendiskurse zwischen Nation und Europa. Hg. von Matthias Schöning et al. Heidelberg: Universitätsverlag Winter 2006, S. 134-149.
Meid, Volker: Reclams Lexikon der deutschsprachigen Autoren. Stuttgart: Reclam 2001, S. 724-725.
Murdoch, Brian: “Vorwärts auf dem Weg zurück. Kriegsende und Nachkriegszeit bei Erich Maria Remarque“. In: Text + Kritik 149 (2001), S. 19-29.
Schneider, Thomas F.: “Erich Maria Remarque – Kurzbiografie in Daten“. In: Text + Kritik 149 (2001), S. 79-92.