Carrièretijger of huismoeder? Alexis de Tocqueville weet raad

Sam
Ooghe

Tussen vrouw en man gaapt nog steeds een loonkloof. In het leeuwendeel van de Belgische gezinnen verzet de vrouw het meeste huiswerk. Na de geboorte van een kind is het nagenoeg altijd de moeder die deeltijds gaat werken. Alhoewel de carrièretijger in de vrouw ontsnapt is uit haar kooi, blijft ze, meer dan haar echtgenoot, een huiskat. Blijft ze achter met een kater, of is het thuisblijven net een verborgen geschenk? De Universiteit Gent ging op zoek naar antwoorden in ‘Over de democratie in Amerika’ van Alexis de Tocqueville. Maar wat valt er te leren uit het werk van een negentiende-eeuwse aristocraat die feministen beschreef als 'overspelig' en 'schreeuwerig'? Heel wat, zo blijkt.

Het magnum opus van Tocqueville, ‘Over de democratie in Amerika’ (1835-1840), is brandend actueel. De filosoof voorspelt hoe moderne staten steeds groter zullen worden. Ben je ziek? Aankloppen bij de staat. Al je geld verkwanseld? Vraag een uitkering. Voel je je onveilig? Laat de overheid iedereen afluisteren om problemen te vermijden. De burger laat het allemaal gebeuren omdat hij niet geeft om zijn vrijheid: hij is enkel bezig met zichzelf en zijn carrière. Dat is al lastig genoeg.

Volgens Tocqueville zijn burgers in een dergelijke samenleving onvrij.  Om Frankrijk van dit lot te besparen, beschreef hij de ideale, democratische maatschappij van dat moment: die van Amerika. En de conditio sine qua non van zo’n samenleving? Een femme au foyer. Volgens Tocqueville bleef een vrouw maar beter thuis. Daar kon ze de huishoudelijke taken volbrengen en haar zonen anti-materialistische waarden meegeven. Meer nog: haar opsluiting zou 'natuurlijk' zijn, ze voelt zich ‘instinctief’ aangetrokken tot haar huiselijke kooi. Het onderzoek van de UGent analyseert de schijnbaar conservatieve overtuiging van Tocqueville, en wat blijkt? Ze kan ons heel wat leren over hedendaags feminisme, quota en de veranderende arbeidsmarkt.

'Tocqueville strijdt voor genderquota!'

In de eerste plaats toont het onderzoek hoe Tocqueville zijn eigen redenering onderuithaalt. Hoewel hij stelt dat de vrouw zich natuurlijk aangetrokken voelt tot de privésfeer, bewijst hij impliciet dat de vrouw in realiteit gedwongen wordt om de huishoudelijke taken te vervullen. Dat is ook vandaag de dag nog zo: de ambitieuze carrièrevrouw wordt niet geremd door haar instinct, maar door sociale verwachtingspatronen. Denk aan een goedlachse baas die een vrouw om half vijf laat vertrekken ’voor de kindjes’. Maanden later gaat de promotie naar haar mannelijke collega, die minder huishoudelijke taken heeft en altijd werkt tot zeven uur. Een vrouw blijft, ook op de werkvloer, in de eerste plaats een moeder. In dat opzicht is Tocquevilles analyse extreem progressief: hij zag hoe mannen in het professionele leven geprivilegieerd zijn en hoe genderongelijkheid ontstaat door sociale regels.

De speechschrijvers van John Crombez wrijven zich al in de handen: ‘Net zoals de grote feminist, Alexis de Tocqueville, pleit sp.a voor genderquota’. Het zou één van de vele ideologische recuperaties van Tocqueville zijn. Maar klopt ze, in dit geval? Het Gentse onderzoek stelt zichzelf telkens de vraag: wat zou Tocqueville vandaag prediken? Wat kunnen we leren uit zijn relaas? Meer quota en dus meer vrouwen aan de top van de bedrijfswereld?

De UGent benadrukt om nooit te vergeten waar Tocqueville écht over schreef: vrijheid. De vraag is dus eerder: wáárom moeten vrouwen zo nodig naar de top van de bedrijfswereld? Bezorgt hen dat meer vrijheid?

'Tocqueville wil de vrouw aan het fornuis!'

De meest onvrije burgers, vond Tocqueville, zijn de materialisten, de workaholics, zij die een slaaf zijn van hun drang naar geld. Wie enkel streeft naar een mooie carrière en de snelste auto is niet vrij, en wellicht ook niet gelukkig. Tocqueville pleit voor authentieke vrijheid, niet geremd door materialisme en de overheid: start een buurtcomité op! Maak tijd voor jezelf en je familie!

In dat opzicht passen genderquota niet in Tocquevilles wereldbeeld. De vrouw heeft er niets bij gewonnen uit haar ‘gouden kooi’ te ontsnappen en haar schedel te breken tegen het glazen plafond. Net als haar echtgenoot zit ze nu gevangen in een betonnen wereld, waar enkel competitie en geld van tel zijn. Ondertussen groeien de kinderen op zonder ouders: ze beleven hun jeugd in crèches en bij onthaalmoeders. Was het in de jaren vijftig niet beter, met de vrouw in de keuken en bij haar kroost?

Het is de mening van heel wat antifeministen, en het staat ook tussen de lijntjes in de pamfletten van het Vlaams Belang. 'De vrouw aan het fornuis' is echter niet langer realistisch: sinds de jaren vijftig is de arbeidssituatie van koppels zo geëvolueerd dat een eenverdienersgezin financieel onhaalbaar is. En hoewel Tocqueville expliciet schreef dat de vrouw thuis moest blijven, gaf hij zélf een krachtig tegenargument: als de opsluiting van de vrouw ontstaat door sociale verwachtingspatronen en niet door instinct, kan je evengoed de man opsluiten. Ook de speechschrijvers van Filip De Winter kunnen dus afdruipen. Maar wat valt er dan wél te leren van Tocqueville?

‘Tocqueville vindt dat we minder moeten werken!’

Het onderzoek keert telkens terug naar de spil van Tocquevilles gedachtegoed: werken werkt niet. De UGent verbindt feminisme met de veranderende arbeidsmarkt: vrouwemancipatie beperkt zich te vaak tot de bedrijfswereld. Om vrij te zijn, moet de vrouw niet voltijds meewerken met haar man, maar moet de man óók thuisblijven. De toekomst is aan het deeltijds werk.

Beetje bij beetje, geruggensteund door de toenemende automatisering van de arbeidsmarkt, keren de zaken. Thuiswerk zit in de lift, werknemers bepalen hun eigen uren, minder en minder mensen werken voltijds. Het algemene discours: 'ik voel me weer vrij'. Dat heeft ook repercussies op de positie van de vrouw. Als mama én papa deeltijds werken, worden de huishoudelijke taken beter verdeeld. Het gevolg? Meer tijd voor de kinderen en voor zelfontplooiing. Wetenschappelijk onderzoek heeft alvast aangetoond dat koppels die hun huishoudwerk gelijk verdelen, een betere relatie hebben. En kijk eens aan: als ook mannelijke werknemers minder werken, geraakt de loonkloof meer en meer gedicht. Zonder quota. Met Tocqueville in het boekenrek spinnen de poes en de kater samen aan de haard. Het is tijd voor meer tijd. Zeg dat Tocqueville het gezegd heeft.

Bibliografie

Sources primaires

1. Catharine BEECHER, A Treatise on Domestic Economy, New York, Schocken Books, 1977 [1841].

 

2. Jean-Jacques ROUSSEAU, Émile ou De l’éducation, Paris, Éditions Gallimard, 2010 [1762].

 

3. Alexis de TOCQUEVILLE, De la démocratie en Amérique, tome 1, Paris, GF Flammarion, 1981 [1835].

 

4. Alexis de TOCQUEVILLE, De la démocratie en Amérique, tome 2, Paris, GF Flammarion, 1981 [1840].

 

Sources secondaires

1. n. n. « Literatuurstudie: Effecten van het psychisch functioneren van een gezin op de gezondheid, groei en ontwikkeling van het kind », Kind en Gezin, 2010. Version électronique: <http://www.kindengezin.be/img/literatuurstudie-effecten-van-het-psychis…; (consulté le 15 mai 2016).

 

2. Karolina ADAMOVÁ, « Tyranny of the Majority : A Permanent Threat of Democracy », The Lawyer Quarterly, 3, 3, 2013, p. 184-94.

 

3. Joan ALDOUS, « American Families in the 1980s: Individualism run amok? », Journal of Family Issues, 8, 4, 1987, p. 422-25.

 

4. Frank ANKERSMIT, « Democratie en stijl », in Andreas Kinneging, Paul De Hert & Stefan Somers éds., Tocqueville, profeet van de moderne democratie, Rotterdam, Lemniscaat, 2013, p. 169-94.

 

5. Agnès ANTOINE, « Politique et religion chez Tocqueville », in Laurence Guellec éd., Tocqueville et l’esprit de la démocratie, Paris, Presses de Sciences Po, 2005, p. 305-17.

 

 

6. Raymond ARON, « Tocqueville retrouvé », in Laurence Guellec éd., Tocqueville et l’esprit de la démocratie, Paris, Presses de Sciences Po, 2005, p. 25-46.

 

7. Jean-Louis BENOÎT, « Foi, Providence et religion chez Tocqueville », Cahiers de philosophie politique et juridique de Caen, 19, 1991, 119-34.

 

8. Roger BOESCHE, Tocqueville’s Road Map : Methodology, Liberalism, Revolution and Despotism, Plymouth, Lexington Books, 2008.

 

9. Jocelyn BORYZCKA, « The Separate Spheres Paradox: Habitual Inattention and Democratic Citizenship », in Eileen Hunt Botting et Jill Locke éds., Re-reading the Canon : Feminist Interpretations of Alexis de Tocqueville, University Park (États-Unis), The Pennsylvania State University Press, 2009, p. 281-304.

 

10. Eileen Hunt BOTTING et Jill LOCKE (éds), Re-reading the Canon : Feminist Interpretations of Alexis de Tocqueville, University Park (États-Unis), The Pennsylvania State University Press, 2009.

 

11. Eileen Hunt BOTTING, « A Family Resemblance : Tocqueville and Wollstonecraftian Protofeminism », in Eileen Hunt Botting et Jill Locke éds., Re-reading the Canon : Feminist Interpretations of Alexis de Tocqueville, University Park (États-Unis), The Pennsylvania State University Press, 2009, p. 99-124.

 

12. Youngjoo CHA, « Overwork May Explain 10 Percent of Men's Wage Advantage Over Women », Council on Contemporary Families Brief Reports, 2014. Version éléctronique: <https://contemporaryfamilies.org/gender-revolution-rebound-brief-overwo…; (consulté le 20 avril 2016).

 

13. Youngjoo CHA, « Reinforcing Separate Spheres: The Effect of Spousal Overwork on the Employment of Men and Women in Dual-Earner Households », American Sociological Review, 75, 2, 2010, p. 303-329.

 

14. Jean-Philippe CHARTRÉ, « Tocqueville, voterait-il Bush ? », Le Devoir, 22 avril 2006, p. B6.

 

15. Alain CLÉMENT, « Portraits de Tocqueville », Le Monde, 3 août 1984, p. 9 et 11.

 

 

16. Nancy F. COTT, The Bonds of Womanhood: "Woman's Sphere" in New England, 1780-1835, New Haven, Yale University Press, 1977.

 

17. Xavier DARCOS, Histoire de la littérature française, Paris, Hachette, 1992.

 

18. Jon DELOGU, « Tocqueville and Democracy in the Internet Age », Open Humanities Press, 2014. Version électronique: < http://quod.lib.umich.edu/cgi/p/pod/dod-idx/tocqueville-and-democracy-i…;.

 

19. Charles-Marc DES GRANGES, Les grands écrivains français, Paris, Libraire Hatier, 1935.

 

20. Paul DE HERT et Stefan SOMERS, « De alledaagse democratisering », in Andreas Kinneging, Paul De Hert & Stefan Somers éds., Tocqueville, profeet van de moderne democratie, Rotterdam, Lemniscaat, 2013, p. 69-91.

 

21. Anna DURNOVA, « ‘Et Dieu créa la femme...’ : La condition féminine chez Jean-Jacques Rousseau », Sens Public International Web Journal, 2004, p. 1-9. Version éléctronique : <http://www.sens-public.org/IMG/pdf/SensPublic_ADurnova_La_condition_fem…; (consulté le 15 avril 2016).

 

22. Jean Bethke ELSHTAIN, Public Man, Private Woman in Social and Political Thought, Princeton, Princeton University Press, 1981.

 

23. Jean Bethke ELSHTAIN, « Women, Equality, and the Family », Journal of Democracy, 11, 1, 2000, p. 157-63.

 

24. François FURET, « Naissance d’un paradigme : Tocqueville et le voyage en Amérique (1825-1831) », Annales. Economies, Sociétés, Civilisations, 2, 1984, p. 225-239.

 

25. François FURET, « The Intellectual Origins of Tocqueville’s Thought », in Laurence Guellec éd., Tocqueville et l’esprit de la démocratie, Paris, Presses de Sciences Po, 2005, p. 121-40.

 

26. Francis FUKUYAMA, «The March of Equality », Journal of Democracy, 11, 1, 2000, p. 11-17.

 

 

27. Ignace GLORIEUX et Theun-Pieter VAN TIENOVEN, « Vervagen de verschillen? Evoluties in de tijdsbesteding en rolverdeling van vrouwen en mannen in België (1966, 1999, 2005) », in Catherine Wallemacq et Lisa Wouters éds., Genderstudies: een genre apart? Een stand van zaken, Bruxelles, Sophia, 2009, p. 30-43.

 

28. Doris GOLDSTEIN, « Alexis de Tocqueville’s Concept of Citizenship », Proceedings of the American Philosophical Society, 108, 1964, p. 39-53.

 

29. Michael HERETH, Tocqueville, Rotterdam, Lemniscaat, 2011.

 

30. Jody HEYMANN, Can working families ever win?, Boston, Beacon Press, 2002.

 

31. Arlie R. HOCHSCHILD, The Second Shift, New York, Penguin Books, 1998.

 

32. Jennifer HOLT, « The Ideal Woman », Turlock (États-Unis), California State University Stanislaus, 2006. Version électronique: <https://www.csustan.edu/sites/default/files/honors/documents/journals/s…; (consulté le 25 avril 2016).

 

33. T. HUSTON et A. VANGELISTI, « Socio-emotional behavior and satisfaction in marital relationships: a longitudinal study », Journal of Personality and Social Psychology, 61, 5, 1991, p. 721-33.

 

34. Laura JANARA, « Democracy’s Family Values », in Eileen Hunt Botting et Jill Locke éds., Re-reading the Canon : Feminist Interpretations of Alexis de Tocqueville, University Park (États-Unis), The Pennsylvania State University Press, 2009, p. 47-70.

 

35. André JARDIN, Tocqueville : A Biography, New York City, Farrar, Straus and Giroux, 1988.

 

36. R. JENKINS, C. LAW et M. MINDLIN, « Maternal employment and indicators of child health: a systematic review in pre-school children in OECD countries », Journal of Epidemiology and Community Health, 63, 5, 2009, p. 340-50.

 

37. Linda KERBER, « Separate Spheres, Female Worlds, Woman's Place: The Rhetoric of Women's History », The Journal of American History, 75, 1, 1988, p. 9-39.

 

 

38. Sanford KESSLER, « Tocqueville on Sexual Morality », Interpretation, 16, 3, 1989, p. 465-80.

 

39. James KLOPPENBERG, « Tocqueville, Mill and the American Gentry », La revue Tocqueville, 27, 2, 2006, p. 351-79.

 

40. Isaac KRAMNICK, « Introduction to Alexis de Tocqueville », in Alexis de Tocqueville, Democracy in America, New York, Penguin Books, 2003 [1835, 1840].

 

41. William KRISTOL, « Women's Liberation: the Relevance of Tocqueville », in Ken Masugi éd., Interpreting Tocqueville's Democracy in America, Savage, Rowman and Littlefield, 1991, p. 480-94.

 

42. Albert Jan KRUITER, « De actualiteit van het milde despotisme », in Andreas Kinneging, Paul De Hert & Stefan Somers éds, Tocqueville, profeet van de moderne democratie, Rotterdam, Lemniscaat, 2013, p. 26-46.

 

43. Jean-Claude LAMBERTI, « La liberté et les illusions individualistes », in Laurence Guellec éd., Tocqueville et l’esprit de la démocratie, Paris, Presses de Sciences Po, 2005, p. 149-66.

 

44. Claude LEFORT, « La menace qui pèse sur la pensée », in Laurence Guellec éd., Tocqueville et l’esprit de la démocratie, Paris, Presses de Sciences Po, 2005, p. 295-303.

 

45. Georges LEROUX, « Tocqueville et les religions », Le Devoir, le 10 novembre 2007, p. F-28.

 

46. William MATHIE, « God, Woman, and Morality: The Democratic Family in the New Political Science of Alexis de Tocqueville », The Review of Politics, 57, 1, 1995, p. 7-30.

 

47. Anjali MOHAN, « Liberating Women in Tocqueville’s "Democracy in America" », Illinois, Critique, 13, 1, 2007.

 

48. John Stuart MILL, « Introduction to Alexis de Tocqueville », in Alexis de Tocqueville, Democracy in America, tome 2, New York, Schocken Books, 1964 [1840].

 

49. F. L. MORTON, « Sexual Equality and the Family in Tocqueville's “Democracy in America” », Revue canadienne de science politique, 17, 2, 1984, p. 309-324.

 

 

50. George Wilson PIERSON, Tocqueville and Beaumont in America, New York City, Oxford University Press, 1938.

 

51. Jean-Marc PIRET, « Religie, zelfbestuur en tirannie van de meerderheid », in Andreas Kinneging, Paul De Hert & Stefan Somers éds., Tocqueville, profeet van de moderne democratie, Rotterdam, Lemniscaat, 2013, p. 238-55.

 

52. Luk SANDERS, « Democratie en religie », in Andreas Kinneging, Paul De Hert & Stefan Somers éds., Tocqueville, profeet van de moderne democratie, Rotterdam, Lemniscaat, 2013, p. 143-68.

 

53. Joan Wallach SCOTT, Only Paradoxes to Offer, New York City, Harvard University Press, 1997.

 

54. James SCHLEIFER, The Making of Tocqueville’s “Democracy in America”, Chapel Hill, University of North Carolina Press, 1980.

 

55. James SCHLEIFER, « Tocqueville’s “Democracy in America” reconsidered », in Cheryl Welsh éd., The Cambridge Companion to Tocqueville, Cambridge, Cambridge University Press, 2006, p. 121-38.

 

56. Richard SENNETT, Flesh and Stone: The Body and the City in Western Cilization, New York City et Londres, W.W. Norton & Company, 1996

 

57. Alison STAUDINGER, « Constituting American Women: Tocqueville, Montesquieu and the Making of Commercial Mores », Article présenté au ‘WPSA Annual Meeting: "Ideas, Interests and Institutions"”, Vancouver, 19 mars 2009. Version électronique: <http://citation.allacademic.com//meta/p_mla_apa_research_citation/3/1/7…; (consulté le 20 avril 2016).

 

58. Patrick STOUTHUYSEN, « Een relatieve buitenstaander in de sociologie », in Andreas Kinneging, Paul De Hert & Stefan Somers éds., Tocqueville, profeet van de moderne democratie, Rotterdam, Lemniscaat, 2013, p. 47-68.

 

59. Paul THIBAUD, « Rousseau-Tocqueville: un dialogue sur la religion », in Laurence Guellec éd., Tocqueville et l’esprit de la démocratie, Paris, Presses de Sciences Po, 2005, p. 319-36.

 

 

60. Jack TURNER, « American Individualism and Structural Injustice: Tocqueville, Gender, and Race », Polity, 40, 2, 2008, p. 197-215.

 

61. Dana VILLA, « Tocqueville and Civil Society », in Cheryl Welsh éd., The Cambridge Companion to Tocqueville, Cambridge, Cambridge University Press, 2006, p. 216-44.

 

62. John WAGGONER, « Tocqueville's Civil Religion », Interpretation, 25, 2, 1998, p. 271-79.

 

63. Cheryl WELSH, De Tocqueville, New York City, Oxford University Press, 2001.

 

64. Cheryl WELSH (éd.), The Cambridge Companion to Tocqueville, Cambridge, Cambridge University Press, 2006.

 

65. Cheryl WELSH, « Beyond the ‘Bon ménage’. Tocqueville and the Paradox of Liberal ‘Citoyennes’ », in Eileen Hunt Botting et Jill Locke éds., Re-reading the Canon : Feminist Interpretations of Alexis de Tocqueville, University Park (États-Unis), The Pennsylvania State University Press, 2009, p. 19-46.

 

66. Delba WINTHROP, « Tocqueville’s American Woman and “The True Conception of Democratic Progress” », Political Theory, 14, 2, 1986, p. 239-61.

 

67. Willem WITTEVEEN, « Drie reisgenoten », in Andreas Kinneging, Paul De Hert & Stefan Somers éds., Tocqueville, profeet van de moderne democratie, Rotterdam, Lemniscaat, 2013, p. 195-210.

 

68. Catherine ZUCKERT, « Not by Preaching: Tocqueville on the Role of Religion in American Democracy », Review of Politics; 43, 2, 1981, p. 259-81.

 

Sources site web

1. n.n. « At Press Conf with French President, Obama mistakes Tocqueville’s name » [Vidéo en ligne], YouTube, 11 février 2014. Version électronique : <https://www.youtube.com/watch?v=_SPuASyK7-o&gt; (consulté le 20 mai 2016).

 

2. n.n. « George W. Bush. Calvin College Commencement Address », American Rhetoric, 21 mars 2005. Version électronique: < http ://www.americanrhetoric.com/speeches/gwbushcalvincollege.htm&gt; (consulté le 18 juin 2016).

 

3. n.n., « Paus pleit voor soberheid : “Dit kind leert ons wat echt belangrijk is" », Knack, 24 décembre 2015. Version électronique : <http://www.knack.be/nieuws/wereld/paus-pleit-voor-soberheid-dit-kind-le…; (consulté le 20 avril 2015)

 

4. n.n. « Seksuele revolutie », Pro-Life Actie Liga, Version électronique : <http://www.prolifeactie.eu/seksuele-revolutie1.html&gt; (consulté le 20 mai 2016).

 

5. n.n. « Text: Bush Reaffirms Support to Faith-Based Initiative », The Washington Post, 1 mars 2005. Version électronique : <http://www.washingtonpost.com/wp-dyn/articles/A63313-2005Mar1.html&gt; (consulté le 8 mai 2016).

 

6. Jean-Louis BENOÎT, « Tocqueville n’aurait pas voté Bush », coll. « Les classiques des sciences sociales », Université du Québec. Version électronique : <http ://classiques.uqac.ca/contemporains/benoit_jean_louis/tocqueville_pas_vote_bush/toc_voterait_il_bush.pdf> (consulté le 5 mai 2016).

 

7. Elisabeth BUMILLER, « Bush finds affirmations in a Frenchman’s words », The New York Times, 14 mars 2005. Version électronique : <http://www.nytimes.com/2005/03/14/politics/bush-finds-affirmation-in-a-…; (consulté le 8 mai 2016).

 

8. Sam OOGHE, « De democratische lente start op 14 april, onder de Gentse stadshal », Chase, 13 avril 2016. Version électronique : <http://chase.be/blog/democratische-lente-onder-de-gentse-stadshal/&gt; (consulté le 20 mai 2016).

 

9. Sarah VAN LIEFFERINGHE, « Afscheid van de oude partijpolitiek », Knack, 23 mai 2014. Version électronique : <http://www.knack.be/nieuws/belgie/afscheid-van-de-oude-partijpolitiek/a…; (consulté le 25 mai 2016).

 

10. Sarah VAN LIEFFERINGHE, « Moeder, waarom werken wij ons uit de naad ? », Knack, 4 avril 2014. Version électronique : <http://www.knack.be/nieuws/belgie/moeder-waarom-werken-wij-ons-uit-de-n…; (consulté le 25 mai 2016).

 

11. Sarah VAN LIEFFERINGHE, « Piratenpartij : programma 2014 ». Version électronique : <http://programma.piratenpartij.be/PiratenProgramma2014.pdf&gt; (consulté le 20 mai 2016).

Download scriptie (871.55 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Prof. Dr. Alexander Roose