Heeft u zich als fietser al eens afgevraagd of de kortste route wel de gezondste is? Zou u een alternatieve route verkiezen als deze voordeliger is voor uw gezondheid? De luchtkwaliteit blijft immers de belangrijkste milieufactor die in verband wordt gebracht met vermijdbare ziektes en voortijdige sterfte in de Europese Unie. Het integreren van de luchtkwaliteit in een routeplanner biedt daarom een mogelijkheid om zelf uw blootstelling aan luchtvervuiling te controleren.
De luchtkwaliteit in stedelijke omgevingen wordt grotendeels bepaald door fijn stof. Fijn stof is een wijdverspreide polluent die bestaat uit vaste en vloeibare deeltjes verspreid in de atmosfeer. Een specifieke fractie hiervan is zwarte koolstof. Zwarte koolstof is een licht-absorberende en koolstofbevattende component aanwezig in fijn stof. Belangrijke bronnen van zwarte koolstof zijn: mobiele bronnen (bijvoorbeeld verkeer), huishoudelijke verwarming en open biomassa verbranding (bijvoorbeeld bosbranden of het verbranden van landbouwafval). Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is zwarte koolstof een waardevolle luchtkwaliteitsindicator van schadelijke partikels afkomstig van verbrandingsprocessen. De blootstelling aan zwarte koolstof kan in verband worden gebracht met hart- en vaatziekten. Zwarte koolstof is op zichzelf niet toxisch, maar heeft wel een sleutelrol als universele drager van toxische componenten. Bovendien zou zwarte koolstof bijdragen tot de klimaatverandering. Zo zou zwarte koolstof niet alleen de invallende zonnestralen verstrooien, maar ook absorberen.
De scriptie ‘Het ontwerpen van een zwarte koolstof kaart van stadsregio Gent voor gebruik bij routing problemen’ bestudeerde de ruimtelijke variatie van zwarte koolstof in de stadsregio Gent. Om deze ruimtelijke variabiliteit in kaart te brengen, werd gebruik gemaakt van mobiele metingen of pollutiedata. Voor locaties waar geen pollutiedata beschikbaar waren, werden landgebruiksregressiemodellen ontwikkeld. Hiervoor werden data verzameld van omgevingseigenschappen, zoals verkeersintensiteit of het aantal huizen gelegen in een bepaalde straal, die konden gebruikt worden om de concentratie aan zwarte koolstof te voorspellen. Deze verzamelde data bestonden in hoofdzaak uit een aantal zorgvuldig gekozen geografisch informatiesysteem (GIS)-lagen. Het finale landgebruiksregressiemodel kon 44% van alle variabiliteit in de data aanwezig verklaren.
Zo werden er lage zwarte koolstof concentraties teruggevonden in het Citadelpark en in de Langemunt, waar de verkeersintensiteit voor voertuigen nagenoeg nul was. Hoge zwarte koolstof concentraties werden teruggevonden in de Charles de Kerchovelaan, Godshuizenlaan en Sint-Lievenslaan, die getypeerd werden door een hoge verkeersintensiteit. Hoewel de verkeersintensiteit in de Sint-Jacobsnieuwstraat circa 50% lager was relatief ten opzichte van de laatst genoemde straten observeerde men daar eveneens een hoge zwarte koolstof concentratie. Deze hogere concentratie kon het gevolg zijn van de breedte van de straat en/of geen aanwezigheid van een fietspad. In een nauwere straat is de dispersie van polluenten immers gelimiteerd in vergelijking met een meer open gebied. Uit de zwarte koolstof kaart van de stadsregio Gent (figuur links) zijn verschillende gebieden/wegen te herkennen. Zo zijn de E17 en E40 herkenbaar door hun rode kleur. Andere drukke wegen, zoals de R4, R40, B401, zijn terug te vinden door hun oranje-rode kleur. Het stedelijk natuurreservaat Bourgoyen-Ossemeersen wordt gekenmerkt door een groene kleur. De ruimtelijke variabiliteit van zwarte koolstof is in overeenstemming met de bronnen van zwarte koolstof.
Deze zwarte koolstof kaart werd vervolgens gebruikt bij het ontwerpen van een routeplanner die de blootstelling van een fietser aan zwarte koolstof minimaliseerde (figuur rechts). Het voorbeeld geeft de kortste route (zwarte lijn) weer van de Vrijdagmarkt naar het Shoppingcenter Gent Zuid en de alternatieve route (groene lijn) die rekening hield met de blootstelling aan zwarte koolstof. Hiervoor werd met elke straat een kost geassocieerd. Deze kost was de blootstelling aan de hoeveelheid zwarte koolstof. De procentuele afname aan zwarte koolstof hoeveelheid liep voor de berekende routes op tot 16%. Deze afname aan zwarte koolstof hoeveelheid ging wel telkens gepaard met een geringe toename in lengte van het traject in vergelijking met de traditionele kortste route. In sommige gevallen stemde het kortste pad overeen met de laagste blootstelling aan zwarte koolstof. Dit kwam doordat de zwarte koolstof hoeveelheid zowel rekening hield met de zwarte koolstof concentratie als met de lengte van het traject.
Bij het gebruik van een routeplanner die rekening houdt met luchtkwaliteit kan u dus zelf uw blootstelling aan luchtvervuiling controleren. Hierdoor kan de lengte van het traject echter toenemen. Opteert u dus voor een langer, maar gezonder traject of toch de traditionele kortste route? Aan u de keuze!