Wist je dat de zelfmoordcijfers in België ten opzichte van andere Europese landen de laatste jaren opvallend hoog liggen? Dat ondanks de preventieve aanpak van sommige organisaties deze cijfers alarmerend hoog blijven? Pesten wordt gezien als één van de mogelijke oorzaken van zelfmoord. Kunnen we reeds in de kleuterklas voorlopers van later pestgedrag opmerken? In deze bachelorproef werd op zoek gegaan naar mogelijk pest- en/of plaaggedrag bij kleutertjes en hoe dit gezien wordt door de kleuteronderwijzer in de klas.
Als men het begrip pesten hoort, denkt men al snel ook aan plagen. Deze twee begrippen liggen dan ook erg dicht bij elkaar. De ene persoon denkt bij pesten aan het treiteren van kinderen op de speelplaats of pesterijen op het werk. Voor anderen is pesten vooral gekend via sociale media.
De laatste jaren kent cyberpesten een serieuze opmars.
In zowel de Nederlandstalige als de internationale literatuur valt meteen op dat men pas over pesten spreekt bij kinderen vanaf de lagere school met de leeftijd van 6 jaar of ouder. Wat met onze kleuters die in de 3e kleuterklas ook al de leeftijd van 6 jaar bereikt hebben en dagelijks in contact komen met jongere kleuters. Kan men bij kleuters jonger dan zes dan ook spreken over pesten of is het eerder plagend gedrag in de zoektocht naar hun plekje binnen de klas?
In mijn bachelorproef vroeg ik ervaringsdeskundigen in het kleuteronderwijs (leerkrachten, directieleden en zorgcoördinatoren) naar hun ervaringen met behulp van een enquête. De bevindingen van 100 ervaringsdeskundigen werden geanalyseerd.
Onder de ervaringsdeskundigen bestaat er verdeeldheid over het al dan niet aanwezig zijn van pestgedrag bij kleuters. Bij jonge kleuters (vanaf 2,5 tot 4 jaar) werd er weinig tot geen pestgedrag waargenomen. Bij oudere kleuters (van 4 tot 6 jaar) gaven sommige leerkrachten en opvoeders aan dat er voorlopers van pestgedrag aanwezig waren. Toch blijven de meningen ook bij deze kleuterleeftijd verdeeld. Waar de ene het gedrag aanziet als een voorloper van pesten, ziet de andere het gedrag als een logische fase binnen de ontwikkeling van het kind.
Vanuit de ontwikkelingspsychologie is gebleken dat kinderen plaag- en/of pestgedrag gaan stellen tijdens de zoektocht naar hun plekje binnen de groep. Daarbij gaan kinderen op zoek naar welk kind er sterker of zwakker is dan zijzelf. Ze gaan zich als het ware meten met anderen. De pestkop is meestal een sterke kleuter in de klas en geniet van alle aandacht, ook wanneer deze aandacht negatief van aard is. Het slachtoffer is meestal een kind binnen de groep dat opvalt door zijn eigenheid of anders-zijn.
De organisatie van de school kan een grote impact hebben op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan binnen de schoolmuren. Waar de ene school een duidelijk pestbeleid voert, waar elke betrokken opvoeder en/of ouder aan meewerkt, lijken andere scholen de voorlopers van pesten niet op te merken of zelfs te ontkennen.
De laatste jaren zijn er diverse initiatieven ontwikkeld om scholen te ondersteunen in hun strijd tegen pesten op school. Ook daar speelt de keuze van de school een belangrijke rol. Sommige scholen beperken zich echter tot de lagere school omdat pesten daar veel meer lijkt voor te komen dan bij kleuters. De kleuterschool wordt hierbij een beetje uit het oog verloren.
Doordat ervaringsdeskundigen voorlopers van pesten opmerkten bij kleuters jonger dan 6 jaar, mag er dus niet blindgestaard worden op de ontwikkelingspsychologie die aangeeft dat pesten maar voor zou komen vanaf de leeftijd van 6 jaar. Kinderen jonger dan 6 jaar lijken hierdoor vergeten te worden en blijven achter met de gevolgen van een pestproblematiek. De gevolgen voor deze kinderen kunnen zowel op korte als op lange termijn impact hebben op hun verdere leven. Van een laag zelfbeeld en minderwaardigheidsgevoelens op jonge leeftijd tot mogelijke zelfmoordgedachten op latere leeftijd.
Het is dus erg belangrijk dat de pestproblematiek bij de basis wordt opgemerkt en aangepakt, ook bij zeer jonge kinderen. Zowel de gepeste als de pester moeten hierbij begeleid worden. De basis wordt namelijk gevormd tijdens de jaren in de kleuterklas, want dit is de eerste plaats waar de meeste kinderen eerst naast en daarna samen met anderen de wereld gaan ontdekken.
Het blijft vervolgens moeilijk om de lijn tussen plagen en pesten te trekken aangezien beide begrippen een subjectief gegeven zijn. Wat voor de ene persoon als pesten wordt ervaren zal voor de ander als plagen worden aanzien. Er is op dit moment nog te weinig onderzoek gevoerd bij de kleuterleeftijd om met zekerheid te kunnen zeggen dat er echt sprake is van pesten bij kleuters.
De welles-nietesdiscussie onder ervaringsdeskundigen blijft dus verder gaan. Hierdoor verliezen we kostbare tijd die we beter kunnen investeren in onze kleuters, aan onderzoek in Vlaanderen over pesten bij kleuters bijvoorbeeld.
Het verplicht invoeren van een pestbeleid binnen elke school zou een mogelijkheid kunnen zijn. Hierbij kunnen we streven naar een preventieve aanpak van pestgedrag voor zowel de kleuterschool als de lagere school. Daarbij moeten we er ons echter wel van bewust zijn dat de eigenheid van elke school niet verloren mag gaan.
Als leerkracht wil je met je kinderen zoveel mogelijk bereiken binnen één schooljaar, rekening houdend met de eigenheid van elk kind. Onze agenda’s bieden te weinig ruimte en tijd om als leerkracht even mee te spelen met de kinderen. Het is tijdens deze momenten dat je voorlopers van pesten kan opsporen. Wanneer je samenspeelt met kinderen zet je even een andere bril op.
Kinderen leer je pas echt kennen met hun eigenheid en talenten wanneer er niet wordt blindgestaard op wat hij of zij al dan niet kan. Het doel is achterhalen wat er bij elk kind echt leeft. Voor ons als leerkracht is dit een mooie basis om verder te bouwen aan een toekomst voor elk kind.
Dit eindwerk vormt een basis voor verder onderzoek naar pestgedrag bij kleuters. Dit onderzoek kan een meerwaarde zijn om samen de totale ontwikkeling van onze kinderen te bevorderen. Wanneer wij als maatschappij investeren in onze kinderen, investeren wij vanzelfsprekend ook in onze toekomst.
Lynn Wauters
Bibliografie
BDJ – Jeugd en Vrede. (1996). Pesten in het jeugdwerk. p. 20. België: BDJ-Jeugd en Vrede.
CAS & LISA. (2015). Groei mee met Cas en Lisa. Geraadpleegd op 8 mei 2016. Website: http://www.averbode.be/casenlisa-Info
Deboutte, G. (1995). Pesten, gedaan ermee!. p. 21-70. Brussel, België: BDJ-Jeugd & Vrede.
Departement Onderwijs en Vorming. (2015). Werken aan een verbindend schoolklimaat. Geraadpleegd op 1 mei 2016. Website: http://www.ond.vlaanderen.be/antisociaalgedrag/studiedag_leerlingenbemi…
Emmerechts, S. (1999). Pesten, wat doen we eraan?. p. 51-73. Antwerpen, België: Icarus.
HJK. (2015). Betrek ouders bij het tegengaan van pesten. Geraadpleegd op 24 februari 2016. Website: http://www.rug.nl/staff/g.e.huitsing/niejenhuis_huitsing_veenstra_hjk_2…
Ketnet. (2016) William Boeva en Sien Wynants lanceren de Move tegen Pesten 2016. Geraadpleegd op 4 mei 2016. Website: http://communicatie.ketnet.be/william-bouva-en-sien-wynants-lanceren-de…
Kies kleur tegen pesten. (2016). Missie. Geraadpleegd op 6 mei 2016. Website: http://www.kieskleurtegenpesten.be/het-netwerk/missie
KIVA. (2014). KiVa in het kort. Geraadpleegd op 8 mei 2016. Website: http://www.kivaschool.be
Klasse. (2016). Wat is pesten?. Geraadpleegd op 10 april 2016. Website: https://www.klasse.be/35445/wat-is-pesten/
Leefsleutels Vzw. (2006). Pesten stoppen stap voor stap. p. 13-16. Mechelen, België: Bakermat.
Leefsleutels Vzw. (2016). Toeka. Geraadpleegd op 24 april 2016. Website: http://leefsleutels.be/Pers/ToeterSE.pdf
Mönks, F.J., Knoers, A.M.P. (2004). Ontwikkelingspsychologie. P. 79-90. Gorcum b.v.
Mortelmans, D. (2007). Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden. 534 p. Leuven, België: Acco.
Perren, S., & Alsaker, F. D. (2006). Social behavior and peer relationships of victims, bully-victims, and bullies in kindergarten. Journal of Child Psychology and Psychiatry, p. 45-57.
Prinsen, H. (2013). Zeg nee tegen pesten!. p. 22-23. Tielt, België: Lannoo nv.
Slot, W., & Van Aken, M. (2013). Psychologie van de adolescentie. p. 225-226. Amersfoort.
Somers, E. (2014). Pestitude, positief omgaan met pesten. p. 27-37. België: Borgerhoff & Lamberigts.
Tumult. (2016). Pesten voorkomen op school. p. 7. België: Bakermat
Van der Meer, B. (2003). Kinderen en pesten. p. 10. Utrecht, Kosmos-Z&K.
Verlinden, M., Veenstra, R., Ringoot, A. P., Jansen, P. W., Raat, H., Hofman, A., & Tiemeier, H. (2014). Detecting bullying in early elementary school with a computerized peer-nomination instrument. Psychological Assessment, p. 628-641.
Zelfmoord1813. (2016). Oorzaken en suïcidaal proces. Geraadpleegd op 17 maart 2016. Website: https://www.zelfmoord1813.be/feiten-en-cijfers/oorzaken-en-suïcidaal-pr…