We leven met de smartphone in de hand. We bestellen onze schoenen online, zijn actief op sociale media en checken onze e-mail, altijd en overal. Het strikte proces van het verlijden van een klassieke notariële akte lijkt onverenigbaar met de nieuwe digital way of life. Kan het notariaat mee evolueren, zonder afbreuk te doen aan de rechtszekerheid?
Met de recente Potpourri-wetten zet de regering in op digitalisering. Het meest opvallende voorstel voorziet in de mogelijkheid om akten vanuit twee notariskantoren via videoconferentie te verlijden. Een tussenkomende notaris zal op die manier verplaatsingskosten en tijdverlies vermijden.
Overeenkomstig het voorstel verlijdt de minuuthoudende notaris de eigenlijke akte, in aanwezigheid van de partij(en). De tussenkomende notaris akteert, in aanwezigheid van de andere partij(en) een notariële volmacht. Deze werkwijze is mijn inziens weinig vernieuwend. Het verlijden van akten via volmacht is al mogelijk, ook zonder videoconferentie. Bovendien ligt de kostprijs van een authentieke volmacht even hoog als de verplaatsingskost.
Toch zit er potentieel in de akte via videoconferentie, namelijk wanneer de akte op een gedematerialiseerde drager (elektronisch) wordt verleden én op afstand (online) door alle partijen wordt ondertekend.
Kan dit juridisch wel?
De notariële akte op gedematerialiseerde drager bestaat al naar Belgisch recht, maar is nog niet in praktijk gebracht. Dat laatste blijkt geen gemakkelijke oefening.
Ten eerste is er het probleem van de handtekeningen. Juridisch wordt enkel de “gekwalificeerde elektronische handtekening” geassimileerd (gelijkgesteld) met een klassieke handtekening.
De ondertekening met de Belgische eID maakt zo een gekwalificeerde elektronische handtekening uit. Buitenlandse identiteitsbewijzen bieden daarentegen niet altijd de mogelijkheid een gekwalificeerde handtekening te plaatsen. En zelfs wanneer ze dit kunnen, zijn ze vaak niet compatibel met de Belgische softwaresystemen. Een handtekening via aanraakscherm verhelpt dit probleem, maar is juridisch niet gelijk te stellen met een handgeschreven exemplaar. Het gebruik ervan zou de geldigheid van de akte in gevaar kunnen brengen.
Een ander probleem schuilt in de aanhechting van stukken. Soms moet de notaris een origineel onderhands document aanhechten aan de akte.
Vooral de substitutie van een papieren aan te hechten document, naar een gedematerialiseerde notariële akte, blijkt niet evident. De substitutie kan het moeilijker maken de echtheid van de handgeschreven handtekening te achterhalen. Beleidsmatig moet een keuze worden gemaakt, gaat men enkel een elektronisch ondertekend origineel aan durven hechten of laat men scannen alsnog toe?
Tenslotte is er het digitaal archief. De wetgever heeft in 2009 de Notariële Aktebank (“NABAN”) in het leven geroepen. Deze databank is nog niet operationeel.
NABAN beoogt de originelen te bevatten van de gedematerialiseerde akten, alsook een (digitaal) afschrift van de op papier verleden akten. De burgers en bepaalde gemandateerde derden zouden (met hun eID) toegang hebben tot de akten waarin ze betrokken partij waren.
Dit mag geen afbreuk doen aan de privacy van de burgers, in de vaak gevoelige materies. De toegang tot de gegevens moet strikt beperkt, gereguleerd en sterk beveiligd worden.
De bewaring moet ook ‘tot in de eeuwigheid’ gebeuren. Gebruikers moeten de akten vele jaren later kunnen opvragen en ze moeten leesbaar blijven. Ook de geldigheid van de elektronische handtekeningen moet naderhand kunnen worden geverifieerd. Er is geen marge voor fouten, een nauwgezette archivering is essentieel voor de rechtszekerheid en doeltreffendheid van het notariaat.
Verregaander dan de louter gedematerialiseerde akte, is de gedematerialiseerde akte op afstand. Ik kan hierbij drie hypothesen onderscheiden.
In een eerste hypothese verschijnen partijen elk bij hun eigen notaris. Zij starten vanuit hun kantoor een videoconferentie via een beveiligd kanaal. De notarissen en partijen ondertekenen de akte elektronisch.
Wanneer we uitgaan van de rechtsgeldigheid van gedematerialiseerde notariële akten, brengt deze hypothese weinig bijkomende problemen met zich mee. Wel zijn een aantal praktische zaken van belang.
De aansprakelijkheids- en bevoegdheidsverdeling tussen notarissen zal herzien moeten worden. Wie aansprakelijk is, of tegen wie men de vordering van valsheid in geschrifte moet instellen, hangt af van datgene wat men betwist. Bij betwisting van ondertekening door één van de partijen, zal de notaris die de ondertekening formeel moest vaststellen, aansprakelijk zijn. Hetzelfde geldt voor de volledigheid van het aangehechte stuk. Dat valt onder de verantwoordelijkheid van de notaris die het origineel onder zich heeft.
Uiteraard heeft de mede-instrumenterende notaris wel een controleplicht. Wanneer hij twijfelt of de andere partij daadwerkelijk bij zijn confrater is verschenen (bv. omdat hij niet in beeld is), of wanneer hij ernstige twijfels heeft over de volledigheid van het aangehechte stuk, zal hij zijn medewerking moeten weigeren.
Zonder videoconferentie is de akte op afstand problematisch. Dan staat niet vast dat de wilsovereenstemming tussen partijen gelijktijdig bestond. In dat geval moet men terugvallen op het systeem van de volmachten.
De tweede hypothese vertrekt vanuit een internationale dimensie. Het gaat om de akte op afstand via videoconferentie met een consulair ambtenaar als tussenpersoon.
De consulair ambtenaar treedt op als een gekwalificeerde derde, met een beperkte notariële bevoegdheid. Hij stelt de identiteit, verschijning, verklaringen en ondertekening van de partijen vast, net als de datum en de plaats. De (Belgische) notaris verleent de notariële kracht aan de akte, en draagt de verantwoordelijkheid van de redactie van de akte. Via (beveiligde) videoconferentie leest de notaris de akte voor en licht hij ze toe aan de partij die zich in het buitenland bevindt. Partijen, notaris en consulair ambtenaar tekenen opnieuw elektronisch.
In een laatste hypothese verschijnen partijen niet fysiek, noch bij de notaris, noch bij een consulair ambtenaar. Het is onmogelijk op die manier een notariële akte te verlijden. De notaris beschikt niet over voldoende middelen om de identiteit, ondertekening en toestemming van de betrokkene behoorlijk vast te stellen. Hij kan onvoldoende nagaan of de persoon wel (feitelijk) wilsbekwaam is, noch kan hij nagaan of er druk of dwang op de betrokkene wordt uitgeoefend.
De digitalisering zal zich verderzetten. De terughoudendheid van vele notarissen is niet geheel onterecht. Bij elke vernieuwing moet nagegaan worden wat kan en wat niet. Toch moet men bereid zijn op zoek te gaan naar de opportuniteiten en mogelijkheden van de digitalisering. Zoals de notaris moet meegaan met de juridische ontwikkelingen, moet hij durven inspelen op de digitale evoluties.
Wetgeving en voorbereidende werken
Nationaal
Wet 21 juli 2016 tot uitvoering en aanvulling van de verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG, houdende invoeging van titel 2 in boek XII "Recht van de elektronische economie" van het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan titel 2 van boek XII en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan titel 2 van boek XII, in de boeken I, XV en XVII van het Wetboek van economisch recht, BS 28 september 2016.
Wet 21 december 2013 houdende het Consulair Wetboek, BS 21 januari 2014.
Wet 6 mei 2009 houdende diverse bepalingen, BS 19 mei 2009.
Programmawet van 27 december 2004, BS 31 december 2004.
Wet 20 oktober 2000 tot invoering van het gebruik van telecommunicatiemiddelen en van de elektronische handtekening in de gerechtelijke en de buitengerechtelijke procedure, BS 22 december 2000.
KB 25 september 2016 houdende het beheer van het centraal register van testamenten en het centraal register van huwelijksovereenkomsten, BS 10 oktober 2016.
KB 14 september 2016 tot bepaling van de inwerkingtreding van de wet van 21 juli 2016 tot uitvoering en aanvulling van de verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG, houdende invoeging van titel 2 in boek XII "Recht van de elektronische economie" van het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan titel 2 van boek XII en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan titel 2 van boek XII, in de boeken I, XV en XVII van het Wetboek van economisch recht, BS 28 september 2016.
KB 16 juni 2016 houdende de elektronische communicatie overeenkomstig artikel 32ter van het Gerechtelijk Wetboek, BS 22 juni 2016.
KB 31 augustus 2014 houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon, BS 2 september 2014.
KB 7 december 2010 houdende uitvoering van hoofdstuk Ibis van de eerste titel van het vijfde deel van het Gerechtelijk Wetboek betreffende het centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest, BS 17 december 2010.
MB 3 oktober 2016 houdende de organisatie van een oproep voor het indienen van voorstellen voor energieconsulentenprojecten, BS 10 oktober 2016.
Wetsontwerp 16 januari 2017 houdende vereenvoudiging, harmonisering, informatisering en modernisering van bepalingen van burgerlijk recht en van burgerlijk procesrecht alsook van het notariaat, en houdende diverse bepalingen inzake Justitie, Parl.St. Kamer 2259/001.
Verslag aan de Koning bij het KB 16 juni 2016 houdende de elektronische communicatie overeenkomstig artikel 32ter van het Gerechtelijk Wetboek, BS 22 juni 2016.
Vr. en Antw. Senaat 2010-2011, Vr. nr.5-1485, 24 januari 2011, (Vr. F. WINCKEL).
Verslag namens de commissie voor Justitie uitgebracht door de heer MAHOUX over het wetsontwerp houdende diverse bepalingen, Parl.St. Senaat 2008-2009, nr. 4-1250/5.
Internationaal
Verord. Europees Parlement en Raad Nr. 910/2014, 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG, Pb.L. 28 augustus 2014.
Verord. Europees Parlement en Raad Nr. 1215/2012, 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, Pb. L. 20 december 2012.
Verord. Europeese Parlement en Raad Nr. 650/2012, 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring, Pb.L. 27 juli 2012.
Richtlijn Europese Parlement en Raad nr. 1999/93/EG, 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen, Pb.L. 19 januari 2000.
Décret n° 2016-1278 du 29 septembre 2016 portant coordination des textes réglementaires avec l'ordonnance n° 2016-131 portant réforme du droit des contrats, du régime général et de la preuve des obligations, JORF 30 september 2016.
Décret n° 2005-973 du 10 août 2005 modifiant le décret n° 71-941 du 26 novembre 1971 relatif aux actes établis par les notaires, JORF 11 augustus 2005.
Décret n°71-941 du 26 novembre 1971 relatif aux actes établis par les notaires, JORF 3 december 1971.
Rechtspraak
Cass. 9 juni 2016, T.App. 2016, 36-37 en T.Not. 2016, 481-497.
Cass. 10 februari 1997, Pas., 1997, I, 195.
Luik (20e k.) 1 februari 2007, Rev.not.b. 2009, 220-228.
Antwerpen 5 maart 2012, T.App. 2012, 35-37.
Rb. Mechelen 4 december 2007, T.Not. 2009, 96.
Rb. Hasselt (5e k) 11 oktober 1999, Limb.Rechtsl. 2000, 112-119.
Rechtsleer
Boeken
BAEL, J., “Erfrecht, schenkingen, testamenten en een aantal andere materies uit het familiaal vermogensrecht” in J. BAEL, K. BOONE en M. MAUS, Rechtskroniek voor het notariaat deel 22, Brugge, die Keure, 2013, 198p.
CALLEBAUT, J., “Actualia inzake de totstandkoming van de verkoop van onroerend goed” in R. BARBAIX en N. CARETTE (eds.), Tendensen Vermogensrecht 2016, Antwerpen, Intersentia, 2016, 86p.
CASMAN, H., GERLO, I. en VERMEERSCH, B., De verkoopakte. Handboek voor de notariële praktijk, Mechelen, Kluwer, 2005, 248p.
DEMOULIN, M., “Aspects juridiques de l’horodatage des documents électroniques” in M. DEMOULIN, D. GOBERT en E. MONTERO, Commerce électronique: de la théorie à la pratique, Brussel, Bruylant, 2003, 25p.
DUMORTIER, J. en SOMERS, G. “Update van het recht inzake elektronisch contracteren en elektronische handel” in E. LIEVENS en E. WAUTERS (eds.), Themis 81- ICT- en mediarecht, Brugge, die Keure, 2013, 142p.
GOOSSENS, E. en VERBEKE, A.-L., “De procedurele aspecten van de Europese erfrechtverklaring” in B. ALLEMEERSCH en T. KRUGER (eds.), Handboek Europees Burgerlijk Procesrecht, Antwerpen, Intersentia, 2015, 275-295.
JACQUEMIN, H. (ed.), L'identification électronique et les services de confiance depuis le règlement elDas, Brussel, Larcier, 2016, 426p.
KONINKLIJKE FEDERATIE VAN HET BELGISCHE NOTARIAAT (ed.), Authenticiteit en informatica, Brussel, Bruylant, 2000, 496p.
LAEVENS, M., “De notariële functies binnen de lijnen van het Consulair Wetboek” in M. LAEVENS, G. VERSCHELDEN en M. DELANOTE, Rechtskroniek voor het notariaat deel 27, Brugge, die Keure, 2015, 48p.
MICHIELSENS, A., “De notariële akte vanuit de verkeerde hoek” in E. ALOFS, A. AYDOGAN, J. BAEL, R. BARBAIX, N. CARETTE, S. BROUWERS, K. BYTTEBIER, P.-J. DE DECKER, C. DECLERCK, P. DELNOY, E. DIRIX, R. FELTKAMP, N. GALLUS, N. GEELHAND DE MERXEM, A. HEYVAERT, R. JANSEN, J.-L. LEDOUX, Y.-H. LELEU, A. MICHIELSENS, W. PINTENS, M. PUELINCKX-COENE, V. SAGAERT, P. SENAEVE, F. TAINMONT, N. TORFS, A. VAN DEN BOSSCHE, A.-L. VERBEKE, G. VERSCHELDEN, J. VERSTRAETE. en A. WYLLEMAN, Liber Amicorum Hélène Casman, Antwerpen, Intersentia, 4p.
MEULEMANS, D. en COVELIERS, D. (eds.), Dematerialisatie in verschillende rechtsdomeinen: recente evoluties, verwachtingen en actuele knelpunten, Brugge, Vanden Broele, 2010, 236p.
MOUGENOT, D. “La preuve et les nouvelles technologies” in I. BEKHOUCHE, N. COLETTE-BASECQZ, B. FOSSEPREZ, H. JACQUEMIN, L. KERZMANN, D. MOUGENOT, A. PÜTZ en K. ROSIER, La preuve au carrefour des cinq disciplines juridiques, Cork Primento Digital Publishing, 2015, 24p.
MOUGENOT, D., “Appendice: le notariat et les contrats immatériels” in Rép.not. Brussel, Larcier, 2012, (lobsl.), 2p.
STEENNOT, R., Financiële diensten op afstand, Gent, Larcier, 2006, 250p.
STERCKX, D. en LEDOUX, J.L. (eds.), Mélanges offerts à Roland De Valkeneer : à l'occasion du 125e anniversaire de La revue du notariat belge, Brussel, Bruylant, 2000, 551p.
TAELMAN, P., “Potpourri en het notariaat” in A. WYLLEMAN (ed.), Rechtskroniek voor het notariaat deel 29, Brugge, Die Keure, 2016, 34p.
VAN DEN EYNDE, P., DE OUDERAEN, C.H. en BUISSERET, P. (eds.), De vernieuwde notariswet. Deel 2: Handboek organisatie van het notariaat, Gent, Larcier, 849p.
VAN GERVEN, W. en VAN OEVELEN, A., Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2015, 728p.
VAN EECKE, P., Naar een juridische status voor de elektronische handtekening. Een rol voor de handtekening in de informatiemaatschappij?, Proefschrift tot verwerving van de graad doctor in de rechten, KUL, 2004, 694p.
VERBEKE, A. en VERVOORT, I., “Comparant bij volmacht” in J. BAEL, H. BOCKEN, S. DEVOS, Ch. ENGELS, P. VANDENBERGHE en A. WYLLEMAN (eds.), Liber Amicorum Christian De Wulf, Brugge, die Keure, 2003, 20p.
WEYTS, L., Algemeen deel. De Notariswet, Mechelen, Kluwer, 2015, 389p.
Tijdschriften
Nationaal
CHAFFART, F., “Notariële akten in de nabije toekomst online consulteerbaar via NABAN”, NNK 2010, 34-35.
DE CLIPPELE, F., “De elektronische aangetekende zending. Hoe stuur ik een olifant per e-mail?”, RW 2003-2004, 431.
DE CORTE, R., “Elektronische handtekening en identificatie in de virtuele wereld”, P&B 2001, 223-224.
DE POTTER DE TEN BROECK, M. en SPELTINCX, L., “Het begrip openbare verkoop in een modern jasje” (noot onder Cass. 9 juni 2016), Not.Fisc.M. 2016, 314-319.
DEVOS, S., “De recente wijziging van de bekendmaking van huwelijksvermogensstelsels, wettelijke samenwoningsovereenkomsten, wijzigingsakten en vonnissen en arresten daarover”, T.Not. 2015, 809-816.
DHONT, H., “De elektronische registratie van notariële en onderhandse akten”, NNK 2014, 18-24.
DUMORTIER, J., “Regering wil ‘rijbewijs’ voor digitale bewaring van documenten: bezint eer ge begint”, Juristenkrant 2015, afl. 320, 12-13.
DUMORTIER, J., “De wet van 21 juli 2016 (deel 1)”, NJW 2017, 130-137.
DUMORTIER, J., “De wet van 21 juli 2016 (deel 2)”, NJW 2017, 170-177.
GOBERT, D., “Le règlement européen du 23 juillet 2014 sur l'identification électronique et les services de confiance (eIDAS): évolution ou révolution?”, RDTI 2014, 27-35.
GOOSSENS, G., “De afgifte van de Europese erfrechtverklaring: een draaiboek voor de notaris”, Notamus 2015, 41-45.
KEEREMAN, A. en BOONE, R., “Stap voor stap naar een echte digitale justitie”, Juristenkrant 2017, afl. 346, 8-9.
KONINKLIJKE FEDERATIE VAN HET BELGISCHE NOTARIAAT, “Dossier nr. 6363- De elektronische authentieke akte”, Versl.CSW 2008-2009, 797-814.
MICHIELS, D., “De openbare verkoop van vastgoed: ook via internet?” (noot onder Cass. 9 juni 2016), T.Not. 2016, 689-713.
MICHIELSENS, A., “De notariële akte tien jaar later. Er verandert voortdurend wat”, Not.Fisc.M. 2009, 261-268.
MICHIELSENS A., “De notariële akte en het exequatur”, Not.Fisc.M. 2008, 109-118.
VAN DEN EYNDE, P., “Le droit du notariat: d’une loi de réforme à l’acte dématerialisée”, Rev.not.b. 2011, 815-823.
VAN DEN HOVE, S., “Bewaringsplicht van de notaris. Verslag van de studiedag ‘Notariaat en archief’”, Not.Fisc.M. 2009, 375-385.
VAN OPSTAL, B. en ROELAND, S., “De elektronische akte in de elektronische wereld”, T.Not. 2010, 395-399.
VERHELLEN, J., “Het nieuwe Belgische Consulair Wetboek doorgelicht”, RW 2014-2015, 403-416.
WEYTS, L., “Wat is de waarde van mijn notariële akte in het buitenland, en vica versa? Over de circulatie van notariële akten binnen de Europese Unie”, T.Not. 2014, 528-536.
X., “Elektronische archivering”, Juristenkrant 2016, afl. 335, 2.
X. “Verder digitaliseren”, Juristenkrant 2016, afl. 332, 18.
Internationaal
BLANCHET, T., “La realisation du minutier central des notaires de France (la conservation des actes authentiques électroniques)”, Petites Affiches 2005, afl. 194, 54-56.
CATALA, P., “Le formalise et les nouvelles technologies”, Rép. Not. Defrénois 2000, afl.15-16, 897-903.
DE POULPIQUET, J., en PIERRE, P., “Responsabilité résultant de la fonction d’authentificateur du notaire”, Jurisclasseur 420-20 2016, 34p.
FROGER, D., “La reception d’un acte établi sur support électronique alors que les comparants sont physiquement éloignés: mythe ou réalité”, Petites affiches 2004, afl. 92, 64-67.
GRYNBAUM, L., “La preuve littérale - Dispositions générales - Écrit électronique”, Jurisclasseur 19 december 2011, bijgewerkt tot 17 juni 2016.
KOOPS, B.J. en VAN DER WEES, L., “Woordenlijst dossier Trusted Third Parties”, Computerr. 1998, 233-234.
LINNEMANN, J., “Juridische aspecten van de (toepassingen van) blockchain”, Computerr. 2016, afl. 218, 11p.
MATHIAS, J.D., “l’authenticité électronique”, Petites affiches 2001, afl. 65, 25-29.
NICOLAÏDÈS, N., “L'acte authentique électronique . - Une nouvelle organisation au service d'une mission”, La semaine juridique notariale et immobilière 2012, 1225-1232.
REYNIS, B. en GRIMALDI, M., “L’acte authentique électronqiue”, Petites affiches 2003, nr. 222, 3-24.
REYNIS, B., “Actualité et avenir de l’acte authentique électronique”, Rép. Not. Defrénois 2013, nr. 20, 4p.
VANDENDRIESSCHE, J., “Hybrid signatures under Belgian law”, Digital evidence and electronic signature law review 2012, 79-80.
Diverse Bronnen
BELGA, De Croo wil dat verkoop van huis via mail altijd kan, http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/binnenland/1.2911688, 8 maart 2017.
CREDOC, Opzoeking kadaster. Handleiding 1.1 – januari 2012, via e-notariaat, 27p.
COUNCIL OF THE NOTARIATS OF THE EUROPEAN EUROPEAN UNION, Position of the Council of the Notariats of the European Union concerning the e-Justice Action Plan 2014-2018, http://www.notaries-of-europe.eu/files/position-papers/2014/e-Justice-0…, 6 juni 2014, 5p.
FOD JUSTITIE, Het justitieplan. Een efficiëntere justitie voor meer rechtvaardigheid, https://cdn.nimbu.io/s/1jn2gqe/assets/Plan_justitie_18maart_NL.pdf, 18 maart 2015.
IFOUR-TEAM, Blockchain - Secured way of transaction, http://blog.ifourtechnolab.com/post/2016/10/04/blockchain-a-forward-ste…, 4 oktober 2016.
NORA, Patroon voor elektronische handtekening, http://www.noraonline.nl/wiki/Patroon_voor_elektronische_handtekening, (consultatie 8 maart 2017).
Persbericht minister van Justitie Koen Geens, Notariaat: partner in digitalisering justitie, https://www.koengeens.be/news/2016/06/03/notariaat-partner-in-digitalis…, 3 juni 2016.
PISCINI, E., GUASTELLA, J., ROZMAN, A. en NASSIM, T., Blockchain: democratized trust, https://dupress.deloitte.com/dup-us-en/focus/tech-trends/2016/blockchai…, 24 februari 2016.
VAN MOER, E., De eIDAS-Verordening en de impact op het Belgische recht, , masterproef tot het behalen van de graad van master in de rechten, UGent, 2016, 98p. (niet gepubliceerd).
VLAAMS ENERGIEAGENTSCHAP, Draft productnota Woningpas Light, http://www.energiesparen.be/sites/default/files/atoms/files/Draft%20pro…, 9 december 2016.
VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ, Demo voor aanbieders van voorkooprechten, https://www.vlm.be/nl/themas/evoorkooploket/vragenoverinloggen/Paginas/…, (consultatie 3 maart 2017).
VLAAMSE OVERHEID, Waarom een gebouwenregister, https://overheid.vlaanderen.be/Gebouwenregister-Aanleiding, (consultatie 2 maart 2017).
X., Brievenpost van Bpost daalt steeds sneller, http://www.tijd.be/ondernemen/diensten/Brievenpost-van-Bpost-daalt-stee…, 9 november 2016.
X., Blockchain, https://en.wikipedia.org/wiki/Blockchain, (consultatie 3 april 2017).
X., Het kadaster online, http://www.kadaster.be/Kadaster/Het_kadaster_online, (consultatie 2 mei 2017).