De vroedvrouw en de roze wolk
‘Is er nood aan het sensibiliseren van de vroedvrouw om een postpartum depressie beter te detecteren en te begeleiden?’
Geschreven door Lindsay De Groote en Evelyne Heyerick (bachelor vroedkunde)
“Een literatuurstudie en een onderzoek omtrent de noden bij de vroedvrouw rond het thema postpartum depressie. Heb je als vroedvrouw nood aan een hulpmiddel om postpartum depressie beter te herkennen of beter te kunnen begeleiden?
Wil je een grotere kennis hebben omtrent postpartum depressie? Kan een praktische gids een grote hulp voor jou als vroedvrouw betekenen?
Daarbij aansluitend worden in deze bachelorproef aandachtspunten en tips geformuleerd voor de vroedvrouw om een kraamvrouw beter te begeleiden tijdens een postpartum depressie”.
Wat is postpartum depressie ?
Zwangerschap en pril ouderschap vormen een bijzondere periode in het leven. Het luidt een nieuwe levensfase in, die een onherroepelijk engagement met zich meebrengt en het leven van beide ouders ingrijpend verandert. Zowel klinische literatuur als onderzoeksliteratuur beklemtonen de belangrijke veranderingen die plaatsvinden tijdens de periode van zwangerschap en beginnend ouderschap (Slade et al., 2009). Veel vrouwen hebben in de periode na hun bevalling moeite met de verandering in hun leven. Dit kan zich uiten in zowel lichamelijke als psychische klachten (Holtkamp, 2007).
Een post-partumdepressie is een klinische depressie die in de meeste gevallen ontstaat binnen 4 weken tot 3 maand na de bevalling. Een post-partumdepressie is een belangrijk probleem voor de volksgezondheid die voorkomt bij 10 tot 20 % van de kraamvrouwen.
Post-partumdepressie moet onderscheiden worden van de babyblues die ontstaat in de eerste week na de bevalling om daarna geleidelijk aan te verbeteren (O’hara, 2014).
Wat is de impact van postpartum depressie?
Uit onderzoeks- en klinische literatuur zien we dat een postpartum depressie een grote invloed kan hebben op de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de moeder. Hierdoor is er een impact op het psycho-sociaal welbevinden van de moeder, met gevolgen voor de fysieke en cognitieve ontwikkeling van het kind en de moeder-kind hechting (O’Hara en McCabe 2013).
Een post-partum depressie kan ook een impact hebben op de partnerrelatie, de beleving en het welzijn van de vader (Holtkamp, 2007).
Wat zijn risicofactoren?
Uit onderzoeks- en klinische literatuur kunnen we ook afleiden dat er verschillende risicofactoren aanwezig zijn die een matige tot sterke associatie hebben met het ontwikkelen van een postpartum depressie: angst en depressie tijdens de zwangerschap, een voorgeschiedenis van depressie, stressvolle gebeurtenissen in het leven, een slechte partnerrelatie en een slechte sociale ondersteuning (P. Kettunen et al., 2014).
Waar is die roze wolk?
De moeder met een postpartum depressie heeft vaak last van gevoelens van schaamte en schuld. De somberheid en het gebrek aan blijdschap voor de baby staan in schril contrast met de verwachte roze wolk. Door de persoonlijke en maatschappelijke verwachtingen van vreugde bij een bevalling, heerst er nog een taboe op depressie. De vrouwen zijn bang om hun negatieve gevoelens ten aanzien van hun kind en hun falen als moeder te uiten. Door het ontkennen van hun gevoelens wordt hun isolement helaas alleen maar groter. Dennis en Creedy (2004) toonden met hun studie aan dat het risico op een post-partumdepressie bij moeders werd gereduceerd nadat ze intensieve steun kregen van een vroedvrouw na de bevalling. Gemiddeld zijn er in Vlaanderen 65.000 bevallingen in een jaar, als je ervan uitgaat dat ongeveer 15% van de moeders een postpartum depressie krijgt, dan worden jaarlijks bijna 10.000 vrouwen getroffen (F. Saeys et al, 2015).
Resultaten van ons onderzoek
We kregen vanuit de literatuurstudie en ons onderzoek een duidelijk antwoord op de onderzoeksvraag. Uit de resultaten blijkt duidelijk dat vroedvrouwen meer nood hebben aan informatie zodat ze een postpartum depressie sneller zouden herkennen en een betere zorg op maat kunnen aanbieden. Daarnaast blijkt uit onze literatuurstudie dat het zeer belangrijk is voor zowel de vrouw als haar kind om postpartum depressie vroegtijdig te herkennen en aan te pakken zodat de vrouw niet dieper zou wegzakken in haar depressie en een grote impact heeft op haar kind.
95,6 procent van de ondervraagde vroedvrouwen wensen gesensibiliseerd te worden omtrent postpartum depressie. Vanuit dit resultaat kwam de vraag: ‘Hoe kunnen wij de vroedvrouw helpen bij het verruimen van haar kennis en het beter begeleiden van vrouwen met postpartum depressie?’
Vanuit ons onderzoek is gebleken dat 78,9 procent van de vroedvrouwen gebruik wil maken van een praktische infogids die haar kan helpen bij het beter herkennen en begeleiden van postpartum depressie.
Onze aanbevelingen tot verder onderzoek
De aanbevelingen die wij wensen mee te geven is de uitwerking van een praktische gids voor de vroedvrouw. Het kan een hulpmiddel zijn voor de vroedvrouw in haar begeleiding van een vrouw met een postpartum depressie. Daarnaast willen wij graag onze onderzoeksresultaten delen met Vlaams Volksvertegenwoordiger Freya Saeys. Op die manier hopen wij door met onze bachelorproef deel te nemen te kunnen bijdragen tot verder onderzoek en een betere aanpak van postpartum depressie in de toekomst.
Bronvermelding:
F. Saeys et al. (2015). “Voorstel tot resolutie, betreffende de vroegtijdige detectie en behandeling van de postnatale depressie.” Vlaams parlement (PDF-document). Geraadpleegd op 1 november 2016, op http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2014-2015/g436-1.pdf
Holtkamp Z. (2007). “ Depressie, eenzaamheid en vermoeidheid van Nederlandse vaders na de geboorte van een kind; prevalenties, risicofactoren en validatie van de EPDS.” Scriptie (PDF-document). Geraadpleegd op 2 november 2016, op http://essay.utwente.nl/58790/1/scriptie_Z_Holtkamp.pdf
O’Hara et al. (2014). “Perinatal mental illness: Definition, description and aetiology.” Best practice and research clinical obstetrics and gynaecology, volume 28, pp 3-12.
O’Hara & Mc. Cabe (2013). “Postpartum Depression: Current Status and Future Directions.” Clinical psychology. Volume 9, pp. 379-407.
P. Kettunen et al. (2014). “ Is postpartum depression a homogenous disorder: time of onset, severity, symptoms and hopelessness in relation to the course of depression.” BMC Pregnancy and Childbirth, volume 14, 402.
Arroya-Borrell (2017). “Influence maternal background has on children’s mental health.” International Journal for Equity in Health. Volume 16, issue 63.
AWHONN (2015). “ Mood and anxiety disorders in pregnant and postpartum women.” Johnn volume 44, issue 5, pp. 687-689.
BC Reproductive Mental Health Program (2014). “ Best practice guidelines for mental health disorders in the perinatal period.” Guideline (PDF-document). Geraadpleegd op 6 november 2016, URL:http://www.perinatalservicesbc.ca/Documents/GuidelinesStandards/Materna…
Beestin et al. (2014). “The impact of maternal postnatal depression on men and their ways of fathering: an interpretative phenomenological analysis.” Psychology & health. Volume 29, issue 6, pp. 717-735.
Borra et al. (2015). “New Evidence on Breastfeeding and Postpartum Depression: The Importance of Understanding Women’s Intentions.” Maternal and Child Health Journal. Volume 19, issue 4,
pp. 897-907.
Bydlowski et al. (2013) “Postpartum Blues: A marker of early neonatal organization?” Infant mental health journal. Volume 34 (6), pp. 508–515.
Chaudron (2013). “Complex Challenges in Treating Depression During Pregnancy”. The American Journal of psychiatry. Volume 170, issue 1, pp. 12-20.
Corwin et al. (2015). “Bidirectional psychoneuroimmune interactions in the early postpartum period influence risk of postpartum depression.” Elsevier. Volume 14, pp. 86-93.
Dama et al. (2016). “Thyroid peroxidase autoantibodies and perinatal depression risk: A systematic review.” Elsevier. Volume 198, pp. 108-121.
De Block (2016). “Verblijfsduur in het ziekenhuis bij een bevalling” Geraadpleegd op 22 februari 2017, op URL http://www.deblock.belgium.be/nl/verblijfsduur-het-ziekenhuis-bij-een-b…
De Groot et al. (2016). “Vulnerable pregnant women in antenatal practice: Caregiver's perception of work load, associated burden and agreement with objective case load, and the influence of a structured organisation of antenatal risk management.” Elsevier Midwifery. Volume 40, pp. 153–161.
Deligiannidis M. (2014). “Complementary and alternative medicine therapies for perinatal depression.” Elsevier. Volume 28, issue 1, pp. 85-95.
Dennis, C.L. (2016). “Time for self appears to be a proactive strategy for the prevention of postpartum depression.” Evid based nurs, volume 18 , nr 4, pp 4.
Dennis et al. (2013). “Psychosocial and psychological interventions for preventing postpartum depression.” Cochrane database of systematic revieuws, issue 2.
Dennis (2012). “Postpartum Depression is a Family Affair: Addressing the Impact on Mothers, Fathers, and Children.” Mental Health Nursing. Volume 33, issue 7, pp 445-457.
Doornbos et al. (2008). “Sequential serotonin and noradrenalin associated processes involved in postpartum blues.” Elsevier. Progress in Neuro-Psychopharmacology & Biological Psychiatry. Volume 32, pp. 1320–1325.
Faron & Bayot (2013). “Farmacologie voor vroedvrouwen. Leidraad voor opleiding en dagelijkse praktijk.” Academic and Scientific Publishers nv, Brussel.
Figueiredo B et al. (2011). “Anxiety and Depression in Women and Men from Early Pregnancy to 3-Months Postpartum,” Archives of Women’s Mental Health. Volume. 14 pp. 247–55.
Fredricks (2014). “Postpartum depression, neurotransmitters, and nutrition.” Geraadpleegd op 30 april 2017 op URL https://www.mentalhelp.net/contributors/fredricks/
Goodman et al. (2011). “ Maternal depression and child psychopathology: a meta-analytic review. Issue 14, pp. 1-27.
Giesbrecht et al. (2012). “Psychological distress and salivary cortisol covary within persons during pregnancy.” Elsevier. Volume 37, issue 2, pp. 270-279.
Holtkamp Z. (2007). “ Depressie, eenzaamheid en vermoeidheid van Nederlandse vaders na de geboorte van een kind; prevalenties, risicofactoren en validatie van de EPDS.” Scriptie (PDF-document). Geraadpleegd op 2 november 2016, op http://essay.utwente.nl/58790/1/scriptie_Z_Holtkamp.pdf
Goutaudier et al. (2012). “Negative emotions, childbirth pain, perinatal dissociation and self-efficacy as predictors of postpartum posttraumatic stress symptoms.” Journal of Reproductive and Infant Psychology. Volume 30, pp. 352–362.
Hanan et al. (2017). “Kangaroo care and postpartum depression. The role of oxytocin.” International Journal of Nursing Sciences. Volume 4, issue 2, pp. 179-183.
Harvard Mental Health letter (2011). “Beyond the baby blues Postpartum depression is common and treatable.”Volume 28, pp 1-3
JOGNN (2015). “Mood and Anxiety Disorders in Pregnant and Postpartum Women”. Awhonn. Volume 44, pp. 687-689.
Kathleen Kendall-Tackett (2010). “Four Research Findings That Will Change What We Think About Perinatal Depression.” The Journal of Perinatal Education. Volume 19, pp. 7–9.
KCE (2013). “ Screening op depressie tijdens en na de zwangerschap.” Geraadpleegd op 22 februari 2017, op URL https://kce.fgov.be/nl/news/screening-op-depressie-tijdens-en-na-de-zwa…
KCE (2017). “Postnatale depressie: richtlijn voor een adequate screening, behandeling en doorverwijzing.” Geraadpleegd op 22 februari 2017, op URL https://kce.fgov.be/nl/study-program/studie-2017-08-gcp-postnatale-depr…
Kendall-Tackett (2010). “ Depression in new mothers. Causes, consequences and treatment alternatives. Londen, Routledge.
Kettunen et al. (2014). “ Is postpartum depression a homogenous disorder: time of onset, severity, symptoms and hopelessness in relation to the course of depression.” BMC Pregnancy and Childbirth, volume 14, 402.
Kind en Gezin (2016). “ postpartumdepressie.” Geraadpleegd op 11 november 2016, op URL
http://www.kindengezin.be/zwangerschap-en-geboorte/anders-dan-verwacht/…
Kind en Gezin (2017). “ Over kind en gezin.” Geraadpleegd op 28 februari 2017 op URL
http://www.kindengezin.be/over-kind-en-gezin/wat-doen-we/
Lilja et al. (2012). “Depressive mood in women at childbirth predicts their mood and relationship with infant and partner during the first year postpartum.” Scandinavian Journal of Caring Sciences. Volume 26, pp. 245–253.
Meulink A.M. (2014). “ Postpartum depressie. Depressief na een bevalling: oorzaken, gevolgen en adequate ondersteuning. Amsterdam, SWP.
Meijer et al. (2014). “Associations of life events during pregnancy with longitudinal change in symptoms of antenatal anxiety and depression”. Elsevier. Volume 30, issue 5, pp. 526-531.
NICE (2015). “ Antenatal and postnatal mental health overvieuw.” Geraadpleegd op 12 december 2016, op URL http://pathways.nice.org.uk/pathways/antenatal-and-postnatalmental-heal…
NICE (2016). “ Antenatal and postnatal mental health.” Geraadpleegd op 1 maart 2017 op URL https://www.nice.org.uk/guidance/qs115
O’Hara et al. (2014). “Perinatal mental illness: Definition, description and aetiology.” Best practice and research clinical obstetrics and gynaecology, volume 28, pp 3-12.
O’Hara & Mc. Cabe (2013). “Postpartum Depression: Current Status and Future Directions.” Clinical psychology. Volume 9, pp. 379-407.
Paulson JF et al. (2010).“Prenatal and Postpartum Depression in Fathers and Its Association with Maternal Depression: A Meta-Analysis,” Journal of the American Medical Association. Volume 303, pp. 1961–69.
Paulson et al. (2010). “Prenatal and Postpartum Depression in Fathers and Its Association With Maternal DepressionA Meta-analysis.” JAMA. Volume 303, issue 19, pp. 1961-1969.
Pop et al. (2015). “A new concept of maternity blues: Is there a subgroup of women with rapid cycling mood symptoms.” Elsevier. Journal of Affective Disorders. Volume 177, pp. 74–79.
Prince et al. (2014). “ Praktische verloskunde” dertiende, herziene druk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
Quispel et al. (2014). “The role of depressive symptoms in the pathway of demographic and psychosocial risks to preterm birth and small for gestational age.” Elsevier. Volume 30, issue 8,
pp. 919-925.
Robinson et al. (2014). “Low maternal serum vitamin D during pregnancy and the risk for postpartum depression symptoms.” Women’s Mental Health. Volume 17, issue 3, pp. 213-219.
Ross et al. (2005). “Sleep and perinatal mood disorders: a critical review.” CMA Media Inc. Volume 30(4), pp. 247-256.
Saeys et al. (2015). “Voorstel tot resolutie, betreffende de vroegtijdige detectie en behandeling van de postnatale depressie.” Vlaams parlement (PDF-document). Geraadpleegd op 1 november 2016, op http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2014-2015/g436-1.pdf
Sari Goldstein Ferber (2004) “The nature of touch in mothers experiencing maternity blues: the contribution of parity.” Elsevier. Early Human Development. Volume 79, pp. 65– 75.
Scrandis et al. (2007). “Depression after Delivery: Risk Factors,
Diagnostic and Therapeutic Considerations.” The Scientific World JOURNAL. Volume 7, pp. 1670–1680.
Sockol et al. (2013). “ Preventing postpartum depression: A meta-analytic revieuw.” Clin. Psychol. Rev., volume 33, issue 8, pp 1205-1217.
Stewart M.D (2011). “ Depression during pregnancy.” New England journal of medicine, volume 365, pp 1605-16011.
Stuart et al. (2014). “Psychological treatments for perinatal depression.” Best practice and research clinical obstetrics and gynaecology, volume 28, pp 61-70.
Sylvén et al. (2013). “Thyroid function tests at delivery and risk for postpartum depressive symptoms.” Elsevier. Volume 38, issue 7, pp 1007-1013.
T.G. (2015). “ Screen elke jonge moeder op postnatale depressie.” Geraadpleegd op 10 januari 2017, op URL http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20150709_01769948
Van Weddingen L. (2017) “Postpartum steun België. ” Geraadpleegd op 4 maart 2017 op URL http://postpartum.eu/
VBOV (2016). “Goede praktijkvoering voor de postnatale zorg.” Aanbevelingen voor vroedvrouwen (PDF-document). Geraadpleegd op 10 december 2016, op URL http://www.vroedvrouwen.be/sites/default/files/Goede%20praktijkvoering%…
Venkatesh et al. (2014). “ The relationship between parental stress and postpartum depression among adolescent mothers enrolled in a randomized controlled prevention trial.” Maternal Child Health. Volume 18, issue 6, pp. 1532-1539.
Viguera et al. (2011). “ Episodes of mood disorders in 2252 pregnancies and postpartum periods.” The American Journal of Psychiatry, volume 168, issue 11, pp 1179-1185.
Vliegen et al. (2014). “The course of postnatal depression: a revieuw of longitudinal studies.” HRP Journal, volume 22, issue 1, p. 22/01.
WHO (2016). “Maternal mental health.” Geraadpleegd op 8 november 2016, op http://www.who.int/topics/mental_health/en/
Yonkers KA et al. (2011). “Diagnosis, Pathophysiology, and Management of Mood Disorders in Pregnant and Postpartum Women,” Obstetrics & Gynecology. Volume 117, pp. 961–77.
Youn et al. (2011). “Predictive Validity of the Postpartum Depression Predictors Inventory-Revised.”
Korean Society of Nursing Science. Volume 5, issue 4, pp. 210-215.
Yim et al. (2016). “Biological and Psychosocial Predictors of Postpartum Depression: Systematic Review and Call for Integration.” California Center for Population Research. Volume 11, pp. 99–137.
Zhao et al. (2015). “Combined use of the postpartum depression screening scale (PDSS) and Edinburgh postnatal depression scale (EPDS) to identify antenatal depression among Chinese pregnant women with obstetric complications.” Elsevier. Volume 226, issue 1, pp. 113-119.
Zorg en gezondheid (2017). “Geestelijke gezondheid.” Geraadpleegd op 1 maart 2017 op URL https://www.zorg-en-gezondheid.be/geestelijke-gezondheidszorg