Tussen twee vuren: bisschop Lambert, Kerkhervorming en onafhankelijkheidsstrijd

Niels
Missiaen

 

“If we want to say something about what bishops did and why, however, it is still necessary to describe and analyse sources and documents.”

 

Bisschoppen waren alomtegenwoordig in het dagelijkse leven in middeleeuws Europa. Ze speelden een rol in elk aspect van het leven: politiek, religieus, economisch, sociaal en intellectueel. Ook in de bronnen werden bisschoppen vaak bevoorrecht ten opzichte van andere individuen. Dat het episcopaat in de hoge middeleeuwen gedurende lange tijd ondervertegenwoordigd was in historische studies, is dus des te vreemder. Historicus John Eldevik maakte met bovenstaand citaat eveneens duidelijk dat er nog veel onderzoek gedaan moet worden naar bisschoppen, de invloed die ze uitoefenden, de motieven die ze hadden… Hoewel er de voorbije decennia een heropleving gaande is en de bisschop als actor terug op de voorgrond komt, blijft vooral het kerkelijk aspect en de rol die bisschoppen daarin speelden, onderbelicht.Eén van de drie bewaarde zegels van bisschop Lambert met opschrift: LANBERTVS. D(E)I. GR(ATI)A. NOVIOMENSIV(M). EP(ISCOPV)S

De rol van bisschop Lambert van Zonnebeke

Aan de hand van de casus van bisschop Lambert van Zonnebeke (afbeelding) werden twee kerkelijke fenomenen onderzocht. Een eerste is het onafhankelijkheidsstreven van het bisdom Doornik, dat zich sinds het einde van de elfde eeuw probeerde af te scheiden van het bisdom Noyon. Een tweede is de implementatie van de elfde-eeuwse Kerkhervormingsidealen. De keuze voor bisschop Lambert, de voorlaatste bisschop van het dubbeldiocees Noyon-Doornik (8 maart 1114 - 6 juli 1123), is gebeurd op basis van het bestaand historisch onderzoek waaruit bleek dat hij een onderbestudeerd figuur is. Voor zijn aantreden als bisschop was hij twintig jaar aartsdiaken van Doornik (1095/96-1114) en proost van het Onze-Lieve-Vrouwe kapittel in Zonnebeke, een familiekapittel (eerste en enige vermelding van Lambert als proost in 1110). 

Het Doornikse onafhankelijkheidsstreven

Het bisdom Doornik en het bisdom Noyon werden in de zevende eeuw verenigd in een personele unie met zetel in Noyon. Die unie werd pas op 24 juli 1146 beëindigd door paus Eugenius III (1145-1153). In een pauselijke bul stelde hij dat de Kerk van Doornik voortaan vrij was van de invloed van de bisschoppen van Noyon en dat Doornik een eigen bisschop kreeg. Dat was het eindpunt van een decennialang, sinds de tweede helft van de elfde eeuw, onafhankelijkheidsstreven van het bisdom Doornik. Een uiting daarvan was de bouw van een nieuwe kathedraalkerk die kon rivaliseren met die in Noyon (afbeelding).

De strijd voor onafhankelijkheid laaide ook op in de periode 1113-1114 wanneer bisschop Balderik van Noyon-Doornik kwam te overlijden en Lambert als opvolger werd aangeduid. Lamberts wijding tot bisschop van het dubbelbisdom werd echter gecontesteerd en aangevochten door de Doornikse clerici. Paus Paschalis II (1099-1118) besliste uiteindelijk, onder druk van de Franse koning Lodewijk VI (1108-1137), om de unie en dus ook Lamberts bisschopswijding te behouden.

Desondanks verliepen de beginjaren van Lamberts episcopaat eerder moeizaam. Die stonden namelijk in het teken stonden van het verwerven van erkenning en van het veiligstellen van zijn eigen positie en functie. Lamberts bijdrage aan de strijd van het bisdom Doornik voor onafhankelijkheid was dus daartoe beperkt. Dat verklaart dan zijn eerder genuanceerde houding en het feit dat hij niet eenduidig een kant koos. Hoewel het erop leek dat de relaties met de geestelijken in Doornik – althans aanvankelijk – nogal moeilijk verliepen, behandelde Lambert zijn noordelijke bisdom op gelijke voet als Noyon.

Gespannen relaties maar gelijke behandeling

De gespannen relaties met de geestelijken in Doornik bleken uit verscheidene elementen.De eerste oorkonde die Lambert in Doornik opstelde en zelf ook ondertekende Eerst en vooral was er de vijandige ontvangst in Doornik na zijn bisschopswijding. Ook de delegaties die in 1113-1114 en zelfs nog in 1117 werden opgezet om van de paus de onafhankelijkheid te verkrijgen, zijn exemplarisch. Verder bleek op oorkondelijk vlak, zeker in de beginjaren van Lamberts episcopaat, eveneens een zekere spanning met de geestelijken van Doornik. Zo dateerde de eerste oorkonde voor Doornik pas uit 1116 en de eerste keer dat Lambert samen met zijn medewerkers van Doornik ondertekende, vond pas plaats in 1117. Het is zelfs wachten tot 1119 alvorens Lambert voor het eerst een oorkonde in Doornik opstelde en ondertekende (afbeelding). Daarnaast trad het kathedraalkapittel in Doornik slechts in één oorkonde op als impetrant (dat is degene die in naam van een derde een verzoek voorlegde, in dit geval aan de bisschop, en dus als tussenpersoon fungeerde). Bovendien was dat kapittel van geen enkele bewaarde bisschoppelijke oorkonde de begunstigde.

Niettegenstaande sprak Lambert zich niet eenduidig uit als voorstander van Noyon en van het behoud van de unie. Zijn genuanceerde houding bleek zowel uit zijn evenredig oorkondenbeleid voor beide bisdommen als uit zijn relaties met de leden van beide kathedraalkapittels. Lambert ondertekende in oorkonden – ondanks dat de eerste keer pas uit 1117 dateerde – zelfs meer samen met leden van het kathedraalkapittel van Doornik dan met die van Noyon. Ook de gebruikte betiteling (intitulationes) in de oorkonden en zijn relaties met wereldlijke en kerkelijke overheden wijzen in de richting van een genuanceerde houding. Lambert schipperde namelijk tussen de voorstanders (aartsbisschop van Reims Radulfus en Franse koning Lodewijk VI) en de tegenstander (Vlaamse graaf Boudewijn VII) van het behoud van de unie en onderhield met alle drie de overheden een goede relatie.

Terughoudend hervormer

Stamboom familie  burggraven van IeperLamberts focus op het verwerven van erkenning belemmerde zijn kerkhervormingspolitiek. Dat bleek bijvoorbeeld duidelijk uit zijn oorkondenbeleid. In de eerste twee jaren van zijn bewind deed hij slechts één emancipatie van altaren (dat is het verlenen van de “canonieke vrijheid” van dat altaar aan een abdij of andere kerkelijke instelling). Dat is tegengesteld aan de jaren 1116, 1119 en 1120 waar hij vier tot vijf schenkingen of emancipaties deed. Ook is er geen andere betrokkenheid met de Kerkhervorming gekend vóór 1117. Op dat moment nam Lambert deel aan de bijeenkomst om toe te zien op de striktere naleving van de regel van Benedictus in de Sint-Pietersabdij in Gent. Daarnaast zijn er echter nog andere factoren die vermoedelijk ook een rol speelden en Lamberts minder uitgesproken hervormingsprofiel verklaren. De belangrijkste daarvan zijn enerzijds het overlijden van grote hervormingsfiguren aan het begin van zijn episcopaat en anderzijds Lamberts afkomst en zijn inbedding in een adellijke familie. Lambert was namelijk lid van de familie van burggraven van Ieper, een invloedrijke familie in het graafschap Vlaanderen, sterk gelinkt aan de Vlaamse graaf (afbeelding).

Hoewel Lambert niet op het voorplan trad en geen initiatief nam om seculiere kapittels te hervormen of reguliere instellingen te stichten, toonde hij bij één aspect van de Kerkhervorming wel een grote inzet. In de strijd om kerkgoederen terug onder de controle van de Kerk te brengen, speelde Lambert namelijk een belangrijke rol. De helft van zijn (bewaarde) oorkonden (19/36) betroffen immers schenkingen of emancipaties van altaren en kerken. In vergelijking met bisschoppen die beschouwd worden als ‘echte hervormers’ is dat opmerkelijk. Het is namelijk dubbel zo veel als voor Jan van Terwaan (12/50) en evenveel als voor Lambert van Atrecht (12/23).

Het doel van deze studie was een bijdrage leveren aan de recente trend in het historisch onderzoek naar bisschoppen, in het bijzonder hun rol bij de twee bovengenoemde kerkelijke fenomenen. Uit het onderzoek bleek ook dat beide fenomenen met elkaar verbonden waren en dat Lamberts strijd voor het verwerven van erkenning als bisschop dus een zekere impact had op zijn kerkhervormingspolitiek. Een nog omvattender beeld van de rol van bisschoppen kan verder verkregen worden door in een volgend onderzoek ook Lamberts voorgangers (Radbod en Balderik) en opvolgers (Simon van Vermandois) te betrekken.

Bibliografie

Bronnen

Acta Pontificum Romanorum inedita. Urkunden der Päpste, J. PFLUGK-HARTTUNG ed., Tübingen, 1881.

 

Actes des archevêques de Reims d’Arnould à Renaud II: 997-1139, P. DEMOUY ed., Nancy, 1982.

 

Actes des comtes de Flandre 1071-1128, F. VERCAUTEREN ed., Brussel, 1938.

 

Actes des évêques de Laon des origines à 1151, A. DUFOUR-MALBEZIN ed., Parijs, 2001.

 

Chartes anciennes de l’abbaye de Zonnebeke, C. CALLEWAERT ed., Brugge, 1925.

 

Chartes de l’abbaye de Saint-Martin de Tournai, A. D’HERBOMEZ ed., 2 dln., Brussel, 1898-1901.

 

Documents liturgiques et nécrologiques de l’église collégiale de S.-Pierre de Lille, E. HAUTCOEUR ed., Rijsel-Parijs, 1895.

 

Gesta abbatum Sithiensium, in HOLDER-EGGER ed., Monumenta Germaniae Historica. Scriptores, XIII, Hannover, 1881, 635-663.

 

HERMANNUS TORNACENSIS, Liber de restauratione monasterii Sancti Martini Tornacensis, in G. WAITZ ed., Monumenta Germaniae Historica. Scriptores, XIV, Hannover, 1883, 274-317.

 

HERMANNUS TORNACENSIS, Liber de restauratione monasterii Sancti Martini Tornacensis. Continuatio, in G. WAITZ ed., Monumenta Germaniae Historica. Scriptores, XIV, Hannover, 1883, 318-327.

 

HERMANNUS TORNACENSIS, The Restoration of the Monastery of Saint Martin of Tournai, L.H. NELSON ed., Washington, 1996.

 

HERMANNUS TORNACENSIS, La restauration de l’abbaye de Saint-Martin (Corpus christianorum, continuatio mediaevalis, 236), R.B.C. HUYGENS ed., Turnhout, 2010.

 

Historiae Tornacenses, in G. WAITZ ed., Monumenta Germaniae Historica. Scriptores, XIV, Hannover, 1883, 327-352.

 

IVO CARNOTENSIS, Sanctus Ivo Carnotensis episcopus, J.P. MIGNE ed., Patrologia Latina, CLXII, 1889, 245-246.

 

Les actes de la Province ecclésiastique de Reims ou Canons et décrets des conciles, constitutions, statuts, et lettres des évêques des différents diocèses qui dépendent ou qui dépendaient autrefois de la métropole de Reims, T.M.J. GOUSSET ed., Reims, 1842-1844 (hier: heruitgave Brussel, 2002).

 

Les actes des évêques de Noyon-Tournai (7e siècle-1146,1148), J. PYCKE en C. VLEESCHOUWERS ed., Louvain-la-Neuve, 2016.

 

Les chartes des évêques d’Arras (1093-1203), B.-M. TOCK ed., Parijs, 1991.

 

Les chartes de Gérard Ier, Liébert et Gérard II, évêques de Cambrai et d’Arras, comtes du Cambrésis (1012-1092/1093), E. VAN MINGROOT ed., Leuven, 2005.

 

Liste provisoire des actes des évêques de Cambrai de 1031 à 1120, E. VAN MINGROOT ed., Leuven, 1996.

 

Louis VI le Gros. Annales de sa vie et de son règne (1084-1237), A. LUCHAIRE ed., Parijs, 1890.

 

ORDERICUS VITALIS, Historia ecclesiastica, A. LE PRÉVOST ed., 5 dln., Parijs, 1852.

 

Papsturkunden in den Niederlanden, J. RAMACKERS ed., Nendeln, 1972.

 

Paschalis II, Gelasii II, Calixti II Romanorum Pontificum epistolae et privilegia, in J.P. MIGNE ed., Patrologia Latina, CLXIII, Parijs, 1893.

 

Eugenii III Romani Pontificis epistole et privilegia, in J.P. MIGNE ed., Patrologia Latina, CLXXX, Parijs, 1902.

 

RADBOD VAN MORTAGNE, Vita Medardi, in D. PAPEBROCH ed., Acta Sanctorum Juni II, Antwerpen, 1698, 87-94.

 

Recueil des actes de Louis VI, roi de France (1108-1137), J. DUFOUR ed., 4 dln., Parijs, 1992.

 

Recueil des actes de Philippe Ie, roi de France (1059-1108), M. PROU ed., Parijs, 1908.

 

Regesta pontificum romanorum ab condita ad annum post christum natum MCXCVII, P. JAFFÉ ed., Leizig, 1885.

 

Regestes des évèques de Thérouanne 500-1553, O. BLED ed., 2 dln. Sint-Omaar, 1907.

 

Vitae, miracula, translatio et alia hagiographica sancti Arnulphi episcopi Suessionenis, R. NIP, ed., Turnhout, 2015.

 

SDRALEK, M., Wolfenbüttler Fragmente. Analekten zur Kirchengeschichte des Mittelalters aus Wolfenbüttler Handschriften, M. SDRALEK e.a. ed., Kirchengeschichtliche Studien, 1-2 (1891), 66-72 en 115-116.

 

Vita Eligii episcopi Noviomagensis, in B. KRUSCH ed., Monumenta Germaniae Historica. Scriptores, IV, Hannover, 1902, 634-761.

Literatuur

ARNOLD, B., ‘German Bishops and their Military Retinues in the Medieval Empire’, German History, 7 (1989), 161-183.

 

AUBERT, R. ‘Guillaume de Champeaux’, Dictionnaire d’histoire et de géographie ecclésiastiques, XXII, Parijs, 1988, 876-877.

 

BERINGS, G. en VAN SIMAEY, C., ‘Abbaye de Saint-Pierre au Mont-Blandin à Gand’, U. BERLIÈRE e.a. red., Monasticon belge. Province de Flandre Orientale: 7, dl. 1, Luik, 1988, 69-154.

 

BLUMENTHAL, U-T., Gregor VII. Papst zwischen Canossa und Kirchenreform, Darmstadt, 2001.

 

BLUMENTHAL, U-T., The Investiture Controversy: Church and Monarchy from the Ninth to the Twelfth Century, Philadelphia, 1988.

 

BOWMAN, J.A., ‘The Bishop Builds a Bridge: Sanctity and Power in the Medieval Pyrenees’, The Catholic Historical Review, 88 (2002), 1-16.

 

BRADBURY, J., The Capetians. Kings of France, 987-1328, Londen, 2007.

 

BRUTSAERT, B., Boudewijn VII Hapkin, een witte ridder uit de 12de eeuw, graaf van Vlaanderen 1111-1119, onuitgegeven masterproef, Katholieke Universiteit Leuven, Departement Geschiedenis, 2003-2004.

 

CARNIER, M., Bidplaatsen en parochies in het bisdom Terwaan vóór 1300: een institutionele studie, onuitgegeven doctoraatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, Departement Geschiedenis, 1996.

 

CHODOROW, S. A., ‘Ecclesiastical Politics and the Ending of the Investiture Contest: The Papal Election of 1119 and the Negotiations of Mouzon’, Speculum. A Journal of Mediaeval Studies, 46 (1971), 613-640.

 

CONSTABLE, G., The Reformation of the Twelfth Century, Cambridge, 1996.

 

COWDREY, H.E.J., Pope Gregory VII 1073-1085, Oxford, 1998.

 

CUSHING, K.G., Reform and the Papacy in the Eleventh Century: Spirituality and Social Change, Manchester, 2005.

 

D’HERBOMEZ, A., ‘L’évêché de Noyon-Tournai (532-1146), Messager des sciences historiques, 45-46 (1891-1892), 478-491, 210-224 en 300-310.

 

DECLERCQ, G., ‘Het kapittel van Harelbeke in de 11de en 12de eeuw. Een bijdrage tot de studie van de “vita canonica” in Vlaanderen’, Sacris Erudiri, 1 (1986), 269-312.

 

DELETTRE, A., Histoire du diocèse de Beauvais depuis son établissement, au 3.ème siècle, jusqu’au 2 septembre 1792, Beauvais, 1843.

 

DELMAIRE, B., Le diocèse d’Arras de 1093 au milieu du XIVe siècle. Recherche sur la vie religieuse dans le Nord de la France au Moyen Âge, 2 dln., Atrecht, 1994.

 

DEMOUY, P., Genèse d’une cathedrale: les archevêques de Reims et leur église au XIe et XIIe siècles, Langres, 2005.

 

DENNIS, C., ‘“De clericis qui pugnaverunt, aut pugnandi gratia armati fuerunt”: Bishop Geoffrey of Coutances (1048-1093) and Clerical Participation in the Battle of Hastings’, R. KOTECKI, J. MACIEJEWSKI en J.S. OTT red., Between Sword and Prayer: Warfare and Medieval Clergy in Cultural Perspective, Leiden, 2018, 88-116.

 

DESEYNE, J. ‘Het seculiere Onze-Lieve-Vrouw-kapittel te Zonnebeke (voor 1072-1142)’, lepers Kwartier, 18 (1982), 99-114.

 

DEVILLERS, L., ‘Lambert’, Biographie Nationale, XI, Brussel,1890-1891, 149-150.

 

DUVOSQUEL, J.M., ‘Les chartes de donations d’autels émanant des évêques de Cambrai’, H. HASQUIN red., Hommages à la Wallonie, Brussel 1981, 147-163.

 

ELDEVIK, J., Episcopal Power and Ecclesiastical Reform in the German Empire: Tithes, Lordship, and Community, 950-1150, Cambridge, 2012.

 

FLICHE, A., La réforme grégrorienne et la reconquête chrétienne (1057-1123) (Histoire de l’Église depuis les origines jusqu’à nos jours, 8), Parijs, 1940, 65, 73, 84-89, 100-101.

 

FÜHRER, J., König Ludwig VI von Frankreich und die Kanonikerreform, Frankfurt am Main, 2008.

 

Ganda en Blandinium: de Gentse abdijen van Sint-Pieters en Sint-Baafs, G. DECLERCQ red., Gent, 1997.

 

GERRARD, D.M.G., The Church at War: The Military Activities of Bishops and Abbots and Other Clergy in England, c. 900-1200, New York, 2017.

 

GILCHRIST, J., ‘Introduction’, J. GILCHRIST red., Canon Law in the Age of Reform, 11th–12th Centuries, Alderschot, 1993, xi–xix.

 

GUYOTJEANNIN, O., ‘Noyonnais et Vermandois aux Xe et XIe siècles’, Bibliothèque de l’École des chartes, 139 (1981), 143-189.

 

GUYOTJEANNIN, O., Episcopus et comes. Affirmation et déclin de la seigneurie épiscopale au nord du royaume de France, Genève, 1987.

 

HOWE, J., Church Reform and Social Change in Eleventh-century Italy: Dominic of Sora and His Patrons, Philadelphia, 1997.

 

HUYGHEBAERT, N., ‘Abbaye de Notre-Dame à Zonnebeke’, N. HUYGHEBAERT red., Monasticon belge 3: Province de Flandre occidentale, Luik, 1974, 855-883.

 

HUYGHEBAERT, N., ‘Les abbés de Saint-Bertin et la restauration du diocese de Tournai’, Bulletin de la Société académique des antiquaires de la Morinie, 20 (1966), 417-426.

 

HUYGHEBAERT, N., ‘Recherches sur les chanceliers des évêques de Noyon-Tournai’, J. DE BÉTHUNE red., Annales de la Fédération archéologique et historique de Belgique, Congrès de Courtrai de 1953, Kortrijk, 1955, 655-680.

 

KEYGNAERT, F., Het interdict in het aartsbisdom Reims: de genese van een politiek-kerkelijk wapen (Merovingische periode – circa 1140), onuitgegeven doctoraatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, Departement Geschiedenis, 2012.

 

KÉRY, L., Die Errichtung des Bistums Arras, 1093-1094, Sigmaringen, 1994.

 

KOCH, A.C.F., De rechterlijke organisatie van het graafschap Vlaanderen tot de 13e eeuw, Oudenaarde, 1951.

 

KOTECKI, R., MACIEJEWSKI, J. en OTT, J.S., ‘The Medieval Clergy and War: A Historiographical Introduction’, R. KOTECKI, J. MACIEJEWSKI en J.S. OTT red., Between Sword and Prayer: Warfare and Medieval Clergy in Cultural Perspective, Leiden, 2018.

 

KOZIOL, G., Begging Pardon and Favor. Ritual and Political Order in Early Medieval France, Ithaca, 1992.

 

LECLERCQ, H., ‘Tournai’, Dictionnaire d’archéologie chrétienne et de liturgie, XV, Parijs, 1953, 2478-2565.

 

MEIJNS, B., Aken of Jeruzalem? Het Ontstaan en de Hervorming van de kanonikale Instellingen in Vlaanderen tot circa 1155, 2 dln., Leuven, 2000.

 

MELVE, L., ‘Ecclesiastical Reform in Historiographical Context’, History Compass, 13 (2015), 213-221.

 

MÉRIAUX, C., Gallia irradiata: saints et sanctuaires dans le nord de la Gaule du haut Moyen Âge, Stuttgart, 2006.

 

MILIS, L., ‘Beroering omtrent bisdomsplitsingen in Vlaanderen in de jaren 1112-1113’, R. LIEVENS en W. VERBEKE red., Pascua mediaevalia. Studies voor Prof. Dr. J.M. De Smet, Leuven, 1983, 5-14.

 

MILLER, M.C., Power and the Holy in the Age of the Investiture Conflict: A Brief History with Documents, Bosten, 2005.

 

MOORE, R.I., The first European Revolution, c. 970-1215, Oxford, 2000.

 

MOREAU, E., Histoire de l’Église en Belgique: la formation de l’Église médiévale, Brussel, 1945, 63.

 

NAKASHIAN, C.M., Warrior Churchmen of Medieval England 1000-1250, Woodbrigde, 2016.

 

NEWMAN, W.M., Le domaine royal sous les premiers Capétiens, Parijs, 1937.

 

OTT, J., Bishops, Authority and Community in Northwestern Europe, c. 1050-1150, Cambridge, 2015.

 

OTT, J.S., en TRUMBORE JONES, A., ‘Introduction: The Bishop Reformed’, J.S. OTT en A. TRUMBORE JONES red., The Bishop Reformed. Studies of Episcopal Power and Culture in the Central Middle Ages, Alderschot, 2007, 1-20.

 

PARISSE, M., ‘The Bishop: Prince and Prelat’, S. GILSDORF red., The Bishop: Power and Piety at the First Millennium, Münster, 2004, 1-22.

 

PONTAL, O., Les conciles de la France capétienne jusqu’en 1215, Parijs, 1995.

 

PYCKE, J. ‘“Urbs fuerat quondam, quod adhuc vestigia monstrant.” Réflections sur l’histoire de Tournai pendant le Haut Moyen Âge (Ve-Xe siècle)’, Ontstaan en vroegste geschiedenis van de middeleeuwse steden inde Zuidelijke Nederlanden, Brussel, 1990, 211-231, hier: 219.

 

PYCKE, J., ‘Hériman’, Dictionnaire d’histoire et de géographie ecclésiastiques, XXIII, Parijs, 1990, 1453-1458.

 

PYCKE, J., ‘Lambert de Zonnebeke’, Dictionnaire d’histoire et de géographie ecclésiastiques, XXX, Parijs, 2008, 35-40.

 

PYCKE, J., Le chapitre cathédral Notre-Dame de Tournai de la fin du XIe siècle à la fin du XIIIe siècle, Louvain-la-Neuve, 1986.

 

PYCKE, J., Répertoire biographique des chanoines de Notre-Dame de Tournai, 1080-1300, Louvain-la-Neuve, 1988.

 

REUTER, T., ‘Episcopi cum sua militia: The Prelate as Warrior in the Early Stauffer Era’, T. REUTER red., Warriors and Churchmen in the Middle Ages: Essays presented to Karl Leyser, Londen, 1992, 79-94.

 

ROBINSON, I.S., The Papacy 1073-1198: Continuity and Innovation, Cambridge, 1990.

 

ROLLAND, P. ‘Les origines légendaires de Tournai (Etude critique)’, Revue belge de Philologie et d’Histoire, 25 (1946), 555-581.

 

ROLLAND, P., Les Monumenta historiae Tornacensis Saec. XII, Antwerpen, 1926.

 

SABBE, E., ‘La réforme clunisienne en Flandre au début du XIIe siècle’, Revue belge de philologie et d’histoire, 9 (1930), 121-138.

 

SERVATIUS, C., Paschalis II (1099-1118): Studien zu seiner Person und seiner Politik, Stuttgart, 1979.

 

SHAHAR, S., Growing Old in the Middle Ages: Winter Clothes in Shadow and Pain, Y. LOTAN vert., Londen, 1997.

 

SIMONS, W., ‘Jan van Waasten en de Gregoriaanse hervorming’, De Franse Nederlanden, 11 (1986), 191-213.

 

SOYEZ, E., Notices sur les évêques d'Amiens, Amiens, 1878.

 

STROLL, M., Calixtus II (1119-1124): A Pope Born to Rule, Leiden, 2004.

 

TOCK, B.-M., ‘Les listes des témoins dans les chartres des évêques d’Arras (1093-1203)’, Archiv fûr Diplomatik, Schriftgeschichte, Siegel-und Wappenkunde, 38 (1991), 85-118.

 

TOCK, B-M., ‘Jean de Warneton, évêque de Thérouanne (1099-1130), un grégorien?’, RIDER, J. en TOCK, B-M. red., Le diocèse de Thérouanne au Moyon Âge, Atrecht, 2010, 107-118.

 

TYERMAN, C., ‘Were There Any Crusades in the Twelfth Century’, English Historical Review, 110 (1995), 553-577.

 

VAN MINGROOT, E., ‘Gaucher d’Oisy-Inchy, évêque de Cambrai’, Nouvelle Biographie nationale, II, Brussel, 1990, 183-188.

 

VAN MINGROOT, ‘Burchard van Aken, bisschop van Kamerijk’, Nationaal biografisch woordenboek, XVI, Brussel, 2002, 197-220.

 

VANDEN BUSSCHE, E. ‘Lambert, évêque de Tournai et de Noyon, et son sceau, La Flandre. Revue des monuments d’histoire et d’antiquités, 9 (1878), 115-116.

 

VANDERPUTTEN, S., ‘Monastic Reform, Abbatial Leadership and the Instrumentation of Cluniac Discipline in the Early Twelfth-Century Low Countries’, Revue Mabillon, 23 (2012), 41-65.

 

WARICHEZ, J., ‘Le clergé Tournaisien à l’assaut de l’autonomie diocésaine’, Collationes Diocesis Tornacensis, 18 (1922-1923), 3-12, 97-103 en 145-152.

 

WARICHEZ, J., ‘Les nominations épiscopales au diocèse de Tournai’, Collationes Diocesis Tornacensis, 19 (1923-1924), 145-164.

 

WARICHEZ, J., Les origines de l’église de Tournai, Leuven, 1902.

 

WARLOP, E., De Vlaamse adel voor 1300, 2 dln., Handzame, 1968.

 

WARLOP, E., The Flemish Nobility before 1300, 2dln., Kortrijk, 1975-1976.

 

WESTERMAN, J., De Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Doornik: onafhankelijkheidsmonument voor een bisdom, onuitgegeven doctoraatsverhandeling, Universiteit van Leiden, Departement Kunstgeschiedenis, 2016.

Websites

DOZA (http://www.kuleuven-kulak.be/doza/). Geraadpleegd op 17 februari 2018.

Download scriptie (1.03 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. dr. Brigitte Meijns
Thema('s)