Het Vlaams onderwijs en haar feminisering.

Guy
Manders

In onze scholen treffen we vaker vrouwelijk dan mannelijk personeel aan. Ook de media ontgaat dit niet en rapporteert van een toename aan vrouwelijke onderwijzers. Hoe komt het nu eigenlijk dat de mannen uitblijven en vrouwen massaal kiezen voor een job in het onderwijs?

De hedendaagse feminisering van het onderwijs is geen unicum

Alvorens de huidige feminisering te onderzoeken werd er gekeken naar het verleden. Wat was de genderbalans van het onderwijzend personeel in het verleden? Wat blijkt is dat er een dikke eeuw geleden ook een feminisering in ons onderwijssysteem plaatsvond, al waren de oorzaken hiervan anders dan de huidige. Een goede kijk op het verleden zorgt voor meer inzicht en begrip in de hedendaagse situatie.

Feminisering van het onderwijs

Vervolgens werd in deze scriptie onderzocht of er wel degelijk een feminisering gaande is in het onderwijs. Met behulp van cijfers uit statistische jaarverslagen werd overduidelijk aangetoond dat dit wel degelijk het geval is. Zelfs in de zogenaamde 'mannenbastions' groeit het percentage vrouwelijke werknemers. Mannen kiezen steeds minder voor een carrière in het onderwijs.

Ook werd er onderzoek gedaan in de lerarenopleidingen van Vlaanderen. Aan één hogeschool per provincie vroeg ik cijfers op om het aantal mannelijke en vrouwelijke inschrijvingen alsook mannelijke en vrouwelijke gediplomeerden te vergelijken. Deze cijfers gingen over ons kleuter-, lager en middelbaar onderwijs. Hieruit bleek dat relatief veel jongens zich inschrijven (hoe hoger je gaat in het onderwijsniveau hoe meer jongens) maar dat de jongens sneller afhaken.

Aantal mannelijke en vrouwelijke inschrijvingen en gediplomeerden aan de lerarenopleidingen

Is de feminisering een probleem?

De media brengt dit fenomeen veel en dramatisch in het nieuws, maar is de vervrouwelijking van ons onderwijzend personeel nadelig voor de kwaliteit van het onderwijs? Op cognitief vlak kan u lezen dat er weinig tot geen nadelige invloeden zijn op de cognitieve prestaties van leerlingen. De meeste auteurs van wetenschappelijke onderzoeken zijn het hier over eens.

De meningen zijn echter verdeeld als we spreken over de invloeden op het sociaal-emotionele. Sommige leerlingen hebben gedurende hun hele schoolcarrière nooit les van een man. Je zal maar een jongen zijn die geen vader heeft en dan op school tot zijn twaalfde of zelfs zijn achttiende nooit heeft les gekregen van een man. Hij zal nooit de kans krijgen om zich te identificeren met een man en op die manier schiet het onderwijs (onbewust) dan tekort. Wij moeten het kind een totale ontwikkeling kunnen aanbieden, door het ontbreken van rolmodellen gaat dit niet altijd.

Sommigen stellen dat jongens een mannelijk rolmodel nodig hebben in deze vrouwelijke omgeving, anderen zeggen dat jongens perfect kunnen opgroeien zonder deze mannelijke identificatie. Dit eindwerk geeft geen pasklaar antwoord op dit vraagstuk, wel ben ik ervan overtuigd dat het onderwijs een weerspiegeling moet zijn van de maatschappij. Ook moet het onderwijs de kinderen van vandaag voorbereiden op de maatschappij van 2030 en verder. In die maatschappij horen vrouwen en mannen, een gezonde mix. Vrouwen zijn zeker niet minder goede onderwijzers dan mannen, maar de gulden middenweg is altijd beter in mijn opinie.

Ondernemingen

De politiek, de media, hogescholen ... velen proberen een job in het onderwijs te promoten zodat de genderbalans in een onderwijsteam meer in evenwicht komt. Ook hierin zijn de meningen verdeeld over de juiste aanpak. Sommigen willen de extrinsieke jobkenmerken promoten: meer loon, extralegale voordelen, meer carrièremogelijkheden ...

Gevreesd wordt dat je dan de verkeerde mensen aantrekt, mensen die geen passie hebben voor de job. De andere keuze is om de intrinsieke jobkenmerken te promoten.

Praktisch gedeelte

In het laatste deel werd het theoretische bevestigd door een praktisch onderzoek. Hoe kleinschalig (en dus niet representatief voor heel Vlaanderen) het praktisch onderzoek ook was, toch kunnen hier belangrijke elementen uit genomen worden. Zo is er bijvoorbeeld bevestigd dat de feminisering inderdaad geen nadelig effect heeft op het cognitieve. 

Door middel van enquêtes werd er in verschillende takken van het onderwijs gepeild naar het sociaal-emotionele van de leerlingen. Uit deze bevragingen kan niet eenduidig vastgesteld worden dat jongens zich slechter gaan voelen (en dus slechter presteren) door het ontbreken van mannen.

Slot

De feminisering van het onderwijs zou ik eerder beschrijven als ‘een fenomeen’. Een fenomeen waarvan we haar gevolgen in het oog moeten houden en op basis daarvan bijsturen.

De vrouwen zijn capabel genoeg, al dan niet beter dan de mannen, om het onderwijs te verzorgen. Het genderbewust lesgeven met inzetten op het aantrekken van mannen is volgens mij ‘de oplossing’, de bijsturing.

Persoonlijk ben ik een voorstander van meer mannen in het onderwijs omdat meer mannelijke rolmodellen zorgen voor minder stereotypering. Meer mannen die kiezen voor het onderwijs, dus meerdere perspectieven, meer variatie in visie en tot slot meer identificatiemogelijkheden voor jongens. Mannelijke leerkrachten dienen een model van de menselijke werkelijkheid te zijn zodat zij als voorbeeld van menselijk leven nagevolgd worden, omdat hun leven rijker en begerenswaardiger is dan wat kinderen in andere relaties als werkelijkheidsmodel hebben ontmoet.

 

Bibliografie

Bibliografie

Boeken

  • Brutsaert, H. (2002). Co-educatie: Studiekansen en kwaliteit van het schoolleven. Antwerpen: Garant.
  • De Clerck, K., De Graeve, B., en Simon F., (1984). DAG MEESTER, GOEDEMORGEN ZUSTER, GOEDEMIDDAG JUFFROUW. Facetten van het volksonderwijs in Vlaanderen (1830 – 1940). Tielt; Weesp: Lannoo.
  • Delfos, M.F. (2004). De schoonheid van het verschil: waarom mannen en vrouwen verschillend én hetzelfde zijn. Amsterdam: Harcourt Book Publishers.
  • Delfos, M.F. (2008). Verschil mag er zijn: waarom er mannen en vrouwen zijn. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.
  • Geerdink, G. (2007). Diversiteit op de pabo. Sekseverschillen in motivatie, curriculumperceptie en studieresultaten (proefschrift). Radboud Universiteit Nijmegen. Antwerpen/Apeldoorn: Garant.
  • Grift, B.v.d., (2016). Jongensbrein, meisjesbrein: over genderverschillen en –strategieën voor onderwijs en kinderopvang. Amsterdam: Uitgeverij SWP.
  • Grootaers, D. (1998). Histoire de l’enseignement en Belgique. Brussel: Crisp.
  • Peemans-Poullet, H. (1991). Femmes en Belgique, Brussel.
  • Spruyt, B., & Siongers, J. (2014). Gender(en): over de constructie en deconstructie van gender bij Vlaamse jongeren. Leuven: Uitgeverij Acco.
  • Van Mechelen, R., (1996). De meerderheid een minderheid. De vrouwenbeweging in Vlaanderen: feiten, herinneringen en bedenkingen omtrent de tweede golf, Leuven,: Van Halewyck.
  • Van Thienen, J. (2013). Meisjes zus, jongens zo: hoe omgaan met gender op school. Tielt: Uitgeverij Lannoo nv.
  • Wyns, M., Van Meensel, W. (1990). De beroepensegregatie in België 1970-1988. Leuven: KUL.

 

(Elektronische) Tijdschriften

  • Beiro, L.F., & Ramaekers, M. (2016). Steeds meer vrouwen voor de klas in het basisonderwijs. CBS (08), pp. 3-9.
  • Boekaerts, M., Rozendaal, J. (2010). Using multiple calibration in order to capture the complex picture of what effects students’ accuracy of feeling of confidence. Learning and instruction, 20 (5), pp. 372-382.
  • Depaepe, M., Lauwers, H., en Simon, F. (2004). De feminisering van het leerkrachtencorps in België in de negentiende en de twintigste eeuw, Belgisch tijdschrift voor filologie en geschiedenis, 82 (4), pp. 969-994.
  • Harnie, R., Alaerts, G. (2010). Gelijke kansen, geen gelijk onderwijs! Bedenkingen bij het Gelijke OnderwijsKansenbeleid! Gedeeltelijk gescheiden onderwijs: gok of GOK?. Uitgelezen, 16 (3), pp. 7-12.
  • Minten, L., Depaepe, M., De Vroede, M. (1993). Les statistiques de l’enseignement en Belgique. T.I, L’enseignement primaire 1830-1842; T.II, L’enseignement primaire 1842-1878. Histoire de l’education, (57), pp. 128-130. Geraadpleegd op 20 januari 2018 via http://www.persee.fr/doc/hedu_0221-6280_1993_num_57_1_2641
  • Rogers, R. (1998). Retrograde or modern? Unveiling the teaching nun in nineteenth-century France. Social history, 23 (2), pp. 146-164.
  • Schell, L.m. Courtney. (1979). The effect of male teachers on the academic achievement of father-absent sixth grade boys. The Journal of Educational Research, 72, p. 194 t.e.m. 196.
  • Sikkes, R. (2004). Poen, status en de tere jongensziel. Enquête over vervrouwelijking onderwijs. Onderwijsblad, 8 (7), pp. 16-23.
  • Vanderhoeven, J. (1990). Masculinisering van beleidsfuncties. Tijdschrift voor Onderwijswetenschappen, 21 (2), pp. 75-89.
  • Vanerum, L., & Polaster, E. (2009). De feminisering van het lerarenkorps in het Vlaamse secundair onderwijs. IMPULS, 40e (2), pp. 57-63.
  • (2000). Ambiorix voor de klas. Klasse, (101), pp. 6-9.
  • (2010). Waar zijn de mannen? Klasse, (204), pp. 24-27.
  • (2012). Man voor de klas: een bedreigd ras? Klasse voor Leraren, (221), pp. 8-13.
  • (2012). Man voor de klas: 360. Geraadpleegd op 6 april 2018 via https://www.klascement.net/video/33970/man-voor-de-klas-360/

 

Internetbronnen

 

Thesis, eindwerk, bachelorproef, masterproef, verslag, onderzoek of cursusmateriaal

  • De Coninck, K. (2014). De in- en doorstroom van mannelijke studenten in de lerarenopleiding lager onderwijs: een perspectief van studenten en lerarenopleiders. Universiteit Gent, Gent.
  • Engels, N. (2010). Verslag workshop 4: aantrekken en behouden van mannen. Onderwijs Vlaanderen, Brussel.
  • Engels, N. (2012). Aantrekken en behouden van mannen in het lerarenberoep [cursustekst]. Vrije Universiteit Brussel, Brussel.
  • Lietaert, S., Van Maele, D., e.a. (2015). Het belang van gender in het leerkrachtenteam. [cursustekst]. Katholieke Universiteit Leuven, Leuven.
  • Siongers, J. (2002). De gevolgen van de feminisering van het leerkrachtenberoep in het secundair onderwijs: een empirische analyse. (Proefschrift) Brussel: Vakgroep Sociologie, Onderzoeksgroep TOR, Vrije Universiteit Brussel.
  • Siongers, J. (2003). Het geslacht der leerkrachten. Een onderzoek naar de impact van de seksesamenstelling van het leerkrachtencorps en van de sekse van de directie op de cognitieve prestaties, affectieve vaardigheden en waarden van de leerlingen (ongepubliceerd onderzoek). Brussel: Vakgroep Sociologie, Onderzoeksgroep TOR, Vrije Universiteit Brussel.
  • Van Eck, E., Heemkerk, I. (2009). Leraar worden; kiezen voor opleiding en beroep. Een reviewstudie. Den Haag: Ando.
Download scriptie (3.93 MB)
Universiteit of Hogeschool
UC Leuven-Limburg
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Hubert De Saedeleer