Een medische expertise vereist een medisch dossier, maar wat dan met het beroepsgeheim?

Achille
Lemey

De technologische evolutie en het aantal medische expertises gaan hand in hand

De technologische evolutie heeft de kwaliteit van ons leven onmiskenbaar naar een hoger niveau getild. Elke medaille heeft echter een keerzijde. De steeds meer gesofisticeerde machines en het agressieve verkeer brengen veel ongevallen met zich mee. Die ongevallen veroorzaken tijdelijke en definitieve gezondheidsschade die geëvalueerd moet worden door een deskundigenonderzoek. Personen doen ook meer en meer een beroep op medische interventies waarbij de meest complexe technieken worden toegepast. Jammer genoeg zijn deze ingrepen niet altijd vrij van gevaar. Allerlei complicaties en bijwerkingen zorgen ervoor dat gezondheidsschade optreedt. Het enige doeltreffende middel om gezondheidsschade te evalueren, is het deskundigenonderzoek, ook wel de medische expertise genoemd.

Om een juist en objectief oordeel te kunnen vellen, zal de expert moeten beschikken over het medisch dossier waar alle klinische en technische resultaten zijn in opgenomen. De medische expertise is de enige efficiënte manier om, bij een aanhoudend meningsverschil tussen partijen, knopen te kunnen doorhakken. Deskundigen komen dagelijks in aanraking met schadegevallen omtrent de lichamelijke menselijke schade en moeten in staat zijn om vragen te beantwoorden over vastgestelde percentages van ongeschiktheid. De evaluatie van deze gezondheidsschade is een uiterst complexe aangelegenheid en moet bekeken worden van situatie tot situatie. Medische expertises kunnen bevolen worden in heel uiteenlopende omstandigheden. Het beoordelen van letsels bij arbeidsongevallen, verkeersongevallen, slagen en verwondingen en bij beroepsfouten door de beoefenaars van de geneeskunde zijn hiervan slechts enkele voorbeelden.

Noodzaak tot inzage in het medisch dossier brengt dilemma's met zich mee omtrent het beroepsgeheim

Hoewel medische expertises schering en inslag zijn geworden in onze hedendaagse samenleving, doen zich nog altijd problemen voor omtrent het beroepsgeheim en de privacybescherming bij de uitvoering van zo’n deskundigenonderzoek. Deze masterproef beoogt een beeld te schetsen van de privacybescherming en het beroepsgeheim bij de uitvoering van een medische expertise. Opdat een expert zijn opdracht optimaal zou kunnen uitvoeren, moet hij beschikken over het medisch dossier van de betrokkene. Dat brengt echter dilemma’s met zich mee omtrent de privacybescherming van de betrokkene en het beroepsgeheim van de arts die geconfronteerd wordt met een vraag tot overlegging van het medisch dossier. De arts-deskundige zelf wordt ook geconfronteerd met moeilijkheden aangaande het beroepsgeheim. In deze uiteenzetting wordt getracht om duidelijkheid te scheppen over de houding die deze drie verschillende actoren kunnen – of moeten – aannemen bij de uitvoering van een medische expertise.

Het onderwerp van de masterproef situeert zich aldus in het rechtsgebied van het gezondheidsrecht en heeft een procesrechtelijke inslag. In deze inleiding wordt een overzicht gegeven van wat aan bod zal komen.

Vooreerst wordt getracht om het begrip ‘medische expertise’ duidelijk af te bakenen. Het is namelijk belangrijk voor het verdere vervolg van de masterproef om een goed beeld te hebben van de begrippen ‘arts-deskundige’ en ‘deskundigenonderzoek’. Vervolgens wordt stilgestaan bij het wettelijk – en deontologisch – kader dat van toepassing zal zijn bij de uitvoering van een medische expertise. Daarna wordt een blik geworpen op de verschillende soorten medische expertises en wordt gepoogd om een aantal elementaire kenmerken van het deskundigenonderzoek op een begrijpelijke manier te schetsen. Aansluitend wordt gekeken naar situaties waarin medische expertises frequent voorkomen.

Na die toelichting komt de kern van de masterproef aan bod, namelijk het beroepsgeheim bij de uitvoering van een medische expertise. Vooreerst moet onderstreept worden dat er drie actoren zijn bij een medische expertise waarbij zich problemen omtrent deze kwestie kunnen voordoen. Dit zijn de arts-deskundige, de behandelende arts en de patiënt. De kern start met een grondige analyse van het beroepsgeheim van de arts-deskundige. Er wordt nagegaan of een arts-deskundige gebonden is door het beroepsgeheim en zo ja, binnen welke grenzen. Vervolgens wordt gekeken naar de houding die een arts moet of kan aannemen wanneer hij geconfronteerd wordt met de vraag tot overlegging van het patiëntendossier in het kader van een medische expertise. Ook de patiënt kan in het bezit zijn van (een afschrift) van zijn patiëntendossier. Kan of moet hij dit patiëntendossier overleggen wanneer een arts-deskundige daar om vraagt? Er wordt getracht hierop een duidelijk antwoord te formuleren. Als laatste wordt een toepassingsgeval geschetst van het beroepsgeheim bij de uitvoering een medische expertise in het kader van de interneringszorg.

Aldus tracht deze masterproef drie onderzoeksvragen te beantwoorden:

  1. Is een arts-deskundige gebonden door het beroepsgeheim bij de uitvoering van een medische expertise en zo, ja binnen welke grenzen?
  2. Welke houding moet of kan de behandelende arts aannemen wanneer hij geconfronteerd wordt met de vraag tot overlegging van het patiëntendossier in het kader van een medische expertise?
  3. Kan of moet de patiënt een afschrift van zijn patiëntendossier overleggen wanneer een arts-deskundige daar om vraagt?

Tot slot wordt een kort rechtsvergelijkend onderzoek gevoerd met Nederland en Frankrijk. Er wordt gepoogd om een bondige – maar duidelijke – analyse te maken van hoe de situatie omtrent het beroepsgeheim bij de uitvoering van een medische expertise in deze landen geregeld is.

Bibliografie

Bibliografie

a. Wetgeving

Europa

Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens van 4 november 1950, ETS No. 005.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Pb.L. 26 oktober 2012, C 326, 47-390.

Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, Pb.L. 23 november 1995, afl. 281, 31-50.

Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, Pb.L. 4 mei 2016, afl. 119, 1-88.

België

1. Wetten

Burgerlijk Wetboek.

Gerechtelijk Wetboek.

Strafwetboek.

Wetboek van Strafvordering.

Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, BS 27 november 1968.

Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, BS 24 april 1971.

Wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, BS 8 december 1989.

Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, BS 18 maart 1993.

Wet van 11 december 1998 tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, BS 3 februari 1999.

Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt, BS 26 september 2002.

Wet van 15 mei 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek betreffende het deskundigenonderzoek en tot herstel van artikel 509quater van het Strafwetboek, BS 22 augustus 2007.

Wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen betreffende justitie, BS 15 januari 2010.

Wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg, BS 2 april 2010.

Wet van 10 april 2014 tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken, BS 19 december 2014.

Gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen, BS 18 juni 2015.

Wet van 19 april 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 10 april 2014 tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register van beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken, BS 31 mei 2017.

KB van 25 april 2017 tot vaststelling van de deontologische code van de gerechtsdeskundigen in toepassing van artikel 991quater, 7°, van het Gerechtelijk Wetboek, BS 31 mei 2017.

Code van geneeskundige plichtenleer van 19 november 1975.

2. Parlementaire stukken

Memorie van toelichting bij het wetsontwerp betreffende de rechten van de patiënt, Parl.St. Kamer 2001-02, nr. 1642/2001.

3. Adviezen

NATIONALE RAAD VAN DE ORDE DER ARTSEN, Advies inbeslagneming van medische attesten, 14 mei 1983, www.ordomedic.be/nl/adviezen/advies/inbeslagneming-van-medische-attesten.

NATIONALE RAAD VAN DE ORDE DER ARTSEN, Advies beroepsgeheim – medische expertises, 22 augustus 1992, www.ordomedic.be/nl/adviezen/advies/beroepsgeheim-medische-expertises.

NATIONALE RAAD VAN DE ORDE DER ARTSEN, Advies Ministerie van Justitie – Eindverslag van de werkzaamheden van de Commissie Internering, 30 oktober 1999, www.ordomedic.be/nl/adviezen/advies/ministerie-van-justitie-eindverslag….

NATIONALE RAAD VAN DE ORDE DER ARTSEN, Advies Patiëntenrechtenwet, 26 juli 2003, www.ordomedic.be/nl/adviezen/advies/advies-patiëntenrechtenwet.

NATIONALE RAAD VAN DE ORDE DER ARTSEN, Advies betreffende de inzage door de patiënt in zijn medisch dossier opgesteld door de expertisearts, 26 juni 2010, www.ordomedic.be/nl/adviezen/advies/inzage-door-de-patient-in-zijn-medi….

FEDERALE COMMISSIE “RECHTEN VAN DE PATIENT”, Advies betreffende de consultatie van het medische dossier dat wordt bijgehouden door de geneesheer-expert in het kader van een strafzaak, 9 oktober 2009, http://overlegorganen.gezondheid.belgie.be/sites/default/files/document….

​​​​​​​Nederland

Burgerlijk Wetboek.

Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Wetboek van Strafrecht.

Wetboek van Strafvordering.

Wet van 7 maart 1991 houdende nieuwe bepalingen inzake de lijkbezorging, Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 4 april 1991, www.overheid.nl.

Wet van 11 november 1993 houdende regelen inzake beroepen op het gebied van de individuele gezondheidszorg, Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 23 december 1993, www.overheid.nl.

Gedragscode Gerechtelijk Deskundigen van het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Nederland, Kamerbrief over medisch beroepsgeheim, Bijlage Basisprincipes medisch beroepsgeheim, 15 juni 2016.

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MEDISCH SPECIALISTISCHE RAPPORTAGE, Richtlijn medisch specialistische rapportage in bestuurs- en civielrechtelijk verband, april 2016, www.nvmsr.nl/wp-content/uploads/2015/02/Richtlijn-NVMSR-april-2016-pdf….

​​​​​​​Frankrijk

Code de la santé publique.

Code pénal.

Code civil.

Code de procédure civile.

Loi du 4 mars 2002 relative aux droits des malades et à la qualité du système de santé, Journal officiel de la République française 5 mars 2002, www.journal-officiel.gouv.fr.

Code de déontologie médicale.

 

b. Rechtspraak

Europa

EHRM 18 maart 1997, nr. 21497/93, Mantovanelli/Frankrijk.

België

Arbitragehof 30 april 1997, nr. 24/97, overw. B.8.

Arbitragehof 24 juni 1998, nr. 74/98, overw. B.6.

Cass. 30 oktober 1978, RW 1978-79, 2232.

Cass. 16 december 1992, T.Gez. 1996-97, 25.

Cass. 31 januari 2001, T.Gez. 2002-03, 158.

Cass. 15 februari 2006, Arr.Cass. 2006, 372.

Cass. 28 april 2015, P.14.1623.N.

Arbh. Bergen 5 september 1980, JT 1980, 742, noot R. GROSEMANS.

Arbh. Brussel 5 maart 2009, T.Gez. 2010-11, 336-340.

Luik 12 februari 1996, JT 1996, 559.

Antwerpen 18 september 2000, T.Gez. 2000-01, 292.

Antwerpen 12 december 2001, T.Gez. 2005-06, 295-301.

Antwerpen 26 januari 2004, T.Gez. 2005-06, 293-295.

Antwerpen 11 mei 2004, T.Gez. 2007-08, 300-304.

Antwerpen 20 maart 2006, T.Gez. 2006-07, 291-295.

Brussel 14 maart 2007, T.Gez. 2008-09, 304.

Brussel 22 december 2008, JLMB 2009, 1074.

Rb. Brussel 10 mei 2001, JT 2002, 10.

Rb. Antwerpen 12 mei 2004, T.Gez. 2005-06, 221-224.

Rb. Tongeren 21 oktober 2005, T.Gez. 2006-07, 37-38.

Rb. Antwerpen 17 juni 2009, T.Gez. 2010-11, 173-175.

Arbrb. Leuven 22 januari 2008, AR nr. 2426/05, T.Gez. 2010-11, 333-335.

Pol. Mechelen 24 februari 2010, nr. 08A6339, VAV 2010, 292.

Nederland

Hoge Raad (NL) 20 april 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1201, Nederlandse Jurisprudentie 2001, 600.

Hoge Raad (NL) 22 februari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB3676, Nederlandse Jurisprudentie 2010, 543.

Rechtbank Overijssel (NL) 9 augustus 2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:3297, Nederlandse Jurisprudentie Feitenrechtspraak 2017, 406.

Frankrijk

Cass. (FR) 5 mei 1947, Recueil Dalloz 2009, 2645-2650.

Cass. (FR) 7 december 2004, Recueil Dalloz 2009, 2645-2650.

Cass. (FR) 2 juni 2005, Recueil Dalloz 2009, 2645-2650.

Cass. (FR) 22 november 2007, Recueil Dalloz 2008, 95.

 

c. Rechtsleer

België

1. Boeken

BLOCKX, F., Beroepsgeheim in Reeks Gezondheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, 510 p.

DEFLOOR, S., Het gebruik van medisch informatie buiten de gezondheidszorg: medische keuring in het kader van private verzekeringen, Antwerpen, Intersentia, 2014, 329 p.

LAMBERT, P., Secret professionnel, Brussel, Bruylant, 2005, 368 p.

LYSENS, T. en NAUDTS, L., Deskundigenonderzoek in burgerlijke zaken, Mechelen, Wolters Kluwer, 2010, 346 p.

MATTHYS, J., Evaluatie en vergoeding van lichamelijke schade, Brussel, Larcier, 2014, 544 p.

NYS, H., Geneeskunde – Recht en medisch handelen, Brussel, Story-Scientia, 2005, 714 p.

TAELMAN, P. en BROECKX, K., Het deskundigenonderzoek in burgerlijke zaken, onuitg., Syllabus Rechten Universiteit Gent, 2015-16, 173 p.

TRAEST, P. en VAN CAENEGEM, P., Het Deskundigenonderzoek in Strafzaken, onuitg., Syllabus Rechten Universiteit Gent, 2018, 118 p.

VANSWEEVELT, T. en DEWALLENS, F., Het patiëntendossier in Reeks Gezondheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 168 p.

X, Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, twaalfde (herziene) uitgave, Utrecht-Antwerpen, Van Dale Lexicografie, 1992, boekdeel I, 1308 p.

X, Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, twaalfde (herziene) uitgave, Utrecht-Antwerpen, Van Dale Lexicografie, 1992, boekdeel III, 1280 p.

2. Bijdragen in verzamelwerken

BALTHAZAR, T., “De krachtlijnen van de GDPR en de belangrijkste innovaties voor de zorg” in BALTHAZAR, T. en RAEYMAEKERS, P. (eds.), Gegevensbescherming in de zorg – een praktische gids bij de GDPR, Brugge, die Keure, 2018, 1-21.

BALTHAZAR, T., “De medische expertise over lichamelijke schade: tussen het recht op privacy van het slachtoffer, het recht op verdediging van de aansprakelijke en de plicht tot correcte vaststelling van de vergoeding door de rechter” in ENGELS, C. (ed.), Rechtskroniek voor de vrede- en politierechters, Brugge, die Keure, 2011, 303-317.

BALTHAZAR, T., “Juridisch statuut van artsen met een niet-curatieve opdracht” in VANSWEEVELT, T. en DEWALLENS, F. (eds.), Handboek Gezondheidsrecht, Volume I, Antwerpen, Intersentia, 2014, 711-720.

CARDON, L. en HEYLEN, R., “Rechten met betrekking tot de medische expertise” in VANSWEEVELT, T. en DEWALLENS, F. (eds.), Handboek Gezondheidsrecht, Volume II, Antwerpen, Intersentia, 2014, 735-815.

DECLERCQ, H., “Het deskundigenonderzoek” in Vlaamse Conferentie der Balie van Gent (ed.), Aanneming en expertise, Antwerpen, Maklu, 1998, 113-138.

DECLOEDT, W., “Overhandigen van medische gegevens op verzoek van een burgerlijke rechtbank” in WOSTYN, L., BOUCQUEY, K. en SCHOCKAERT, F. (eds.), Overhandigen medische gegevens, Gent, Academia Press, 2009, 47-55.

DE SMET, B., “Deskundigenonderzoek in strafzaken” in X, Postal Memorialis. Lexicon strafrecht, strafvordering en bijzondere wetten, Mechelen, Wolters Kluwer, losbl., D 15/01 – D 15/97.

DE SMET, B., CHRISTIAENS, A. en HUTSEBAUT, F., “Deskundige en beroepsgeheim” in  DE BUYST, D., KORTLEVEN, P., LYSENS, T. en RONSE, C. (eds.), Bestendig Handboek Deskundigenonderzoek (BHDO), Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, VII.6-1 – VII.6-7.

DE SMET, B., CHRISTIAENS, A. en HUTSEBAUT, F., “Vergelijking tussen het deskundigenonderzoek in strafzaken en in burgerlijke zaken” in  DE BUYST, D., KORTLEVEN, P., LYSENS, T. en RONSE, C. (eds.), Bestendig Handboek Deskundigenonderzoek (BHDO), Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, VII.1-1 – VII.1-57.

DIERICKX, A., BUELENS, J. en VIJVERMAN, A., “Het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, het medisch beroepsgeheim en de verwerking van persoonsgegevens” in VANSWEEVELT, T. en DEWALLENS, F. (eds.), Handboek Gezondheidsrecht, Volume II, Antwerpen, Intersentia, 2014, 583-701.

GEVAERT, P. en WOSTYN, L., “Inbeslagname medische dossiers en verhoor door de onderzoeksrechter” in WOSTYN, L., BOUCQUEY, K. en SCHOCKAERT, F. (eds.), Overhandigen medische gegevens, Gent, Academia Press, 2009, 19-34.

LYSENS, T. en NAUDTS, L., “Aansprakelijkheid en deontologie van de deskundige” in DE BUYST, D., KORTLEVEN, P., LYSENS, T. en RONSE, C. (eds.), Bestendig Handboek Deskundigenonderzoek (BHDO), Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, III.6-1 – III.6-20.

LYSENS, T., NAUDTS, L. en LENDERS, Y., “Inleiding” in DE BUYST, D., KORTLEVEN, P., LYSENS, T. en RONSE, C. (eds.), Bestendig Handboek Deskundigenonderzoek (BHDO), Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, II.1-1 – II.1-2.

RUTTEN, S., “Beginselen van behoorlijke bewijsvoering in het burgerlijk proces: enkele aandachtspunten” in X, Het vermogensrechtelijk bewijsrecht vandaag en morgen, Brugge, die Keure, 2009, 19-40.

TACK, S. en VAN ROMPAY, J., “Het deskundigenonderzoek naar medische fouten” in EGGERMONT, M. (ed.), Verloskunde in beweging III. De kracht van consensus, Antwerpen, Intersentia, 2016, 59-110.

TRICOT, J.-P., “Overhandigen medische gegevens in het kader van een medische expertise” in WOSTYN, L., BOUCQUEY, K. en SCHOCKAERT, F. (eds.), Overhandigen medische gegevens, Gent, Academia Press, 2009, 35-45.

VANDESTEENE, A., BOUCQUEY, K. en STELLAMANS G., “Splitsing zorg/expertise – Interneringszorg en beroepsgeheim” in WOSTYN, L., BOUCQUEY, K. en SCHOCKAERT, F. (eds.), Overhandigen medische gegevens, Gent, Academia Press, 2009, 199-210.

VANSWEEVELT, T., “De aansprakelijkheid van de arts en het ziekenhuis voor eigen gedrag” in VANSWEEVELT, T. en DEWALLENS, F. (eds.), Handboek Gezondheidsrecht, Volume I, Antwerpen, Intersentia, 2014, 1273-1416.

VANSWEEVELT, T., “De Wet Medische Ongevallen” in VANSWEEVELT, T. en DEWALLENS, F. (eds.), Handboek Gezondheidsrecht, Volume I, Antwerpen, Intersentia, 2014, 1579-1666.

X, “GDPR-gedragscode voor zorgvoorzieningen” in BALTHAZAR, T. en RAEYMAEKERS, P. (eds.), Gegevensbescherming in de zorg – een praktische gids bij de GDPR, Brugge, die Keure, 2018, 23-140.

3. Tijdschriften

ALLEMEERSCH, B., “Het toepassingsgebied van art. 458 Strafwetboek. Over het succes van het beroepsgeheim en het geheim van dat succes”, RW 2003-04, 1-19.

ARNOU, L., “Deskundigenonderzoek in strafzaken: opnieuw stap dichter bij de tegenspraak”, Juristenkrant 2000, afl. 9, 7.

BLANPAIN, R., “Juridische aspecten van het medisch beroepsgeheim”, RW 1965-66, 273-294.

BLOCKX, F., “Arts, Orde en onderzoeksrechter: huiszoekingen en inbeslagnames van medische stukken”, T.Gez. 2006-07, 176-179.

BLOCKX, F., “De rechtbank kan uw gezondheid ernstige schade toebrengen: over de invloed van het beroepsgeheim op de overlegging van medische dossierstukken in rechte na het overlijden van de patiënt”, T.Gez. 2008-09, 307-311.

BLOCKX, F., “Het medisch beroepsgeheim. Overzicht van rechtspraak (1985-2002)”, T.Gez. 2004-05, 2-19.

DE BOT, D., “De gevolgen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming voor de verzekeringssector – Enkele kritische bedenkingen”, T.Verz. 2016, 127-152.

DE BOT, D., “De uitvoering van de algemene verordening gegevensbescherming – enkele bemerkingen bij de Belgische context”, TVW 2016, 218-234.

DIJKHOFFZ, W., “Rol van medische getuigschriften in de functionele opvatting van het beroepsgeheim”, T.Gez. 2002-03, 87-98.

FRANSEN, T. en DE BACKER, M., “Algemene Verordening Gegevensbescherming – Naar een nieuw concept inzake bescherming van persoonsgegevens?”, NJW 2018, 190-203.

MEESEN, P., “Minnelijke of gerechtelijke medische expertise bij lichamelijke schade, een moeilijke keuze!”, RW 1997-98, 937-943.

OPGENHAFFEN, T., PUT, J. en TANS, A., “Informatie-uitwisseling tussen artsen en hulpverleners: het beroepsgeheim als splijtzwam of bindmiddel”, T.Gez. 2017-18, 6-24.

STEVENS, M., “Expertise in het kader van de wet medische ongevallen’, inf.RIZIV 2012, 440-465.

TRAEST, P. en VAN CAENEGEM, P., “De tegensprekelijkheid van het deskundigenonderzoek in strafzaken: een status questionis ten behoeve van de praktijk”, T.Strafr. 2000, 45-53.

VAN COTTHEM, M., “De toepasbaarheid van de Wet Verwerking Persoonsgegevens en de Wet Patiëntenrechten op de expertise- en controlegeneeskunde”, T.Gez. 2010-11, 341-348.

VANLERBERGHE, B., “Het inwinnen door de gerechtsdeskundige van inlichtingen bij derden”, T.Gez. 2013-2014, 265-269.

VANSWEEVELT, T., “Definities en toepassingsgebied van de Wet Patiëntenrechten”, T.Gez. 2003-04, 66-73.

VANSWEEVELT, T., “Het belang van de patiënt als doorslaggevend criterium om zich als arts te kunnen beroepen op het zwijgrecht bij het gerechtelijk verzoek tot overlegging van stukken”, T.Gez. 2014-15, 291-296.

VERCRUYSSEN, W., “Draagwijdte van de noties ‘dossiers’ en ‘bestanden’ in het kader van de wet verwerking persoonsgegevens en de wet op ziekenhuizen”, T.Gez. 1997-98, 335-337.

VRANCKEN, I., “De aansprakelijkheid van de esthetisch chirurg: over inspanningsverbintenissen, informed consent, bewijslast en vereisten voor een deskundigenonderzoek”, T.Gez. 2013-14, 29-36.

4. Onlinebronnen

X, “GDPR: de nieuwe Europese privacyregels”, 2017, www.unizo.be/system/files/downloads/andere/uzo-6118-snelwijzer-gdpr.pdf.

Nederland

  1. Boeken

JANSSEN, L., Gezondheidsrecht begrepen: praktische inleiding in het gezondheidsrecht voor (para)medici en verpleegkundigen, Den Haag, Boom Lemma, 2013, 217 p.

  1. Tijdschriften

DE GROOT, G., “Informatievergaring en deskundigenonderzoek”, TCR 2007, 36-44.

DUIJST, W.L.J.M. en MORSINK, M.E.B., “Het medisch beroepsgeheim: Heilige huisjes en juridische fictie”, TBS&H 2017, 88-93.

ELFERINK, M.H., “Onduidelijkheden rondom uitoefening ‘blokkeringsrecht’ bij medische expertises”, TVP 2004, 51-58.

VAN BALEN, C. en NIJVELD, O.S., “De Algemene verordening gegevensbescherming: een introductie voor de zorgsector”, T.Gez. 2017, 607-624.

Frankrijk

  1. Tijdschriften

CREDEVILLE, A.-E., “Le secret médical et la preuve judiciaire ou le secret médical mis en perspective”, Recueil Dalloz 2009, 2645-2650.

DAVENAS, L., “Le secret médical et la preuve judiciaire”, Recueil Dalloz 2009, 2642-2644.

Duitsland

1. Boeken

VOIGT, P. en VON DEM BUSSCHE, A., The EU General Data Protection Regulation (GDPR) – A Practical Guide, Cham, Springer International Publishing AG, 2017, 383 p.

Download scriptie (1.19 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Tom Balthazar