Depressie bij Belgische studenten

D'hulst
Albert

Depressie is een vaak voorkomende psychische stoornis met een grote maatschappelijke impact. Tot 20 procent van alle vrouwen en 10 procent van alle mannen krijgen ooit tijdens hun leven met een vorm van depressie te maken. Belgen hebben tot 23 procent kans om ooit een depressie door te maken. Vooral tijdens de studententijd is er een grote kans tot het ontwikkelen van een depressie: de plotse overgang van het secundair naar het hoger onderwijs brengt dan ook een aantal stressfactoren met zich mee (vb. de druk om te presteren, grotere studiepakketten, een nieuwe omgeving). 1 op 5 studenten loopt een risico om een depressie te krijgen.

Psychische stoornissen hebben gevolgen op zowel korte als lange termijn. Op korte termijn kunnen ze een negatieve impact hebben op schoolresultaten en zelfs leiden tot het stopzetten van studies. Op lange termijn kunnen ze het verdere leven negatief beïnvloeden door onder andere blijvende emotionele en fysieke gezondheidsklachten, stuklopende relaties en iemands kansen op de arbeidsmarkt beperken. Omdat depressie vaak voorkomt, heeft het niet alleen op persoonlijk, maar ook op maatschappelijk niveau een negatieve invloed, met name op de economische ontwikkeling en de welvaart van een land.

In welke mate een depressie toeslaat bij een persoon, wordt grotendeels bepaald door mogelijke andere psychische stoornissen en/of middelenmisbruik waarmee die persoon worstelt. Deze bijkomende factoren noemen we comorbiditeiten. In de gewone bevolking zijn vaak voorkomende comorbiditeiten angststoornissen (waarbij de patiënt een onverklaarbare angst ervaart of last heeft van paniekaanvallen) en zelfmoordgedachten. Daarnaast vormen ook “manische episodes” een belangrijke stoornis: de patiënt ervaart dan naast periodes van depressies ook periodes van buitensporige opgewektheid of prikkelbaarheid, waarbij hij of zij zich buitengewoon impulsief of roekeloos gedraagt en vaak weinig nood heeft aan slaap. Bij verslavingen spreken we over een alcohol- en/of middelenmisbruik (vb. illegale drugs of medicatiemisbruik).

Voor een effectieve behandeling van depressie is het dus van belang dat eventuele comorbiditeiten tijdig worden herkend en behandeld.

 

Rekening houdende met de verregaande impact van depressie bij studenten op persoonlijk en maatschappelijk vlak is het nuttig hiernaar onderzoek te verrichten op Belgisch niveau.We onderzochten de volgende vier onderzoeksvragen: (a) Hoe vaak komt  depressie voor tijdens het voorbije jaar (12 maanden) bij eerstejaarsstudenten en is er een belangrijk verschil tussen mannelijke en vrouwelijke studenten?, (b) Depressie gaat vaak gepaard met comorbiditeiten,: gegeneraliseerde angststoornis, paniekstoornis, manie, alcohol- en drugsmisbruik en suïcidaal gedrag. Is er een belangrijk verband met een of meer van deze aandoeningen en de aanwezigheid van majeure depressie-episode tijdens de laatste 12 maanden (MDE)?, (c) In welke mate heeft depressie een impact op schoolresultaten? (d) In welke mate maakt deze populatie gebruik van de zorgvoorzieningen?

 

Om een antwoord te kunnen bieden op deze vragen maakten we gebruik van wetenschappelijk onderbouwde vragenlijsten, die we voorschotelden aan 4597 eerstejaarsstudenten ingeschreven aan de KULeuven.

 

 

 

RESULTATEN

We vonden dat 12-maanden MDE in de studentenpopulatie hoger is vergeleken met de algemene Belgische bevolking (11.3% vs 5.7%), en dat MDE tweemaal meer voorkomt bij vrouwen dan mannen. Dit stemt overeen met de bevindingen van vorig onderzoek bij studenten.

 

Ook comorbiditeitspatronen kwamen overeen met de algemene populatie. We vonden dat de combinatie MDE en gegeneraliseerde angststoornissen het vaakst voorkwam, en de combinatie MDE met paniekaanvallen op de tweede plaats stond.

Daarnaast zagen we dat manische episodes minder voorkwamen bij studenten dan in de algmene populatie. De meest logische verklaring hiervoor is dat de leeftijd waarop manische episodes beginnen meestal rond de 25 jaar ligt, en dat het gros van onze populatie jonger dan 24 is. Ten tweede, kwam alcohol afhankelijkheid ongeveer tweemaal meer voor bij depressieve studenten dan bij niet-depressieve studenten. Dit betekent dat 1 op 5 van alcoholafhankelijke studenten ook positief scoren voor 12-maanden MDE.

 

In overeenstemming met eerdere studies vonden we dat MDE in het eerste jaar universiteit zorgt voor mindere schoolresultaten. Wij zagen een gemiddelde daling van 5% op het jaarpercentage en een 1.75 maal hogere kans om geen voldoende eindresultaat te halen. Dit betekent dat vele depressieve studenten, en dat een groot aantal van deze niet-geslaagden het recht niet heeft om het volgende jaar dezelfde studierichting opnieuw aan te vangen. Indien de student nadien de oorspronkelijke studies stopzet, of zich foutief heroriënteert, kan dit leiden tot het verzaken van studeren op zich. Door dit watervaleffect bestaat de kans dat de academische loopbaan zonder diploma wordt beëindigd. Gezien het hoge percentage studenten dat positief screent voor depressie, kan dit een negatief effect hebben op de economische ontwikkeling van een land.

 

Opmerkelijk was dat ondanks de negatieve invloed op psychisch en academisch functioneren het zorggebruik bij MDE bij psychische of middelengerelateerde problemen laag was: slechts 19 procent zocht professionele hulp op jaarbasis. Het lage percentage studenten dat hulp zoekt kan van doen hebben met het gegeven dat de weg naar professionele hulp een aantal drempels kent, zoals specifieke attitudes ten aanzien van mentale gezondheid,  de toegankelijkheid van de voorzieningen, of een beperkt ziekte-inzicht of de mate waarin men zelf vindt hulp nodig te hebben.

 

CONCLUSIE

Met het oog op een steeds groter wordende studentenpopulatie in Belgische universiteiten enerzijds, en het toenemend belang van psychische problematiek anderzijds, bevindt dit studiedomein zich qua onderzoek op een druk kruispunt. Tegen deze achtergrond willen we het belang aantonen van deze studie. Ten eerste is het duiden en in kaart brengen van depressie bij studenten niet alleen belangrijk omwille van sociale en economische redenen, maar eveneens omwille van het toepassen van adequate zorg voor diegenen waarvoor zorg nodig is. Ten tweede kan het identificeren van een reeks associaties van depressie zowel professionele psychologische hulpverlening als studiebegeleiding sensibiliseren in het correct behandelen en zelfs tijdig opsporen van een depressie. Verder onderzoek met deze gegevens zal zich dan ook niet alleen toespitsen op de evolutie van depressie doorheen het studiecurriculum, maar zich eveneens richten op een aantal sociale en maatschappelijke implicaties van depressie bij studenten na het behalen van het diploma. Daarbij kan deze studie voor universiteitsmiddens een ingangspoort vormen voor de wijze waarmee we met dergelijke problematiek om kunnen, gezien preventie en behandeling op universiteitsniveau toegankelijker is dan op populatieniveau.

 

 

 

Bibliografie

BIBLIOGRAFIE

Alonso, J., Angermeyer, M.C., Bernert, S., e.a. (2004). 12-Month comorbidity patterns and associated factors in Europe: results from the European Study of the Epidemiology of Mental Disorders (ESEMeD) project. Acta Psychiatrica Scandinavica, 420, 28-37

 

Alonso, J., Ferrer, M., Romera, B., e.a. (2000). The European Study of the Epidemiology of Mental Disorders (ESEMeD/MHEDEA) Project: Rationale and Methods. International Journal of Methods in Psychiatric Research, 11, 55-67

 

 

Angst, J., Azorin, J.M., Bowden, C.L., e.a. (2011). Prevalence and characteristics of undiagnosed bipolar disorders in patients with a major depressive episode: the BRIDGE study. Archives of General Psychiatry, 68, 791-8

 

 

Angermeyer M., Matschinger H. Social representations of mental illness among the public, in The Image of Madness: The Public Facing Mental Illness and Psychiatric Treatment, 1999, 20:28  (https://www.karger.com/Book/Toc/223562)

 

 

 

Auerbach, R.P., Alonso, J., Axinn, W.G., e.a. (2016). Mental disorders among college students in the World Health Organization World Mental Health Surveys. Psychological Medicine, 46, 2955-2970

 

Bruffaerts, R., Bonnewyn, A., Demarest, S., e.a. (2004). Zorggebruik voor mentale stoornissen in België. Resultaten van de European Study of the Epidemiology of Mental Disorders (ESEMeD). Tijdschrift voor Geneeskunde, 60, 790-799.

 

 

 

Bruffaerts, R., Bonnewyn, A., Demyttenaere, K., (2008) Het voorkomen van depressie in België: stand van zaken en reflecties voor de toekomst. Tijdschrift voor Psychiatrie, 50, 655-665

 

 

 

Bruffaerts R., Bonnewyn A., Demyttenaere K. Prevalentie van psychische stoornissen bij de Belgische bevolking. In: Bruffaerts R., Bonnewyn A., Demyttenaere K. (Eds.), Kan geestelijke gezondheid worden gemeten? Psychische stoornissen bij de Belgische bevolking (pp. 59-70)

 

 

Bruffaerts R. Uitstelgedrag tot het zoeken van professionele hulp voor psychische stoornissen. In: Bruffaerts R., Bonnewyn A., Demyttenaere K. (Eds.), Kan geestelijke gezondheid worden gemeten? Psychische stoornissen bij de Belgische bevolking, 2011 (pp. 267-278)

 

 

 

Bruffaerts, R., Mortier, P., Kiekens, G., e.a. (2018). Mental health problems in college freshmen: Prevalence and academic functioning. Journal of Affective Disorders, 225, 97-103

 

 

Das-Munshi, J., Goldberg, D., Bebbington, P.E., e.a. (2008). Public health significance of mixed anxiety and depression: beyond current classification. British Journal of Psychiatry, 192, 171-177

 

 

de Graaf, R., Biji, R.V., Smit, F., e.a. (2002). Risk factors for 12 month comorbidity of mood, anxiety, and substance use disorders: findings from the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study. American Journal of Psychiatry, 159, 620-629

 

 

Eisenberg, D., Hunt, J., Speer, N., e.a. (2011). Mental health service utilization among college students in the United States. Journal of Nervous and Mental Disease, 199, 301-8

 

 

Ghaemi, S.N., Boiman, E.E., Goodwin, F.K., (2000). Diagnosing bipolar disorder and the effect of antidepressants: a naturalistic study. The Journal of clinical psychiatry, 61, 804

 

 

Goldberg, & Huxley, (1981). Mental Illness in the Community: The Pathway to Psychiatric Care. The Journal of the Royal College of General Practitioners, 31, 631–632

 

 

Goldman-Mellor, S.J., Caspi, A., Harrington, H., e. a. (2014). Suicide attempt in young people: a signal for long-term health care and social needs. Journal of the American Medical Association Psychiatry, 71, 119-27

 

 

Gollust, S.E., Eisenberg, D., Golberstein, E., e.a. (2008). Prevalence and correlates of self-injury among college students. Journal of American College Health, 56, 491-498

 

 

Hasin, D.S., Goodwin, R.D., Stinson, F.S., e.a. (2005). Epidemiology of Major Depressive Disorder: Results From the National Epidemiologic Survey on Alcoholism and Related Conditions. Archives of General Psychiatry, 62, 1097-1106

 

 

Hunt, J., Eisenberg, D., (2010). Mental health problems and help-seeking behavior among college students. Journal of Adolescent Health, 46, 3-10

 

Kerr, D.C., Capaldi, D.M., (2011). Young men's intimate partner violence and relationship functioning: long-term outcomes associated with suicide attempt and aggression in adolescence. Psychological Medicine, 41, 759-69

Kessler, R.C., Berglund, P.A., Demler, O., e.a. (2005). Lifetime prevalence and age-of-onset distributions of DSM-IV disorders in the National Comorbidity Survey Replication (NCS-R). Archives of General Psychiatry, 62, 593-602

 

 

 

Kessler, R.C., Calabrese, J.R., Farley, P.A., e.a. (2013). Composite International Diagnostic Interview screening scales for DSM-IV anxiety and mood disorders. Psychological Medicine, 43, 1625-37

 

 

 

Kessler R.C., Santiago P.N., Colpe L.J., e.a. (2013). Clinical reappraisal of the Composite International Diagnostic Interview Screening Scales (CIDI-SC) in the Army Study to Assess Risk and Resilience in Servicemembers (Army STARRS). International Journal of Methods in Psychiatric Research, 22, 303–321

 

 

Kiekens, G., Bruffaerts, R., Nock, M., e.a. (2015). Non-suicidal self-injury among Dutch and Belgian adolescents: Personality, stress and coping. European Psychiatry, 30, 743-749

 

 

Latif, A., Choudhary, A.I., Hammayun, A.A., (2015). Economic Effects of Student Dropouts: A Comparative Study. Journal of Global Economics, 3, 137

 

 

Mortier, P., Demyttenaere, K., Nock, M., (2015). The epidemiology of ADHD in first-year university students. Tijdschrift voor Psychiatrie, 57, 635-644

 

 

Murray, C.J.L., & Lopez A.D., (1996) The global burden of disease: a comprehensive assessment of mortality and disability from diseases, injuries and risk factors in 1990 and projected to 2020. Cambridge: Harvard School of Public Health.

 

 

 

Niederkrotenthaler, T., Tinghög, P., Alexanderson, K., e.a. (2014). Future risk of labour market marginalization in young suicide attempters--a population-based prospective cohort study. International Journal of Epidemiology, 43, 1520-30

 

 

Nock, M.K., Holmberg E.B., Photos V.I., e.a. (2007). Self-Injurious Thoughts and Behaviors Interview: development, reliability, and validity in an adolescent sample. Psychological Assessment, 19, 309-17

 

Osby, U., Brandt, L., Correia, N., (2001). Excess mortality in bipolar and unipolar disorder in Sweden. Archives of General Psychiatry, 58, 844–850

 

Rabinowitz, J., Gross, R., & Feldman, D., (1999). Correlates of a perceived need for mental health assistance and differences between those who do and do not seek help. Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology, 3, 141-146

 

 

Stallman, H.M., (2008). Psychological distress in university students: a comparison with general population data. Australian Family Physician, 37, 673-7

 

 

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Ronny Bruffaerts
Thema('s)
Kernwoorden