Een Vlaams gunstregime voor de familiale bedrijfsoverdracht

Matthias
De Coninck

Hoe kan ik mijn bedrijf het best overdragen aan mijn kinderen? Het is een vaak voorkomende vraag in het Vlaamse ondernemerslandschap. Ieder bedrijf komt vroeg of laat op een punt waarop het tijd is om de fakkel door te geven. De voorkeur voor de overdracht van het bedrijf en de leiding gaat in een groot aantal van de gevallen dan ook naar de eigen kinderen.  

Een kwart van de familiebedrijven in België zal de komende vijf jaar wisselen van eigenaar

Een kwart van de familiebedrijven in België zal de komende vijf jaar wisselen van eigenaar.

Vlaamse familiebedrijven en de regionalisering

Het belang van de Vlaamse familiale bedrijven valt niet te onderschatten, maar liefst 78% van alle vennootschappen in Vlaanderen, met personeel, vormen een familiebedrijf. Daarnaast waarborgen deze bedrijven ook meer dan de helft van de tewerkstelling in ons gewest. Het vraagt dan ook geen hoge wiskunde om te bedenken dat dergelijke bedrijven een enorme invloed uitoefenen op zowel de Vlaamse, Belgische, Europese als internationale economie en welvaart. Daarom heeft de Europese Commissie haar lidstaten aangezet om de toepassing van de erfopvolging en schenkingen van dergelijke familiebedrijven te verlichten. In het licht van deze aanbeveling, die dateert van 1994, voerde Vlaanderen niet veel later een gunstregime in voor de overdracht van familiale ondernemingen. Sindsdien kent de Vlaamse regelgeving met betrekking tot de overdracht van familiale bedrijven een hobbelig parcours. Dit ging gepaard met heel wat aanpassingen en tarief schommelingen. U denkt misschien nu “waarom spreken we van Vlaanderen en niet België?”. België zou België niet zijn moest haar fiscaal landschap er complex uitzien. In de evolutie van het gunstregime voor de overdracht van familiale bedrijven werden zowel de registratierechten als de successierechten geregionaliseerd waardoor België evenveel verschillende regimes, omtrent de overdracht van familiebedrijven, als gewesten kent.

Wat moet dat kosten?

Vandaag de dag kunnen vader en moeder Vlaamse familiale bedrijven, mits hun bedrijf voldoet aan een aantal voorwaarden, hun bedrijf gratis schenken aan hun kinderen, maar ook aan andere nabestaanden of zelfs gewoon een vriend of kennis. Het erven van het familiebedrijf gaat in Vlaanderen jammer genoeg niet kosteloos. Het erven in rechte lijn en tussen partners gebeurt aan een percentage van 3% terwijl tussen andere personen de erfbelasting 7% bedraagt. Merk op dat het hier gaat om vlakke tarieven en geen progressieve. Deze percentage worden afgezet tegenover de waarde van het bedrijf. Maar uiteraard kan men niet zomaar genieten van deze gunstregeling, hiervoor moet het bedrijf voldoen aan enkele belangrijke voorwaarden.

Voorwaarden van het gunstregime

Om te kunnen genieten van het gunstregime zijn er verschillende voorwaarden waaraan men dient te voldoen. Eerst en vooral komen alleen bedrijven met een maatschappelijke zetel in de Europese economische ruimte in aanmerking. Daarnaast is het ook noodzakelijk dat Vlaanderen de woonplaats van de schenker of erflater is om onder de Vlaamse regels te vallen. Verder dient de overdrager en zijn familie te beschikken over meer dan de helft van de aandelen in volle eigendom, hoewel er ook op andere manieren kan worden voldaan aan de participatie voorwaarde. Wanneer uit de participaties blijkt dat dat het bedrijf in handen is van een familie, wil dit niet zeggen dat ze volledig kwalificeert als een familiale vennootschap. Er dient ook nog te worden voldaan aan de handelsactiviteitsvoorwaarde. Deze voorwaarde stelt dat het moet gaan om een vennootschap die een nijverheids-, handels-, ambachts-, of landbouwactiviteit, of een vrij beroep tot doel heeft en uitoefent. Wanneer men dan uiteindelijk kan spreken over een familiale vennootschap, moet men kunnen aantonen dat ze een reële economische activiteit heeft. Meer bepaald moeten de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen een percentage van gelijk of lager dan 1,50% uitmaken van de totale activa en mogen de terreinen en gebouwen meer dan 50% uitmaken van het totale actief van de vennootschap.

Overdragers kunnen controle behouden

Los van de voorwaarden kunnen de overdragers na het schenken van de aandelen nog steeds de controle over het bedrijven behouden. Hiervoor hebben de overdragers verschillende pistes. Een handige en veel gebruikte techniek om de controle te bewaren, is het certificeren van de aandelen via een stichting administratiekantoor. Hierbij worden de aandelen via een controlevehikel (het stichting administratiekantoor) omgezet in certificaten. Gelijktijdig met deze omzetting worden ook de juridische en economische eigendom opgesplitst. Zo krijgen de eigenaars van de certificaten de economische vruchten en behoud het controlevehikel, waar de overdragers bestuurder in zijn, de juridische eigendom en dus ook de zeggenschap. Met deze techniek beschikken de kinderen wel de certificaten van de aandelen en kunnen ze genieten van de opbrengst van de aandelen, maar niet de zeggenschap. Dit is zeer handig om de kinderen op een vroeg moment te betrekken en klaar te stomen om het bedrijf over te nemen. De schenking van een familiebedrijf in combinatie met de technieken tot het behoud van controle past perfect in de doelstelling om de continuïteit van bedrijven te waarborgen.

Waarom een Vlaams gunstregime?

Het Vlaamse gunstregime voor familiale bedrijven heeft de doelstelling om de continuïteit van bedrijven te verzekeren. Dit is zowel belangrijk voor de economische welvaart als de maatschappij in zijn geheel. Deze “mindset” is verder ook de leidraad geweest in het ontwerp en de evolutie van deze regelgeving. Daarom bestaat het Vlaamse gunstregime uit een verlaagd tarief voor de erfbelasting en een vrijstelling voor de schenkbelasting. Met deze tarieven tracht de decreetgever ondernemers aan te zetten om reeds bij leven te schenken en na te denken over het verder verloop en de toekomst van het bedrijf. Tot slot kan worden gezegd dat het gunstregime voor familiale bedrijven fiscaal gezien haar nut heeft bewezen en ondernemers beter bij leven de overdracht kunnen voorbereiden en overdragen.

Matthias De Coninck

 

Bibliografie

Ondersteunende documenten bij wetgeving

Europese Commissie

  • Aanbev. Comm. van 7 december 1994 inzake “de overdracht van kleine en middelgrote ondernemingen” in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, 94/1069/EG, Pb. L. 31 december 1994, afl. 3855, 14-17.

 

Ontwerp van decreet

  • Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012, Vl. Parl. Verslag Comm. voor Algemeen Beleid, Financiënen en Begroting 2011-12, 26 oktober 2011, nr. 1326/1.
  • Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012, Vl. Parl. Verslag Comm. voor Algemeen Beleid, Financiënen en Begroting 2011-12, 6 december 2011, nr. 1326/8.

 

Memorie van toelichting

  • MvT in het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1997, Parl. St. Vl. Parl. 1996-97, 14 oktober 1996, stuk 428, nr. 1, p. 7-8
  • MvT in het wetsontwerp betreffende de certificatie van effecten uitgegeven door handelsvennootschappen, Parl. St., Kamer, 1998-1999, stuk 1430, nr. 1, p. 3..
  • MvT in het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012, Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, 26 oktober 2011, stuk 1326, nr. 1.
  • Toelichting in het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012, Parl. St., Vl. Parl. 2011-12, 6 december 2011, stuk 1326, nr. 8.

 

Federale beslissingen

  • Besl. 20 februari 2001, Rep. RJ, R 140/bis/01-01.

 

Circulaires

  • Circ. nr. 2017/C/46 betreffende de ordonnantie van 12 december 2016 inzake successierechten van 13 juli 2017.
  • Omz. Vl. 15 december 2015 betreffende de interpretatie van de regelgeving met betrekking tot de overdracht van familiale ondernemingen en vennootschappen zoals ingelast in de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 bij decreet van 19 december 2014, nr. 2015/2.
  • Circ. nr. 18/2006 (AFZ 15/2006 – Dos. E.E./L. 150), 13 september 2006, nr. 26-28.
  • Omz. Vl. 20 juli 2012 betreffende de interpretatie van de regeling met betrekking tot overdrachten van familiale ondernemingen en vennootschappen zoals ingevoegd bij hoofdstuk 17 van het decreet van 23 december 2011, nr. FB/2012/1.

 

Amendement

  • Amendement op het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstoogmerk en de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, Parl. St. Senaat 2000-01, nr. 2-283/13.
  • Amendement op het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012, Parl. St., Vl. Parl. 2011-12, stuk 1326, nr. 6.

Voorafgaande beslissingen/rulings

  • Voorafgaande beslissing VLABEL nr. 2013.352 van 8 oktober 2013.
  • Voorafgaande beslissing VLABEL nr. 15002 van 21 december 2015.
  • Voorafgaande beslissing VLABEL nr. 15003 van 9 november 2015.
  • Voorafgaande beslissing VLABEL nr. 15008 van 21 december 2015.
  • Voorafgaande beslissing VLABEL nr. 16006 van 22 februari 2016.
  • Voorafgaande beslissing VLABEL nr. 16027 van 25 juli 2016. 
  • Voorafgaande beslissing VLABEL nr. 16029 van 25 juli 2016.
  • Voorafgaande beslissing VLABEL nr. 16038 van 5 september 2016.
  • Voorafgaande beslissing VLABEL nr. 16039 van 3 oktober 2016.
  • Voorafgaande beslissing VLABEL nr. 16046 van 14 november 2016.
  • Voorafgaande beslissing VLABEL nr. 16054 van 21 december 2016.
  • Voorafgaande beslissing VLABEL nr. 17019 van 21 juni 2017.
  • Voorafgaande beslissing VLABEL nr. 17022 van 5 juli 2017.
  • Voorafgaande beslissing VLABEL nr. 16048 van 17 oktober 2017.

 

Standpunten Vlabel

  • Standpunt VLABEL nr. 15060 van 27 april 2015.  
  • Standpunt VLABEL nr. 16068 van 27 juni 2016.
  • Standpunt VLABEL nr. 15004 van 26 april 2017.
  • Verduidelijking VLABEL met voorbeelden bij standpunt nr. 15004 van 26 april 2017.
  • Standpunt VLABEL nr. 17029 van 15 mei 2017.
  • Standpunt VLABEL nr. 17031 van 27 november 2017.

 

Parlementaire vragen

  • Vr. en Antw. Vl.Parl. Vr. nr. 432, 2 maart 2012 (M. FOURNIER, antw. P. MUYTERS)
  • Vr. en Antw. Kamer 2011-2012, 21 maart 2012, nr.280 (V. WOUTERS)
  • Vr. en Antw. Vl.Parl., Vr. nr.146, 29 november 2012. (G. SMAERS, antw. P MUYTERS)
  • Vraag om uitleg op de schenkingsrechten op vorderingen op vennootschappenbij schenking van familiale ondernmingen, Vl. Parl. COMMISSIEVERGADERING 2014-15, 16 juni 2015, 2402 (J. LANTMEETERS, antw. A. TURTELBOOM)
  • Vr. en Antw. Vl.Parl. Vr. nr. 533, 24 mei 2016 (R. BOTHUYNE, antw. P. MUYTERS)
  • Vr. en Antw. Vl.Parl. Vr. nr. 303, 13 juni 2016 (P. VAN ROMPUY, antw. B. TOMMELEIN)
  • Vr. en Antw. Vl.Parl. Vr. nr. 10, 30 september 2016 (G. REMEN, antw. B. TOMMELEIN)
  • Vr. en Antw. Vl. Parl., Vr. nr. 40, 18 oktober 2016 (P. VAN ROMPUY, antw. B. TOMMELEIN)
  • Vraag om uitleg over de overdracht van familiebedrijven, Vl. Parl. Commissievergadering 2016-17, 27 oktober 2016, 344 (G. REMEN, antw. P. MUYTERS)
  • Vr. en Antw. Vl. Parl., Vr. nr. 169, 7 december 2016 (R. BOTHUYNE, antw. P. MUYTERS)
  • Vraag om uitleg Vl.Parl. Commissievergadering 2016-17, 25 april 2017, 1725 (P. VAN ROMPUY, antw. B. TOMMELEIN)
  • Vr. en Antw. Vl. Parl., Vr. nr. 556, 4 mei 2017 (R. BOTHUYNE, antw. P. MUYTERS)
  • Vraag om uitleg over de mogelijke uitbreiding van de activiteitsvoorwaarde bij de overdracht van familiebedrijven, Vl. Parl. Commissievergadering 2016-17, 4 juli 2017, 2653 (G. REMEN, antw. B. TOMMELEIN)
  • Vraag om uitleg over de bekendheid van de vrijstelling van schenkbelasting bij overdracht van familiebedrijven, Vl. Parl. Commissievergadering 2016-17, 6 juli 2017, 2629 (G. REMEN, antw. B. TOMMELEIN)
  • Vraag om uitleg over het inbrengen van activa het jaar voor de schenking van een familiebedrijf, Vl.Parl. Commissievergadering 2017-18, 24 oktober 2017, 301 (K. VAN DEN HEUVEL, antw. B. TOMMELEIN)
  • Vraag om uitleg over de Week van de Bedrijfsoverdracht, Vl.Parl. Commissievergadering 2017-18, 9 november 2017, 343 (D. VANWESENBEECK, antw. P. MUYTERS)

 

Rechtspraak

Hof van Justitie

  • HvJ 25 oktober 2007, nr. C-464/05, ECLI:EU:C:2007:631, Jur. 2007, 9344.

 

Grondwettelijk Hof

  • Arbitragehof 15 juli 1999, nr. 86/1999.

 

Hof van Cassatie

  • Cass. 15 oktober 1998, Arr.Cass. 1998, 445.

 

Hof van beroep

 

Rechtbank van eerste aanleg

  • Rb. Brugge 26 februari 2014.

 

Rechtsleer

Boeken

  • BRAECKMANS, H. en HOUBEN, R., Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 924 p.
  • DEBLAUWE, R., Inleiding tot de successierechten, Herentals, KnopsPublishing, 2013, 998 p.
  • DECUYPER, J. en RUYSSEVELDT, J., Successierechten 2016-2017, Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, 2349 p.
  • DELBLOO, M., en DECOUTERE, H., De algemene antimisbruikbepaling en successieplanning, Brussel, Larcier, 2016, 212 p.
  • DE GROOT, D., Successierechten, Antwerpen, Intersentia, 2016, 203 p.
  • DE MUYNCK, M. en DE NEEF, G., Overdracht van ondernemingen, Fiscaal-juridische aspecten, Brussel, Larcier, 2004, 560 p.
  • DE NEEF, G., KEMPENEERS, C. en KRANSFELD, F., Overdracht van ondernemingen fiscale en vermogensrechtelijke aspecten, Gent, Larcier, 2015, 231 p.
  • DE WULF, H., “De private stichting als instrument van familiaal vermogensbeheer”, familiale vermogensplanning, Mechelen, Kluwer, 2004, 772 p.
  • GILLEMON, P., PEETERS, B., TACK, T., VAN BIERVLIET, C. en VANDENBERGHE, F., Uw vennootschap en de fiscus, Antwerpen, Intersentia, 2016, 544 p.
  • LIEVENS, J., Opvolging in het familiebedrijf: succesvolle strategieën, Tielt, Lannoo, 2001, 191 p.
  • MAEIJER, J.J.M., VAN SOLINGE G., NIEUWS WEME, M.P. en Assers C., Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk recht. 2. Rechtspersonenrecht. Deel II. De naamloze en besloten vennootschap, Deventer, Kluwer, 2009, 1154 p.  
  • MAES, L., DE CNIJF, H. en DE BROECK, L. (eds.), Fiscaal praktijkboek indirecte belastingen 2015-2016, Mechelen, Wolters Kluwer, 2015, 326 p.
  • NEEF, G., KEMPENEERS, C., KRANSFELD, F., Overdracht van ondernemingen: fiscale en vermogensrechtelijke aspecten, Brussel, Larcier, 2015, 231 p.
  • PEETERS, A. en WUSTENBERGHS, T., Registratierechten, Antwerpen, Intersentia, 2016, 338 p.
  • PINTENS, W., DECLERCK, C., DU MONGH J. en VANWINCKELEN, K., Familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2010, nr. 2571, 1345 p.
  • RUYSSEVELDT, J., praktijkgids Successieplanning, Knokke-Heist, Lex Forum, 2011, 585, nr. 4, 928 p.
  • SPRUYT, E., GEELHAND DE MERXEM, N., PELGROMS, H., “De registratie- en erfbelasting in de Vlaamse Codex Fiscaliteit”, RNPS 2016, Mechelen, Wolters Kluwer, Volume 1, 1080 p.
  • VAN DEN INGH, F.J.P., Certificering en certificaat van aandeel bij de besloten vennootschap, Deventer, Mechelen, Kluwer, 1991, 312 p. 
  • VERBEKE, A., Vermogensplanning: praktisch en eenvoudig, Mortsel, Intersentia, 2012, 175 p.
  • UNIKEN VENEMA, C.A.E., “Over de afschaffing van toondereffecten en over de beperkte dematerialisatie en enkele andere onderwerpen in het Wge-wijzigingontwerp 2009”, Deventer, Kluwer, ondernemingsrecht 2009, 157-166.
  • VAN GERVEN, D., Handboek Stichtingen, Kalmthout, Biblo, 2004, 442 p.
  • VERBEKE, A., DERYCKE H. en VAN GERVEN D. (eds.), Handboek estate planning: Algemeen deel 6: Vermogensplanning met effect na overlijden: Rechtspersoon, Gent, Larcier, 2008, 184 p.
  • VERBEKE, A., DECLERCK, C., DU MONGH, J., GOOSSENS, E. en ADRIAENS, E., Familiaal vermogensrecht, Brugge, Die Keure, 2016, 86 p.
  • VERSTAPPEN, J., Vlaamse successierechten, Deurne, Kluwer, 1997, 207 p.

 

Seminaries

  • DE KEUKELAERE, O., Bedrijfsopvolging – schenking en vererven van familiale vennootschappen – Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Fiscale Hogeschool, Brussel, 19 oktober 2017.
  • DELBOO, M. en DEKNUDT, G., Successieplanning en familiale onderneming: overdacht en opvolging – gratis of tegen 2%?, Fiscale Hogeschool, Brussel, 19 mei 2011.
  • LABEEUW, N., Overdracht van familiale ondernemingen: nu schenken of later erven?, Fiscale Hogeschool, Brussel, 9 oktober 2014.
  • VAN BIERVLIET, C., Expertclass: de holding voor gevorderden, Fiscale Hogeschool, Brussel, 6 oktober 2016.
  • VAN BOXSTAEL, K. en DEBLAUWE, R., De familiale onderneming: verduidelijkt de omzendbrief, Fiscale Hogeschool, Brussel, 7 maart 2013.

 

Tijdschriften

  • ACKERMANS, R., en VAN BREEDAM, S., “Certificering van effecten” in X, Vennootschap en belastingen, Deel XVII, 107-235. 
  • AYDOGAN, A., “De private stichting in vogelvlucht”, Nieuwsbrief Notariaat 2016, nr. 1, 1-8.
  • AYDOGAN, A., “Nieuwe Vlaamse omzendbrief over de overdracht van familiale ondernemingen en vennootschappen”, Successierechten 2016, nr. 4-5, 6-15.
  • BAERT, P., “Certificering van vennootschapseffecten: bij de noorderburen over het muurtje kijken”, TRV 1999, 127-151.
  • BOUCQUEY, N., “Het Brussels Gewest wijzigt de registratie- en successierechten”, Acc.Act 2017, nr. 7, 2-6.
  • C, B., “Vererving familiebedrijven: administratieve toelichting bij nieuw stelsel”, Fiscoloog 2017, nr. 1533, 8-10.
  • CASIER, H., “Nieuwe Vlaamse spelregels inzake de overdracht van een familiebedrijf”, Nieuwsbrief Successierechten 2012, nr. 2, 1-12.
  • DEBLAUWE, R., “De fiscale gevolgen van de wet op de certificatie van effecten”, TFR 2000, nr. 178, 267-288.
  • DEBLAUWE, R., “Belangrijke Vlaamse omzendbrief over de familiale ondernemingen”, Acc.& Fisc. 2016, nr. 4, 1-8.
  • DE BRUYN, C., DE CONINCK, L., DEFOOR, W., DERYCKE, M., KELL, L., MORTIER, F., SOETE, P., THYS, S., VAN KIERSBILCK, M., VERTOMMEN, S. en WILLEMS, W., “Fiscaal jaaroverzicht 2015”, Fisc. Koer. 2016, 216-217.
  • DECUYPER, J., “Nultarief bij overdracht landbouwgronden in het kader van de overdracht van een familiale onderneming wordt in bepaalde gevallen opgetrokken tot 3%”, Successierechten 2016, nr. 3, 7-9.
  • DE GREEF, T., “De regionale fiscale gunstregimes inzake de schenking en de vererving van (familiale) ondernemingen (eenmanszaken) en vennootschappen”, TEP 2015, nr. 4, 340-425.
  • DE GREEF, T., “De activiteitsvoorwaarde onder de Vlaamse gunstregimes voor de schenking en vererving van familiale ondernemingen en vennootschappen”, TFR 2015, nr. 473, 6-24.
  • DE GREEF, T., “Holdings en holdingstructuren onder de Belgische regionale gunstregimes en het Nederlandse gunstregime voor de schenking en vererving van (familiale) vennootschappen”, TFR 2015, nr. 478, 226-246.
  • DELBOO, M., “De familiale burgerlijke maatschap”, Not.Fisc.M. 2003, afl. 9, 265-281.
  • DELVOIE, J., “Daar is nessie! Naar meervoudig stemrecht in nv en bvba”, TPR 2015, 985-989.
  • DERYCKE, H. en MEYFROIDT, M., “Holding in het gunstregime van de artikelen 2.7.4.2.2 (erfbelasting) en 2.8.6.0.3 VCF (schenkbelasting): evoluties”, TEP 2016, nr. 5, 542-570.
  • DHAENE, E., “Ook de waarde van indirecte dochtervennootschappen komt in aanmerking voor het verlaagd tarief van de successierechten op grond van (oud) art. 60/1, §3, tweede lid Vl. W. Succ. (1)”, Successierechten 2015, nr. 9, 1-4.
  • DUMONT, T., “Vlaams gunstregime voor de schenking en vererving van een familiebedrijf”, Registratierechten 2012, nr. 4, 11-24.
  • DUMONT, T. en VANDEPUTTE, A., “Stichting administratiekantoor naar Nederlands recht: fiscaal transparant?”, Registratierechten 2017, nr. 4, 1-6. 
  • EVERAERT, L. en DE NOLF, E., “Het gunstregime bij vererving en schenking van een familiale onderneming”, VIP 2017, nr. 3, 53-56.
  • Ex, M. en SLAETS, S., “Vlabel rulings erf- en schenkbelasting”, TFR 2017, nr. 524, 537-548.
  • GABRIËL, P., “De nieuwe omzendbrief over de Vlaamse gunstregeling voor de overdracht van familiebedrijven”, Vermogensplanning in de praktijk 2016, nr. 1, 42-46.
  • GEELHAND, N., “Enkele algemeenheden inzake successieplanning”, Not. Fisc. M. 2002, nr. 10, 287-311.
  • GIJBELS, M., “De Vlaamse omzendbrief inzake familiebedrijven: enkele aandachtspunten voor de praktijk belicht”, Nieuwsbrief Notariaat 2016, nr. 9, 1-7.
  • HELLEMANS, F., “”What’s in a name?” – De “economische realiteit” als kwalificatiedrempel voor het fiscale gunstregime bij de schenking/vererving van een familiale holding”, Registratierechten 2016, nr. 4, 6-13.
  • HEMELAER, E., en MAES, C., “Vermogensoverdracht via de burgerlijke maatschap of de Nederlandse stichting-administratiekantoor”, Accountancy Actualiteit 2016, nr. 5, 1-5.
  • HERTEN, F. en COPPENS, W., “De overdracht van familiale ondernemingen en vennootschappen in het Vlaams Gewest, De langverwachte omzendbrief brengt geen totale duidelijkheid en laat nog ruimte voor discussie en subjectieve beoordeling door de Vlaamse Belastingdienst”, AFT 2012, nr. 11, 24-42.
  • HERTEN, F. en MEEUWSSEN, P., “Een (kritische) evaluatie van de regeling betreffende de overdracht van familiale ondernemingen en vennootschappen in het Vlaams Gewest”, VIP 2015, nr. 1, p. 13-19.
  • HINNEKENS, P. en WELLENS, L., “Schenking familiebedrijf onder opschortende voorwaarde: wijziging standpunt”, Fiscoloog 2016, nr. 1465, 6-8.
  • HINNEKENS, P. en WELLENS, L., “Schenking en vererving familiebedrijven: nieuw stelsel in Brussel”, Fiscoloog 2016, nr. 1501, 6-11. 
  • HOOYBERGHS, H., “De participatievoorwaarde in het gunstregime voor de schenking of vererving van familiale vennootschappen – Wat met onverdeelde participaties?”, Successierechten 2017, nr. 4, 1-4.
  • LABEEUW, N. en VANDE PUTTE, E., “Overdracht van familiebedrijven in het Vlaams Gewest”, Nieuw Notarieel Kwartaaltijdschrift 2015, nr. 3-4, 51-55.
  • LATUI, J., “De impact van de royeerbaarheid van certificaten op certificering in de Belgische en Nederlandse rechtsorde”, Jura Falc. 2007-08, 587-607.
  • LAVRYSEN, P., “De private stichting: een volwaardig alternatief voor de Nederlandse stichting-administratiekantoor?”, THB 2002, nr. 2, 667-697.
  • MEEUWSSEN, P., “Praktische gevolgen van de schenking van het familiebedrijf”, VIP 2016, nr. 2, 22-31.
  • MINGALEYEV, E. en SOUFFRIAU, P., “Vlaams gewest: Opgelet met herstructureringen in de drie jaar na de overdracht van een familiale vennootschap”, Fisc.Act. 2017, nr. 19, 3-7.
  • NUITTEN, M., “Certificering van aandelen als techniek tot controlebehoud en opvolging binnen familiebedrijven”, TEP 2016, nr. 2, 132-176. 
  • PRELLER, J. en VAN GERVEN, D., “Het administratiekantoor naar Belgische en naar Nederlands recht”, TEP 2006, 310-235.
  • RYSSAERT, A., “Schenkingen met voorbehoud van vruchtgebruik bij notariële akte: Problemen rond controlebehoud en restitutie”, Notamus 2005, nr. 3, 61-65.
  • SALENS, P., “De overdracht van familiale ondernemingen en vennootschappen in het Vlaams Gewest anno 2012”, RW 2012, nr. 43, 1870-1895.
  • SANSEN, E. en VAN ZANTBEEK, A., “De Vlaamse vrijstelling van successierechten voor de vererving van familiale ondernemingen en vennootschappen na het Vlaamse decreet van 21 december 2007 (art. 60bis W. Succ.) Globale stand van zaken”, TFR 2009/10-11, nr. 362, p. 447-455.
  • SCHEPENS, T., “Wat bij fusie if splitsing binnen de drie jaar vr of na de schenking of het overlijden?”, Fisc.Act. 2014, nr. 25, 1-5.
  • SEPULCHRE, V., “Transmission d’entreprise à Bruxelles et en Wallonie: un régime fiscal encore (trop) méconnu”, RPP 2018, nr. 1, 25-47.
  • SPRUYT, E., “De schenking: het paradepaard van de successieplanning”, AFT 2008, nr. 8-9, p.
  • SPRUYT, E., “Schenking en vererving van het familiebedrijf in het Brussels Gewest: de nieuwe spelregels sinds 1 januari 2017”, Not.Fisc.M. 2017, nr. 9, p. 274-299.
  • SPRUYT, E., “Schenking (en vererving) van het familiebedrijf in het Brussels Gewest hervormd en flink aantrekkelijker voor de belastingplichtige?”, Acc.&Fisc. 2017, nr. 10, 1-7.
  • TAS, R., “De private stichting en de certificering van aandelen”, TRV 2004, afl. 5, 436-456.
  • UNIKEN VENEMA, C.A.E., “Over de afschaffing van toondereffecten en over de beperkte dematerialisatie en enkele andere onderwerpen in het Wge-wijzigingontwerp 2009”, Deventer, Kluwer, ondernemingsrecht 2009, 157-166.
  • VERBEKE, A., “Certificering van effecten nuttig instrument voor successieplanning?”, Not.Fisc.M. 1999, nr. 3, 43-69.
  • VAN BOVEN, R., “Registratie- en successierechten: Het gunstregime inzake de schenking of vererving van een familiale onderneming”, Acc.Act. 2012, nr. 22, 1-7.
  • VAN BOVEN, R., “De Belgische private stichting als certificeringsvehikel: onbekend is onbemind”, TEP 2014, nr. 2, 108-146.
  • VAN BOVEN, R. en SOEIF, S., “Schenking van een familiale onderneming in Vlaanderen. Evaluatie van de toepassingsvoorwaarden”, Acc.Act. 2014, nr. 16, 1-4.
  • VAN BOVEN, R., “Het Vlaamse gunstregime voor de schenking of vererving van een familiale onderneming”, De Venn. 2016, nr. 4, 10-11.
  • VAN BOVEN, R., “Erf- en schenkbelasting. Nieuwe omzendbrief omtrent het Vlaamse gunstregime inzake de schenking of vererving van een familiale onderneming”, Acc.Act. 2016, nr. 4, 4-7.
  • VAN BOXSTAEL, K., “Artikel 60bis “Vlaams” W. Succ. De bruikbare controlevehikels binnen familiebedrijven” AFT 2009, nr. 6-7, 4-32.
  • VAN BOXSTAEL, K., “Erven en schenken familiebedrijf: drievoudige toetssteen voor reële economische activiteiten”, Fisc.Act. 2012, nr. 32, 1-4.
  • VAN BOXSTAEL, K., “Erven en schenken familiebedrijf: over transparantie van holdings en de antimisbruikbepalingen”, Fisc.Act. 2012, nr. 33, 6-11.
  • VAN BOXSTAEL, K., “Erven en schenken familiebedrijven: aandachtspunten na publicatie van de Omzendbrief”, Successierechten 2012, nr. 11, 1-5.
  • VAN BREEDAM, S., “De Belgische Private stichting. Een evenwaardig Belgisch alternatief voor de Nederlandse stichting-Administratiekantoor?”, TFR 2002, nr. 232, 1111-1113.
  • VAN BREEDAM, S., “Schenking van ondernemingen in het Vlaams Gewest”, TFR 2004, nr. 263, 559-568.
  • VAN DEN EECKHAUT, R., “Schenking van ondernemingen. Invoering van het verlaagd tarief van 3% door de Wet van 22 december 1998.”, TFR 1999, nr. 172, 913-928.
  • VANOVERBEKE, J., “De familiale burgerlijke maatschap – een instrument voor successieplanning”, TFR 2000, afl. 184, 607-626.
  • VAN WAEYENBERGHE, S., “Het Vlaams Successiedecreet 2012 – ommezwaai fiscaal beleid inzake overdracht van familiebedrijf in Vlaanderen”, Not.Fisc.M. 2012, Kluwer, nr. 2, p. 53-66.

 

 

 

 

Web bronnen

 

Andere

Download scriptie (1.33 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Mathieu Ex en Mathieu Henderikx