Talen als wapens aan het IJzerfront
Lisa Wouters
‘Languages can be used as weapons and they certainly also go to war in conflicts where combatants cannot understand each other or cannot understand the people they make contact with.’ - Jesus Baigorri-Jalón
De talenkwestie in 1914
Taal is in België al lang een netelige kwestie. En in 1914 was dat ook al het geval. Er zijn meer Nederlandstalige soldaten gesneuveld omdat er ook toen al meer Nederlandstaligen waren. Desondanks was de voertaal Frans aangezien het merendeel van de officieren afkomstig was uit de Franstalige bourgeoisie.
Het werd nog ingewikkelder toen het multinationale leger van Groot-Brittannië mee kwam vechten aan het IJzerfront. Daardoor waren er soldaten uit vijf verschillende continenten, wat zorgde voor heel wat gecompliceerde situaties. Deze thesis beschrijft vooral de interacties tussen enerzijds de Britse soldaten en anderzijds het Belgische leger en de Vlaamse bevolking.
Help, we verstaan elkaar niet!
Men wist niet waar men aan toe was, maar besefte al snel dat er een oplossing moest komen. Daarom werd op 30 november 1914 het ‘Corps des Interprétes’ opgericht. Graaf Hemricourt de Grunne werd aangeduid als verantwoordelijke voor de rekrutering, omkadering van en de leiding over het tolkenkorps. Hij kreeg van Minister van Oorlog Charles de Broqueville de opdracht om de kandidaten precies te selecteren en de namen door te geven van diegenen die hij het meest geschikt achtte omdat hij toen al wilde benadrukken dat het een zeer delicate missie was. De basisvoorwaarden om toegelaten te worden tot het tolkenkorps werden vastgelegd in het KB 4793 en waren de volgende:
· Minstens 21 jaar oud zijn
· Geen militaire verplichtingen hebben of ongeschikt zijn verklaard voor de gewapende dienst
· De Franse en Vlaamse taal machtig zijn
· Liefst ook Engels spreken, maar dit was geen verplichting
Desondanks de urgentie werd er goed nagedacht over de organisatie en rekrutering. Militairen die geschikt werden geacht werden eerst naar Le Havre gestuurd, waar ze een korte opleiding kregen over de organisatie van de geallieerde krijgsmachten, territoriale herbezetting en de Franse en Engelse taal. Velen van hen waren namelijk geen moedertaalsprekers, maar hadden hun kennis van de vreemde taal op een eerder toevallige manier opgedaan door bijvoorbeeld een familielid in Engeland of Frankrijk.
Vooraleer een militair tolk werd, werd hij benoemd tot eerste sergeant. Voor velen was dit een promotie, maar anderen moesten dan weer afstand doen van een hogere rang. Deze benoeming was noodzakelijk omdat tolken waak in het gezelschap verkeerden van militairen die een veel hogere rang hadden. Bovendien hadden tolken vaak een leidinggevende functie omdat ze de enigen waren die beide talen spraken. Door hen een hogere rang toe te kennen, aanvaardden anderen hun gezag gemakkelijker.
Wist je dat?
· Hendrik de Man, een gerenommeerde socialistische politicus, werkzaam was als tolk-vertaler en hiervoor het Britse Military Cross kreeg van Koning George V.
· Ernest Claes, auteur van ‘De Witte’, sinds april 1915 deel uitmaakte van het tolkenkorps.
· Veel tolken in de praktijk bewezen onvoldoende tactvol en discreet te zijn.
De opdracht van een tolk
Tolken hadden een heel divers takenpakket. Ze waren vooral tussenpersonen tussen drie groepen: enerzijds de Engelstalige militaire gezagdragers en anderzijds de Franstalige en Nederlandstalige burgerlijke autoriteiten en plaatselijke bevolking. Ze waren de helpers van de Britse militairen, maar moesten bijvoorbeeld ook de klachten noteren van de lokale bevolking. Daarnaast hadden ze allerlei bijkomstige taken wanneer het Britse leger een gebied had kunnen heroveren. Zij moesten ervoor zorgen dat de inwoners zo snel mogelijk toegang kregen tot de nodige levensmiddelen.
Om alle functies te kunnen vervullen moesten de tolken beschikken over heel wat eigenschappen: welopgevoed zijn, tactvol en hartelijk zijn, eerbiedig zijn tegenover de Britse officieren, inschikkelijk zijn maar ook tactvol.
De tolk voor de buitenstaander: vriend of vijand?
Maar kwamen deze tolken ook zo over? Waren ze een soort bemiddelaars?
Het beeld dat wordt geschetst van de tolken is heel gemengd. Veel berichten zijn heel positief. Zo wordt er geopperd dat men veldslagen heeft gewonnen dankzij de tolken. Belgische tolken die aangehecht waren aan een divisie van het Britse leger ontvingen zelfs heel wat eretekens. Op 13 augustus 1916 gebeurde dit voor het eerst, wanneer tien officier-tolken de Distinguished Conduct Medal in ontvangst mochten nemen.
Maar er zijn ook minder positieve berichten. Achiel van Walleghem, onderpastoor dichtbij het front, vermeldt de tolken een paar keer in zijn dagboeken die erkend zijn als Eerste Wereldoorlog-gerelateerd erfgoed van nationaal belang. Zo vinden we er de volgende passage terug:
‘Op de Engelse sector zijn hier 200 nieuwe Belgische tolken gearriveerd. Waarvoor al dat volk moet dienen, de Heer is het wijd. Er liepen er voordien reeds te veel. De Franse vooral zijn hier geheel en al onnuttig. Men beweert dat is om in de nieuw veroverde dorpen als bemiddelaar te dienen tussen het volk en het leger. In alle geval heeft men er nu genoeg om alle gemeenten van West-Vlaanderen te voorzien. De tolken zijn meestal de kieskeurigsten in huizen waarin zijn ingekwartierd zijn, waarschijnlijk omdat zij de meeste verdiensten hebben’.
Van Walleghem, 2014, p.504
Ode aan de tolken
Tolken waren en zijn vaak onzichtbare figuren. Dat wordt deels van hen verwacht omdat ze tenslotte ‘maar de boodschapper zijn’. Historisch gezien komen ze voor het eerst in beeld na de Tweede Wereldoorlog tijdens het Proces van Neurenberg, maar dit onderzoek toont aan dat ze tijdens de Eerste Wereldoorlog ook al een cruciale rol hebben gespeeld. Tolken zijn namelijk altijd van belang wanneer mensen uit verschillende landen die een andere taal spreken samenkomen. Talen kunnen op dergelijke momenten zowel wapens als bruggen worden. Ze kunnen verder verwoesten of verbinden.
(1917). Aide-mémoire de l’interprète belge. Paris: Imprimerie Militaire Berger-Levrault.
Baigorri Jalón, J. (2004). De Paris à Nuremberg: naissance de l’interprétation de conférence. Ottawa :University of Ottawa Press.
Baigorri Jalón, J. (2006). Perspectives on the History of Interpretation: Research Proposals. Bastin. pp. 101-110.
Boone, Marc. (2011). Historici en hun métier: een inleiding tot de historische kritiek. Gent: Academia press.
Bowen, M. (1995). Interpreters and the making of history. In Delisle, J., & Woodsworth, J. Translators Through History. pp. 245 – 281.
Brussel, Algemeen Rijksarchief, T029 De Broqueville.
Brussel, Documentatiecentrum van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsdienst (KLM), ex-CDH/Moskou.
Coolsaet, R. (1998). België en zijn buitenlandse politiek. Leuven: Uitgeverij Van Halewyck.
De Hasque,M. (1935). Les grandes lignes de l’histoire du corps des interprètes militaires belges 1914-1948. Berchem: Lamoen.
De tweede slag bij Ieper (22 april – 25 mei 1915). Geraadpleegd op 10 april 2017 via http://www.wo1.be/nl/geschiedenis/slagen-in-de-westhoek/de-ieperboog/de…
Declercq, C. & Walker, J. (2016). Languages and the First World War: Communicating in a Transnational War.London: Palgrave Macmillan.
Delvaux, B. (18 maart 2014) Parlait-on francais dans les tranchées? Le Soir, p.1.
Dendooven, D., Chielens, P. (2008). Wereldoorlog I: vijf continenten in Vlaanderen. Tielt: Lannoo.
Elaut,G. & Carnier, M. (2013) Stappenplan Archiefonerzoek. Geraadpleegd op 10 mei 2017 via http://www.arch.be/docs/brochures/stappenplan_archiefonderzoek.pdf
Footitt, H., & Kelly, M. (2012). Languages at War: Policies and Practices of Language Contacts in Conflict.Palgrave Macmillan UK.
Forces War Records. Recipients of the DCM. Geraadpleegd op 4 mei 2017 via https://www.forces-war-records.co.uk/collections/115/recipients-of-the-…
Geheugen Collectief, (2016), Jozef Simons en de Eerste Wereldoorlog. Geraadpleegd op 14 mei 2017 via http://jozefsimons.be/wp-content/uploads/2016/11/Geheugen-Collectief-On… 30Gent, Amsab-ISG, Hendrik de Man, zonder signatuur.
Gómez Amich, A. (2013). The Vital Role of Conflict Interpreters. Nawa: journal of language and communication, 7(2), 15-28.
Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis. Geraadpleegd op 11 maart 2017 via www.klm-mra.be
(1917) La cuestion flamande et l’Allemagne. Paris : Belger-Levraut.
La Nation belge: journal quotidien d’union nationale. Geraadpleegd op 12 augustus 2017 via https://hetarchief.be/en/media/la-nation-belge-journal-quotidien-dunion…
Meersschaert, H. De officiële Belgische onderscheidingen voor de Eerste Wereldoorlog. Geraadpleegd op 5 mei 2017 via http://www.bel-memorial.org/books/Decorations_officielles_14-18_NL.pdf
Monfreda, P. (2011). De collaboratie van Hendrik de Man. Brood & Rozen, 1, Geraadpleegd op 10 augustus 2017 op http://ojs.ugent.be/broodenrozen/article/download/3449/3435.
Platel, M. (2004). Communautaire geschiedenis van België (2e editie). Leuven: Davidsfonds.
Prevenier, W., Howell, M., & Boone, M. (Eds.) (2000). Uit goede bron. Introductie tot de historische kritiek. 8e editie. Leuven, Apeldoorn: Garant.
Remy, J. & Voyé, L. (1979). Le mouvement flamand dialectique du culturel et de l’économique. Cahiers Internationaux de Sociologie. (66) p. 29-61.
Roland, R. (1999). Interpreters as diplomats: a diplomatic history of the role of interpreters in world politics. Ottawa: University of Ottawa Press.
Van Walleghem, A. (2014). Oorlogsdagboeken 1914-1918. Vertaald door Willy Spillebeen, Tielt: Lannoo.
Verbeke, R. (2002). Eerste sergeant Ernest Claes in 1915 in Ploegsteert. Westernfront Association, p. 51-54.
Verbruggen,C. & Pyenson, L. (2011). History and the history of science in the work of Hendrik de Man. Journal of Belgian History. (3-4) p.487-511.
Wikipedia, Orde van Voorname Dienst. Geraadpleegd op 13 mei 2017 via https://nl.wikipedia.org/wiki/Orde_van_Voorname_Dienst_(Verenigd_Konink…
Wikipedia, Eervolle Vermelding. Geraadpleegd op 10 augustus 2017 via https://nl.wikipedia.org/wiki/Eervolle_Vermelding#Belgi.C3.AB