Inleiding
Iedereen kent wel koppels die op een bepaald moment, om eender welke reden, niet meer door dezelfde deur kunnen en beslissen uit elkaar te gaan. Hoewel echtscheidingen vroeger niet evident waren, zijn ze anno 2018 ruimschoots aanvaard in België. Dat geldt zelfs indien slechts één van de twee partners het niet meer ziet zitten. Het leven is toch te kort om te blijven plakken in een ongelukkige relatie? Moet hetzelfde dan niet gelden voor vennoten? Moeten zij niet de kans krijgen om elk hun eigen weg te gaan als ze niet meer overeenkomen?
Verplichting tot verkoop van aandelen door de rechter
Louis, een jonge knaap met veel ondernemingszin, beslist om samen met twee vrienden, Amina en Vincent, een evenementenbureau te starten. Zij hebben het plan opgevat om betaalbare DJ-events voor jongeren te organiseren. Hiervoor richten zij een vennootschap op: de BVBA NRV. Helaas blijkt al snel dat Vincent weinig tijd en moeite in de vennootschap steekt. Louis en Amina zijn Vincent liever kwijt dan rijk, en willen hem verplichten zijn aandelen in NRV te verkopen. Maar kan je een medevennoot zomaar dwingen de vennootschap te verlaten?
Het antwoord op deze vraag is duidelijk: ja, Louis en Amina kunnen ervoor zorgen dat Vincent verplicht wordt om zijn aandelen aan hen over te dragen, en dus uit de vennootschap te stappen. In België is dit echter alleen mogelijk als Louis en Amina hiervoor toestemming krijgen van de rechter. Met andere woorden: zij zullen de rechter moeten aantonen dat de vennootschap er baat bij heeft dat Vincent vertrekt. Het leveren van dat bewijs is uiteraard geen sinecure. Bovendien hebben Louis en Amina geen zin om hoge gerechtskosten te betalen of lang te wachten op een uitspraak van de rechter.
Verplichting tot verkoop van aandelen door medevennoten?
Ik vroeg mij dan ook af of het niet mogelijk zou zijn om in de statuten van de BVBA een regeling te treffen voor dit probleem. In de statuten van een vennootschap wordt ondermeer bepaald wat de activiteiten van de vennootschap zijn, bijvoorbeeld: het organiseren van evenementen, het uitbaten van een restaurant, het verkopen van meubels, … Er kunnen echter ook afspraken in worden vastgelegd, die zijn gemaakt tussen de vennoten. Inspiratie vond ik in het Franse recht: ik botste op ‘la clause d’exclusion statutaire’, ofwel: het statutair uitsluitingsbeding.
Een statutair uitsluitingsbeding is een regeling die door de vennoten in de statuten van de vennootschap wordt opgenomen, en waarin wordt afgesproken dat een vennoot door zijn medevennoten kan worden gedwongen zijn aandelen te verkopen, zonder goedkeuring van de rechter. Dit blijkt in Frankrijk een snelle, efficiënte en vooral goedkope manier om rotte appels in de vennootschap de deur te wijzen. Maar is dit wel toegestaan in België?
Eerste probleem: dwingende wettelijke regeling
Het eerste probleem is het feit dat de wet in België stelt dat alleen de rechter – weliswaar op vraag van de medevennoten – kan beslissen een vennoot uit de BVBA te weren. Deze wettelijke regeling is van dwingend recht, wat wil zeggen dat hiervan niet kan worden afgeweken. Desalniettemin ben ik ervan overtuigd dat het, ondanks deze wettelijke regeling, alsnog mogelijk is een statutair uitsluitingsbeding te stipuleren, een eigen regeling die het mogelijk maakt dat (vervelende) medevennoten op eenvoudige wijze uit de vennootschap worden gezet. Voorwaarde is wel dat de rechter niet buitenspel wordt gezet. Zelfs als een statutair uitsluitingsbeding voorzien was in de BVBA NRV, waardoor Vincent zonder tussenkomst van de rechter door Louis en Amina kon worden verplicht de vennootschap te verlaten, moeten Louis en Amina dus nog steeds de mogelijkheid hebben om Vincent via de rechter te dwingen zijn aandelen te verkopen.
Tweede probleem: het fundamenteel recht op eigendom
Het tweede probleem is dat een vennoot eigenaar is van zijn aandelen. Hij doet met andere woorden met zijn aandelen wat hij wil: als hij ze niet wil verkopen, moet hij dat in principe niet doen, juist omdat hij eigenaar is. Toch wordt het eigendomsrecht van Vincent naar mijn mening niet geschonden als hij door Louis en Amina wordt verplicht zijn aandelen te verkopen, zelfs niet als dit zonder tussenkomst van een rechter gebeurt, op grond van een statutair uitsluitingsbeding. In de volgende paragrafen worden twee mogelijke hypotheses besproken.
Ofwel heeft Vincent bij de oprichting van de BVBA ingestemd met de statuten, waarin het uitsluitingsbeding is opgenomen. Hij wist van in het begin dat zowel hijzelf, als Amina, als Louis mogelijks konden worden gedwongen de vennootschap te verlaten. Het spreekt voor zich dat zijn eigendomsrecht in deze hypothese niet is geschonden: hij heeft vooraf zijn toestemming gegeven.
De tweede hypothese zorgt voor meer verdeeldheid onder rechtsgeleerden. Wat als een uitsluitingsbeding in de statuten wordt opgenomen zonder dat de vennoot die uit de BVBA wordt geweerd, hiermee heeft ingestemd? Stel dat Louis, Amina en Vincent hebben gestemd over het al dan niet opnemen van een uitsluitingsbeding. Louis en Amina stemden pro, Vincent stemde tégen de uitsluitingsregeling. De meerderheid wint: het uitsluitingsbeding wordt in de statuten opgenomen. Vervolgens wordt Vincent door Louis en Amina gedwongen zijn aandelen te verkopen, ook al heeft hij contra uitsluitingsbeding gestemd. Naar mijn mening is Vincent’s eigendomsrecht zelfs in dit geval niet geschonden. Wie vennoot wordt in een vennootschap, weet namelijk dat hij/zij gebonden zal zijn door meerderheidsbeslissingen.
Conclusie
Hoewel er twijfel bestaat over de vraag of een vennoot uit een BVBA kan worden gezet op grond van een statutair uitsluitingsbeding, blijkt uit dit artikel dat deze aarzeling onnodig is. Bovendien is gebleken dat deze wijze van uitsluiting verschillende voordelen heeft ten opzichte van de uitsluiting door de rechter. Vennoten, wees dus voorbereid op een vennootschapsrechtelijke echtscheiding: neem een statutaire uitsluitingsregeling in overweging.
België
Frankrijk
Nederland
België
Frankrijk
Nederland
België
Frankrijk
Nederland