De invloed van het Engels is doorheen de jaren fors gegroeid in grote delen van de wereld en dat is zeker ook waar te nemen in Vlaanderen. Zet simpelweg de radio of de televisie aan en de kans is groot dat op dat moment een Engels liedje of een Engelse film afspeelt. Vorig onderzoek toonde reeds aan dat die grote blootstelling de Engelse talenkennis van Vlaamse leerlingen positief beïnvloedt. Maar hoe groot is die invloed nu precies vergeleken met het effect van het formele Franse onderwijs? En welke individuele kenmerken en buitenschoolse activiteiten hebben een significante impact op de Engelse en Franse taalvaardigheid?
De Engelse en Franse receptieve woordenschatomvang onder de loep
Om een antwoord te bieden op bovenstaande vragen worden in dit onderzoek de Engelse en Franse talenkennis van leerlingen uit het zesde leerjaar met elkaar vergeleken. Het onderzoek spitst zich daarbij toe op de receptieve woordenschatomvang van de leerlingen. Receptieve woordenschat onderscheidt zich van productieve woordenschat en slaat op de woorden die iemand kan herkennen en begrijpen. Het verwerven van receptieve woordenschat vormt een van de eerste stappen in het taalverwervingsproces.
Leerlingen herkennen en begrijpen meer Engelse woorden dan Franse
Uit de resultaten blijkt dat leerlingen in het zesde leerjaar gemiddeld een grotere receptieve woordenschatomvang hebben in het Engels dan in het Frans. Ze herkennen en begrijpen dus meer woorden in een taal die ze nog niet op de schoolbanken aangeleerd krijgen in vergelijking met een officiële landstaal waarin ze reeds een jaar lang onderwezen werden.
Uiteraard valt niet te ontkennen dat het Nederlands en het Engels heel wat gelijkenissen vertonen aangezien beiden tot de Germaanse talen behoren, in tegenstelling tot het Romaanse Frans. Zo is het wellicht gemakkelijker om het Engelse woord ‘ladder’ te verstaan dan zijn Franse equivalent ‘échelle’. Toch blijkt uit de resultaten dat de hogere scores voor Engels niet te wijten zijn aan de nauwe lexicale verwantschap tussen het Engels en het Nederlands.
Verder toont het onderzoek aan dat zesdeklassers significant vaker in contact komen met Engels dan met Frans buiten de schooluren. Zo kijken ze vaker naar Engelstalige televisieprogramma’s en films, luisteren ze vaker naar Engelse liedjes, gamen ze vaker in het Engels en gebruiken ze vaker sociale media in het Engels.
Die buitenschoolse blootstelling blijkt dus een grotere positieve impact te hebben op de receptieve woordenschatomvang van zesdeklassers dan de impact van het formele Franse onderwijs. Maar welke activiteiten kan je nu concreet ondernemen om je Engelse woordenschatkennis uit te breiden? En kan je ook je Franse kennis bijschaven door middel van buitenschoolse blootstelling?
De impact van buitenschoolse blootstelling
Uit de resultaten blijkt dat de receptieve woordenschatomvang van het Engels significant beïnvloed wordt door het aantal uren dat de leerlingen zich gemiddeld per dag bezighouden met de volgende vier buitenschoolse activiteiten: lezen in het Engels, gamen in het Engels, sociale media gebruiken in het Engels en spreken in het Engels. Met andere woorden, kinderen die bijvoorbeeld iedere dag gemiddeld een uur Engels lezen beschikken over een grotere receptieve woordenschatomvang in het Engels dan kinderen die dat nooit of maar tien minuten lang doen.
De Franse receptieve woordenschatomvang blijkt dan weer positief beïnvloed te worden door het aantal uren dat leerlingen gemiddeld per dag naar Franstalige films of series kijken zonder ondertitels.
De impact van attitude en gender
Naast buitenschoolse blootstelling blijken ook attitude en gender een beslissende factor te spelen in de talenkennis van zesdeklassers. Zo scoorden leerlingen met een positieve attitude tegenover Frans significant beter voor Frans dan leerlingen die de taal niet of minder leuk vinden.
Voor Engels blijkt gender dan weer een belangrijke rol te spelen. De resultaten tonen namelijk aan dat jongens significant beter scoorden dan meisjes. Jongens beschikken dus doorgaans over een grotere receptieve woordenschatomvang in het Engels dan meisjes. Een mogelijke verklaring daarvoor is dat jongens vaker Engelse games blijken te spelen dan meisjes. Uit de resultaten bleek reeds dat deze buitenschoolse activiteit een significant positief effect had op de receptieve woordenschatomvang in het Engels. Daarnaast toonden ook vorige onderzoeken aan dat gamen in het Engels de talenkennis positief kan beïnvloeden.
Het belang van buitenschoolse blootstelling voor vreemdetaalverwerving
Dit onderzoek toont het belang aan van de buitenschoolse blootstelling aan Engels in Vlaanderen. De resultaten bevestigen niet alleen dat dergelijke blootstelling een positieve invloed heeft op de kennis van die taal bij leerlingen in het zesde leerjaar, ze geven ook aan dat de impact ervan de effecten van het formele Franse onderwijs kan overtreffen, althans op het gebied van receptieve woordenschat.
Dit gegeven is niet onbelangrijk. Vreemdetaalverwerving wordt immers vaak in een schoolse context geplaatst en alhoewel regulier talenonderwijs een zeer effectieve manier is om een vreemde taal aan te leren is het zeker niet de enige. Het taalverwervingsproces hoeft immers niet te stoppen bij het verlaten van het klaslokaal.
Uiteraard is woordenschatkennis slechts een aspect van taalvaardigheid. Verder onderzoek zou moeten aantonen of andere componenten zoals grammatica ook incidenteel verworven kunnen worden door middel van blootstelling. Dit onderzoek verschaft in ieder geval een diepere kijk op de manier waarop woordenschat verworven wordt en op factoren die dat proces kunnen beïnvloeden. Daarnaast bevat het ook een perfect excuus om meer televisie te kijken of te gamen.