Dankzij onder andere Apple, Google, Facebook en Tesla kennen we allemaal Silicon Valley. Bij de kenners doet misschien ook het Research Triangle Park een belletje rinkelen. In totaal zijn er echter meer dan 400 wetenschapsparken (science parks in het Engels) ter wereld, voornamelijk in de Verenigde Staten, Japan en China. Deze parken zijn voornamelijk opgericht om spillovers te creëren tussen onafhankelijke bedrijven en zo experts vanuit verschillende kennisdomeinen bij elkaar te brengen. Wereldwijd wordt er handenvol geld vrijgemaakt door overheden in de hoop hun eigen Silicon Valley uit te bouwen. Eerder onderzoek rond de impact van wetenschapsparken op de innovatieve output van bedrijven trekt echter uiterst dubbelzinnige conclusies.
Universiteiten voeren in het algemeen wetenschappelijk onderzoek dat te fundamenteel (en dus niet praktijkgericht) is om de interesse van bedrijven op te wekken. Sommige conclusies ervan kunnen echter zeer relevant zijn binnen de ontwikkeling van nieuwe technologieën en producten. Denk bijvoorbeeld aan de wetenschappers die onderzoek deden naar cellulose-nanokristallen voor gebruik in lichtgewicht composietmaterialen maar onlangs ontdekten dat op die manier krabbenschalen en bomen een leefbaar alternatief kunnen worden voor plastiek folie. Gebaseerd op zo’n idee van kruisbestuiving tussen wetenschap en technologie is het fenomeen wetenschapsparken ontstaan als beleidsinstrument om wetenschappelijk onderbouwde economische activiteit te promoten. Baanbrekende ideeën komen immers niet uit het niets. Het heeft ons ondertussen onder andere iPads, elektrische auto’s en Netflix opgeleverd en we kunnen slechts raden wat nog komen zal.
Gebaseerd op (of verblind door?) het succes van sommige Amerikaanse wetenschapsparken hebben beleidspersonen overheen de ganse wereld grote bedragen geïnvesteerd om zulke wetenschapsparken op poten te zetten. Ook in Vlaanderen kunnen we hiervan het resultaat zien in onder andere Arenberg, Gent, Haasrode en Zwijnaarde. Net omdat het vaak om grote projecten en dus grote bedragen gaat, is het uiterst belangrijk om te weten wat nu juist de bijdrage is van wetenschapsparken voor bedrijven. Op die manier kunnen we immers beter inschatten of het wel nut heeft om wetenschapsparken te blijven steunen, en zo ja, op welke manier.
In het verleden hebben reeds een groot aantal onderzoekers zich op deze vraag gericht. Bij het lezen van hun werken komt echter één duidelijke observatie naar voren: ze zijn het niet eens met elkaar. Velen vinden dat wetenschapsparken een duidelijk positief effect hebben op jobcreatie, productontwikkeling, winstgevendheid of de overlevingskansen van een bedrijf, om er maar enkele te noemen. Anderen plaatsen zich hier dan weer lijnrecht tegenover. Gewoon al deze onzekerheid rond het concept maakt het de moeite waard om wetenschapsparken meer in detail te bestuderen. Daarnaast is het me opgevallen dat de empirische werken uit het verleden verschillende limieten kennen. Eerst en vooral baseert een groot deel zich voornamelijk op case studies die dus zowel in tijd als geografisch niet veralgemeend zouden mogen worden. Ten tweede meten ze innovatie op een kwantitatieve manier en houden ze zo geen rekening met de kwaliteit van patenten. Ten derde kunnen vroegere resultaten mogelijk verklaard worden door bijkomstige factoren (zoals bijvoorbeeld onwaarneembaar talent van een onderzoeker of bedrijf).
In mijn thesis heb ik deze methodologische problemen van de baan proberen te ruimen. Concreet heb ik exhaustief alle wetenschapsparken uit de VS, de bakermat van het concept, opgenomen. Dit resulteert in een dataset van meer dan 4500 bedrijven. Daarnaast heb ik gegevens verzameld over de periode tussen 1980 en 2010. Daarenboven heb ik meer aandacht besteed aan de kwaliteit van innovatieve output gezien ik de Technologische Impact en Ongebruikelijkheidsindicatoren van Verhoeven, Bakker & Veugelers (2016) gebruik. In “gewoon Nederlands” houdt dit in dat de hoeveelheid aangevraagde patenten niet meer gezien wordt als indicator van hoe innovatief een bedrijf is dan wel de manier waarop het patent gezien wordt door andere bedrijven (hoe vaak wordt het geciteerd door andere bedrijven die verder bouwen aan de technologie?). Ten slotte biedt de methodologie de mogelijkheid om het effect van wetenschapsparken, uitvinders en bedrijven afzonderlijk te schatten, wat meteen de grootste bijdrage is van deze thesis. In vroegere werken kon een positief wetenschapsparkeffect immers te wijten zijn aan een geniale uitvinder of een uiterst innovatief bedrijf, wat hier dus vermeden wordt. De resultaten bevestigen dat deze methodologische aanpak een statistisch significant verschil maakt.
De bevindingen tonen een aantal interessante patronen. Het verrassendste en tevens belangrijkste resultaat is dat de kans op novelty (hoe gebruikelijk of vernieuwend is het patent?) negatief gecorreleerd is met locatie op een wetenschapspark. Concreet houdt dit in dat over het algemeen wetenschapsparken hun belofte niet waarmaken! Bedrijven op een park vragen iets meer patenten aan en zijn dus iets productiever, maar deze zijn kwalitatief niet beter (of ‘novel’). Ze combineren minder kennisdomeinen die vroeger nog niet zijn gecombineerd. Dit resultaat is robuust voor verschillende alteraties in indicatoren, context, etc. en lijkt dus geen toeval. Gezien wetenschapsparken vaak worden opgericht om deze exacte reden, is dit een heel belangrijk resultaat!
De belangrijkste vraag die overblijft na deze thesis is echter niet hoe we het makkelijkst alle wetenschapsparken ter wereld afbreken. Persoonlijk zie ik de toekomst van dit onderzoeksdomein in twee stages. Eerst en vooral kijk ik nieuwsgierig uit naar werken die deze resultaten proberen te bevestigen of ontkrachten in een nieuwe context. In een tweede stap lijkt het me interessant om de verschillen tussen wetenschapsparken te onderzoeken. Gebaseerd op mijn uitgebreid literatuuronderzoek lijkt het me immers dat niet het concept zelf dan wel de praktische uitvoering ervan zorgt voor de onverwacht negatieve resultaten. De verschillen tussen performante en minder performante wetenschapsparken kunnen dan nieuwe inzichten bieden. Jammer genoeg was de tijd binnen één thesis te beperkt om dit nog verder uit te pluizen. Ik heb echter de eerste stap in deze richting reeds genomen door mijn dataset van wetenschapsparken te linken aan de ranking van hun universiteit. Het duidelijke verband tussen performante wetenschapsparken en degelijke universiteiten doet vermoeden dat de volledige waarheid inderdaad nog niet aan het licht is.
Acs, Z. J., Audretsch, D. B. & Feldman, M. P. (1992). Real effects of academic research: comment. The American Economic Review, 82(1), 363-367.
Acs, Z. J., Audretsch, D. B. & Feldman, M. P. (1994). R&D spillovers and recipient firm size. The review of Economics and Statistics, 336-340.
Ahuja, G. & Katila, R. (2004). Where do resources come from? The role of idiosyncratic situations. Strategic Management Journal, 25(8-9), 887-907.
Ahuja, G., & Lampert, C. M. (2001). Entrepreneurship in the large corporation: A longitudinal study of how established firms create breakthrough inventions. Strategic management journal, 22(6 7), 521-543.
Ahuja, G., Lampert, C. M. & Tandon, V. (2008). 1 moving beyond Schumpeter: management research on the determinants of technological innovation.Academy of Management annals, 2(1), 1-98.
Albahari, A., Pérez-Canto, S. & Landoni, P. (2010). Science and Technology Parks impacts on tenant organisations: a review of literature.
Amirahmadi, H., & Saff, G. (1993). Science parks: a critical assessment. Journal of Planning Literature, 8(2), 107-123.
Appold, S. J. (1991). The location processes of industrial research laboratories. The Annals of Regional Science, 25(2), 131-144.
Arora, A., Belenzon, S., & Patacconi, A. (2018). The decline of science in corporate R&D. Strategic Management Journal, 39(1), 3-32.
Arrow, K. (1962). Economic welfare and the allocation of resources for invention. In The rate and direction of inventive activity: Economic and social factors (pp. 609-626). Princeton University Press.
Arthur, W. B. (2009). The nature of technology: What it is and how it evolves. Simon and Schuster.
Audretsch, D. B. & Feldman, M. P. (1996). R&D spillovers and the geography of innovation and production. The American economic review, 86(3), 630-640.
Autio, E. & Klofsten, M. (1998). A comparative study of two European business incubators. Journal of Small Business Management, 36(1), 30.
Bakouros, Y. L., Mardas, D. C., & Varsakelis, N. C. (2002). Science park, a high tech fantasy?: an analysis of the science parks of Greece. Technovation, 22(2), 123-128.
Bigliardi, B., Dormio, A. I., Nosella, A., & Petroni, G. (2006). Assessing science parks' performances: directions from selected Italian case studies. Technovation, 26(4), 489-505.
Bjerk, D. (2009). How much can we trust causal interpretations of fixed-effects estimators in the context of criminality?. Journal of Quantitative Criminology, 25(4), 391-417.
32
Bower, D. J. (1993). Successful joint ventures in science parks. Long Range Planning, 26(6), 114-120.
Breschi, S., & Lissoni, F. (2003). Mobility and social networks: Localised knowledge spillovers revisited. Università commerciale Luigi Bocconi.
Castells, M., & Hall, P. (1994). The Making of 21st Century Industrial Complexes: Technopoles of the World.
Chan, K. F., & Lau, T. (2005). Assessing technology incubator programs in the science park: the good, the bad and the ugly. Technovation, 25(10), 1215-1228.
Chan, K. Y. A., Oerlemans, L. A. G. & Pretorius, M. W. (2010): “Knowledge exchange behaviours of science park firms: the innovation hub case”. Technology Analysis & Strategic Management, 22, 207-228.
Chen, J., Chen, Y. & Vanhaverbeke, W. (2011). The influence of scope, depth, and orientation of external technology sources on the innovative performance of Chinese firms. Technovation, 31(8), 362-373.
Cheng, F., van Oort, F., Geertman, S. & Hooimeijer, P. (2014). Science parks and the co- location of high- tech small-and medium-sized firms in China’s Shenzhen.
Colombo, M. G., & Delmastro, M. (2002). How effective are technology incubators?: Evidence from Italy. Research policy, 31(7), 1103-1122.
Currie, J. (1985). Science parks in Britain: Their role for the late 1980's. CSP Economic Publications.
Diez-Vial, I., & Montoro-Sanchez, A. (2017). Research evolution in science parks and incubators: foundations and new trends. Scientometrics, 110(3), 1243-1272.
Fabrizio, K.R. (2009). Absorptive capacity and the search for innovation. Research Policy, 38, pp. 255–267.
Fallick, B., Fleischman, C. A. & Rebitzer, J. B. (2006). Job-hopping in Silicon Valley: some evidence concerning the microfoundations of a high-technology cluster. The Review of Economics and Statistics, 88(3), 472-481.
Feldman, M. P . (1994a). Knowledge complementarity and innovation. Small business economics, 1994a, 6(5), 363-372.
Feldman, M. P. (1994b). The geography of innovation. Boston: Kluwer Academic Publishers, 1994b.
Felsenstein, D. (1994). University-related science parks—‘seedbeds’ or ‘enclaves’ of innovation?. Technovation, 14(2), 93-110.
Ferguson, R. (2004): “Why firms on science parks should not be expected to show better performance: the story of twelve biotechnology firms”. International Journal of Technology Management, 28, 470-482.
33
Ferguson, R., & Olofsson, C. (2004). Science parks and the development of NTBFs—location, survival and growth. The journal of technology transfer, 29(1), 5-17.
Fernández-Alles, M., Camelo-Ordaz, C. & Franco-Leal, N. (2015). Key resources and actors for the evolution of academic spin-offs. The Journal of Technology Transfer, 40(6), 976-1002.
Fikirkoca, A. & Saritas, O. (2012). Foresight for science parks: the case of Ankara University. Technology Analysis & Strategic Management, 24(10), 1071-1085.
Fleming, L. (2001). Recombinant uncertainty in technological search. Management science, 47(1), 117-132.
Fleming, L. (2007). Breakthroughs and the" long tail" of innovation. MIT Sloan Management Review, 49(1), 69.
Fleming, L., & Sorenson, O. (2004). Science as a map in technological search. Strategic Management Journal, 25(8 9), 909-928.
Fontana, R., Geuna, A. & Matt, M. (2006). Factors affecting university–industry R&D projects: The importance of searching, screening and signalling. Research policy, 35(2), 309-323.
Fukugawa, N. (2006). Science parks in Japan and their value-added contributions to new technology-based firms. International Journal of Industrial Organization, 24(2), 381-400.
Geroski, P., Machin, S. & Van Reenen, J. (1993) The profitability of innovating firms, Rand Journal of Economics, 24, pp. 198±211.
Grimpe, C. & Sofka, W. (2009). Search patterns and absorptive capacity: Low-and high- technology sectors in European countries. Research Policy, 38(3), 495-506.
Guy, I. (1996). A look at Aston science park. Technovation 16, 217–218.
Hansson, F., Husted, K., & Vestergaard, J. (2005). Second generation science parks: from structural holes jockeys to social capital catalysts of the knowledge society. Technovation, 25(9), 1039-1049.
Harris, R. & Trainor, M. (1995) Innovations and R&D in Northern Ireland manufacturing: a Schumpetarian approach, Regional Studies, 29, pp. 593±604.
Imai, K., & Kim, I. S. When Should We Use Fixed Effects Regression Models for Causal Inference with Longitudinal Data?. (Working Paper)
Jaffe, A. B. (1989). Real effects of academic research. The American economic review, 957- 970.
Jaffe, A. B., Trajtenberg, M. & Henderson, R. (1993). Geographic localization of knowledge spillovers as evidenced by patent citations. the Quarterly journal of Economics, 108(3), 577- 598.
Jongwanich, J., Kohpaiboon, A. & Yang, C. H. (2014). Science park, triple helix, and regional innovative capacity: province-level evidence from China.Journal of the Asia Pacific Economy, 19(2), 333-352.
34
Joseph, R. A. (1989). Silicon Valley myth and the origins of technology parks in Australia. Science and Public Policy, 16(6), 353-365.
Joseph, R. A. (1989). Technology parks and their contribution to the development of technology-oriented complexes in Australia. Environment and Planning C: Government and Policy, 7(2), 173-192.
Köhler, C., Sofka, W. & Grimpe, C. (2012). Selective search, sectoral patterns, and the impact on product innovation performance. Research Policy, 41(8), 1344-1356.
Lai, H. C. & Shyu, J. Z. (2005). A comparison of innovation capacity at science parks across the Taiwan Strait: The case of zhangjiang high-tech park and hsinchu science-based industrial park. Technovation, 25(7), 805–813.
Laursen, K. & Salter, A. (2004). Searching high and low: what types of firms use universities as a source of innovation?. Research policy, 33(8), 1201-1215.
Leyden, D., Link, A. N. & Siegel, D. S. (2008): “A theoretical and empirical analysis of the decision to locate on a university research park”. IEEE Transactions on Engineering Management, 55, 23-28.
Li, G. C., Lai, R., D’Amour, A., Doolin, D. M., Sun, Y., Torvik, V. I., ... & Fleming, L. (2014). Disambiguation and co-authorship networks of the US patent inventor database (1975– 2010). Research Policy, 43(6), 941-955.
Lindelöf, P. & Löfsten, H. (2002). Growth, management and financing of new technology-based firms—assessing value-added contributions of firms located on and off Science Parks. Omega, 30(3), 143-154.
Lindelöf, P. & Löfsten, H. (2003). Science park location and new technology- based firms in Sweden—implications for strategy and performance. Small Business Economics 20, 245– 258.
Lindelöf, P. & Löfsten, H. (2004). Proximity as a resource base for competitive advantage: University-industry links for technology transfer. Journal of Technology Transfer 29, 311– 326.
Link, A. N., & Scott, J. T. (2003). US science parks: the diffusion of an innovation and its effects on the academic missions of universities. International Journal of industrial organization, 21(9), 1323-1356.
Link, A. N., & Scott, J. T. (2006). US university research parks. Journal of Productivity Analysis, 25(1-2), 43-55.
Löfsten, H. & Lindelöf, P. (2001). Science parks in Sweden: industrial renewal and development? R&D Management, 31(3), 309-322.
Löfsten, H., & Lindelöf, P. (2002). Science Parks and the growth of new technology-based firms—academic-industry links, innovation and markets. Research policy, 31(6), 859-876.
Löfsten, H. & Lindelöf, P. (2003): “Determinants for an entrepreneurial milieu: Science Parks and business policy in growing firms”. Technovation, 23, 51-64.
35
Löfsten, H. & Lindelöf, P. (2005). R&D networks and product innovation patterns—Academic and non- academic new technology-based firms on science parks. Technovation, 25, 1025– 1037.
Luger, M. I. (1991).Technology in the garden: research parks and regional economic development. University of North Carolina Press.
Macdonald, S. (1987). British science parks: reflections on the politics of high technology. R&D Management, 17(1), 25-37.
Malairaja, C., & Zawdie, G. (2008). Science parks and university–industry collaboration in Malaysia. Technology Analysis & Strategic Management, 20(6), 727-739.
Malecki, E. J. (1991) Technology and Economic Development: the Dynamics of Local, Regional and National Change. London: Longman.
Malmberg, A. & Maskell, P. (2002). The elusive concept of localization economies: towards a knowledge-based theory of spatial clustering. Environment and Planning A: Economy and Space, 34(3), 429-449.
Mansfield, E. (1995). Academic research underlying industrial innovations: sources, characteristics, and financing. The review of Economics and Statistics, 55-65.
Marques, J. P., Caraça, J. M., & Diz, H. (2006). How can university–industry–government interactions change the innovation scenario in Portugal?—the case of the University of Coimbra. Technovation, 26(4), 534-542.
McAdam, M. & McAdam, R. (2008). High tech start-ups in University Science Park incubators: The relationship between the start-up's lifecycle progression and use of the incubator's resources. Technovation, 28(5), 277-290.
Monck, C. S. (1988). Science parks and the growth of high technology firms. Croom Helm, in association with Peat Marwick, McLintock.
Mønsted, M. (2003). Strategic networking in small high tech firms. Samfundslitteratur.
Motohashi, K. (2013). The role of the science park in innovation performance of start-up firms: an empirical analysis of Tsinghua Science Park in Beijing.Asia Pacific Business Review, 19(4), 578-599.
Mian, S., Lamine, W. & Fayolle, A. (2016). Technology Business Incubation: An overview of the state of knowledge. Technovation, 50, 1-12.
National University Rankings. (2018). Retrieved from https://www.usnews.com/best- colleges/rankings/national-universities?_sort=rank&_sort-direction=asc
Noicos, T., Verhoeven, D., 2016. What’s Behind that Expensive Door? The Effect of Initial Public Offerings on Novel Innovation. (Working Paper)
Nowotny, H., Scott, P., Gibbons, M. & Scott, P. B. (2001). Re-thinking science: Knowledge and the public in an age of uncertainty (p. 12). Cambridge: Polity.
36
Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD). (1997). Technology incubators: Nurturing young firms, OCDE/GD (97) 202.
Parry, M., & Russell, P. (Eds.). (2000). The planning, development and operation of science parks. London: UKSPA.
Phan, P. H., Siegel, D. S., & Wright, M. (2005). Science parks and incubators: observations, synthesis and future research. Journal of business venturing, 29(1), pp.83-91.
Phillimore, J. (1999). Beyond the linear view of innovation in science park evaluation: An analysis of Western Australian Technology Park. Technovation, 19(11), 673-680.
Phillips, S. A. M. & Yeung, H. W. C. (2003) A place for R&D? The Singapore science park, Urban Studies, 40(4), pp. 707–732.
Porter, M. E. (1990). The Competive Advantage of Nations. Free Press. New York.
Porter, M. E. (2000). Location, competition, and economic development: Local clusters in a global economy. Economic development quarterly, 14(1), 15-34.
Quintas, P., Wield, D., & Massey, D. (1992). Academic-industry links and innovation: questioning the science park model. Technovation, 12(3), 161-175.
Radosevic, S. & Myrzakhmet, M. (2009): “Between vision and reality: Promoting innovation through technoparks in an emerging economy”. Technovation, 29, 645-656.
Ratinho, T., & Henriques, E. (2010). The role of science parks and business incubators in converging countries: Evidence from Portugal. Technovation, 30(4), 278-290.
Rogers, M. & Larsen, K. (1988). Silicon Valley: The Rise and Falling Off of Entrepreneurial Fever, Creating The Technopolis. Massachusetts: Ballinger Publishing Company.
Rosenkopf, L. & Nerkar, A. (2001). Beyond local search: boundary-spanning, exploration, and impact in the optical disk industry. Strategic Management Journal, 22(4), 287-306.
Rubin, T. H., Aas, T. H. & Stead, A. (2015). Knowledge flow in technological business incubators: Evidence from Australia and Israel. Technovation, 41, 11-24.
Salvador, E. & Rolfo, S. (2011). Are incubators and science parks effective for research spin- offs? Evidence from Italy.
Saxenian, A. (1994) Regional Advantage. Culture and Competition in Silicon Valley and Route 128. Cambridge, MA: Harvard University Press.
Science Parks and Technology Business Incubators. (2017). Retrieved from http://www.unesco.org/new/en/natural-sciences/science-technology/sti-sy…- governance/nurturing-innovation/science-parks-and-incubators
Science Parks around the World. (2017). Retrieved from http://www.unesco.org/new/en/natural- sciences/science-technology/university-industry-partnerships/science-parks-around-the- world/
37
Science Parks in Europe. (2017). Retrieved from http://www.unesco.org/new/en/natural- sciences/science-technology/university-industry-partnerships/science-parks-around-the- world/science-parks-in-europe/
Shearmur, R., & Doloreux, D. (2000). Science parks: actors or reactors? Canadian science parks in their urban context. Environment and Planning A, 32(6), 1065-1082.
Shefer, D. & Bar-El, E. (1993) High technology industries as a vehicle for growth in Israel’s peripheral regions, Environment and Planning , C, 11, pp. 243±261.
Siegel, D. S., Westhead, P., & Wright, M. (2003a). Assessing the impact of university science parks on research productivity: exploratory firm-level evidence from the United Kingdom. International journal of industrial organization, 21(9), 1357-1369.
Siegel, D. S., Westhead, P., & Wright, M. (2003b). Science parks and the performance of new technology-based firms: a review of recent UK evidence and an agenda for future research. Small Business Economics, 20(2), 177-184.
Sofka, W. & Grimpe, C. (2010). Specialized search and innovation performance–evidence across Europe. R&d Management, 40(3), 310-323.
Spithoven, A. & Knockaert, M. (2011). The role of business centres in firms’ networking capabilities and performance. Science and Public Policy, 38(7), 569–580.
Squicciarini, M. (2007). Science parks’ tenants versus out-of-park firms: Who innovates more? A duration model. The Journal of Technology Transfer, 33(1), 45–71.
Squicciarini, M. (2008): “Science Parks' tenants versus out-of-Park firms: who innovates more? A duration model”. Journal of Technology Transfer, 33, 45-71.
Squicciarini, M. (2009): “Science parks: seedbeds of innovation? A duration analysis of firms' patenting activity”. Small Business Economics, 32, 169-190.
Storey, D. J., & Tether, B. S. (1998). Public policy measures to support new technology-based firms in the European Union. Research policy, 26(9), 1037-1057.
Sullivan, D. M. & Marvel, M. R. (2011). Knowledge acquisition, network reliance, and early- stage technology venture outcomes. Journal of Management Studies, 48(6), 1169–1193.
UK Science Park Association. (2003). Evaluation of the Past and Future Economic Contribution of the UK Science Park Movement. United Kingdom Science Parks Association, Cambridge.
UK Science Park Association. (1996). UKSPA 96: The United Kingdom Science Park Association Annual Report 1996. United Kingdom Science Parks Association, Cambridge.
van der Borgh, M., Cloodt, M. & Romme, A. G. L. (2012). Value creation by knowledge-based ecosystems: Evidence from a field study. R&D Management, 42(2), 150–169.
Van Dierdonck, R., Debackere, K. & Rappa, M. A. (1991). An assessment of science parks: towards a better understanding of their role in the diffusion of technological knowledge. R&D Management, 21(2), 109-124.
38
Van Tilburg, J. J., & Vorstman, C. M. (1994). Ondernemen met technology (Entrepreneurship with technology). Enschede, March.
Vedovello, C. (1997). Science parks and university-industry interaction: geographical proximity between the agents as a driving force. Technovation, 17(9), 491-531.
Verhoeven, D., Bakker, J. & Veugelers, R. (2016). Measuring technological novelty with patent- based indicators. Research Policy, 45(3), 707-723.
Verhoeven, D., Rabijns, M. & Bakker, W. (2017). Science Parks as Catalyzers for Radical Inventions? (Working Paper)
Weitzman, M. L. (1998). Recombinant growth. The Quarterly Journal of Economics, 113(2), 331-360.
Westhead, P. (1997). R&D inputs and outputs of technology based firms located on and off Science Parks. R&D Management, 27(1), 45-62.
Westhead, P., & Batstone, S. (1998). Independent technology-based firms: the perceived benefits of a science park location. Urban Studies, 35(12), 2197-2219.
Westhead, P. & Cowling, M. (1995) Employment change in independent owner-managed high- technology firms in Great Britain, Small Business Economics, 7, pp. 111-140.
Westhead P & Storey D.J. (1994). An assessment of firms located on and off science parks in the United Kingdom. London: HMSO.
Westhead, P. & Storey, D.J. (1995). Links between higher education institutions and high technology firms. Omega International Journal of Management Science 23 (4), 345–360.
Yang, C. H., Motohashi, K., & Chen, J. R. (2009). Are new technology-based firms located on science parks really more innovative?: Evidence from Taiwan. Research Policy, 38(1), 77- 85.