Terug van (nooit) weggeweest of gewoon weg ermee? Het notariaat onder de loep genomen.

Falco
Van der Schueren

“Ik beloof: de notaris wordt goedkoper.” Met deze krachtige woorden verzekerde CD&V’er en voormalig minister van Justitie Koen Geens om nog vóór het einde van zijn ambtstermijn het notariaat grondig te hervormen. Zijn voornaamste doel? De tarieven laten dalen. Kopen we vandaag bijvoorbeeld een huis of een stuk bouwgrond, dan kunnen we niet zomaar om de notaris en diens torenhoge erelonen heen. In tijden van digitale toepassingen en online alternatieven lijken die laatste moeilijker te rechtvaardigen. Enkele jaren geleden al ijverde sp.a er dan ook voor om het eerder ‘oubollige’ en achterhaalde instituut af te schaffen. Vorige zomer kregen de socialisten bijval van de bredere bevolkingslagen en kwam het maatschappelijke debat stilaan op gang. Maar hoewel bezwaren tegen de exuberante notariële kosten blijven toenemen, schenken we de notaris zelf blijkbaar nog altijd een redelijk groot vertrouwen. Volgens een expertenrapport uit 2018 is hij na onze huisarts zowaar de vrije beroeper die het hoogste vertrouwen van de burger geniet. Dat komt vooral omdat hij ons begeleidt bij heel wat persoonlijke overeenkomsten en zo instaat voor de vrijwillige rechtspraak: een notaris maakt authentieke of officiële akten op zonder dat daarvoor de tussenkomst van een rechter nodig is. Toch is het notariswezen geen recent fenomeen en al helemaal geen uitvinding van onze moderne samenleving. Net zoals de advocatuur zit die namelijk verankerd in een zekere historische traditie. Precies dat verklaart meteen ook voor een deel de vooraanstaande sociale positie van een notaris in de huidige maatschappij.

 

Figuren met een markant verleden

Zijn wortels gaan terug tot de Romeinse tijd wanneer notarii dienstdeden als openbare of publieke schrijvers. Tijdens de middeleeuwen kende het notariaat, na een periode van verval, een heuse bloei in het noorden van Italië. Sinds de elfde eeuw waren notarissen zeer dominant in steden zoals Bologna, Firenze en Genua. Van daaruit verspreidde het ambt zich geleidelijk aan naar verschillende regio’s binnen Europa. In onze contreien, toen nog bekend als het zuidelijke deel van de ‘Lage Landen’ of de ‘Nederlanden’, kreeg het notariaat vooral vanaf de late dertiende eeuw voeten aan de grond. Zeker in de grote Vlaamse handelssteden, Brugge, Gent en Ieper, waren veel notarissen actief. Onder kooplieden en handelaars steeg daar nu eenmaal de vraag om transacties op schrift te laten stellen. Eerder (rechts)historisch onderzoek heeft zich daarom vooral op die specifieke gebieden toegespitst. Daarentegen focuste ik in mijn thesis veeleer op Henegouwen, een vrij landelijke omgeving die nog te vaak onderbelicht wordt. Tamelijk opvallend is dat daar tijdens de middeleeuwen onderlinge regelingen of contracten in de eerste plaats werden bekrachtigd door grafelijke leenmannen. Als hommes de fief hadden zij van de Henegouwse graaf een stuk grond in leen gekregen en in ruil daarvoor moesten ze hem bijstaan in het bestuur van het graafschap. Op hun eigen domein waren zij daarom deels ook bevoegd voor de vrijwillige rechtspraak. Maar dat betekent niet dat er toen helemaal geen notarissen bekend waren in Henegouwen. Nochtans is dit lange tijd wél de heersende opvatting geweest onder verschillende historici en rechtsgeleerden. Volgens hen kon het notariswezen er moeilijk doorbreken, omdat leenmannen, samen met de stedelijke schepenbanken, een soort alleenrecht opeisten om persoonlijke overeenkomsten officieel te maken. Pas vanaf de late zestiende en zelfs de zeventiende eeuw zou er dan echt sprake zijn van een duidelijk georganiseerd en lokaal publiek notariaat, zoals dat ook bekend was in andere streken van de Lage Landen sinds de late middeleeuwen.

Een andere kijk op de zaak

Mijn eigen bijdrage heeft deze visie genuanceerd en bijgestuurd. Onmisbaar hiervoor waren de verschillende originele akten en contracten die tijdens de veertiende en vijftiende eeuw zijn opgesteld in naam van grafelijke leenmannen of door notarissen en die ik heb gerecupereerd in het Rijksarchief van Bergen. Op basis van deze bronnen kon ik vaststellen dat die leenmannen, of vazallen zoals ze ook genoemd werden, toen wel degelijk zeer sterke spelers waren op het vlak van vrijwillige rechtspraak. Dat neemt echter niet weg dat er sinds de veertiende eeuw ook openbare notarissen werkzaam waren binnen Henegouwen. Sommigen woonden in het graafschap zelf, terwijl anderen elders vandaan kwamen. In vergelijking tot de leenmannen was hun optreden inderdaad minder uitgesproken, maar hun professionele activiteiten bleven doorheen de veertiende en vijftiende eeuw weliswaar onafgebroken. Dat had onder andere te maken met het feit dat beide spelers, ondanks dat ze op hetzelfde terrein opereerden, geen bikkelharde concurrenten van elkaar waren. Want hoewel ze ongeveer dezelfde bevoegdheden hadden, traden ze allebei op ten behoeve van een ander publiek: zo waren leenmannen eerder actief in de wereldlijke of seculiere sfeer en notarissen dan weer doorgaans in de kerkelijke of religieuze milieus. Bij de lekenbevolking wist het notariaat aanvankelijk dus veel moeilijker vertrouwen op te wekken. Ook in andere regio’s die uiteindelijk deel zouden uitmaken van het huidige Belgische grondgebied, was dat eigenlijk het geval. Van een heuse doorbraak op grote schaal was duidelijk nog geen sprake. Notarissen hebben er dan ook eeuwenlang over gedaan om hun sociale positie te bestendigen en bestaansrecht te garanderen voor hun ambt. Nu komen die inspanningen op de helling te staan en lijkt hun rol uitgespeeld te zijn. Precies die vaststelling vormde de aanleiding en, achteraf gezien, de meerwaarde van mijn bijdrage. Allereerst heb ik een misopvatting onder vakgenoten de wereld uitgeholpen en een meer genuanceerd beeld geschetst over hoe de vrijwillige rechtspraak werd georganiseerd in de Zuidelijke Lage Landen gedurende de late middeleeuwen. Maar daarnaast heb ik als historicus ook aansluiting gevonden bij wat vandaag ‘leeft’ onder de bevolking door de rol van een notaris in onze huidige samenleving meer in perspectief te plaatsen en diens ambtelijke verleden nóg beter te contextualiseren. Zo blijkt in ieder geval dat de notaris nooit is weggeweest. Over de vraag of hij ooit nog zal weggaan, buig ik me vol overgave in mijn toekomstig onderzoek.

Falco Van der Schueren (Universiteit Gent)

Gabriël Metsu (1629-1667). De notaris scherpt zijn pen.

Bibliografie

Arlinghaus, Franz-Josef, ed. Forms of individuality and literacy in the medieval and early modern periods. Utrecht Studies in Medieval Literacy 31. Turnhout: Brepols Publishers nv, 2015.

Arnoux, Mathieu en Olivier Guyotjeannin, eds. Tabellions et tabellionages de la France médiévale et moderne. Mémoires et Documents de l’École des Chartes 90. Parijs: École des Chartes, 2011.

Association des Anciens Membres du Séminaire Historique de l’Universite de Louvain, ed. Mélanges d’histoire offerts à Charles Moeller à l’occassion de son jubilé de 50 années de professorat à l’Université de Louvain 1: Antiquité et Moyen Âge. Receuil de Travaux publiés par les Membres des Conférences d’Histoire et de Philologie 40. Leuven: Bureaux du Receuils, 1914.

Balon, Joseph. “Le notariat au Moyen Âge, spécialement dans le Namurois au xive siècle.” Staten en Landen. Anciens Pays et Assemblées d'Etats 62, nr. 2 (1973): 22-9.

Bedos-Rezak, Brigitte M. “Introduction: les marqueurs de l’individuation.” In L’individu au Moyen Âge: individuation et individualisation avant la modernité, uitgegeven door Brigitte M. Bedos-Rezak en Dominique Iogna-Prat, 33-42. Parijs: Aubier, 2005.

―. “Signes d’identité et principes d’altérité au xiie siècle: l’individu, c’est l’autre.” In L’individu au Moyen Âge: individuation et individualisation avant la modernité, uitgegeven door Brigitte M. Bedos-Rezak en Dominique Iogna-Prat, 43-57. Parijs: Aubier, 2005.

―. When ego was imago: signs of identity in the Middle Ages.. Leiden: Koninklijke Brill NV, 2011.

― en Dominique Iogna-Prat, eds. L’individu au Moyen Âge: individuation et individualisation avant la modernité. Parijs: Aubier, 2005.

― en Jeffrey F. Hamburger, eds. Sign and design: script as image in cross-cultural perspective. Dumberton Oaks Symposia and Colloquia. Washington (DC): Dumberton Oaks, 2016.

Bertrand, Paul. “À propos de la révolution de l’écrit (xe-xiiie siècle).” Médiévales 56 (2009): 75-92.

Bibliothèque de l’Université Catholique de Louvain, ed. Miscellanea historica in honorem Alberti De Meyer: Universitatis Catholicae in oppido Lovaniensi iam annos xxv professoris. Recueil de Travaux d'Histoire et de Philologie 3. Leuven: Bureaux du Recueil, 1946.

Bousse, Alfons. “Het notariaat in de provincie Antwerpen.” Noordgouw 5 (1965): 131-52.

Briggs, Charles F. “Literacy, reading and writing in the medieval West: historiographical essay.” Journal of Medieval History 26, nr. 4 (2000): 397-420.

Britnell, Richard H., ed. Pragmatic literacy, east and west, 1200-1330. International Congress of Historical Sciences 17. Woodbridge: The Boydell Press, 1997.

―. “Pragmatic literacy in Latin Christendom.” In Pragmatic literacy, east and west, 1200-1330, uitgegeven door Richard H. Britnell, 3-24. Woodbridge: The Boydell Press, 1997.

Broekaert, Guillaume. “Les hommes de fief de plume en Hainaut.” Comptes-Rendus des Conférences du Cercle Archéologique et Historique de Valenciennes 86, nr. 3 (2011): 1-3.

Brugmans, Hajo. “Schelling, mr. Pieter van der.” In Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, 5: 682-83. Leiden: A. W. Sijthoff’s Uitgeversmaatschappij, 1921.

Bruneel, Claude, Philippe Godding en Fred Stevens, eds. Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden. Brussel: Gemeentekrediet, 1998.

Burckhardt, Jacob. Die Cultur der Renaissance in Italien. Leipzig: Verlag von Ernst A. Seemann, 1869.

Burke, Peter. “Representations of the self from Petrarch to Descartes.” In Rewriting the self: histories from the renaissance, uitgegeven door Roy Porter, 17-28. Londen: Routledge, 1997.

Bynum, Caroline W. Jesus as mother: studies in the spirituality of the high Middle Ages. Publications of the Center for Medieval and Renaissance Studies 16. Berkeley (CA): University of California Press, 1982.

Cacheux, Albert. “Les notaires dans le resort de la coutume de Mons en Hainaut français aux xviie et xviiie siècles.” Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis 28, nr. 1 (1960): 42-58.

Callewier, Hendrik. “Brugge, vijftiende-eeuws centrum van het notariaat in de Nederlanden.” Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis 77, nr. 1 (2009): 73-102.

―. “Het Kortrijkse notariaat tijdens de late middeleeuwen (1287-1531).” De Leiegouw 51 (2009): 38-46.

Cappon, Cornelis M. “Het notariaat in de late middeleeuwen (±1250-±1540).” In Het notariaat in de Lage Landen (± 1250-1842): opstellen over de geschiedenis van het notariaat in de Lage Landen vanaf de oorsprong tot in de negentiende eeuw, uitgegeven door Antoon F. Gehlen en Paul L. Nève, 1-29. Ars Notariatus 117. Deventer: Uitgeverij Kluwen bv, 2005.

Cauchies Jean-Marie. “Le Hainaut et le Tournaisis au fil du temps (xie-xviiie siècle): histoire et pouvoirs.” In Créer, administrer, réformer: regards croisés sur dix siècles d’histoire des institutions publiques en Hainaut et Tournaisis, uitgegeven door Jean-Marie Cauchies, Laurent Honnoré en Florian Mariage, 29-39. Miscellanea Archivistica Studia 182. Brussel: Archives Générales du Royaume, 2009.

―, Laurent Honnoré en Florian Mariage, eds. Créer, administrer, réformer: regards croisés sur dix siècles d’histoire des institutions publiques en Hainaut et Tournaisis. Miscellanea Archivistica Studia 182. Brussel: Archives Générales du Royaume, 2009.

Ceccherini, Irene. “Tradition cursive et style dans l’écriture des notaires florentins (v. 1250-v. 1350).” Bibliothèque de l’École des Chartes 165, nr. 1 (2007): 167-86.

―. “Merchants and notaries: stylistic movements in Italian cursive scripts.” Manuscripta (2009): 239-83.

Chenu, Marie-Dominique. L’éveil de la conscience dans la civilisation médiévale. Conférences Albert-le-Grand. Montreal: Institut d’Études Médiévales, 1969.

Clanchy, Michael T. From memory to written record. Oxford: Blackwell Publishers Ltd., 1996.

Coquery, Natacha, François Menant en Florence Weber, eds. Écrire, compter, mesurer: vers une histoire des rationalités pratiques. Parijs: École Normale Supérieure, 2006.

De Hemptinne, Thérèse. “Les symboles graphiques dans les chartes du comté de Flandre jusqu’au début du xiiie siècle.” In Graphische Symbole in mittelalterlichen Urkunden, uitgegeven door Peter Rück, 533-48. Historische Hilfswissenschaften 3. Sigmaringen: Jan Thorbeke Verlag, 1996.

Derolez, Albert. Beknopte catalogus van de middeleeuwse handschriften in de Universiteitsbibliotheek te Gent verworven sinds 1852. Gent: Rijksuniversiteit Gent, 1971.

―. Census van de handschriften in de bibliotheek der Rijksuniversiteit te Gent. Gent: Rijksuniversiteit Gent, 1964.

―. Inventaris van de handschriften in de Universiteitsbibliotheek te Gent. Gent: Rijksuniversiteit Gent, 1977.

―, Hendrik Defoort en Frank Vanlangenhove. Medieval manuscripts: Ghent University Library. Gent: Snoeck Ducaju & Zoon, 2017.

De Saint-Genois, Jules. Catalogue méthodique et raisonné des manuscrits de la bibliothèque de la ville et de l’université de Gand. Gent: Annoot-Braeckman, 1852.

―. Inventaire analytique des chartes des comtes de Flandre avant l'avènement des princes de la maison de Bourgogne. Gent: Vanryckegem-Hovaere, 1846.

Despretz, André, Robert Blansaer, Christian Dekesel en Guido Dewulf. Academia Gandavensis in nummis: penningen die betrekking hebben op de Gentse Universiteit. Uit het verleden van de Rijksuniversiteit Gent 39. Gent: Numismatica Gandavensis, 1997.

Devillers, Léopold. Cartulaire des comtes de Hainaut, de l’avènement de Guillaume ii à la mort de Jacqueline de Bavière. Brussel: F. Hayez, 1886.

―. Chartes du chapitre de Sainte-Waudru de Mons. Brussel: Kiessling en Imbreghts, 1899.

De Wailly, Natalis. Éléments de paléographie. Parijs: Imprimerie royale, 1838.

Discry, Fernand. “Les minutes des notaires: étude de diplomatique.” In Mélanges d’histoire offerts à Charles Moeller à l’occassion de son jubilé de 50 années de professorat à l’Université de Louvain 1: Antiquité et Moyen Âge, uitgegeven door l’Association des Anciens Membres du Séminaire Historique de l’Universite de Louvain, 548-62. Receuil de Travaux publiés par les Membres des Conférences d’Histoire et de Philologie 40. Leuven: Bureaux du Receuils, 1914.

Du Trieu, Hilaire. “Notice historique sur le notariat belge.” Messager des Sciences Historiques et Archives des Arts et de la Bibliographie de Belgique 1 (1839): 70-7.

Faider, Charles J. B. F. Coutumes du pays et comté de Hainaut. Receuil des Anciennes Coutumes de la Belgique. Brussel: Fr. Gobbaerts, 1871.

Feller, Claudia en Christian Lackner, eds. Manu propria: vom eigenhändigen Schreiben der Mächtigen (13.-15. Jahrhundert). Veröffentlichungen des Instituts für Österreichische Geschichtsforschung 67. Wenen: Böhlau Verlag, 2016.

Fraenkel, Béatrice. La signature: genèse d'un signe. Parijs: Gallimard, 1992.

―. “Rebus-signatures.” In Sign and design: script as image in cross-cultural perspective (300-1600 CE), uitgegeven door Brigitte M. Bedos-Rezak en Jeffrey F. Hamburger, 71-84. Dumberton Oaks Symposia and Colloquia. Washington (DC): Dumberton Oaks, 2016.

Gacjard, Louis Prosper, Hubert Nelis en Alexandre Pinchart. Inventaire des archives des chambres des comptes, précédé d’une notice historique sur les anciennes institutions. Brussel: F. Hayez, 1845.

Gaillard, Victor. “Marques et signatures des notaires.” Annales de la Société Royale des Beaux-Arts et de la Littérature de Gand 6 (1855): 183-89.

Gasse-Grandjean, Marie-José en Benoît-Michel Tock, eds. Les actes comme expression du pouvoir au Haut Moyen Âge. Ate­lier de Recherches sur les Textes Médiévaux 5. Turnhout: Brepols Publishers, 2003.

Geerts, Danny. “De toekomst van het notariaat.” Doorbraak.be: meer dan een mening. Geraadpleegd 06.02.2019, https://doorbraak.be.

Gehlen, Antoon F. De beoefening van de notariaatsgeschiedenis der Lage Landen: een beknopte historiografische verkenning. Ars Notariatus 58. Deventer: Kluwen, 1992.

― en Paul L. Nève, eds. Het notariaat in de Lage Landen (± 1250-1842): opstellen over de geschiedenis van het notariaat in de Lage Landen vanaf de oorsprong tot in de negentiende eeuw. Ars Notariatus 117. Deventer: Uitgeverij Kluwen bv, 2005.

Genicot, Léopold en Joseph Balon. Formulaire namurois du xive siècle. Coutumes du Pays et Comté de Namur 3. Brussel: Centrum voor Administratie en Documentatie, 1955.

Grauwen, Wilfried M. “Richtlijnen voor jonge notarissen uit de 15de eeuw.” Archives et Bibliothèques de Belgique 40, nr. 1 (1969): 148-56.

Greenblatt, Stephen. Renaissance self-fashioning. Chicago: University of Chicago Press, 1980.

Gurevich, Aaron. The origins of European individualism. Oxford: Blackwell Publishers Ltd., 1995.

Guyotjeannin, Olivier, Jacques Pycke en Benoît-Michel Tock. Diplomatique médiévale. L’atelier du médiéviste 2. Turnhout: Brepols Publishers, 1993.

Halkin, Léon E., Henri Platelle en Nicolas Huyghebaert, eds. Horae Tornacenses (1171-1971): recueil d’études d’histoire publiées à l’occasion du viiie centenaire de la consécration de la cathédrale de Tournai. Doornik: Archives de la Cathédrale, 1972.

Honnoré, Laurent. Guide des fonds et collections des Archives de l’État à Mons. Archives Générales du Royaume et Archives de l'État dans les Provinces. Brussel: Algemeen Rijksarchief, 2006.

Jeay, Claude. “La signature comme marque d’individuation. La chancellerie royale française (fin xiiie-xve siècle).” In L’individu au Moyen Âge. Individuation et individualisation avant la modernité, uitgegeven door Brigitte M. Bedos-Rezak en Dominique Iogna-Prat, 59-77. Parijs: Aubier, 2005.

―. “L’autographie comme épiphanie du pouvoir: écrits et signatures autographes des rois de France dans la seconde moitié du xive siècle.” In Manu propria: vom eigenhändigen Schreiben der Mächtigen, uitgegeven door Claudia Feller en Christian Lackner, 197-217. Veröffentlichungen des Instituts für Österreichische Geschichtsforschung 67. Wenen: Böhlau Verlag, 2016.

Keller, Hagen, Klaus Grubmueller en Nikolaus Staubac. Pragmatische Schriftlichkeit im Mittelalter: Erschei­nungsformen und Entwicklungsstufen. Münstersche Mittelalter-Schriften 65. München: Fink, 1992.

Lamon, Hugo. “Opinie. Zijn er nog advocaten, notarissen en deurwaarders nodig?” VRT NWS. Geraadpleegd 06.02.2019, https://www.vrt.be.

Louant, Armand. “La grande pitié des Archives de l’État à Mons.” In Miscellanea historica in honorem Alberti De Meyer: Universitatis Catholicae in oppido Lovaniensi iam annos xxv professoris, uitgegeven door Bibliothèque de l’Université Catholique de Louvain, 1341-354. Recueil de Travaux d'Histoire et de Philologie 3. Leuven: Bureaux du Recueil, 1946.

―. Les hommes de fief sur plume créés à la cour féodale de Hainaut de 1566 à 1794: origine du notariat en Hainaut. Recueil des Tablettes du Hainaut 1. Hombeek: s.n., 1960.

Mabillon, Jean. De re diplomatica libri vi, in quibus quidquid ad veterum instrumentorum antiquitatem, materiam, scripturam et stilum; quidquid ad sigilla, monogrammata, subscriptiones ac notas chronologicas; quidquid inde ad antiquariam, historicam forensemque disciplinam pertinet, explicatur et illustratur. Accedunt commentarius de antiquis regum Francorum palatiis, veterum scripturarum varia specimina. Parijs: Louis Billaine, 1681.

Marchandisse, Alain en Bertrand Schnerb. “L’usage de la signature par les premiers ducs de Bourgogne de la maison de Valois.” In Manu propria: vom eigenhändigen Schreiben der Mächtigen (13.-15. Jahrhundert), uitgegeven door Claudia Feller en Christian Lackner, 263-79. Veröffentlichungen des Instituts für Österreichische Geschichtsforschung 67. Wenen: Böhlau Verlag, 2016.

Mariage, Florian. “Le territoire.” In Les institutions publiques régionales et locales en Hainaut et Tournai/Tournaisis sous l’Ancien Régime, uitgegeven door Florian Mariage, 27-38. Miscellanea Archivistica Studia 119. Brussel: Archives Générales du Royaume, 2009.

―, ed. Les institutions publiques régionales et locales en Hainaut et Tournai/Tournaisis sous l’Ancien Régime. Miscellanea Archivistica Studia 119. Brussel: Archives Générales du Royaume, 2009.

Menant, François. “Les transformations de l’écrit documentaire entre xiie et xiiie siècles.” In Écrire, compter, mesurer: vers une histoire des rationalités pratiques, uitgegeven door Natacha Coquery, François Menant en Florence Weber, 33-50. Parijs: École Normale Supérieure, 2006.

Mengal, Paul en François Parot, eds. La fabrique, la figure et la feinte: fictions et statut des fictions en psychologie. Parijs: Librairie philosophique Joseph Vrin, 1989.

Morris, Colin. The discovery of the individual, 1050-1200. New York: Harper & Row, 1972.

Morsel, Joseph. “La construction social des identités dans l’aristocratie franconienne aux xive et xve siècles.” In L’individu au Moyen Âge: individuation et individualisation avant la modernité, uitgegeven door Brigitte M. Bedos-Rezak en Dominique Iogna-Prat, 79-99. Parijs: Aubier, 2005.

Murray, Alexander. Reason and society in the Middle Ages. Oxford: Clarendon Press, 1990.

Murray, James M. “Failure of corporation: notaries public in medieval Bruges.” Journal of Medieval History 12, nr. 2 (1986): 155-66.

―. “Notaries public in Flanders in the late Middle Ages.” PhD diss., Northwestern University, 1983.

―. “The profession of notary public in Flanders.” Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis 61, nr. 1 (1993): 3-31.

―, Walter Prevenier en Michel Oosterbosch. Notarial instruments in Flanders between 1280 and 1452. Brussel: Paleis der Academiën, 1995.

Nelis, Hubert. “Étude diplomatique sur la juridiction gracieuse des échevins en Belgique (1150-1300).” Annales de la Société d’Emulation de Bruges 80 (1937): 1-57.

―. “Étude diplomatique sur le tabellionage royal de Tournai au Moyen Âge (1367-1521).” Bulletin de la Commission Royale d’Histoire 73 (1904): 1-142.

―. “Les doyens de chrétienté: étude de diplomatique sur leurs actes de juridictions gracieuse en Belgique au xiiie siècle.” Revue Belge de Philologie et d’Histoire 3, nr. 1 (1924): 59-73.

―. “Les origines du notariat public en Belgique.” Revue Belge de Philologie et d’Histoire 2 (1923): 267-77.

Nève, Paul L., ed. Instrumentum quantum pactum: zes opstellen over de kracht van de notariële akte vanaf de tijd van keizer Justinianus tot aan het huidige recht. Ars Notariatus 51. Deventer: Uitgeverij Kluwer bv, 1991.

Nicaise, Pierre en Thierry van Sinay. Juridische beroepen voor de toekomst, een toekomst voor juridische beroepen: het notariaat (30 juni 2018). Brussel: Ministerie van Justitie, 2018.

Oosterbosch, Michel. “De fide instrumentorum: de notariële oorkonde en haar bewijskracht in de middeleeuwen.” In Instrumentum quantum pactum: zes opstellen over de kracht van de notariële akte vanaf de tijd van keizer Justinianus tot aan het huidige recht, uitgegeven door Paul L. Nève, 13-38. Ars Notariatus 51. Deventer: Uitgeverij Kluwer bv, 1991.

―. “De notaris in de Tiense samenleving in de middeleeuwen.” Brabantse Folklore 246 (1985): 90-119.

―. “Het openbare notariaat in Antwerpen tijdens de late middeleeuwen (1314-1531): een institutionele en prosopografische studie in Europees perspectief.” PhD diss., Katholieke Universiteit Leuven, 1992.

―. “Het openbare notariaat in Hasselt tijdens de middeleeuwen (14e-15e eeuw).” Het Oude Land van Loon 37 (1982): 223-73.

―. “Het openbare notariaat in Oost-Brabant tijdens de middeleeuwen: institutionele aspecten.” Historica Lovaniensia 138 (1982): 17-27.

―. “Openbare notarissen in het bisdom Luik voor 1400: een institutionele en diplomatische studie.” Licentiaatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, 1982.

―, Monique Vleeschouwers-Van Melkebeek, Paulette Pieyns-Rigo en Philippe Godding. “Het notariaat in de Belgische territoria tijdens de middeleeuwen.” In Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, uitgegeven door Claude Bruneel, Philippe Godding en Fred Stevens, 11-94. Brussel: Gemeentekrediet, 1998.

Ostos, Pilar en Maria L. Pardo, eds. Estudios sobre el notariado europeo (siglos xiv-xv). Historia y Geografía 24. Sevilla: Secretariado de Publicaciones de la Universidad de Sevilla, 1997.

Parkes, Malcolm B. Scribes, scripts and readers: studies in the communication, presentation and dissemination of medieval texts. Londen: The Hambledon Press, 1991.

Pastoureau, Michel. Les armoiries. Typologie des Sources du Moyen Âge Occidental 20. Turnhout: Brepols Publishers, 1976.

―. Les sceaux. Typologie des sources du Moyen Âge occidental 36. Turnhout: Brepols Publishers, 1981.

Piérard, Christiane. “Mons (moyen âge).” In Les institutions publiques régionales et locales en Hainaut et Tournai/Tournaisis sous l’Ancien Régime, uitgegeven door Florian Mariage, 247-57. Miscellanea Archivistica Studia 119. Brussel: Archives Générales du Royaume, 2009.

Pieyns-Rigo, Paulette. “Notaires d’officialité et notaires publics au service de l’officialité liégeoise (1252-1337).” Bulletin de la Commission Royale d’Histoire 132 (1966): 297-332.

― en Emile Brouette. “Seings manuels des notaires de l’officialité et des notaires publics à Liège, des origines à 1350.” Revue Belge de Numismatique et de Sigillographie 103 (1967): 87-114.

Pinti, Laura. “Plan over de toekomst van het ambt van notaris.” Koen Geens Minister van Justitie. Geraadpleegd 06.02.2019, https://www.koengeens.be.

Porter, Roy, ed. Rewriting the self: histories from the renaissance. Londen: Routledge, 1997.

Pouillon, Henry. “Le notariat.” In Les institutions publiques régionales et locales en Hainaut et Tournai/Tournaisis sous l’Ancien Régime, uitgegeven door Florian Mariage, 382-88. Miscellanea Archivistica Studia 119. Brussel: Archives Générales du Royaume, 2009.

Prevenier, Walter. “Le notaire public médiéval en Flandre, acteur sur le marché libre de la production des actes.” In Tabellions et tabellionages de la France médiévale et moderne, uitgegeven door Mathieu Arnoux en Olivier Guyotjeannin, 99-108. Parijs: École des Chartes, 2011.

―, James M. Murray en Michel Oosterbosch. “Les notaires publics dans les anciens Pays-Bas du xiie au xvie siècle.” In Estudios sobre el notariado europeo, uitgegeven door Pilar Ostos en Maria L. Pardo, 53-71. Historia y Geografía 24. Sevilla: Secretariado de Publicaciones de la Universidad de Sevilla, 1997.

Prud’homme, Emile. Inventaire sommaire des archives des tabellions et notaires de Hainaut. Brussel: s.n., 1902.

―. Les échevins et leurs actes dans la province de Hainaut. Bergen: Dequesne-Masquillier, 1891.

Reynaert, Joris. Catalogus van de Middelnederlandse handschriften in de Bibliotheek van de Universiteit van Gent. Wetteren: Universa, 1984-1996.

Rosenwein, Barabara H. “Y avait-il un moi au Moyen Âge?” Revue Historique 307, nr. 1 (2005): 31-52.

Rück, Peter. “Beiträge zur diplomatischen Semiotik.” In Graphische Symbole in mittelalterlichen Urkunden: Beiträge zur diplomatischen Semiotik, uitgegeven door Peter Rück, 13-47. Historische Hilfswissenschaften 3. Sigmaringen: Jan Thorbeke Verlag, 1996.

―, ed. Graphische Symbole in mittelalterlichen Urkunden: Beiträge zur diplomatischen Semiotik. Historische Hilfswissenschaften 3. Sigmaringen: Jan Thorbeke Verlag, 1996.

Sarazin, Jean-Yves. “L’historien et le notaire: acquis et perspectives de l’étude des actes privés de la France moderne.” Bibliothèque de l’École des Chartes 160, nr. 1 (2002): 229-70.

Schmitt, Jean-Claude. “La découverte de l’individu, une fiction historiographique?” In La fabrique, la figure et la feinte: fictions et statut des fictions en psychologie, uitgegeven door Paul Mengal en François Parot, 213-36. Parijs: Librairie philosophique Joseph Vrin, 1989.

Schmoeckel, Mathias en Werner Schubert, eds. Handbuch zur Geschichte des Notariats der europäischen Traditionen. Rheinische Schriften zur Rechtsgeschichte 12. Baden-Baden: Nomos Verlag, 2009.

Schotel, Gillis D. J. Leven, gedrukte werken en handschriften van Cornelis van Alkemade en Pieter van der Schelling. Breda: F. P. Sterk, 1833.

Schuler, Peter-Johannes. “Formelbuch und Notariat.” In Forma servata: vijf opstellen over formulieren en formulierboeken in het notariaat van de middeleeuwen tot vandaag, uitgegeven door Paul L. Nève en J. J. Verbeek, 1-50. Ars Notariatus 85. Deventer: Wolters Kluwer, 1998.

Shaw, David G. Necessary conjunctions: the social self in medieval history. The New Middle Ages. New York: Palgrave Macmillan, 2005.

Sivéry, Gérard. Structures et vie rurale dans le Hainaut à la fin du Moyen Âge. Atelier National de Reproduction des Thèses. Rijsel: Presses Universitaires de Lille, 1977.

Sommé, Monique. La correspondance d’Isabelle de Portugal, duchesse de Bourgogne (1430-1471). Instrumenta 18. Ostfildern: Jan Thorbecke Verlag, 2009.

Stevens, Fred. “Histoire du notariat en Belgique.” In Handbuch zur Geschichte des Notariats der europäischen Traditionen, uitgegeven door Mathias Schmoeckel en Werner Schubert, 361-74. Rheinische Schriften zur Rechtsgeschichte 12. Baden-Baden: Nomos Verlag, 2009.

Tassin, René P. en Charles-François Toustain. Nouveau traité de diplomatique, où l'on examine les fondements de cet art, on établit des règles sur le discernement des titres et l'on expose historiquement les caractères des bulles pontificales et des diplômes donnés en chaque siècle. Parijs: Guillaume Desprez, 1759.

Tessier, Georges. Diplomatique royale française. Parijs: Éditions A. et J. Picard, 1962.

Tock, Benoît-Michel. “Introduction.” In Les actes comme expression du pouvoir au Haut Moyen Âge: actes de la Table Ronde de Nancy, uitgegeven door Marie-José Gasse-Grandjean en Benoît-Michel Tock, 9-15. Atelier de Recherches sur les Textes Médiévaux 5. Turnhout: Brepols Publishers, 2003.

―. Scribes, souscripteurs et témoins dans les actes privés en France (viie – début xiie siècle). Atelier de Recherches sur les Textes Médiévaux 9. Turnhout: Brepols Publishers, 2005.

Ullmann, Walter. The individual and society in the Middle Ages. Baltimore: J. Hopkins Press, 1966.

Van Acker, Kamiel Gerard. Census van de handschriften in de bibliotheek der Rijksuniversiteit te Gent i-v. Gent: Rijksuniversiteit Gent, 1955-1964.

Van Camp, Valeria. De oorkonden en de kanselarij van de graven van Henegouwen, Holland en Zeeland. Schriftelijke communicatie tijdens een personele unie: Henegouwen, 1280-1345. Schrift en schriftdragers in de Nederlanden in de middeleeuwen 5. Hilversum: Verloren, 2011.

Van de Reyde, Maurits. “Schiet niet op de notaris, maar stem onmondige politici weg.” Knack, 10.03.2018. Geraadpleegd 06.02.2019, https://www.knack.be.

Van der Schelling, Pieter. Histori van het notarisschap, behelzende den oorsprong, ’t begin, en den voortgang van het notarisschap, kancellierschap, sekretarisschap, griffierschap, klerkschap enz. byzonder in de Nederlanden, enz. mitgaders de Engelsche praktyk, bestaande in een verhandeling van de testamenten, van de uitvoering der testamenten, door executeurs, en van de koustumen van Engeland, en deszelfs primaat, den aartsbisschop van Kantelberg, ontrent de testamenten, en testamentaire executeurs, in, en buiten het rijk, alsook ontrent het koopen, aanneemen, en administreeren, en het verkoopen, en transporteeren van Engelsche effecten, onder andere gevolgd in de Nederlanden, benevens des oorsprong der voors. gewoontens. Rotterdam: Philippus en Jakobus Losel, 1745.

Van Dievoet, Guido. “Notarisboeken en formulierboeken voor notarissen in de Zuidelijke Nederlanden van 1500 tot 1800.” In Forma servata: vijf opstellen over formulieren en formulierboeken in het notariaat van de middeleeuwen tot vandaag, uitgegeven door Paul L. Nève en J. J. Verbeek, 51-84. Ars Notariatus 85. Deventer: Wolters Kluwer, 1998.

―. Les coutumiers, les styles, les formulaires et les ‘artes notariae’. Typologie des Sources du Moyen Âge Occidental 48. Turnhout: Brepols Publishers, 1986.

Van Horenbeek, Jeroen. “Hervormingsrapport. Sp.a: ‘Notariskosten moeten niet omlaag. Ze moeten verdwijnen’.” De Morgen, 08.08.2018. Geraadpleegd 06.02.2019, https://www.demorgen.be.

Vanden Bussche, Emile. “Les notaires d’autrefois, comment ils signaient leurs actes.” La Flandre: Revue des Monuments d’Histoire et d’Antiquités 2 (1868): 121-43.

Vandersmissen, Michel. “Moet het notariaat op de schop? Schaf het notariaat voor eenvoudige taken af.” Knack, 07.03.2018. Geraadpleegd 06.02.2019, https://www.knack.be.

Verbergt, Matthias en Simon Andries. “Minister van Justitie Koen Geens. ‘Ik beloof: de notaris wordt goedkoper’.” De Standaard, 03.09.2018. Geraadpleegd 06.02.2019, https://www.standaard.be.

Vleeschouwers-Van Melkebeek, Monique. “Notaires d’officialité dans le diocèse de Tournai au xiiie sciècle.” In Horae Tornacenses (1171-1971): recueil d’études d’histoire publiées à l’occasion du viiie centenaire de la consécration de la cathédrale de Tournai, uitgegeven door Léon E. Halkin, Henri Platelle en Nicolas Huyghebaert. Doornik: Archives de la Cathédrale, 1972.

―. De officialiteit van Doornik: oorsprong en vroege ontwikkeling (1192-1300). Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Klasse der Letteren 47. Brussel: Paleis der Academiën, 1985.

Walwein de Tervliet, Joseph Antoine. Catalogue des manuscrits de la bibliothèque publique de la ville de Gand. Gent: Imprimerie de J. N. Houdin, 1816.

Wymans, Gabriël. Répertoire d'armoiries sur sceaux des hommes de fief du comté de Hainaut xiiie-xviiie siècles. Brussel: Algemeen Rijksarchief, 1980.

―. Inventaire analytique de chartrier de la Trésorerie des comtes de Hainaut. Brussel: Algemeen Rijksarchief, 1985.

Yernaux, Jean. “Les notaires publics du xiiie au xvie siècle spécialement au Franc de Bruges.” Bulletin de la Commision Royale d’Histoire. Académie Royale de Belgique 82 (1913): 111-82.

Zimmerman, Michel. “Affirmation et respect de l’autorité dans les chartes.” In Les actes comme expression du pouvoir au Haut Moyen Âge, uitgegeven door Marie-José Gasse-Grandjean en Benoît-Michel Tock, 215-40. Ate­lier de Recherches sur les Textes Médiévaux 5. Turnhout: Brepols Publishers, 2003.

Download scriptie (6.96 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Els De Paermentier