Click it, like it, share it? Sociale mediawijsheid onder de loep.

Marie-Julie
Heugens

“Ik zou niet meer kunnen leven zonder sociale media. Op Instagram deel ik al mijn leuke foto’s, als ik zin heb in muziek ga ik naar YouTube en als ik snel eens wil afspreken met vrienden stuur ik hen gewoon een berichtje via Facebook. Het is zo vanzelfsprekend dat ik er zelfs niet meer bij stilsta hoe gehecht ik eraan ben”. Meisje, 17 jaar, TSO

Een uitspraak waar niemand van staat te kijken anno 2019 want Facebook, Instagram en YouTube zijn maar enkele voorbeelden van sociale media die tegenwoordig niet meer weg te denken zijn uit onze digitale wereld. Vooral in het leven van jongeren hebben ze een centrale plaats ingenomen en zijn ze uitgegroeid tot een van de belangrijkste communicatiemiddelen. In de huidige maatschappij is het dan ook van belang dat jongeren de voordelen van online interacties kunnen maximaliseren en de gevaren ervan minimaliseren, ook wel sociale mediawijsheid genaamd.

Sociale media wat?

Sociale mediawijsheid zijn de competenties die iemand nodig heeft om op een kritische en bewuste manier om te gaan met sociale media. Met andere woorden, de mate waarin iemand de opportuniteiten van sociale media kan benutten en de risico’s ervan kan vermijden. Vooral voor jongeren kan dit een uitdaging zijn, aangezien ze er op een vrij intuïtieve manier mee omgaan en vaak nog niet de capaciteit bezitten om dit alles vanuit een kritisch perspectief te bekijken.

Volgens het conceptueel kader van Vanwynsberghe (2014) kan sociale mediawijsheid opgesplitst worden in drie competenties die onderling verweven zijn namelijk praktische, cognitieve en affectieve competenties. De eerste competentie is de praktische of de zogenaamde knoppenkennis. Cognitieve competenties verwijzen dan weer naar het kritisch kunnen analyseren en evalueren van content. De derde competentie is de affectieve en verwijst naar de attitude of ingesteldheid die iemand heeft tegenover sociale media. Om volledig sociale mediawijs te zijn, moeten jongeren over alle drie de competenties beschikken. Daarnaast kunnen deze drie competenties nog eens onderverdeeld worden in vier dimensies namelijk omgaan met informatie, communiceren, creëren van content en probleemvermijdend/probleemoplossend gedrag vertonen op sociale media.

Ondanks het grote belang ervan, doet de term sociale mediawijsheid waarschijnlijk geen belletje rinkelen in uw hoofd. Maar geen paniek want ook voor de meeste wetenschappers is het een relatief onontgonnen terrein. Daarom tracht deze masterproef een antwoord te vinden op de vraag hoe jongeren tussen 16 en 18 jaar de opportuniteiten en risico’s van sociale media ervaren in termen van sociale mediawijsheid.

Laat het interviewen beginnen

Voor deze masterproef is er gebruik gemaakt van diepte-interviews. Dit is een kwalitatieve onderzoeksmethode met als doel om diepgaande inzichten te verkrijgen omtrent jongeren en hun sociale mediagebruik op Instagram, Facebook en YouTube. Hierbij staat de leefwereld van middelbare scholieren tussen 16 en 18 jaar uit zowel ASO en TSO centraal.  De bevindingen uit de diepte-interviews worden telkens gerelateerd aan het conceptuele kader van sociale mediawijsheid volgens Vanwynsberghe (2014) en benadrukken de ervaring die de respondenten hebben met zowel de opportuniteiten als met de risico’s van sociale media.

Opportuniteiten en risico’s van sociale media in termen van sociale mediawijsheid

Op vlak van opportuniteiten blijkt dat de ondervraagde jongeren over de juiste mentale ingesteldheid en de nodige knoppenkennis beschikken om de voordelen van sociale media als communicatietool te kunnen benutten. De affectieve en praktische competenties zijn hier met andere woorden voldoende aanwezig. Zo hebben de respondenten een positieve attitude tegenover sociale media en zien ze het vooral als een snel en handig communicatietool waar men zichzelf kan ontplooien en in contact kan blijven met vrienden en familie. Wel blijken de cognitieve competenties van de respondenten hieromtrent ondermaats te zijn. Ze gaan de specifieke content en hun eigen publiek op sociale media dus niet altijd even kritisch en bewust gaan evalueren. Men ziet sociale media dan ook als een gewoonte en gaat eerder impulsief of uit reflex zaken online delen.

De risico’s van sociale media kunnen in drie delen worden opgesplitst. Ten eerste worden de inhoudsrisico’s bevraagd zoals commerciële en haatdragende content. Daarnaast zijn er ook gedragsrisico’s zoals cyberpesten, privacy gerelateerde gevaren en sexting. Voor deze twee soorten risico’s van sociale media zijn de nodige cognitieve competenties aanwezig, men is zich met andere woorden bewust van de gevaren en weet wat ze inhouden. Maar daarnaast is er wel een gebrek aan knoppenkennis en een positieve ingesteldheid om de potentiële risico’s altijd even succesvol te kunnen vermijden. Wanneer men effectief in een negatieve situatie terechtkomt gaat men namelijk het probleem eerder normaliseren of negeren waardoor men niet of minder actief naar oplossingen gaat zoeken. Als laatste kan er ook sprake zijn van mensen die zich anders voordoen online of contact met onbekenden, dit zit onder de noemer van contactrisico’s. Hierbij beschikt men wel over voldoende praktische, cognitieve en emotionele competenties in termen van sociale mediawijsheid. Als verklaring geven de respondenten aan dat contactrisico’s regelmatig aan bod komen op school en dat er meer aandacht aan wordt besteed door hun ouders.

Geslaagd maar nog ruimte voor verbetering

Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat de ondervraagde jongeren voldoende in staat zijn om de voordelen van sociale media te maximaliseren en de risico’s ervan te minimaliseren. Al zijn er nog essentiële vaardigheden die soms ontbreken op vlak van sociale mediawijsheid en is er dus nog ruimte voor verbetering. Hoewel het gebruik van sociale media in de huidige maatschappij wordt gezien als vanzelfsprekend, blijkt het dus toch niet allemaal zo gemakkelijk te zijn. Facebook, Instagram en YouTube mogen dan wel dagelijks door miljoenen jongeren gebruikt worden, toch blijft het belangrijk dat iedereen sociale mediawijsheid hoog in het vaandel draagt en er aandacht aan besteedt. Want zeg nu eens eerlijk, beschik jij over alle competenties om sociale mediawijs te zijn? 

Bibliografie

Ala-Mutka, K. (2011). Mapping Digital Competence: Towards a Conceptual Understanding. Luxembourg: Publications Office of the European Union.

Allen, K., Ryan, T., Gray, D., McInerney, D. & Waters, L. (2014). Social media use and social connectedness in adolescents: the positives and the potential pitfalls. The Australian Educational and Developmental Psychologist, 31(1), 18-31.

Antheunis, M., Schouten, A. & Krahmer, E. (2016). The role of social networking sites in early adolescents’ social lives. The Journal of Early Adolescence, 36(3), 348-371.

Banaji, S., Livingstone, S., Nandi, A. & Stoilova, M. (2018). Instrumentalising the digital: findings from a rapid evidence review of development interventions to support adolescents’ engagement with ICTs in low and middle income countries. Development in Practice, 28(3),1-23.

Bawden, D. (2001). Information and digital literacies: A review of concepts. Journal of Documentation, 57(2), 218–259.

Bruner, G. C., Hensel, P. J. & James, K. E. (2001). Marketing scales handbook. 3. A compilation of multi-item measures. Chicago, Ill., USA: American Marketing Association.

Buckingham, D. (2003). Media education: Literacy, learning, and contemporary culture. Cambridge: Polity Press.

Cabello, T, Cabello, P. & Claro, M. (2017). Online opportunities and risks for children and adolescents: The role of digital skills, age, gender and parental mediation in Brazil. New Media & Society, 20(7), 2411-2431.

Carr, C. & Hayes, R. (2015). Social media: Defining, developing, and divining. Atlantic Journal of Communication, 23(1), 1-43.

Christofides, E., Muise, A. & Desmarais, S.(2012). Risky Disclosures on Facebook: The Effect of Having a Bad Experience on Online Behavior. Journal of Adolescent Research, 27(6), 1-11.

Daneels, R. &  Vanwynsberghe, H. (2017). Mediating social media use: Connecting parents’ mediation strategies and social media literacy. Cyberpsychology: Journal of Psychosocial Research on Cyberspace, 11(3), 1-13.

d'Haenens, L., Vandoninck, S. & Donoso, V. (2013) How to cope and build online resilience? EU Kids Online, London, UK.

Doyle, C. (1994). Information literacy in an information society : a concept for the information age. Syracuse, N.Y : ERIC Clearinghouse on Information & Technology.

Ferrari, A. (2013). DIGCOMP: A Framework for Developing and Understanding Digital Competence in Europe. Luxembourg: Publications Office of the Europian Union.

Fox, J. & Moreland, J. (2015). The dark side of social networking sites: An exploration of the relational and psychological stressors associated with Facebook use and affordances. Computers in Human Behavior, 45(1), 168-176.

Frison, E. & Eggermont, S. (2016). "Harder, Better, Faster, Stronger": Negative Comparison on Facebook and Adolescents' Life Satisfaction Are Reciprocally Related. Cyberpsychology, behavior and social networking, 19(3), 158-64.

Gilster, P. (1997). Digital literacy. New York, NY: Wiley.

Glaser, B. & Strauss, A. (1967). The Discovery of Grounded Theory: Strategies for Qualitative Research. Chicago: Aldine Publishing Company.

Haddon, L. (2014). Technical interviews report: the qualitative study. LSE, London: EU Kids Online.

Hargittai, E. (2009). An update on survey measures of web-oriented digital literacy. Social Science Computer Review, 27(1), 130-137.

Hasebrink, U., Görzig, A., Haddon, L., Kalmus, V. & Livingstone, S. (2011). Patterns of risk and safety online: in-depth analyses from the EU Kids Online survey of 9- to 16-year-olds and their parents in 25 European countries. LSE, London: EU Kids Online.

Helsper, E., Kalmus, V., Hasebrink, U., Sagvari, B. & de Haan, J. (2013). Country classification: opportunities, risks, harm and parental mediation. LSE, London: EU Kids Online.

Holloway, D., Green, L. & Livingstone, S. (2013). Zero to eight. Young children and their internet use. LSE, London: EU Kids Online.

iMinds (2017). Digimeter 2017. Geraadpleegd op 28 april 2018 op het World Wide Web: https://www.imec-int.com/drupal/sites/default/files/inline-files/imec-digimeter-full-2018.pdf

iMinds (2018). Digimeter 2018. Geraadpleegd op 2 mei 2019 op het World Wide Web: https://www.imec-int.com/drupal/sites/default/files/inline-files/457015-IMEC-DIGIMETER-2019-NL-v9.pdf

Kaplan, A. M. & Haenlein, M. (2010). Users of the world, unite! The challenges and opportunities of social media. Business Horizons, 53(1), 59-68.

Kapoor, K., Tamilmani, K., Rana, N., Patil, P., Dwivedi, Y. & Nerur, S. (2018). Advances in Social Media Research: Past, Present and Future. Information Systems Frontiers, 20(3), 531-558.

Koltay, T. (2011). The media and the literacies: media literacy, information literacy, digital literacy. Media, Culture & Society, 33(2), 211-221.

Litt, E. (2013). Measuring users’ internet skills: A review of past assessments and a look toward the future. New Media & Society, 15(4), 612-630.

Livingstone, S. & Brake, D. (2009). On the Rapid Rise of Social Networking Sites: New Findings and Policy Implications. Children & Society, 24(1), 75-83.

Livingstone, S. (2014). Developing social media literacy: how children learn to interpret risky opportunities on social network sites. Communications: The European Journal of Communication Research, 39(3), 283-303.

Livingstone, S. & Görzig, A. (2014). When adolescents receive sexual messages on the internet: Explaining experiences of risk and harm. Computers in Human Behavior, 33(1), 8-15.

Livingstone, S., Haddon, L., Görzig, A. & Olafsson, K. (2011). EU kids online: final report. LSE, London: EU Kids Online.

Livingstone, S., Haddon, L. & Görzig, A. (Eds.)(2012). Children, risk and safety on the internet: research and policy challenges in comparative perspective. Bristol: Policy Press.

Livingstone, S. & Helsper, E. J. (2010). Balancing opportunities and risks in teenagers’ use of the internet: The role of online skills and internet self-efficacy. New Media & Society, 12(2), 309-329.

Livingstone, S., Kirwall, L., Ponte, C. & Staksrud, E. (2014). In their own words: what bothers children online? European Journal of Communication, 29(3), 271-288.

Livingstone, S., Mascheroni, G. & Staksrud, E. (2015). Developing a framework for researching children’s online risks and opportunities in Europe. LSE, London: EU Kids Online.

Livingstone, S. (2004a). Media literacy and the challenge of new information and communication technologies. Communication Review, 7(1),  3-14.

Livingstone, S. & Olafsson, K. (2011) Risky communication online. London: Media@LSE Electronic Working Papers.

Livingstone, S., Olafsson, K., Helsper, E., Villanueva, F., Veltri, G. & Folkvord, F. (2017). Maximizing Opportunities and Minimizing Risks for Children Online: The Role of Digital Skills in Emerging Strategies of Parental Mediation. Journal of Communication, 67(1), 82-105.

Livingstone, S. (2008b). Taking risky opportunities in youthful content creation: Teenagers' use of social networking sites for intimacy, privacy and self-expression. New Media & Society, 10(3), 459-477.

Livingstone, S. (2003). The changing nature and uses of media literacy. London: Media@LSE Electronic Working Papers.

Livingstone, S., Van Couvering, E. & Thumim, N. (2008a). Converging traditions of research on media and information literacies. In Coiro, J., Knobel M. & Lankshear C. (Ed.), Handbook of Research on New Literacies. (pp.103-132). New York: Taylor & Francis Group.

Livingstone, S. (2004b). What is media literacy? Intermedia, 32(3), 18-20.

Mariën, I. & Van Audenhove, L. (2011). Mediageletterdheid en digitale vaardigheden: Naar een multidimensioneel model van digitale exclusie. Studiedienst Vlaamse Gemeenschap.

Mariën, I. & Vleugels, C. (2011).  Van digitale kloof naar digitale inclusie: Naar een duurzame ondersteuning van e‐inclusie initiatieven in Vlaanderen. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 39(4), 104‐119.

Martin, A. & Grudziecki, J. (2006). DigEuLit: Concepts and tools for digital literacy development. ITALICS, 5(4), 249-267.

Mediaraven, Mediawijs & MICT (2018). Onderzoeksrapport Apestaartjaren 7. Paper gepresenteerd voor de Conferentie Apestaartjaren 7, Gent.

Olafsson, K., Livingstone, S. & Haddon, L. (2013). Children’s Use of Online Technologies in Europe. A review of the European evidence base. LSE, London: EU Kids Online.

O’Neill, B. & Staksrud, E. (2014). Final recommendations for policy. London: EU Kids Online, LSE.

Paulussen, S., Courtois, C., Mechant, P. & Verdegem, P. (2010). Adolescents’ New Media Literacy in Flanders (Belgium). Observatorio (OBS*) Journal, 4(4), 361-374.

Porat, E., Blau, I. & Barak, A. (2018). Measuring digital literacies: Junior high-school students' perceived competencies versus actual performance. Computers & Education, 126(1), 23-36.

Potter, J. (2010). The state of media literacy. Journal of Broadcasting & Electronic Media, 54(4), 675-696.

Potter,  J. (2016). Media literacy. 8th ed. Los Angeles: SAGE.

Reid, D. & Weigle, P. (2014). Social media use among adolescents: Benefits and risks. Adolescent Psychiatry, 4(1), 73-80.

Ringrose, J., Gill, R., Livingstone, S. & Harvey, L. (2012). A qualitative study of children, young people and 'sexting': a report prepared for the NSPCC. London: National Society for the Prevention of Cruelty to Children.

Rodriguez-de-Dios, I., Van Oosten, J. & Iguarta, J. (2018). A study of the relationship between parental mediation and adolescents’ digital skills, online risks and online opportunities. Computers in Human Behavior, 82(1), 186-198.

Schurgin O'Keeffe, G. & Clarke-Pearson, K. (2011). The Impact of Social Media on Children, Adolescents, and Families. Pediatrics, 127(4), 800-806.

Smahel, D. & Wright, M. (2014). The meaning of online problematic situations for children: results of qualitative cross-cultural investigation in nine European countries. LSE, London: EU Kids Online.

Tekale, R. (2018). Digital literacy. The South Asian Academic Research Chronicle, 6(9), 152-157.

T'Sas, J., Driesen, A., Meeus, W. & Van Ouytsel, J. (2014). Mediawijs met Media Didactica. Ontwikkelingsinstrument voor lerenden, leraren en lerarenopleiders. Brugge: die Keure.

Van Audenhove, L., Mariën, I. & Vanwynsberghe, H. (2018). Media Literacy Policy in Flanders Belgium: From Parliamentary Discussions to Public Policy. Journal of Media Literacy Education, 10(1), 59-81.

Van Audenhove, L., Mariën, I., Vanwynsberghe, H. (2017). Mediawijsheid in Vlaanderen. Van Parlementaire discussie tot de oprichting van het Kenniscentrum Mediawijsheid. Tijdschrift voor Communicatie­wetenschap, 45(4), 244-266.

Van Deursen, A., Helsper, E. & Eynon, R. (2016) Development and validation of the Internet Skills Scale (ISS). Information, Communication & Society, 7(1), 1-20.

Van Deursen, A. & Van Dijk, J. (2010). Internet skills and the digital divide. New Media & Society, 13(6), 893-911.

Vandoninck, S. (2016). Dealing with online risks: how to develop adequate coping strategies and preventive measures with a focus on vulnerable children. KU Leuven. Faculteit Sociale Wetenschappen, Leuven, België.

Vandoninck, S., d’Haenens, L., De Cock, R. & Donoso, V. (2012). Social networking sites and contact risks among Flemish youth. Childhood, 19(1), 69-85.

Vandoninck, S., d’Haenens, L. & Donoso, V. (2010). Digitale geletterdheid bij Vlaamse jongeren: hoe gaan ze om met online contentrisico’s? Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 38(2), 100-117.

Vandoninck, S., d’Haenens, L. & Roe, K. (2013). Online risks : coping strategies of less resiliient children and teenagers across Europe. Journal of Children and Media, 7(1), 60-78.

Vandoninck, S., d'Haenens, L. & Smahel, D. (2014). Preventive measures: how youngsters avoid online risks. LSE, London: EU Kids Online.

Van Ouytsel, J., Walrave, M. & Ponnet, K. (2015). Like it or not? Hoe sociale media hun intrede doen op school? WELWIJS, 26(4), 7–10.

Vanwynsberghe, H., Boudry, E. & Verdegem, P. (2015a). De impact van ouderschapsstijlen op de ontwikkeling van sociale mediageletterdheid bij adolescenten. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 43(1), 84-100.

Vanwynsberghe, H. (2014). How users balance opportunity and risk : a conceptual exploration of social media literacy and measurement. Ghent University. Faculty of Political and Social Sciences, Ghent, Belgium.

Vanwynsberghe, H., Paulussen, S. & Verdegem, P. (2011). Het belang van (onderzoek naar) nieuwe mediageletterdheid. Etmaal van de communicatiewetenschappen, Proceedings. Presented at the Etmaal van de Communicatiewetenschappen, Twente, Nederland: Universiteit Twente.

Vanwynsberghe, H., Vanderlinde, R., Georges, A. & Verdegem, P. (2015b). The librarian 2.0: identifying a typology of librarians’ social media literacy. JOURNAL OF LIBRARIANSHIP AND INFORMATION SCIENCE, 47(4), 283–293.

Vanwynsberghe, H. & Verdegem, P. (2013). Integrating social media in education. CLCWeb: Comparative Literature and Culture, 15(3), 1-11.

Download scriptie (4.69 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Prof. dr. Karin Raeymaeckers