Het hoorrecht van de minderjarige: horen, zien en… zwijgen?

Laurence
Jacquet

Deze scriptie gaat over het hoorrecht van de minderjarige in burgerrechtelijke procedures. Meer bepaald gaat deze scriptie op zoek naar de knelpunten in de Belgische regeling van het hoorrecht van de minderjarige ten opzichte van wat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Kinderrechtenverdrag vereisen. Daarnaast stelt deze scriptie de vraag welke aanpassingen aan de Belgische wetgeving nodig zijn om dit hoorrecht in overeenstemming te brengen met deze verdragen en een veroordeling door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) te vermijden.

Kind met handen over de oren

Het hoorrecht: wat?

In procedures waarin kinderen betrokken zijn, is hun mening van belang voor het oordeel van de rechter.  Volgens artikel 12 Kinderrechtenverdrag heeft elke minderjarige die in staat is zijn mening te vormen, het recht die mening vrijelijk te uiten in alle aangelegenheden die hem betreffen. Daarom heeft elk kind het recht te worden gehoord in elke procedure die hem aanbelangt. De grondslag voor dit hoorrecht is artikel 12 Kinderrechtenverdrag alsook het in artikel 8 EVRM gewaarborgde recht op eerbiediging van het familieleven. Op basis hiervan hoort de rechter  de minderjarige bijvoorbeeld in voogdijzaken. In België regelen de artikelen 1004/1 en 1004/2 Gerechtelijk Wetboek deze materie. 

Relevantie van het onderzoek

Het hoorrecht van de minderjarige wijst op het feit dat de deelname van minderjarigen in het recht toeneemt. Sinds het EHRM de principes van artikel 12 Kinderrechtenverdrag toepast op het recht op eerbiediging van het familieleven van artikel 8 EVRM (M. en M. t. Kroatië, § 181), is het van belang om na te gaan of de Belgische regeling van het hoorrecht van de minderjarige in overeenstemming is met het EVRM en het Kinderrechtenverdrag. In geval van niet-overeenstemming met deze verdragen bestaat immers het risico op een veroordeling door het EHRM. Bijgevolg luidt de onderzoeksvraag: “Hoe kan het hoorrecht van de minderjarige in België in burgerrechtelijke procedures aangepast worden om in overeenstemming te zijn met het EVRM en het IVRK?”

Horen?

Onderzoeksresultaten

De Belgische regeling van het hoorrecht van de minderjarige bevat knelpunten op vier vlakken, namelijk in het personeel en materiële toepassingsgebied, de modaliteiten en de gevolgen van het hoorrecht.

  1.  Personeel toepassingsgebied

Het personele toepassingsgebied van het hoorrecht van de minderjarige vormt het eerste knelpunt. In België hanteren zowel de gemeenrechtelijke regeling als de bijzondere regelingen in adoptie-, voogdij- en jeugdbeschermingszaken een (onderling verschillende) leeftijdsgrens voor de hoorplicht en/of oproepingsplicht. Artikel 12 Kinderrechtenverdrag werkt daarentegen zonder leeftijdsgrens en houdt ook rekening met het onderscheidingsvermogen van de minderjarige. Daarenboven raadde het Kinderrechtencomité België uitdrukkelijk af om met een leeftijdsgrens te werken.

Bij een hervorming is het aanbevolen om zowel met de leeftijd als met de rijpheid van de minderjarige rekening te houden. Artikel 12 Kinderrechtenverdrag stelt immers dat het gaat om elke minderjarige "die in staat is zijn mening te vormen". De scriptie gaat dieper in op de wijze waarop dit verwezenlijkt kan worden.

  1. Materieel toepassingsgebied

Het materiële toepassingsgebied is het tweede knelpunt. Volgens artikel 12 Kinderrechtenverdrag is het hoorrecht van toepassing "in iedere gerechtelijke en bestuurlijke procedure die het kind aanbelangt". De Belgische gemeenrechtelijke regeling is echter van toepassing in beperkte materies, zoals geschillen over de verblijfsregeling.

Het is dus aanbevolen om het hoorrecht van de minderjarige toe te passen in alle aangelegenheden die hem aanbelangen. Hiervoor kan de wetgever inspiratie putten uit Nederland waar het hoorrecht van toepassing is op "zaken betreffende minderjarigen" (art. 809 Rv.).

  1. Modaliteit: informeren minderjarige

Het derde knelpunt gaat over het feit dat de minderjarige erover geïnformeerd wordt dat de procespartijen inzage kunnen hebben van het verslag van het onderhoud. Het risico bestaat daarbij dat de minderjarige zijn werkelijke mening niet durft te uiten tijdens het onderhoud met de rechter. De vraag is dan of het hoorrecht van de minderjarige gereduceerd wordt tot een illusoir recht: een hoorrecht of eerder horen, zien en zwijgen?

Zwijgen

Daarom is het aangewezen om de minderjarige pas op het einde van het onderhoud in te lichten over de inzage van het verslag. Indien de minderjarige niet wil dat de partijen kennisnemen van bepaalde informatie, moet de rechter deze 'geheime' informatie uit het verslag laten en mag hij zijn oordeel daarop niet baseren.  Dit is echter een moeilijke, quasi onmogelijke oefening. De rechter kan ook samen met de minderjarige zoeken naar een aanvaardbare herformulering, wat reeds in Nederland gebeurt. Zo herformuleren sommige rechters in Nederland samen met de minderjarige de 'geheime' informatie op een wijze dat ze wel met de partijen gedeeld mag worden.

  1. Gevolg: minderjarige (g)een procespartij

Het vierde knelpunt gaat over het feit dat de minderjarige in de Belgische regeling geen procespartij wordt wanneer hij het hoorrecht uitoefent. Het Kinderrechtencomité gaat er daarentegen vanuit dat de minderjarige wel procespartij is en dat hij rechtsmiddelen kan instellen tegen de rechterlijke beslissing. 

In het licht van het EVRM en het Kinderrechtenverdrag is het daarom aanbevolen om minderjarigen de mogelijkheid te geven vrijwillig tussen te komen in het geding (zoals reeds gebeurt in adoptiezaken) of om (trapsgewijze) procesbekwaamheid van de minderjarige in te voeren. Toch zou de opportuniteit daarvan meteen in vraag gesteld kunnen worden vanuit het idee dat procesbekwame minderjarigen nood hebben aan bijstand door een advocaat. Of dat wenselijk is voor de oplossing van het geschil kan worden betwijfeld. Verdere reflectie hierover is dan ook aangewezen.

Besluit

Hoewel het hoorrecht een goede zaak is voor de participatie van minderjarigen in het recht, vertoont de Belgische implementatie dus meerdere knelpunten ten opzichte van het EVRM en het Kinderrechtenverdrag. Na de aanbeveling van het Kinderrechtencomité in 2019 om de regeling i.v.m. de leeftijdsgrens te wijzigen is de vraag of en hoe de wetgever hieraan gehoor zal geven. Dat een wijziging wenselijk is, moge echter duidelijk zijn.

 Rechter

De scriptie somt meer knelpunten op en analyseert ze op gedetailleerde wijze. Daarnaast geeft de scriptie alternatieve juridische technieken om de Belgische regeling van het hoorrecht van de minderjarige in overeenstemming te brengen met het EVRM en het Kinderrechtenverdrag.

 

Bibliografie

Bibliografie

België

Wetgeving

Internationale normen

Verklaring van Genève inzake de Rechten van het Kind van 26 september 1924, http://www.un-documents.net/gdrc1924.htm.

Statuut Internationaal Gerechtshof van 26 juni 1945, BS 1 januari 1946.

Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 10 december 1948, BS 31 maart 1949, 2488.

Statuut van de Raad van Europa van 5 mei 1949, European Treaty Series n°1.

Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950, BS 219 augustus 1955, 5029.

Verklaring van de Rechten van het Kind van 20 november 1959, UN Doc. A/RES/1386.

General guidelines regarding the form and contents of periodic reports to be submitted by States Parties under art. 44, §1, (b) of the Convention, aangenomen door het Comité voor de Rechten van het kind op 11 oktober 1996, CRC/C/58.

Internationaal Verdrag inzake burgerlijke en politieke rechten van 19 december 1966, BS 6 juli 1983, 8815.

Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten van 19 december 1966, BS 6 juli 1983, 8808.

Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht van 23 mei 1969, BS 25 december 1993, 28707.

Voorlopige Procedureregels van het Kinderrechtencomité van 14 november 1991, UN Doc. CRC/C/4.

Verdrag inzake de rechten van het kind, aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties te New York op 20 november 1989, goedgekeurd door België bij wet van 25 november 1991, BS 17 januari 1992, 805.

Protocol n°11 EVRM van 11 mei 1994, Council of Europe Treaty Series n°155.

Consideration of reports submitted by States Parties under article 44 of the Convention: initial reports of States parties due in 1994 (6 September 1994), Committee of the Rights of the Child, CRC/C/11/Add.4 (1994).

Concluding observations of the Committee on the Rights of the Child: Belgium (20 June 1995), CRC/C/15/Add.38.

General Comment No. 12, The right of the child to be heard (20 juli 2009), Committee on the Rights of the Child, CRC/C/GC/12 (2009).

Richtsnoeren van het Comité van Ministers van de Raad van Europa voor kindvriendelijke justitie van 17 november 2010.

3e Facultatief Protocol bij het IVRK inzake een mededelingsprocedure van 19 december 2011, https://www.ohchr.org/EN/ProfessionalInterest/Pages/OPICCRC.aspx.

High Level Conference on the Future of the European Court of Human Rights, Brighton Declaration, 19-20 april 2012, https://www.echr.coe.int/Documents/2012_Brighton_Final Declaration_ENG.pdf.

Protocol n°15 EVRM van 16 mei 2013, Council of Europe Treaty Series n°213.

General Comment No. 14, The right of the child to have his or her best interests taken as a primary consideration (29 mei 2013), Committee on the Rights of the Child, CRC/C/GC/14 (2013).

Concluding Observations of the Committee of the Rights of the Child on the combined fifth and sixth reports of Belgium (1 February 2019),  CRC/C/BEL/CO/5-6 (2019).

Supranationale normen

Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, nr. 2012/C 326/02, 12 december 2007, Pb.L. 26 oktober 2012, afl. 326, 391.

Verord.Raad nr. 2201/2003, 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van Verordening nr. 1347/2000, Pb.L 23 december 2003, afl. 338, p. 1-29.

Verdrag van Den Haag van 19 oktober 1996 inzake de bevoegdheid, het toepasselijk recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen, BS 22 augustus 2014, 63560.

Verdrag van Den Haag van 25 oktober 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen, BS 24 april 1999, 34264.

Interne normen

Burgerlijk Wetboek, BS 21 maart 1804, 0.

Grondwet, BS 17 februari 1994, 4054.

Gerechtelijk Wetboek, BS 10 oktober 1967, 11360.

Jeugdbeschermingswet, BS 15 april 1965, 4014.

Bijzondere Wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, BS 7 januari 1989, 315.

Wet van 25 november 1991 houdende goedkeuring van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, aangenomen te New York op 20 november 1989, BS 17 januari 1992, 803.

Wet van 2 februari 1994 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, BS 17 september 1994, 23629.

Wet van 30 juni 1994 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming , BS 21 juli 1994, 19110.

Wet van 23 maart 2000 inzake wijziging aan de Grondwet, BS 25 maart 2000, 17757.

Wet van 21 februari 2014 houdende instemming met het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van het kind betreffende een mededelingsprocedure, BS 20 augustus 2014, 60987.

Wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank, BS 27 september 2013, 68429.

Wet van 8 mei 2014 houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie (I), BS 14 mei 2014, 39086.

Voorbereidende documenten

Question of a Convention on the Rights of the Child, Report of the Secretary-General, Corrigendum, 27 februari 1979, E/CN.4/1324/Corr.1.

Question of a Convention on the Rights of the Child, Report of the Working Group, 12 maart 1979, E/CN.4/L.1468.

Report of the Working Group on a Draft Convention on the Rights of the Child, 17 februari 1981, E/CN.4/L.1575.

Hand. Senaat, Commissie voor de Herziening van de Grondwet en de Hervorming der Instellingen, B.Z. 1991-92, 16 december 1993, nr. 100-4/5.

Wetsontwerp van 30 juni 2000 tot wijziging van verscheidene wetsbepalingen inzake de voogdij over minderjarigen, Parl.St. Kamer 1999-2000, nr. 0576/009.

Wetsontwerp van 14 november 2000 tot wijziging van verscheidene wetsbepalingen inzake de voogdij over minderjarigen, Parl.St. Senaat 2000-01, nr. 509/2, amendement nr. 10 (VANDENBERGHE).

Herziening van de Grondwet. Herziening van art. 22bis van de Grondwet teneinde een lid toe te voegen betreffende de bescherming van aanvullende rechten van het kind, verslag namens de Commissie voor de Institutionele Aangelegenheden uitgebracht door mevrouw DE BETHUNE en de heer DELPEREE, Parl.St. Senaat 2004-2005, nr. 3-265/3.

Herziening van de Grondwet. Herziening van art. 22bis van de Grondwet, Parl.St. Kamer 2007-2008, nr. 175/001.

Wetsvoorstel van 22 september 2010 tot wijziging van verschillende bepalingen over het recht van minderjarigen om door de rechter te worden gehoord, Parl.St. 2010 Senaat, buitengewone zitting, nr. 5-115/1.

Wetsvoorstel van 23 maart 2011 tot wijziging van verschillende bepalingen over het recht van minderjarigen om door de rechter te worden gehoord, Parl.St. Senaat 2010-11, nr. 5-115/2, amendement nr. 3 (DELPEREE).

Wetsvoorstel van 27 juni 2011 tot wijziging van verschillende bepalingen over het recht van minderjarigen om door de rechter te worden gehoord, verslag namens de commissie, Parl.St. 2010-11, nr. 5-115/4.

Wetsontwerp van 15 juli 2011 tot wijziging van verschillende bepalingen over het recht van minderjarigen om door de rechter te worden gehoord, verslag namens de commissie, Parl.St. Kamer 2010-11, nr. 53-0682/015, 101 (BECQ).

Wetsontwerp van 18 november 2011 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank, Parl.St. Senaat, 2011-12, nr. 5-1189/2, amendement nr. 29 (KHATTABI).

Wetsontwerp van 6 maart 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank, Parl.St. Senaat 2012-13, nr. 5-1189/5, amendement nr. 100 (DELPEREE).

Wetsontwerp van 12 juni 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank, verslag namens de commissie, Parl.St. Senaat 2012-13, nr. 5-1189/7.

Wetsontwerp van 8 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank, Parl.St. Senaat, nr. 53-682/20, amendement nr. 289 (VAN HECKE en LAHSSAINI).

Wetsontwerp van 15 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank, verslag namens de commissie, Parl.St. Senaat, nr. 53-682/21, 40.

Wetsvoorstel van 12 februari 2014 houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie, artikelsgewijze toelichting bij artikel 74, Parl.St. Kamer 2013-14, nr. 53-3356/001.

Wetsvoorstel van 25 maart 2014 houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie, Parl.St. Kamer 2013-14, nr. 53-3356/003, amendement nr. 86 (BECQ).

Wetsvoorstel van 25 maart 2014 houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie, advies van de Raad van State, Parl.St. Kamer 2013-14, nr. 53-3356/004.

Wetsvoorstel van 2 april 2014 houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie, verslag namens de commissie, Parl.St. Kamer 2013-14, nr. 53-3356/005, 30 (BECQ).

Voorontwerp van wet van 6 augustus 2018 houdende invoeging van de bepalingen betreffende buitencontractuele aansprakelijkheid in het nieuw Burgerlijk Wetboek, https://justitie.belgium.be/sites/default/files/voorontwerp_van_wet_aansprakelijkheidsrecht.pdf.

Memorie van Toelichting van 22 augustus 2018 van het voorontwerp van wet houdende invoeging van de bepalingen betreffende buitencontractuele aansprakelijkheid in het nieuw Burgerlijk Wetboek, https://justitie.belgium.be/sites/default/files/memorie_van_toelichting_ aansprakelijkheidsrecht_0.pdf.

Rechtspraak

IGH 27 juni 1968, Military and Paramilitary Actvities in and against Nicaragua (Nicaragua t. Verenigde Staten), ICJ Reports 1968.

IGH 25 september 1997, nr. 692, Gabcikovo-Nagymaros Project (Hongarije t. Slovakije), ICJ Rep 7.

EHRM 27 juni 1968, 2122/64, Wemhoff t. Duitsland.

EHRM 21 februari 1975, 4451/70, Golder t. Verenigd Koninkrijk.

EHRM 23 juli 1968, 1474/62, 1677/62, 1691/6, 1769/63, 1994/63, 2126/64, Belgian Linguistic Case.

EHRM 27 oktober 1975, 4464/70, Syndicat national de police belge t. België.

EHRM 8 juni 1976, 5100/71, 5101/71, 5102/71, 5354/72, 5370/72, Engel en anderen t. Nederland.

EHRM 7 december 1976, 5493/72, Handyside t. Verenigd Koninkrijk.

EHRM 18 januari 1978, 5310/71, Ierland t. Verenigd Koninkrijk.

EHRM 6 september 1978, 5029/71, Klass en anderen t. Duitsland.

EHRM 6 februari 1976, Schmidt en Dahlström t. Zweden.

EHRM 25 april 1978, 5856/72, Tyrer t. Verenigd Koninkrijk.

EHRM 26 april 1979, 6538/74, Sunday Times t. Verenigd Koninkrijk.

EHRM 13 juni 1979, 6833/74, Marckx t. België.

EHRM 4 december 1979, 7710/76, Schiesser t. Zwitserland.

EHRM 21 februari 1986, 8793/79, James en anderen t. Verenigd Koninkrijk.

EHRM 24 maart 1988, 10465/83, Olsson v. Zweden.

EHRM 26 mei 1994, 16969/90, Keegan t. Ierland.

EHRM 23 september 1994, 19823/92, Hokkanen t. Finland.

EHRM 1 april 1998, 107/1995/613/701, Hornsby t. Griekenland.

EHRM 9 juni 1998, 22430/93, Bronda v. Italië.

EHRM 23 september 1998, 100/1997/884/1096, A. t. Verenigd Koninkrijk.

EHRM 21 december 1999, 22390/96, Salgueiro da Silva Mouta t. Portugal.

EHRM 13 juli 2000, 25735/94, Elsholz t. Duitsland.

EHRM 13 juli 2000, 39221/98 en 41963/98, Scozzari en Giunta t. Italië.

EHRM 18 januari 2001, 27238/95, Chapman t. Verenigd Koninkrijk.

EHRM 27 maart 2001, 25186/94, Sutherland t. Verenigd Koninkrijk.

EHRM 7 juli 2001, 23459/03, Bayatyan t. Armenië.

EHRM 21 juli 2001, 44759/98, Ferrazzini t. Italië.

EHRM 11 oktober 2001, 30943/96, Sahin t. Duitsland.

EHRM 26 juni 2003, Maire t. Portugal.

EHRM 8 juli 2003, 30943/96, Sahin t. Duitsland.

EHRM 8 juli 2003, 31871/96, Sommerfeld t. Duitsland.

EHRM 22 juni 2004, 78028/01, 78030/01, Pini e.a. t. Roemenië.

EHRM 13 juli 2004, Lafargue t. Roemenië,

EHRM 9 mei 2006, 18249/02, C. t. Finland.

EHRM 4 december 2007, 44362/04, Dickson t. Verenigd Koninkrijk.

EHRM 22 januari 2008, 43546/02, E.B. t. Frankrijk.

EHRM 29 januari 2008, 13229/03, Saadi t. Verenigd Koninkrijk.

EHRM 12 november 2008, 34503/ 97, Demir en Baykara t. Turkije.

EHRM 16 juli 2009, 20082/02, Zehentner t. Oostenrijk.

EHRM 23 februari 2012, 27765/09, Hirsi Jamaa en anderen t. Italië.

EHRM 17 juli 2012, 64791/10, M.D. e.a. t. Kroatië.

EHRM 7 maart 2013, 10131/11, Raw e.a. t. Frankrijk.

EHRM 27 mei 2014, 4455/10, Margus t. Kroatië.

EHRM 11 december 2014, 28859/11 en 28473/12, Dubska en Krejzova t. Tsjechië.

EHRM 16 juli 2015, 39438/13, Nazarenko t. Rusland.

EHRM 21 juli 2015, 2361/13, G.S. t. Georgië.

EHRM 3 september 2015, 10161/13, M. en M. t. Kroatië.

EHRM 8 oktober 2015, 56163/12, Vujica t. Kroatië.

EHRM 2 februari 2016, 71776/12, N.TS. en anderen t. Georgië.

EHRM 15 maart 2016, 61495/11, M.G.C. t. Roemenië.

EHRM 23 maart 2016, 47152/06, Blokhin t. Rusland.

EHRM 8 november 2016, 18030/11, Magyar Helsinki Bizottsag t. Hongarije.

EHRM 24 januari 2017, 60367/08 en 961/11, Khamtokhu en Aksenchik t. Rusland.

EHRM 3 oktober 2017, 23022/13, D.M.D. t. Roemenië.

EHRM 1 februari 2018, 51312/16, M.K. t. Griekenland.

EHRM 22 maart 2018, 68125/14 en 72204/14, Wetjen e.a. t. Duitsland.

Dissenting Opinion of Judge Koskelo bij EHRM 1 februari 2018, 51312/16, M.K. t. Griekenland.

Arbitragehof 23 mei 1990, nr. 18/90.

Arbitragehof 27 november 2002, nr. 169/2002.

Arbitragehof 22 juli 2003, nr. 106/2003.

GwH 4 februari 2010, nr. 9/2010, T.Fam. 2010, 51, noot SENAEVE, P.

GwH 29 oktober 2015, nr. 153/2015.

GwH 27 april 2017, nr. 48/2017.

Cass. 25 januari 1906, Drecoll, Pas. 1906, I, 109.

Cass. 27 mei 1971, Smeerkaasarrest, Arr. Cass. 1971, 959.

Cass. 30 oktober 1980, Arr.Cass. 1980-81, 235.

Cass. 11 maart 1994, A.R. nr. C.93.0342.N, Arr.Cass. 1994, nr. 117, 253.

Cass. 17 maart 1999, Arr.Cass. 1999, 1119.

Cass. 13 september 1999, RW 2000-2001, 263.

Cass. 13 oktober 1999, Arr.Cass. 1999, 1255.

Cass. 4 november 1999, AR C.99.0048.N, D.W./M.G.D, R.W. 2000-01, 232, noot VANDAELE, A.

Cass. 4 november 1999, AR C.99.0111.N, Van Hauwermeiren/Van Damme e.a,  R.W. 2000-01, 232, noot VANDAELE, A.

Cass. 10 november 1999, T.J.K., 2000, 63.

Cass. 12 februari 2003, Sharon, JLMB 2003, 364, JT 2003, 246.

Cass. 15 september 2010, P.10.1218.F.

Cass. 1 december 2015, TJK 2016, afl. 2, 173, noot ASSELMAN, H.

Cass. 6 oktober 2017, C.16.0421.F/1, Act.dr.fam., 2017, afl. 10, 245.

RvS 29 mei 2013, nr. 223.630.

Gent 13 april 1992, RW 1992-93, 229, noot CAPPELAERE, G., VERHELLEN, E. en SPIESSCHAERT, F.

Gent 19 april 1992, R.W. 1992-1993, 229.

Luik 24 juni 1992, J.L.M.B. 1992, 957.

Bergen 20 april 1993, JLMB 1993, 784.

Bergen 19 oktober 1994, J.D.J. 1994, nr. 140, 39.

Gent 26 juni 1995, R.W. 1995-1996, 1357.

Gent 13 juli 1995, KIDS III, 3.8.1., - E, 48.

Brussel 27 november 1995, KIDS III, 3.8.1, - E, 50.

Brussel 4 juni 1996, T.Verz. 1997, 300, noot BUSSCHAERT, V.

Brussel 22 april 1997, J.L.M.B. 1999, 321.

Brussel 18 februari 2000, J.Dr.Jeun. 2001, afl. 206, 38.

Bergen 20 september 2000, TBBR 2001, 616.

Luik 12 februari 2002, JT 2002, afl. 6056, 407.

Antwerpen 24 maart 2004, nr. 2002RK24, RW 2005-06, 1310.

Luik 1 december 2004, J.L.M.B. 2005, afl. 11, 469.

Luik 10 februari 2005, Journ.proc. 2005, nr. 497, 27.

Brussel 29 juni 2005, Res.Jur.Imm. 2005, 219.

Gent 20 september 2005, T.Verz. 2007, 451.

Gent 24 november 2005, NJW 2007, 274, noot I.B.

Gent 20 juni 2006, TJK 2007, afl. 1, 35, noot PAS, H.

Gent 31 januari 2008, T.Verz. 2009, 55.

Brussel 20 maart 2008, nr. 1103/2009, JDJ 2012, afl. 320, 37.

Brussel 9 maart 2009, nr. J./59/2009, JDJ 2012, afl. 320, 37-38.

Gent 3 april 2015, 2015/AR/966.

Antwerpen 22 oktober 2015, nr. 2015/JE/211, TJK 2016, afl. 2, 178, noot ASSELMAN, H.

Brussel 24 mei 2016, nr. 2015/FA/586, RABG 2017, afl. 14-15, 1122.

Luik 30 juni 2016, nr. 2016/2193, Act.dr.fam. 2017, 152.

Gent 20 april 2017, tijdschrift@ipr.be 2017, afl. 3, 71.

Rb. Luik 22 november 1991, JLMB 1992, 146, noot PANIER, C..

Rb. Kortrijk 8 december 1992, J.dr.jeun. 1993, nr. 126, 33.

Rb. Brussel 3 september 1993, J.dr.jeun. 1993, nr. 128, 30.

Trib. Civ. Namur 1 maart 1994, J.D.J. 1994, nr. 134, 42-43.

Rb. Kortrijk 3 april 2001, J.dr.jeun. 2004, 44, RW 2004-05, 189.

Trib. Bruxelles 25 maart 2014, A.R. 12/4261/B, Rev.dr.étr. 2014, nr. 177, 269.

Famrb. Henegouwen 13 mei 2015, Rev.trim.dr.fam. 2016, afl. 1, 111.

Famrb. Brussel 5 juni 2015, rol 15/637/A, onuitg.

Famrb. Namen, 25 januari 2017, JT 2017, 446.

Trib. Jeunesse Liège 7 maart 1994, J.L.M.B. 1994, 521.

Trib. Jeunesse Liège 11 februari 1997, J.D.J. 1997, 172.

Trib. Jeunesse Mons 13 februari 1997, J.D.J. 1997, 173, noot VAN KEIRSBILCK, B.

Jeugdrb. Namen 22 oktober 2002, J.dr.jeun. 2004, afl. 231, 43.

Trib. Jeunesse Liège 8 februari 2012, RAJe 2012, afl. 6, 14.

Voorz. Rb. Dendermonde 9 oktober 1996, TGR 1997, 60.

Rechtsleer

Boeken

ALEN, A. en MUYLLE, K., Handboek Belgisch Staatsrecht, Mechelen, Kluwer, 2011, 1055 p.

ALLEMEERSCH, B., VAN ORSHOVEN, P., en VOET, S., Tussen gelijk hebben en gelijk krijgen: gerechtelijk recht voor bachelors, Leuven, Acco, 2018, 451 p.

AUST, A., Handbook of international law, Cambridge, Cambridge University Press, 2010, 527 p.

BUCK, T., International child law, Londen, Routledge, 2014, 478 p.

CARREAU, D. en MARRELLA, F., Droit international, Parijs, Pedone, 2012, 733 p.

COGULET-BONNET, F., L’incidence de l’âge sur les droits de l’homme et les libertés fondamentales, Parijs, Editions Jeunesse et droit, 2008, 482 p.

COMBACAU, J. en SUR, S., Droit international public, Parijs, LGDJ, 2016, 832 p.

COUNCIL OF EUROPE/EUROPEAN COURT OF HUMAN RIGHTS, Bringing a case to the European Court of Human Rights. A practical guide on admissibility criteria, Nijmegen, Wolf legal publishers, 2014, 146 p.

DAUW, P., Burgerlijk procesrecht, Antwerpen, Intersentia, 2018, 570 p.

DE JONGHE, I., Jeugd- en strafrecht. Kritische zoektocht doorheen federale en decretale wetgeving, getoetst aan de praktijk, Antwerpen, Intersentia, 2012, 299 p.

DESMARETS, A., Le tribunal de la famille et de la jeunesse, Kluwer, Waterloo, 2014, 599 p.

DESMET, B., Jeugdbeschermingsrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Intersentia, 2007, 488 p.

DETRICK, S., A Commentary on the United Nations Convention on the Rights of the Child, Den Haag, Kluwer, 1999, 813 p.

DEVROE, W., Rechtsvergelijking in een context van europeanisering en globalisering, Leuven, Acco, 2010, 298 p.

DUBOIS, C. en PENNINCKX, E., La procedure devant la Cour Européenne, Mechelen, Kluwer, 2016, 624 p.

DUJARDIN, J., VANDE LANOTTE, J., GOOSSENS, J.en GOEDERTIER, G., Inleiding tot het publiekrecht 1: Basisbegrippen publiekrecht, Brugge, die Keure, 2014, 461 p.

EDEL, F., The prohibition of discrimination under the European Convention on Human Rights, Straatsburg, Council of Europe, 2010, 147 p.

ENGLEBERT, J. en TATON, X. (eds.), Droit du procès civil. Volume 1, Limal, Anthemis, 2018, 383 p.

GARDINER, R., Treaty Interpretation, Oxford, Oxford University Press, 2015, 1250 p.

GLAS, L., The Theory, Potential and Practice of Procedural Dialogue in the European Convention on Human Rights System, Cambridge, Intersentia, 2016, 639 p.

HAECK, Y. en BURBANO HERRERA, C., Procederen voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, Antwerpen, Intersentia, 2011, 467 p.

HARRIS, D., O’BOYLE, M., BATES, E. and BUCKLEY, C., Law of the European Convention on Human Rights, Oxford, Oxford University Press, 2018, 986 p.

HUDDART, J. en DEMSON, S., “Listening to Children in the Collaborative Process”, voorgedragen op het 4e Wereldcongres te Kaapstad inzake familierecht en kinderrechten in 2005, 9 p.

KILKELLY, U., The Child and the European Convention on Human Rights, Aldershot, Ashgate, 1999, 368 p.

KLABBERS, J., International Law, Cambridge, Cambridge University Press, 2017, 370 p.

KOLB, R., The Law of the Treaties: an Introduction, Cheltenham, Elgar, 2016, 296 p.

KOLB, R., Théorie du droit international, Brussel, Bruylant, 2013, 830 p.

LAENENS, J., SCHEERS, D., THIRIAR, P., RUTTEN, S. en VANLERBERGHE, B., Handboek Gerechtelijk Recht, Antwerpen, Intersentia, 2018, 943 p.

LEBLANC, L. J., The Convention on the Rights of the Child, Lincoln, University of Nebraska Press, 1995, 337 p.

LEPARD, B., Customary International Law. A New Theory with Practical Applications, Cambridge, Cambridge University Press, 2010, 419 p.

MASSON, J.-P., La loi du 30 juin 1994 modifiant l’article 931 du Code Judiciaire et les dispositions relatives aux procédures du divorce : texte et commentaire, Brussel, Bruylant, 1994, 162 p.

MARTYN, G., DEVLOO, R. en JORENS, Y., Een kennismaking met recht en rechtspraktijk, Brugge, die Keure, 2018, 530 p.

MOSSELMANS, S., Voogdij, Mechelen, Kluwer, 2004, 530 p.

PUT, J., Handboek Jeugdbeschermingsrecht, Brugge, Die Keure, 2015, 590 p.

SCHABAS, W., The European Convention on Human Rights, Oxford, Oxford University Press, 2015, 1308 p.

SCHOUKENS, P., HENDIRCKX, K. en TERRYN, E. (eds.), Rechtswetenschappelijk schrijven, Leuven, Acco, 2012, 135 p.

SENAEVE, P. en DECLERCK, C., Compendium van het personen- en familierecht, Leuven, Acco, 2017, 713 p.

SHAW, M., International Law, Cambridge, Cambridge University Press, 2008, 1542 p.

STIJNS, S., Handboek verbintenissenrecht, Boek 1bis, Brugge, die Keure, 2013, 152.

RAINEY, B., WICKS, E. en OVEY, C., Jacobs, White and Ovey : The European Convention on Human Rights, Oxford, Oxford University Press, 2017, 692 p.

RISINI, I., The Inter-State Application under the European Convention on Human Rights, Leiden, Brill Nijhoff, 2018, 278 p.

UNITED NATIONS OFFICE OF THE HIGH COMMISSIONER FOR HUMAN RIGHTS, Legislative history of the Convention on the Rights of the Child, New York, United Nations, 2007, 494 p.

UYTTENDAELE, M., Trente leçons de droit constitutionnel, Limal, Anthemis, 2014, 1057 p.

VAN BUEREN, G., Child rights in Europe, Parijs, Council of Europe publishing, 2007, 201 p.

VANDE LANOTTE, J., GOEDERTIER, G., HAECK, Y., GOOSSENS, J. en DE PELSMAEKER, T., Handboek Belgisch Publiekrecht. Deel I. Inleiding tot het Belgisch Publiekrecht, Brugge, die Keure, 2014, 791 p.

VANDE LANOTTE, J., GOEDERTIER, G., HAECK, Y., GOOSSENS, J. en DE PELSMAEKER, T., Belgisch Publiekrecht, Brugge, die Keure, 2015, 791 p.

VELU, J. en ERGEC, R., Convention européenne des droits de l’homme, Brussel, Bruylant, 2014, 1250 p.

VERHELLEN, E., Verdrag inzake de rechten van het kind, Leuven, Garant, 2000, 252 p.

VERHEYDE, M. en GOEDERTIER, G., A Commentary on the United Nations Convention on the Rights of the Child, Leiden, Martinus Nijhoff Publishers, 2006, 50 p.

VERSCHELDEN, G., Handboek Belgisch Personen- en familierecht, Brugge, die Keure, 2016, 970 p.

WOUTERS, J., Internationaal recht in kort bestek, Antwerpen, Intersentia, 2017, 477 p.

WOUTERS, J., RYNGAERT, C., RUYS, T. en DE BAERE, G., International law. A european perspective, Oxford, Hart publishing, 2019, 1038 p.

Tijdschriften

ALEN, A., CLEMENT, J., PAS, W., PEETERS, P. en VAN NIEUWENHOVE, J., “Het federale België in de Gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994 (eerste deel)”, RW 1993-94, 1345-1360.

ALEN, A. en CLEMENT, J., “De hiërarchie der rechtsnormen", Themis 2005-06/6, nr. 36, 5-26.

ALLEMEERSCH, B., SAMOY, I. en VANDENBUSSCHE, W., “Overzicht van rechtspraak. Het burgerlijk bewijsrecht 2000-2013”, TPR 2015, 597-962.

BALLIER, A.J., “Reexamining Customary International Law”, RDIDC 2017, 345-349.

BIJNENS, D., POTARGENT, S., THEUNIS, J., “De toetsing aan grondrechten door het Grondwettelijk Hof. Overzicht van rechtspraak 2015”, TBP 2017, afl. 3, 114-165.

BOSSUYT, M., “Les rapports entre la constitution belge et les traités”, BTIR 2012, 431-437.

BREMS, E., “De nieuwe grondrechten in de Belgische Grondwet en hun verhouding tot het Internationale, inzonderheid het Europese Recht”, TBP 1995, 619-636.

BUONAMANO, R., “The hermeneutics of deference in Strasbourg jurisprudence: normative principles and procedural rationality”, European Journal of Human Rights 2017, afl. 4, 311-337.

CREMA, L., “Disappearance and New Sightings of Restrictive Interpretation(s)”, EJIL, 2010, vol. 20, nr. 3, 681-700.

D’ARGENT, P., “Remarques sur le conflit entre normes de droit interne et de droit international", BTIR 2012, 355-371.

DALY, A., “The Right of Children to be heard in civil proceedings and the emerging law of the European Court of Human Rights”, International Journal of Human Rights 2011, volume 15, issue 3, 441-461.

FEYEN, S., “Verdragsrechtelijke inwerking. Enkele overwegingen omtrent de inwerkingsmechanismen in de Belgische rechtsorde en hun rechtstheoretische grondslag.”, VDB-CDPK 2008, afl. 1, 166-202.

GERARDS, J., "Pluralism, Deference and the Margin of Appreciation", European Law Journal 2011, 80-120.

GODFROID, A. en GEVERS, S., “Grondwetsbepaling rechten van kind geen directe werking”, Juristenkrant  2013, afl. 273, 5.

HACHEZ, I., “Balises conceptuelles autour des notions de ‘source du droit’, ‘force normative’ et ‘soft law’", RIEJ 2010, 1-64.

HAUDENHUYSE, R., "Une avancée, à certaines conditions", J. Dr. Jeun. 2013, nr. 328, 26-27.

HERBOTS, K. en PUT, J., "Grondwettelijke verankering van kinderrechten”, TJK 2010, afl. 1, 9-19.

KRATOCHVIL, J., “The inflation of the margin of appreciation by the European Court of Human Rights”, NQHR 2011, 324-357.

MAHIEU, J., “Laat me nu toch niet alleen (Johan Verminnen). Ervaringen en bedenkingen van een familierechter”, TORB 2017-18/4-5, 277-284.

MARIELLE, B., “Children and International Human Rights Law/The Right of the Child to be Heard, written by Aisling Parkes”, The International Journal of Children’s Rights 2015, vol. 23, 482-487.

MASSCHELEIN, M., “Het hoorrecht van de minderjarige bij familiale geschillen”, NNK 2015, 21-24.

MASSON, J.-P., “La loi du 30 juillet 2013 protant création d’un tribunal de la famille et de la jeunesse”, JT 2014, 181-194.

MERCKX, E., “EHRM herinnert aan belang hoorrecht bij vechtscheiding”, Juristenkrant 2015, afl. 315, 7.

MOLE, N., “Combler une lacune en matière de protection", J. Dr. Jeun. 2013, nr. 328, 15-18.

PANKEN, H., RYNGAERT, C. en VAN EECKHOUTTE, D., “Het arrest Sharon van het Hof van Cassatie: bouwstenen voor de verdere rol van universele jurisdictie, internationale immuniteiten en de doorwerking van het internationaal gewoonterecht”, RBDI 2004, afl. 1, 211-254.

PIRE, D., “La loi du 30 juillet 2013 protant création d’un tribunal de la famille et de la jeunesse”, Act.Dr.Fam. 2013, afl. 9, 170-200.

PRUETT, K., en KLINE PRUETT, M., “Only God Decides: Young Children’s Perceptions of Divorce and the Legal System”, Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 1999, 38, 1544-1550.

RASSON, A., “Donner la parole à l’infans, celui qui ne parle pas. Quelques réflexions autour de la liberté d’expression et du droit de participation des enfants », J.dr.jeun. 2016, afl. 357, 19-30.

RESSORT, L., “L’audition du mineur dans les procédures civiles liées à son hébergement", J.D.J. 2014, nr. 337, 15-23.

SAUL, M., "The European Court of Human Rights’ Margin of Appreciation and the Processes of National Parliaments”, Human Rights Law Review, 2015, 15, 745-774.

SENAEVE, P., “Het hoorrecht van minderjarigen sinds de wet op de familie- en jeugdrechtbank”, T.Fam. 2014, 176-195.

SMETS, S., “Doorwerking van het Kinderrechtenverdrag in de rechtspraak van het EHRM”, TJK 2011, afl. 308, 82-89.

SMITH, A., “Interpreting and supporting participation rights: contributions from sociocultural theory”, International Journal of Children’s Rights, 2002, 73-88.

STOECKLIN, D., “Freely Expressed Views: Methodological Challenges for the Right of the Child to be Heard”, Child Indicators Research 2019, vol. 12, 569-588.

THIERRY, J., “Les nouvelles dispositions du Code judiciaire relatives à l’audition de l’enfant mineur dans les matières familiales : une petite révolution", Le Pli juridique 2014, afl. 30, 23-26.

VAN ASSCHE, C., “Het Grondwettelijk Hof en het internationaal recht. Je t’aime, moi non plus?”, BTIR 2012, 438-451.

VAN ASSCHE, C., "À propos de la notion d’applicabilité directe du droit international de Joe Verhoeven (1980-II)", BTIR 2015, 472-496.

VANDAELE, A., “Een vergiftigd verjaardagsgeschenk van het Hof van Cassatie bij de tiende verjaardag van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind”, noot onder Cass. 4 november 1999, De W. t. M. e.a. en Cass. 4 november 1999, H. t. Van D. e.a., R.W. 2000-01, nr. 7, 233-238.

VANDAELE, A. en VERHEYDE, M., “Artikel 22bis van de grondwet: een grondwettelijke bescherming in de kinderschoenen”, CDPK 2000, 543-557, TJK 2000, afl. 1, 4-15.

VAN KEIRSBILCK, B., “N’enfermons pas la Convention dans un symbole”, J.Dr.Jeun. 2008, nr. 276, 1.

VAN KEIRSBILCK, B., “Vers une mise en œuvre « child friendly » du protocole de plainte à la CIDE", J. Dr. Jeun. 2013, nr. 328, 9.

VANLERBERGHE, B., "Het Hof van Cassatie en de directe werking van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind”, noot onder Cass. 11 maart 1994, Jaarboek Mensenrechten 1994, 323-326.

VANOBBERGEN, B., "Enkele bedenkingen bij General Comment n°12", TJK 2010, 57-59.

VERGAUWEN, C., “Over de bevoegdheid van de jeugdrechtbank en het hoorrecht van minderjarigen” (noot onder Brussel 23 januari 2004), RABG 2005, afl. 19, 1782-1787.

VERHELLEN, E., “Des opportunités manquées et des défis", J. Dr. Jeun. 2013, nr. 328, 19-25.

VERVOORT, I., “De procespositie van minderjarigen: onbekwaam dus (on)beschermd?”, Jura Falc. 1999-2000, 31-77.

Verzamelwerken

ALEN, A. en PAS, W., "The UN Convention on the Rights of the Child’s Self-executing Character” in VERHELLEN, E. (ed.), Monitoring Children’s Rights, 1996, 165-186.

APS, F., “De procedures inzake voogdij en het hoorrecht van de minderjarige” in SENAEVE, P., GERLO, J. en LIEVENS, F. (eds.), De hervorming van het voogdijrecht, Antwerpen, Intersentia, 2002, 253-292.

ARNADOTTIR, O.M., “Discrimination as a magnifying lens. Scope and ambit under Article 14 and Protocol No. 12”, in BREMS, E. en GERARDS, J. (eds.), Shaping Rights in the ECHR, Cambridge, Cambridge University Press, 2013, 330-349.

BOILLAT, P., “L’exécution des arrêts de la Cour Européenne des Droits de l’Homme" in BOILLAT, P., DE SALVIA, M., DOLT, F., DRZEMCZEWSKI, A., FLAUSS, J.F., LAMBERT, P., LOBOV, M., MAYER, G. en SUNDBERG, F., Les mutations de l'activité du Comité des Ministres la surveillance de l’exécution des arrêts de la Cour européenne des Droits de l’Homme par cet organe du Conseil de l’Europe, 1-12.

CANTWELL, N., “The Origins, Development and Significance of the United Nations Convention on the Rights of the Child” in DETRICK, S. (ed.), The United Nations Convention on the Rights of the Child: a Guide to the Travaux Préparatoires, Dordrecht, Martinus nijhoff Publishers, 1992, 19-30.

CHENG, B., “Some Remarks on the Constituent Element(s) of General (or So-called Customary) International Law” in ANGHIE, A. en STURGESS, C. (eds.), Legal Visions of the 21st Century: Essays in Honour of Judge Christopher Weeramantry, Den Haag, Kluwer, 1998, 378-390.

DEFRANQ, R. en DEVOS, A., “Commentaar bij art. 1231-48 Ger.W.”, in VAN BOSSUYT, H., DECOCK, G., DE GEYTER, L., DEVOLDER, K., VANDEKERCKHOVE, A. en VAN RUMST, S. (eds.), Kids-Codex Boek I: Kinderrechten in de Grondwet; De implementatie van het IVRK; Wet betreffende familie- en jeugdrechtbanken; Jeugdrecht; Minderjarigen en het procesrecht, Brussel, Larcier, 2014, 564-565.

DEFRANQ, R. en DEVOS, A.,  “Commentaar bij art. 46 Jeugdbeschermingswet” in VAN BOSSUYT, H., DECOCK, G., DE GEYTER, L., DEVOLDER, K., VANDEKERCKHOVE, A. en VAN RUMST, S. (eds.), Kids-Codex Boek I: Kinderrechten in de Grondwet; De implementatie van het IVRK; Wet betreffende familie- en jeugdrechtbanken; Jeugdrecht; Minderjarigen en het procesrecht, Brussel, Larcier, 2014, 575-576.

DEFRANQ, R. en DE DAPPER, A., “Commentaar bij art. 52ter Jeugdbeschermingswet” in VAN BOSSUYT, H., DECOCK, G., DE GEYTER, L., DEVOLDER, K., VANDEKERCKHOVE, A. en VAN RUMST, S. (eds.), Kids-Codex Boek I: Kinderrechten in de Grondwet; De implementatie van het IVRK; Wet betreffende familie- en jeugdrechtbanken; Jeugdrecht; Minderjarigen en het procesrecht, Brussel, Larcier, 2014, 576-577.

DETRICK, S., “Compilation of the travaux préparatoires” in DETRICK, S. (ed.), The United Nations Convention on the Rights of the Child: a Guide to the Travaux Préparatoires, Dordrecht, Martinus Nijhoff Publishers, 1992, 31-616.

DOEK, J., “The current status of the United Nations Convention on the Rights of the Child” in DETRICK, S. (ed.), The United Nations Convention on the Rights of the Child: a Guide to the Travaux Préparatoires, Dordrecht, Martinus Nijhoff Publishers, 1992, 632-640.

DRESER, L., “Uitdagingen bij de toepassing van het hoorrecht bij minderjarige kinderen” in BOONE, I. en DECLERCK, CH. (eds.), Actualia familierecht. Co-ouderschap vandaag en morgen, Brugge, die Keure, 2017, 27-54.

FARRUGIA, R., “Children’s rights in family court proceedings” in ALEN, A., BOSLY, H., DE BIE, M., VANDE LANOTTE, J., ANG, F., DELENS-RAVIER, I., DELPLACE, M., HERMAN, C., REYNAERT, D., STAELENS, V., STEEL, R. en VERHEYDE, M. (eds.)  The UN Children’s Rights Convention: theory meets practice, Antwerpen, Intersentia, 2007, 401-418.

GERARDS, J., "The European Court of Human Rights and the national courts: giving shape to the notion of ‘shared responsibility’” in GERARDS, J. en FLEUREN, J. (eds.), Implementation of the European Convention on Human Rights and of the judgments of the ECtHR in national case-law, Cambridge, Intersentia, 2014, 13-94.

GIESELINK, A. en DESMET, B., “Hoorrecht van minderjarigen in burgerlijke zaken” in CENTRUM VOOR BEROEPSVOLMAKING IN DE RECHTEN (ed.), De procesbekwaamheid van minderjarigen, Antwerpen, Intersentia, 2006, 163-174.

GRGIC, A., “Jurisprudence of the European Court of Human Rights on the best interests of the child in family affairs” in The best interests of the child – A dialogue between theory and practice, Straatsburg, Raad van Europa, 2016, 105-116.

LANSDOWN, G., “Best interests of the child and the right to be heard” in The best interests of the child – A dialogue between theory and practice, Straatsburg, Raad van Europa, 2016, 31-35.

LAVRYSEN, L., “System of Restrictions” in VAN DIJK, P., VAN HOOF, F., VAN RIJN, A. en ZWAAK, L. (eds.), Theory and Practice of the European Convention on Human Rights, Antwerpen, Intersentia, 2018, 307-330.

LEMMENS, K., “General Survey of the Convention” in VAN DIJK, P., VAN HOOF, F., VAN RIJN, A. en ZWAAK, L. (eds.), Theory and Practice of the European Convention on Human Rights, Antwerpen, Intersentia, 2018, 1-78.

LEMMENS, P., “De rechten van het kind als grondrechten in de Belgische rechtsorde” in VANDENHOLE, W. (ed.), Kinderrechten in België, Antwerpen, Intersentia, 2008, 37-58.

MCGOLDRICK, D., “The United Nations Convention on the Rights of the Child” in FREEMAN, M.D.A. (ed.), Children’s Rights, II, Darthmouth, Ashgate, 2004, 79-116.

MOREAU, T., “L’autonomie du mineur en justice” in JADOUL, P., SAMBON, J. en VAN KEIRSBILCK, B. (eds.), L’autonomie du mineur, Brussel, Facultés universitaires Saint-Louis, 1998, 161-214.

NUSSBERGER, A., “Hard law or soft law – Does it matter? Distinction between different sources of international law in the jurisprudence of the ECtHR” in VAN AAKEN, A. en MOTOC, I., The European Convention on Human Rights and general international law, Oxford, Oxford University Press, 2018, 41-58.

PEETERS, J., “Lezing Jan Peeters 27 mei 1994” in VERHELLEN, E. (ed.), Het toezicht op de naleving van het Verdrag inzake de rechten van het kind, Gent, Centrum voor de rechten van het kind, 1996, 149-174.

PIRE, D., “Le point sur le tribunal de la famille” in D. PIRE (ed.), Actualités de droit des familles, Brussel, Larcier, 2016, 9-56.

POELMANS, B., “Het hoorrecht van de minderjarigen” in SENAEVE, P. en WINTENS, P. (eds.), De hervorming van de echtscheidingsprocedure en het hoorrecht van de minderjarige, Antwerpen, Maklu, 1994, 35-86.

POELMANS, B., “Het hoorrecht van minderjarigen” in SENAEVE, P. en WINTENS, W. (eds.), De hervorming van de echtscheidingsprocedure en het hoorrecht van minderjarigen, Antwerpen, Maklu, 1997, 53-123.

ROBERTS, A. en SIVAKUMARAN, S., “The theory and reality of the sources of international law” in EVANS, M. (ed.), International law, Oxford, Oxford University Press, 2018, 89-118.

SALMON, J., "Article 26 : Pacta sunt servanda" in CORTEN, O. en KLEIN, P. (eds.), The Vienna Conventions on the Law of Treaties, I, Oxford, Oxford University Press, 2011, 659-687.

SCHAIKO, G., LEMMENS, P. en LEMMENS, K., “Belgium” in GERARDS, J. en FLEUREN, J. (eds.), Implementation of the European Convention on Human Rights and of the judgments of the ECtHR in national case-law, Cambridge, Intersentia, 2014, 95-143.

SENAEVE, P., “De invoering van het hoorrecht van minderjarigen”, in SENAEVE P. en PEETERS, J. (eds.), De hervorming van het jeugdbeschermingsrecht, Leuven, Acco, 1994, 113-137.

SENAEVE, P., “Het hoorrecht van minderjarigen” in SENAEVE, P. (ed.), Handboek familieprocesrecht, Mechelen, Kluwer, 2017, 403-449.

SENAEVE, P. en ARNOEYTS, S., “Tien jaar Belgische rechtspraak inzake de aanwending van het IVRK” in SENAEVE, P. en LEMMENS, P. (eds.), De betekenis van de mensenrechten voor het personen- en familierecht, Antwerpen, Intersentia, 2004, 105-170.

SENAEVE, P. en BEKKERS, A., De wet betreffende de familie- en jeugdrechtbank. Commentaar, gesystematiseerde uittreksels uit de voorbereidende werken en gecoördineerde wetteksten, Mechelen, Kluwer, 2014, 696 p.

SENDER, O. en WOOD, M., “The emergence of customary international law: between theory and practice” in BRÖLMANN, C. en RADI, Y. (eds.), Research Handbook on the Theory and Practice of International Lawmaking, Cheltenham, Edward Elgar, 2016, 133-159.

SWENNEN, F., “Het ouderlijk gezag en de voogdij. Recente en komende wetgeving” in C.B.R., Jongeren en recht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 1-66.

TIEBOUT, J., “Het hoorrecht van de minderjarige in het kader van een scheiding” in ALOFS, E., ALAIN, F., SMIS, S. en VAN LIMBERGEN, G. (eds.), Juridische meesterwerken VUB 2013-2014, Gent, Larcier, 2014, 41-78.

TUN, A. A., CAVE, G., TROTTER, D. en BELL, B., “The domestic fulfilment of children’s rights: save the children’s experiences in the use of rights-based approaches” in ALEN, A., BOSLY, H., DE BIE, M., VANDE LANOTTE, J., ANG, F., DELENS-RAVIER, I., DELPLACE, M., HERMAN, C., REYNAERT, D., STAELENS, V., STEEL, R. en VERHEYDE, M. (eds.)  The UN Children’s Rights Convention: theory meets practice, Antwerpen, Intersentia, 2007, 33-56.

VANDAELE, A., “Kinderrechten in de Grondwet” in VAN BOSSUYT, H., DECOCK, G., DE GEYTER, L., DEVOLDER, K., VANDEKERCKHOVE, A. en VAN RUMST, S. (eds.), Kids-Codex Boek I: Kinderrechten in de Grondwet; De implementatie van het IVRK; Wet betreffende familie- en jeugdrechtbanken; Jeugdrecht; Minderjarigen en het procesrecht, Brussel, Larcier, 2014, 1-10.

VANDAELE, A. en VAN EECKHOUTTE, D., “Doorwerking van international normen in de Belgische rechtsorde” in X., Themis 13 - Internationaal en Europees recht, Brugge, die Keure, 2002, 5-31.

VANDE LANOTTE, J. en GOEDERTIER, G., “Monitoring Human Rights: Formal and Procedural Aspects” in VERHELLEN, E., Monitoring Children’s Rights, 1996, 73-112.

VANDENHOLE, W., “Het kind en het badwater: de kruisbestuiving van kinderrechten en mensenrechten” in W. VANDENHOLE (ed.) Kinderrechten als mensenrechten: een multidisciplinaire verkenning, Antwerpen, Intersentia, 2008, 25-50.

VANDER BEKEN, T. en COLLE, J., “Het hoorrecht van minderjarigen in strafzaken” in CBR, De procesbekwaamheid van minderjarigen, Antwerpen, Intersentia, 2006, 231-251.

VAN DER MUSSELE, E. en MAAS, C., “Tussenkomst en horen van minderjarigen in burgerlijke zaken. Minderjarigen: relatief proces(on)bekwaam, dus bekwaam?”, in VAN DER MUSSELE, E. (ed.),  Jeugdadvocaat in Vlaanderen, België en Europa. Verslagboek studiedag van de Unie van Jeugdadvocaten, Gent, Larcier, 2017, 87-105.

VAN GYSEL, A. en SCHYNS, I., “L’instruction de la cause” in VAN GYSEL (ed.), A., Le contentieux familial: le Tribunal de la Famille et le Juge de paix, Limal, Anthemis, 2017, 83-126.

VANNESTE, F., “ Le soft law du droit international des droits de l’homme, dans la jurisprudence internationale et la jurisprudence interne" in BERNARD, D., BLANCHET, T., BONBLED, N., BORN, C.H., CAZALA, L., DE BROUX, P.O., DE SADELEER, N., DETROUX, L., DUMONT, D., DUMONT, H., GUILLOUD, L., KELLERNOËLLET, J., KRENC, F., MATHY, I., MISONNE, D., SCALIA, D., TULKENS, F., VAN DROOGHENBROECK, S., VAN LEUVEN, N., VAN MEERBEECK, J., VANNESTE, F., VELAERS, J. en VERDUSSEN, M. (eds.), Les sources du droit revisitées - Volume 1, Limal, Anthemis, 2013, 101-125.

VAN WIJK, F.K., “De autonomie van het kind in het internationale recht – de rechtsgang naar Straatsburg” in DE GRAAF, J.H., VAN WIJK, F.K. en MULDERS, L.A. (eds.), Rechten van het kind en autonomie, Nijmegen, Ars Aequi Libri, 2010, 33-44.

VERHELLEN, E., “Implementatie van kinderrechten: ook een academische verantwoordelijkheid” in VANDENHOLE, W. (ed.) Kinderrechten als mensenrechten: een multidisciplinaire verkenning, Antwerpen, Intersentia, 2008, 1-24.

VERHELLEN, E., “Een inleiding tot het verdrag inzake de rechten van het kind” in VANDENHOLE, W. (ed.), Kinderrechten in België, Antwerpen, Intersentia, 2008, 17-36.

WYLLEMAN, A., “De minderjarige en het burgerlijk recht: evaluatie van de huidige burgerlijke rechtspositie en enkele modellen tot wijziging” in ELIAERTS, C., GERLO, J. en VERHELLEN, E. (eds.), Van jeugdbeschermingsrecht naar jeugdrecht: tekstbundel van het internationaal congres van 20 december 1990 aan de Rijksuniversiteit Gent, Antwerpen, Kluwer, 1990, 23-63.

ZWAAK, L. en BURBANO HERRERA, C., “Supervision" in VAN DIJK, P., VAN HOOF, F., VAN RIJN, A. en ZWAAK, L. (eds.), Theory and Practice of the European Convention on Human Rights, Antwerpen, Intersentia, 2018, 273-306.

Andere

KINOO, D., Het hoorrecht van minderjarigen in burgerlijke procedures. Een adequate invulling van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens?, onuitg., masterscriptie Rechten KU Leuven, 2016-2017, vii + 84 p.

SMETS, S., De doorwerking van het Kinderrechtenverdrag in de rechtspraak van het Europees  Hof voor de Rechten van de Mens, onuitg., masterscriptie Rechten KU Leuven, 2012, v + 103 p.

https://www.echr.coe.int/Pages/home.aspx?p=basictexts&c=#n13739061715477258442752_pointer.

http://indicators.ohchr.org/.

Engeland

Rechtspraak

Court of Appeal, civil division (UK), 21 maart 2013, B4/2011/3243 en B4/2011/3244, Re P-S, http://www.bailii.org/ew/cases/EWCA/Civ/2013/223.html.

Rechtsleer

FORTIN, J., Children’s rights and the Developing Law, Londen, Butterworths, 2003, 663 p.

GILMORE, S. en GLENNON, L., Hayes & Williams’ Family Law, Oxford, Oxford University Press, 2016, 779 p.

HARRIS-SHORT, S., MILES, J. en GEORGE, R., Family Law: text cases and materials, Oxford, Oxford University Press, 2015, 1074 p.

HERRING, J., Family Law, Harlow, Pearson, 2015, 842 p.

Frankrijk

Wetgeving

Art. 388-1 Code civil (FR), www.legifrance.gouv.fr.

Art. 338/1-338/12 Code de procédure civile (FR), www.legifrance.gouv.fr.

Rechtspraak

Cass.fr., 18 mei 2005, 02-20613, Bulletin 2005, nr. 212, 180.

Cass.fr. 22 november 2005, 03-17912, Bulletin 2005, nr. 434, 364.

Rechtsleer

BONFILS, P. en GOUTTENOIRE, A., Droit des mineurs, Parijs, Dalloz, 2008, 1121 p.

CLAUX, P.-J. en DAVID, S., Droit et pratique du divorce, Parijs, Dalloz, 2013, 1000 p. 

DEFENSEUR DES DROITS, Rapport de 2013 consacré aux drotis de l’enfant : L’enfant et sa parole en justice, la République française, https://defenseurdesdroits.fr/fr/outils/lenfant-et-sa-parole-en-justice, 2013, 114 p.

DOUCHY-OUDOT, M., « La parole de l’enfant en justice : ce que dit le droit » in Caisse nationale d’allocations familiales (ed.) Informations sociales, 2010/4 (n°160), https://www.cairn.info/revue-informations-sociales-2010-4-page-76.htmVo…; P.

MALAURIE, P., en FUCLHIRON, H., Droit de la famille, Issy-les-Moulineaux, LGDJ, 2016, 876 p.

MURAT, P., Droit de la famille, Parijs, Dalloz, 2017, 2129 p.

Nederland

Wetgeving

Interne normen

(Nederlands) Burgerlijk Wetboek.

Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, Stb. 29 maart 1828.

Algemene Wet Bestuursrecht van 4 juni 1992, Staatsblad 1993, 693.

Aanbevelingen van het LOVF over het ouderschapsplan van 21 januari 2013, https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/Aanbevelingen-LOVF-over-ouderschapsplan.pdf.

Rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap van 7 december 2016, Kind en ouders in de 21e eeuw, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/12/07/rapport-va….

Procesreglementen familie- en jeugdrecht rechtbanken, Staatscourant 30 maart 2018, 18646.

Procesreglement verzoekschriftprocedures familiezaken gerechtshoven, Staatscourant 5 december 2018, 68335.

Voorbereidende documenten

Memorie van Toelichting (NL), Kamerstukken Tweede Kamer der Staten-Generaal 1991-1992, 22487, nr. 3.

Brief van de Minister van Veiligheid en Justitie (NL), Kamerstukken Eerste Kamer der Staten-Generaal 2016-2017, 33032, nr. L.

Rechtspraak

Hoge Raad (NL) 24 september 1982, nr. 6040, ECLI:NL:PHR:1982:AG4444, NJ 1983, 243.

Hoge Raad (NL) 4 november 1983, nr. 6480, ECLI:NL:PHR:1983:AG4682, NJ 1984, 652.

Hoge Raad (NL) 12 februari 1993, nr. 596, NJ 1993, 2336.

Hoge Raad (NL) 22 april 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1350, NJ 1994, 523.

Hoge Raad (NL) 27 mei 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1381, NJ 1994, 610.

Hoge Raad (NL) 24 januari 2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF0204, NJ 2003, 198.

Hoge Raad (NL) 23 april 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO4611, JOL 2004, 212.

Hoge Raad (NL)1 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1084, www.rechtspraak.nl.

Hoge Raad (NL) 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3535, www.rechtspraak.nl.

Hof ’s-Gravenhave (NL) 18 augustus 2010, nr. 200.063.730-01, ECLI:NL:GHSGR:2010:BN5164, www.rechtspraak.nl.

Hof Amsterdam (NL) 30 augustus 2016, nr. 200.193.484/01, ECLI:NL:GHAMS:2016:3563, www.rechtspraak.nl.

Gerechtshof ’s Gravenhage (NL) 17 juni 2009, nr. 200.017.119.01, ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ3557, www.rechtspraak.nl, noot P. VLAARDINGERBROEK.

Gerechtshof Amsterdam (NL) 4 mei 2010, nr. 200.056.276, ECLI:NL:GHAMS:2010:BM2916, www.rechtspraak.nl.

Gerechtshof Arnem-Leeuwarden (NL) 22 januari 2019, nr. 200.244.322/01, ECLI:NL:GHARL:2019:669, www.rechtspraak.nl.

Rechtsleer

Boeken

KOENS, M.J.C. en VONKEN, A.P.M.J., Personen- en familierecht. Tekst en commentaar, Deventer, Kluwer, 2012, 3153 p.

MEEUWESE, S., BLAAK, M. en KAANDORP, M. (eds.), Internationaal Jeugdrecht: een toelichting voor rechtspraktijk en jeugdbeleid op het Verdrag inzake de Rechten van het Kind en andere internationale regelgeving over de rechtspositie van minderjarigen, Leiden, Defence for Children, 2012, 1096 p.

SMITS, V., Participatie van het kind bij het ouderschapsplan, Antwerpen, Maklu, 2015, 387 p.

VAN DER BIJL, N., VAN DEN DONGEN, M.E. en VREEBURG, E.J.M., De bijzondere curator, een lot uit de loterij? Adviesrapport over waarborging van de stem en de belangen van kinderen in de praktijk, De Kinderombudsman, KOM3A/2012, 2012, 91 p.

WORTMANN, S.F.M. en VAN DUIJVENDIJK-BRAND, J., Personen- en familierecht, Deventer, Kluwer, 2018, 420 p.

Verzamelwerken

BAHADUR, N.N., “De toepassing van het IVRK in personen-, familie- en civiele jeugdzaken” in DE GRAAF, J.H., LIMBEEK, M.M.C., BAHADUR, N.N. en VAN DER MEIJ, N. (eds.), De toepassing van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind in de Nederlandse rechtspraak, Nijmegen, Ars Aequi Libri, 2012, 5-80.

BLANKMAN, K., “Minderjarigheid” in SCHRAMA, W.M. en ANTOKOLSKAIA, M.V. (eds.), Familierecht: een introductie, Den Haag, Boom, 2014, 247-253.

LIEFAARD, T. en VONK, M., “The Rights of the Child in the Netherlands: A Family Law Perspective” in CVEJUC JANCIC, O. (ed.), The Rights of the Child in a Changing World: 25 Years after The UN Convention on the Rights of the Child, Cham, Springer International Publishing, 2016, 313-330.

Tijdschriften

DETRICK, S. en WEIJSENFELD, E., "Recht op participatie betekent ook meedoen in rechte”, NTM/NJCM-bull. 2005, 785-795.

ENKELAAR, A. en VAN ZUTPHEN, M.E., “De autonomie van het kind in de rechtszaal” in DE GRAAF, J.H., VAN WIJK, F.K., MAK, C. en MULDERS, L.A. (eds.), Rechten van het kind en autonomie, Nijmegen, Ars Aequi Libri, 2010, 171-186.

JANSEN, E., “De eigen(aardige) procesbevoegdheid van de minderjarige”, NJB 2016, 2177-2183.

MINK, E.A., “De procespositie van de minderjarige in de civiele procedure”, EB 2012, afl. 6, nr. 41.

VAN HEEL, L., HOFMAN, M. en KOOIJMAN, M., “Wat ik ervan vind; de stem van het kind”, Proces 2013, 370-380.

VAN LEEUWEN, C.M.M., “Het hoorrecht in het civiele jeugdrecht gaat over grenzen. Over de functie en de waarde van de leeftijdsgrens in het hoorrecht in het civiele jeugdrecht.”, FJR 2017, afl. 10, art. 56.

Download scriptie (2.21 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Stefaan Voet