Het Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) framework is een initiatief van de G20 en de OESO om een eerlijke taxatie tussen belastingplichtigen na te streven. Deze thesis focust op de ontwerptekst omtrent de transfer pricing aspecten van financiële transacties die de OESO in dit kader heeft opgesteld. De ontwerptekst beoogt om kunstmatige winstverschuivingen door middel van financiële transacties te beperken. Het uitgangspunt hierbij is dat interne financiële transacties dezelfde prijs, een interestvoet, dienen te hebben in vergelijking met externe markttransacties. Deze prijs heet de verrekenprijs, ofwel de arm’s length prijs. De finale richtlijn zal eind 2019 worden gepubliceerd.
Het doel van deze thesis is om de ontwerptekst te analyseren vanuit een juridisch alsook economisch standpunt. De reikwijdte van de thesis begrenst intragroepsleningen, cash pooling en financiële garanties. Andere types financiële transacties worden in deze thesis niet besproken.
De thesis beoogt om drie fundamentele vragen te beantwoorden:
1. Is de ontwerptekst in lijn met de bestaande transfer pricing regels?
2. Is de ontwerptekst in lijn met internationale rechtspraak?
3. Hoe kan de nalevingskost voor multinationals geminimaliseerd worden?
De antwoorden op deze vragen zouden treasury en taks professionals in staat moeten stellen om de transfer pricing implicaties van deze ontwerptekst op hun bedrijfsfinancieringsactiviteiten correct in te schatten.
1. Is de ontwerptekst in lijn met de bestaande transfer pricing regels?
De ontwerptekst is het vervolgdocument op de algemene transfer pricing richtlijnen die de OESO in 2017 opstelde. De ontwerptekst gebruikt dezelfde concepten om een diepgaande analyse voor financiële transacties vorm te geven.
Het vaststellen van een marktconforme verrekenprijs start eveneens bij de functionele analyse. Het onderliggende risicoprofiel van de financiële transactie zal de voornaamste input zijn voor de transfer pricing analyse. Deze analyse wordt dan ook gedreven door het zoeken van markttransacties die een gelijkaardig risicoprofiel hebben. De prijs van de interne transactie zal dan ook bepaald worden overeenkomstig de prijzen van de gelijkaardige maar externe markttransacties. Dit stemt overeen met de comparable uncontrolled pricing (CUP) methode. (hoofdstuk 3 & 4)
Hoewel de OESO richtlijnen internationale coördinatie in de hand willen werken, blijft er een gebrek aan integratie en harmonisatie bestaan in de omzetting naar nationaal fiscaal recht. Bestaande bepalingen in nationale wetboeken beheersen de kapitaalstructuur van multinationals, zoals thin capitalization en earnings strippings. Indien deze bepalingen strikter zijn dan de transfer pricing regels zal de interestaftrekbaarheid beperkt worden door dit type bepalingen. Hierdoor kunnen multinationals nog steeds een hogere verrekenprijs handhaven in het ene OESO land dan in het ander OESO land.
Dit leidt tot een fundamentele vraag: dringt de nood voor een arm’s length kapitaalstructuur zich op? Indien nationale fiscale wetgeving de interestaftrekbaarheid voor multinationals stuurt, dan kunnen momenteel zelfs interestbetalingen die het gevolg zijn van een correcte verrekenprijs niet geheel worden afgetrokken van de belastbare basis. Lossere nationale kapitaalvereisten maken dus een hogere verrekenprijs mogelijk die nochtans in lijn zal zijn met de ontwerptekst. Dit druist in tegen het gelijke fiscale speelveld voor multinationals dat de OESO voor ogen heeft. (hoofdstuk 5)
2. Is de ontwerptekst in lijn met internationale rechtspraak?
De ontwerptekst volgt duidelijk het pad dat door de voornaamste mijlpaalarresten van de internationale rechtspraak werd uitgezet. Het incorporeert duidelijk de theses die vooruitgeschoven werden in de GE Capital zaak en de Chevron Australia zaak. Het dient wel opgemerkt te worden dat de ontwerptekst, daar waar er tegengestelde rechtspraak bestaat, verschillende methodes toestaat. Dit speelt met name voor complexe financiële transacties zoals cash pooling. Dit vormt een struikelblok voor multinationals die één globaal transfer pricing beleid trachten na te streven. Diepgaande en praktische omschrijvingen ontbreken eveneens vaak waardoor een grijze zone ontstaat tussen de ontwerptekst en de implementatie door multinationals en belastingautoriteiten. Dit doet zich met name voor bij het bepalen van de credit rating en het alloceren van het cash pool voordeel. (hoofdstuk 6)
3. Hoe kan de nalevingskost voor multinationals geminimaliseerd worden?
De grote verscheidenheid aan nationale fiscale wetgeving en praktijkgerichte controles tussen verschillende landen leidt tot een zorgwekkende nalevingskost voor multinationals. Deze thesis introduceert een methodologie gericht op treasury en transfer pricing professionals. Ze dient hen in staat te stellen om op een efficiënte manier de OESO ontwerptekst om te zetten naar bedrijfsprocessen. De methodologie maakt gebruik van concepten uit de Basel IRB wetgeving van de bancaire sector. Deze lenen zich ertoe om de functionele analyse van de financiële intragroepstransactie vorm te geven.
De elementen van de functionele analyse, zoals beschreven in de OESO ontwerptekst, worden omgezet in vier parameters. Deze parameters worden gekwantificeerd en herleid tot één kredietrisicomaatstaf door middel van de Basel IRB methodologie. Ze voorziet dus in een objectief risicoprofiel dat kwantitatief tot uitdrukking kan worden gebracht. Ze biedt dus een unieke vergelijkingsbasis aan waarop de interne transactie kan worden vergeleken met externe markttransacties.
Zodoende wordt de selectie van vergelijkbare markttransacties vergemakkelijkt. Door substitutie van parameterwaardes biedt de methodologie eveneens een kwantitatieve oplossing voor het berekenen van comparability adjustments. De verrekenprijs zal dus bepaald worden aan de hand van de meest vergelijkbare markttransacties, zoals dit dient te gebeuren volgens de CUP methode.
Hoewel meerdere invullingen van de CUP methode bestaan, heeft deze methode enkele duidelijke voordelen. Het voornaamste voordeel is dat deze methodologie toegepast kan worden voor verschillende types financiële transacties. Ze ondersteunt bovendien een consistente selectie van vergelijkbare markttransacties en een uniforme berekening van de comparability adjustments. Deze consistentie is cruciaal voor multinationals, want belastingbetalers dienen in staat te zijn om aan te geven dat hun transfer pricing studies betrouwbaar zijn opgesteld. De methodologie volgt een vast proces waardoor ze ook het potentieel heeft om geautomatiseerd te worden. (hoofdstuk 7)
Tot slot, besluit deze thesis dat de brede reikwijdte van de ontwerptekst voor financiële transacties kansen biedt voor multinationals en belastingautoriteiten om hun transfer pricing studies op dezelfde principes te baseren. Idealiter zal deze uniformiteit in principe leiden tot een eerlijkere belastingdruk tussen multinationals en andere types vennootschappen. Bijkomende detaillistische en praktijkgerichte richtlijnen zijn echter wel cruciaal om deze ontwerptekst volledig tot zijn recht te laten komen. De voorgestelde uitwerking van de CUP methode voor financiële transacties zou hiertoe kunnen bijdragen.
Assef, S., Patrun, E. (2012), Pricing Intercompany loans and guarantees, Corporate Business Taxation Monthly, July 2012.
Basel Committee on Banking Supervision (2004), International convergence of capital measurement of capital standards: a revised framework, Bank for International Settlements.
Basel Committee on Banking Supervision (2005), An explanatory Note on Basel II IRB Risk Weight Functions, Bank for International Settlements.
Blum, M (2012), Tax Issues of Intragroup Open Accounts and Cash Management Systems, The Tax Magazine, issue 12.
Chand, V. (2016), Transfer pricing aspects of cash pooling arrangements in light of the BEPS action plan, International transfer pricing journal, IBFD, January/February 2016.
Chand, V. (2016), Transfer Pricing Aspects of Intra – Group Loans in Light of the Base Erosion and Profit Shifting Action Plan, INTERTAX, volume 44, issue 12.
Escribese, D. (2003), Portuguese cash pooling, international euro cash pooling, the treasurer, February 2003.
Flanagan, K. (2017), Cleaning up after Chevron, Columbia Journal of Transnational Law, vol. 56, Issue 1 (2017).
Hands, G., Hollas J. (2009), Comparability Adjustments: Finding an Arm’s-Length Interest Rate, Tax Management Transfer Pricing Report, Vol. 18, No. 9.
Hands, G., Hollas J. (2010), Intercompany financial transactions: selecting comparable data, Tax and accounting Centre.
Hillman, S. (2011) ‘Notional vs. physical cash pooling revisited’, International Treasurer, February/March 2011 edition.
IASB (2014), IFRS 9 – financial instruments, IFRS Foundation.
Kaplan Inc. (2018), FRM I: Foundations of Risk management (2018), Kaplan Schwezer.
Klosterman, M. (2017) ‘Global Cash Management: the Challenges of Multicurrency Operations’, TMI, issue 252.
Kowit, R., William, M., Rengifo, E. (2016), Trade finance as a financial asset: risks and mitigants for non-bank investors, Journal of Risk Management in Financial Institutions, vol. 9.
Marinier, C. (2018), Equity-at-Risk and Transfer Pricing: Annualised Expected Loss versus Cumulative Expected Loss, Moody’s Analytics Viewpoints October 2018.
OECD (2017), OECD Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and tax administrations, OECD publishing, Paris.
OECD (2018), Discussion Draft on Financial Transactions, OECD publishing, Paris.
OECD (2018), OECD/G20 Inclusive Framework on BEPS: Progress Report July 2017-June 2018, OECD publishing, Paris.
Soo, M.J., Glaize, A. (2018), OECD Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (2017 Edition) and Transfer Pricing Features of Selected Countries 2018, IBFD.
Tax Executive Institute (2018), TEI submits comments to the OECD Regarding the Transfer Pricing Aspects of Financial Transactions, Tax Executive, Vol. 70, issue 6.
Thomas, G. (2006), The role and significance of funds transfer pricing in RAROC models, Journal of Performance Management., November 2006, Vol. 19, Issue 3
Vistisen, E. (2014), Bombardier case: first published cash pool decision, International Transfer Pricing Journal, IBFD, Volume 21.
Wells, P. and Houlder, V. (2017), Financials Times, London, 21 April 2017.
De Robertis, G. (2019), Recent developments on TP and Intragroup Financing, Tax Institute for Austrian and International Tax Law, Global Transfer Pricing Conference February 2019, Vienna.
Makode, M. and Tijdhof, L. (2018), How to achieve BEPS & Transfer Pricing Compliance, AFP annual conference, Chicago.
Petruzzi, R., Storck A. (2019), Recent developments on TP and Intragroup Financing, Tax Institute for Austrian and International Tax Law, Global Transfer Pricing Conference February 2019, Vienna.
www.bdo.in/en-gb/news/2017/global-transfer-pricing-battleground-austral….
www.cuftanalytics.com/ServicesSolutions/ComparableLoanData.aspx.
www.ecb.europa.eu/explainers/tell-me-more/html/anacredit.en.html.
www.europa.eu/rapid/press-release_IP-17-3701_en.htm.
www.europa.eu/rapid/press-release_IP-17-5343_en.htm.
www.financien.belgium.be/nl/Actueel/multinationale-ondernemingen-geef-u….
www.internationallawoffice.com/Newsletters/Corporate-Tax/Switzerland/Wa….
www.mendesgans.com/our-services/cash-pool/benefits.aspx.
www.oecd.org/tax/beps/country-by-country-reporting.htm.
www.royaltyrange.com/loan-interest-rates.
www.sec.gov/edgar/searchedgar/webusers.htm.
www.treasuryprism.dbs.com/treasury-concepts/notional-pooling.