Slecht nieuws? Woordvoerders gotta catch ‘em all

Steffie
Geysens

“‘t Is crisis”, denkt de politicus wanneer zijn of haar naam geviseerd wordt in een negatief artikel. Wat doet hij of zij dan? Zelf het woord voeren in de pers? Of toch liever de woordvoerder uitsturen?

Een woordvoerder speelt een belangrijke rol in het beantwoorden van persvragen. Ofwel adviseert hij of zij dat de minister de vraag best zelf zou beantwoorden, ofwel beantwoordt hij of zij zelf de vragen van de journalist. Het eerste komt doorgaans vaker voor bij audiovisuele media, het laatste bij printmedia.

Want woordvoerders die altijd de kastanjes uit het vuur halen bij slecht nieuws: dat gebeurt dagelijks. Ergens is het ook wel te verwachten – want is dat niet eigen aan de job van woordvoerder? Maar dankzij de analyse van 1200 krantenartikelen is er nu voor het eerst ook wetenschappelijk bewijs voor.

De ene crisis is de andere niet

Wanneer spreekt men van een crisis? Als je gedwongen wordt om te reageren op iets? Slecht nieuws kan wijzen op een crisis, maar dat hoeft niet per se het geval te zijn. Soms ontbreekt een reactief element. Met ‘reactief’ wordt bedoeld dat je gevraagd wordt om een reactie en zelf niet meer de vlucht vooruit kan nemen. Slecht nieuws kan ook proactief gecommuniceerd worden, bijvoorbeeld als je als eerste bekendmaakt dat de resultaten van de begroting niet helemaal zo zijn zoals verhoopt. Dat maakt het nog niet tot een (persoonlijke) crisis voor één minister.

De woordvoerder mag ’t weer oplossen

Op de vraag of de woordvoerder wordt uitgestuurd om slecht nieuws op te vangen, is het antwoord ondubbelzinnig 'ja'. De woordvoerder spreekt opvallend meer bij slecht nieuws, reactief nieuws of een combinatie van beiden. Reactief én slecht nieuws verklaarden samen een groot deel (37,5 procent) van de variantie op de gebeurtenis 'de woordvoerder spreekt'. En reactief nieuws voorspelt nog sterker de kans dat de woordvoerder zal spreken in een artikel dan wanneer het om slecht nieuws gaat.

De bevinding 'de woordvoerder spreekt bij slecht nieuws' gaat over het algemeen op voor alle partijen uit het onderzoek (N-VA, CD&V, Open VLD), voor ‘harde’ en ‘zachte’ beleidsdepartementen, en voor kwaliteitskranten als populaire kranten. Dat laatste is niet zo verwonderlijk omdat kranten (inhoudelijk) steeds meer op elkaar gaan lijken.

Naam van de minister buiten schot

De woordvoerder die spreekt in plaats van de minister, haalt dat iets uit? Toch wel zo blijkt. De naam van de minister wordt significant minder vermeld in krantenartikelen waarin de woordvoerder spreekt. De naam van de minister wordt dus uit de pers gehouden en dat mag je vrij letterlijk nemen. De naam van de minister wordt namelijk 0,16 keer minder vermeld in vergelijking met artikelen waarin de woordvoerder niet aan bod komt.

Herverkozen worden speelt belangrijke rol

Ministers willen zoveel mogelijk eer opstrijken voor hun werk en doen daarom zoveel mogelijk aan credit claiming. Tegelijkertijd komen ze liefst niet al te negatief in de pers, en vermijden ze daarom zoveel mogelijk blame. Hun belangrijkste drijfveer? Herverkozen worden.

Ook vanuit psychologisch oogpunt is het vermijden van blame niet onlogisch. Het menselijk brein is nu eenmaal gevoeliger voor negatief nieuws dan voor positief nieuws. Kiezers zijn er gevoeliger voor en onthouden negatief nieuws langer dan positief nieuws.

Drukke agenda

Door wie en hoe wordt er bepaald wie zal spreken? Twee politiek journalisten en twee politieke (ex-)woordvoerders kregen telefonisch de vraag voorgeschoteld in een expert-interview. Hun oordeel? Voor een late reactie voor de krant belt de journalist doorgaans naar de woordvoerder. Hier liggen praktisch-organisatorische redenen meestal aan de basis. Toch hebben in andere gevallen strategische overwegingen vaker de overhand. Hoe belangrijker het nieuws, hoe hoger de kans dat de drukke agenda van de minister toch soms even kan wijken voor een (telefonische) reactie.

Blame kun je herverpakken

Woordvoerders alles uit de kast om slecht nieuws te herverpakken of reframen. Nieuws downsizen, bijvoorbeeld. Dan zegt de woordvoerder: “Ach, beste journalist, dat is nu toch geen nieuws?” Een andere geliefkoosde techniek is tijd winnen door bijvoorbeeld te vragen of de journalist het even op mail kan zetten. Daarnaast, in een poging om de perceptie van het artikel nog ietwat te keren, geven woordvoerders ook off the record heel wat informatie mee. Dat is informatie die de journalist kan gebruiken zonder zijn of haar bron prijs te geven. Dat brengt voor de woordvoerder en de minister twee voordelen met zich mee: ze zijn zeker dat hun naam niet wordt vermeld en ze kunnen proberen om het artikel bij te sturen in de gewenste richting.  

Tips voor de woordvoerder

Ten eerste, wees betrouwbaar en geloofwaardig. Ken je materie en geef voldoende (achtergrond)informatie mee. Praat niet recht wat krom is. Ten tweede, wees altijd bereikbaar. En ten derde, speel de goede punten uit van je minister, en verbloem de negatieve. Hou de minister een spiegel voor.

Bibliografie

Arpan, L., & Pompper, D. (2003). Stormy Weather: Testing “Stealing Thunder" as a Crisis Communication Strategy to Improve Communication Flow Between Organizations and Journalists. Public Relations Review, 29(3), 291-308. doi:10.1016/S0363-8111(03)00043-2

Brändström, A. M. (2016). Crisis, Accountability and Blame Management. Strategies and Survival of Political Office-Holders. (Doctorate), Universiteit Utrecht.

Brock, T. C. (1968). Implications of Commodity Theory for Value Change. In A. G. Greenwald, T. C. Brock, & T. M. Ostrom (Ed), Psychological Foundations of Attitudes (pp. 243-275). New York: Academic Press.

Bueno, N. S. (2018). Bypassing the Enemy: Distributive Politics, Credit Claiming, and Nonstate Organizations in Brazil. Comparative Political Studies, 51(3), 304-340. doi:10.1177/0010414017710255

Cattebeke, H. (2018, 16 juli). Olivier Van Raemdonck, woordvoerder van Jan Jambon: “Wij co-creëren de waarheid”. Het Nieuwsblad. Retrieved 10 augustus 2018 from https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20180716_03616241

Cobb, M. D., Nyhan, B., & Reifler, J. (2013). Beliefs Don’t Always Persevere: How Political Figures Are Punished When Positive Information about Them Is Discredited. Political Psychology, 34(3), 307-326. doi:10.1111/j.1467-9221.2012.00935.x

Cruz, C., & Schneider, C. J. (2017). Foreign Aid and Undeserved Credit Claiming. American Journal of Political Science, 61(2), 396-408. doi:10.1111/ajps.12285

De Bens, E. (2007). Media Between Culture and Commerce: An Introduction (Vol. 4). Bristol: Intellect Ltd.

De Landtsheer, C., De Vries, P., & Vertessen, D. (2008). Political Impression Management: How Metaphors, Sound Bites, Appearance Effectiveness, and Personality Traits Can Win Elections. Journal of Political Marketing, 7(3-4), 217-238. doi:10.1080/15377850802005083

De Ridder, H. (1999). Vijftig jaar stemmenmakerij: 17 verkiezingscampagnes (1946-1995). Gent: Scoop.

De Smedt, J. (2015). Descriptieve Vertegenwoordiging van Vrouwen in Harde en Zachte Commissies in het Vlaams Parlement: Persoonlijke Voorkeur of Particratie? Een Vergelijkende Studie tussen 1995 en 2014. (Masterproef), Universiteit Gent.

De Vries, P. (2011). Politieke Marketing: Vloek of Zegen? In J. Huypens, K. Haentjes, & B. Ramakers (Eds.), Later Word Ik Politicus (pp. 11-23). Brussel: ASP & Politeia.

Dolan, J., & Kropf, J. S. (2004). Credit Claiming from the U.S. House: Gendered Communication Styles? International Journal of Press/Politics, 9(1), 41-50. doi:10.1177/1081180X03260073

Eeckhout, B. (2018, 16 januari). Waarom Antwerpse en Gentse ‘affaires' en hardere campagnes niet toevallig zijn. De Morgen. Retrieved 23 september 2018 from https://www.demorgen.be/politiek/waarom-antwerpse-en-gentse-affaires-en…

Elmelund-Præstekær, C., & Emmenegger, P. (2013). Strategic Re-framing as a Vote Winner: Why Vote-seeking Governments Pursue Unpopular Reforms. Scandinavian Political Studies, 36(1). doi:10.1111/j.1467-9477.2012.00295.x

Evans, K. A., & Marshall, B. W. (2016). The Politics of Credit in Presidential Signing Statements. Congress & the Presidency, 43(2), 179-205. doi:10.1080/07343469.2016.1169335

Figenschou, T. U., Karlsen, R., Kollveit, K., & Thorbjørnsrud, K. (2017). Serving the Media Ministers: A Mixed Methods Study on the Personalization of Ministerial Communication. The International Journal of Press/Politics, 22(4), 411-430. doi:10.1177/1940161217720772

Fiorina, M. (1977). Congress: Keystone of the Washington Establishment. New Haven: Yale University Press.

Flom, H., & Post, A.E. (2016). Blame Avoidance and Policy Stability in Developing Democracies. The Politics of Public Security in Buenos Aires. Comparative Politics, 49(1), 23-42. doi:10.5129/001041516819582973

Giger, N., & Nelson, M. (2010). The Electoral Consequences of Welfare State Retrenchment: Blame Avoidance or Credit Claiming in the Era of Permanent Austerity? European Journal of Political Research, 50, 1-23. doi:10.1111/j.1475-6765.2010.01922.x

Glazer, A., & Segendorff, B. (2005). Credit Claiming. Economics of Governance, 6, 125-137. doi:10.1007/s10101-005-0106-1

Grimmer, J., Messing, S., & Westwoord, S. J. (2012). How Words and Money Cultivate a Personal Vote: The Effect of Legislator Credit Claiming on Constituent Credit Allocation. American Political Science Review, 106(4), 703-719. doi:10.1017/S0003055412000457

Hansson, S. (2015). Calculated Overcommunication: Strategic Uses of Prolixity, Irrelevance, and Repetition in Administrative Language. Journal of Pragmatics, 84, 172-188. doi: 10.1016/j.pragma.2015.05.014

Hansson, S. (2017). Anticipative Strategies of Blame Avoidance in Government. Journal of Language and Politics, 16(2), 219-241. doi:10.1075/jlp.15019.han

Hering, M. (2008). Welfare State Restructuring without Grand Coalitions: The Role of Informal Cooperation in Blame Avoidance. German Politics, 17(2), 165-183. doi:10.1080/09644000802075757

Hinterleitner, M. (2017). Reconciling Perspectives on Blame Avoidance Behaviour. Political Studies Review, 15(2), 243-254. doi:10.1111/1478-9302.12099

Hoffman, D. R., & Howard, A. D. (2012). Obama in Words and Deeds. Social Science Quarterly, 93(5), 1316-1337. doi:10.1111/j.1540-6237.2012.00914.x

Hood, C. (2002). The Risk Game and the Blame Game. Government and Opposition, 37(1), 15-37. doi:10.1111/1477-7053.00085 Hood, C. (2011). The Blame Game: Spin, Bureaucracy and Self-preservation in Government. Princeton, NJ: Princeton University Press.

Hooghe, M. (2013, 11 december). Zijn politici te vertrouwen? KU Leuven Blogt. Retrieved 11 oktober 2018 from https://kuleuvenblogt.be/2013/12/11/zijn-politici-te-vertrouwen/

Howlett, M. (2014). Why Are Policy Innovations Rare and so Often Negative? Blame Avoidance and Problem Denial in Climate Change Policy-Making. Global Environmental Change, 29, 395-403. doi:10.1016/j.gloenvcha.2013.12.009

Huddy, L., Sears, D. O., & Levy, J. S. (Ed.) (2013). The Oxford Handbook of Political Psychology (2 ed.). Oxford: Oxford University Press.

Iyengar, S., & Simon, A. F. (2000). New Perspectives and Evidence on Political Communication and Campaign Effects. Annual Review of Psychology, 51, 149-169. doi:10.1146/annurev.psych.51.1.149

Kahneman, D., & Tversky, A. (1979). Prospect Theory: An Analysis of Decisions under Risk. Econometrica, 47, 263-291.

Kang, M., & Reich, M. R. (2014). Between Credit Claiming and Blame Avoidance: The Changing Politics of Priority-Setting for Korea’s National Health Insurance System. Health Policy, 115, 9-17. doi:10.1016/j.healthpol.2013.09.015

Kumlin, S. (2011). Claiming Blame and Giving Credit? Unintended Effects of How Government and Opposition Frame the Europeanization of Welfare. European Union Politics, 12(4), 575-595. doi:10.1177/1465116511417296

Landis, J. R., & Koch, G. (1977). The Measurement of Observer Agreement for Categorical Data. Biometrics, 33(1), 159-174.

Leong, C., & Howlett, M. (2017). On Credit and Blame: Disentangling The Motivations of Public Policy Decision-Making Behaviour. Policy Sci, 50, 599-618. doi:10.1007/s11077-017-9290-4

Mayhew, D. R. (1974). Congress: The Electoral Connection. New Haven, CT: Yale University Press.

McGraw, K. (2003). Political Impressions. In L. Huddy, D. O. Sears, J. S. Levy (Eds.), The Oxford Handbook of Political Psychology (pp. 394-432). Oxford: Oxford University Press.

Mortensen, P. B. (2013). (De-)Centralisation and Attribution of Blame and Credit. Local Government Studies, 39(2), 163-181. doi:10.1080/03003930.2012.742015

Nelson, M. (2016). Credit-Claiming or Blame Avoidance? Comparing the Relationship between Welfare State Beliefs and the Framing of Social Policy Retrenchment in France and Germany. Journal of Comparative Policy Analysis, 18(2), 138-156. doi:10.1080/13876988.2015.1005928

Pal, L. A., & Weaver, R. K. (2003). The Government Taketh Away: The Politics of Pain in the United States and Canada. Washington, DC: Georgetown University Press. Picone, I. (2017). Het Echte Probleem met Fake Nieuws. Retrieved 28 oktober 2018 from https://mediawijs.be/dossiers/dossier-nieuws-en-informatiegeletterdheid…

Pierson, P. (1994). Dismantling the Welfare State? Reagan, Thatcher, and the Politics of Retrenchment. Cambridge: Cambridge University Press.

Rahat, G., & Sheafer, T. (2007). The Personalization(s) of Politics: Israel, 1949–2003. Political Communication, 24(1), 65-80. doi:10.1080/10584600601128739

Roose, H., & Meuleman, B. (2014). Methodologie van de Sociale Wetenschappen: een inleiding. Gent: Academia Press.

Rosenson, B. A. (2015). Media Coverage of State Legislatures: Negative, Neutral, or Positive? Social Science Quarterly, 96(5), 1291-1300. doi:10.1111/ssqu.12211

Roylance, T. (2018, January 29). To Find an Authoritarian, Just Follow the Scapegoat: Freedom House Blog. Retrieved 30 oktober 2018 from https://freedomhouse.org/blog/find-authoritarian-just-follow-scapegoat

Sturtewagen, B. (2018, 6 oktober). Schaduw over Lokale Democratie, Commentaar. De Standaard. Retrieved 28 september 2018 from http://www.standaard.be/cnt/dmf20181005_03813449

Van de Velden, W. (2018, 30 maart). Een Vuile Politieke Campagne, Analyse. Tijd. Retrieved 28 september 2018 from https://www.tijd.be/politiek-economie/belgie/federaal/een-vuile-politie…

Vercauteren, S. (2018). Geen Commentaar. Kalmthout: Pelckmans Pro.

Vis, B. (2016). Taking Stock of the Comparative Literature on the Role of Blame Avoidance Strategies in Social Policy Reform. Journal of Comparative Policy Analysis: Research and Practice, 18(2), 122-137. doi:10.1080/13876988.2015.1005955

Vis, B., & Van Kersbergen, K. (2013). Towards an Open Functional Approach to Welfare State Change: Pressures, Ideas, and Blame Avoidance. Public Administration, 91(4), 840–854. doi:10.1111/j.1467-9299.2012.02071.x

Visser, C. (2016, 7 april). 23 Cognitieve fouten en effecten. Retrieved 17 augustus 2018 from https://progressiegerichtwerken.nl/23-cognitieve-fouten-en-effecten/

VRM. (2015). Mediaconcentratie in Vlaanderen. Retrieved from https://www.vlaamseregulatormedia.be/sites/default/files/pdfversions/20…

Weaver, R. K. (1986). The Politics of Blame Avoidance. Journal of Public Policy, 6(4), 371-398.

Wenzelburger, G. (2014). Blame Avoidance, Electoral Punishment and the Perceptions of Risk. Journal of European Social Policy, 24(1), 80-91. doi:10.1177/0958928713511282

Wenzelburger, G., & Hörisch F. (2016). Framing Effects and Comparative Social Policy Reform: Comparing Blame Avoidance Evidence from Two Experiments. Journal of Comparative Policy Analysis, 18(2), 157-175. doi:10.1080/13876988.2015.1053743

Download scriptie (1.68 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Stefaan Walgrave