Afzender Onbekend

Fien Van Liedekerke Emma Van Vooren Lien Stalpaert
Persbericht

"De anonimiteit van spermadonoren is eigenlijk niet meer te verdedigen"

Belgische donorkinderen kunnen niet zomaar achterhalen wie hun biologische vader is. Spermadonatie gebeurt in ons land anoniem, maar dat krijgt steeds meer tegenkanting uit verschillende hoeken. 

“Het was alsof ik iemand op date vroeg. Het voelde duizend keer erger dan verliefd zijn.” Phyline (26) heeft het over de ontmoeting met haar halfzus Cato (24). In de zoektocht naar hun biologische vader, vonden ze elkaar. Een DNA-databank toonde een match van 29,9 procent tussen beide vrouwen. Phyline  groeide op bij haar moeder. “Ik heb altijd geweten dat ik verwekt ben met donorzaad. Mijn mama is daar heel open en eerlijk over geweest.” Bij Cato verliep het anders. Zij was al twintig toen haar ouders de bom dropten. “Ik ben niet blij dat ik een donorbaby ben”, klinkt het bij Cato.  “Ik heb heel sterk het gevoel dat mij een persoonlijk onrecht is aangedaan. Een donor kan niet verwachten dat hij een levend wezen op de wereld zet, en dat hij daar dan nooit aan gelinkt wordt.” 

Leven in een leugen

“Cato en ik ervaren de situatie op een heel andere manier”, vertelt Phyline. “Bij mij was er geen geheim, maar Cato leefde jarenlang in een leugen. Voor haar was de klap groter.” Dat kan de Nederlandse psychotherapeute Marja Visser logisch verklaren. Visser is gespecialiseerd in begeleiding bij onvrijwillige kinderloosheid en IVF, maar ook bij ei- en zaadceldonatie. Volgens Visser willen kinderen dat hun ouders open, eerlijk en betrouwbaar zijn. “Kinderen voelen het aan als er geheimen zijn binnen een gezin. Dat vermindert hun gevoel van veiligheid.”

Julie Ryngaert is beleidsadviseur bij het Kinderrechtencommissariaat. Ze benadrukt het belang van het kind in het donorverhaal. Bij kunstmatige inseminatie met donorzaad zijn drie partijen betrokken: de donor, de wensouder(s) en de kinderen. Met de donorkinderen wordt volgens Ryngaert geen rekening gehouden. “En dat terwijl zij er het meeste baat bij hebben. Ze krijgen niet de kans om te weten wie hun biologische vader is en dat zorgt voor een gat in hun identiteit.”

“Op het kinderrechtencommissariaat merken we de laatste jaren een mentaliteitswijziging op”, gaat Ryngaert verder. “Vroeger waren het vooral donorkinderen die er antwoorden op hun vragen zochten. Nu krijgt het kinderrechtencommissariaat steeds vaker wensouders aan de lijn. “Het gebeurt zelfs dat anonieme donoren vragen om hun anonimiteit op te heffen.” Al die argumenten bevestigen volgens Ryngaert dat donoranonimiteit een achterhaald concept is. 

“Artsen zouden op zijn minst iets van gegevens moeten noteren, zodat kinderen niet met een gat in hun identiteit blijven rondlopen”

 

Een van die anonieme donoren is Marc (65). Hij bevestigt dat hij ook gedoneerd zou hebben als dat niet anoniem kon. Marc liet zijn DNA opnemen in een internationale databank, zodat zijn biologische kinderen de kans krijgen om hem  terug te vinden. “Iedereen heeft het recht om zijn biologische ouders te kennen. Artsen zouden op zijn minst iets van gegevens moeten noteren, zodat kinderen niet met een gat in hun identiteit blijven rondlopen”, vindt hij. 

 Een andere tijd 

 Volgens fertiliteitsarts en Groen-politica Petra De Sutter kan je donoren niet meer beloven dat ze anoniem zullen blijven. De wetenschap evolueert, waardoor iemands DNA achterhalen steeds makkelijker wordt. “Vooral binnen 20 tot 30 jaar, wanneer we allemaal in DNA-databanken zitten, kan die anonimiteit niet meer gegarandeerd worden”, klinkt het bij de professor. Volgens De Sutter dateert de wet rond anonimiteit uit een tijd waarin spermadonatie een onbespreekbaar taboe was. “De donor werd 40 tot 50 jaar geleden doodgezwegen en mocht geen identiteit hebben. Het ging toen vooral om heteroseksuele koppels die hun donor zo uitkozen dat hij heel hard leek op de onvruchtbare partner. Op die manier konden ze de verwekkingswijze geheimhouden voor hun kind”, vertelt De Sutter.

 “We leven nu natuurlijk in een andere tijd, waar ook alleenstaande vrouwen en lesbische koppels voor een spermadonor kiezen. Dan kan het uiteraard niet anders dan dat er een donor in het verhaal is en dat het kind daarvan op de hoogte is.” Volgens De Sutter zijn niet enkel de context en praktijk veranderd, maar ook de visie op de mensenrechten. “Vanuit de individuele fundamentele rechten die mensen hebben, is de anonimiteit van spermadonoren dus eigenlijk niet meer te verdedigen.” 

 Anonimiteit afschaffen

 De politieke wil om de anonimiteit af te schaffen is er. Het probleem is dat de manier waarop verschilt van partij tot partij. ”De ene partij ziet de afschaffing liever vandaag dan morgen, de andere verkiest een geleidelijke afschaffing”, legt Ryngaert uit. “Maar als we de anonimiteit in één keer afschaffen, hebben we natuurlijk nog geen andere donoren in de plaats”, werpt De Sutter tegen. “We hebben absoluut geen spermabanken waar gekende donoren voorhanden zijn, want het vraagt veel tijd om die te rekruteren, te selecteren en hun sperma in te vriezen.” Door de anonimiteit in fases af te schaffen, voorkom je volgens De Sutter acute tekorten en lange wachtlijsten die zouden ontstaan in afwachting van het aanleggen van spermabanken met openprofieldonoren.

“Je kan een donorkind geen zekerheid geven zolang de wet niet wijzigt”

 

“De Vlaamse Regering heeft in februari een afstammingscentrum goedgekeurd dat een match probeert te leggen tussen donorkinderen en hun biologische ouder”, vertelt Ryngaert. “Donorkinderen die hun identiteit willen kennen en donoren die hun anonimiteit willen opheffen, kunnen elkaar zo terugvinden. Het is een goed initiatief en een stap vooruit, maar het is geen waterdichte oplossing.” Zo berusten het afstammingscentrum en de DNA-databank volledig op vrijwilligheid. “Je kan een donorkind geen zekerheid geven zolang de wet niet wijzigt”, besluit Ryngaert.

Bibliografie

https://voetweg66.be/afzender-onbekend/ 

Onze bachelorproef is een crossmediaal journalistiek werk dat te bekijken is via bovenstaande link.