In de laatste jaren is de druk om te gaan digitaliseren sterk toegenomen in de samenleving. Door middel van digitale technologieën wordt getracht het bedrijfsmodel te veranderen om zo het proces naar een digitaal bedrijf te kunnen realiseren. Deze transitie vindt ook plaats in de bouwsector in het algemeen en meer specifiek in de wegenbouwsector. Er is namelijk een opmerkelijke en grootschalige verschuiving van een traditioneel bouwproces naar een bouwproces dat gebaseerd is op het BIM-principe.
Wat is BIM?
BIM is een zeer breed concept dat meerdere interpretaties kent. Eerst en vooral staat de afkorting voor Building Information Modelling, dit is het proces van het delen van digitale gegevens tussen de verschillende partners van een project via een gemeenschappelijk uitwisselingsplatform. Daarnaast staat het ook voor Building Information Model, dit is de digitale 3D-weergave van het project. Naast deze twee betekenissen wordt de afkorting tegenwoordig ook gebruikt in de zin van Building Information Management, namelijk de intelligentie in het BIM-model en de mogelijkheid om de informatie te beheren en op te vragen.
Onderzoeksdoelen en methodologie
Het doel van deze studie is om de overgang van het traditioneel bouwproces naar het bouwproces met BIM voor de (wegen)bouwondernemingen in België te onderzoeken door een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag, namelijk “Op welke manier wordt BIM geïmplementeerd binnen de (wegen)bouwsector in België en waar staan ze momenteel in deze overgang tussen het traditioneel bouwproces en een bouwproces met BIM?” Hierbij wordt de focus gelegd op vier topics, namelijk de BIM-maturiteit, de voordelen van BIM, de nadelen van BIM en de toekomstvisie, waarmee vervolgens een beeld gecreëerd kan worden hoe de verdere evolutie van het BIM er de komende jaren zal uitzien.
Om de huidige stand van zaken te kunnen bepalen werd er een enquête opgesteld, bestaande uit twee delen. Het eerste deel werd ingevuld door alle 122 respondenten in tegenstelling tot het tweede deel dat optioneel was en slechts ingevuld werd door 42 respondenten.
Resultaten
Uit de analyses van het onderzoek blijkt dat 48% van de deelnemers (n=122) al betrokken is bij de overgang naar een digitaal bedrijf en gestart is met innovatieve digitaliseringsacties of projecten. Slechts 39% (n=122) is volledig gedigitaliseerd en is actief bezig met de digitalisatie van hun bouwplaatsen. Opvallend is echter dat er nog steeds een kleine 13% (n=122) aanwezig is die zich niet of nauwelijks bezighoudt met de digitalisatie. En het is juist die groep die vandaag de dag voor bepaalde barrières zorgt binnen de bouwsector. Het is daarom belangrijk dat deze minderheid de nodige aandacht krijgt omdat ze de oorzaak zijn van de langzame transitie in België. Wanneer het bedrijfsprofiel van deze respondenten, die sporadisch of nooit betrokken zijn bij digitalisering, wordt achterhaalt, blijkt dat 58% van hen actief is in de wegenbouw, 21% in de residentiële sector en 21% in de burgerlijke bouwkunde. Het merendeel van de respondenten die de overstap al wel hebben gemaakt en hun bedrijfsprocessen actief digitaliseren, zijn met 29% actief in de burgerlijke bouwkunde.
De analyses naar het gebruik van BIM tonen aan dat 57% (n=122) van de respondenten al eens met BIM heeft gewerkt. Wanneer de bedrijfsprofielen van deze respondenten onder de loep worden genomen, is het opmerkelijk dat de meeste respondenten die met BIM werken, actief zijn binnen de burgerlijke bouwkunde en slechts 13% in de wegenbouwsector. Bij de respondenten die nooit met BIM hebben gewerkt, valt het juist op dat degenen die actief zijn in de wegenbouwsector met 47% het voortouw nemen. Dit is zeer hoog in vergelijking met de andere sectoren.
De belangrijkste reden waarom de meeste respondenten in dit onderzoek, die geen gebruikmaken van BIM, deze stap nog niet hebben kunnen zetten, is het gebrek aan kennis en ervaring. Dit heeft ook te maken met het feit dat dit bijna nooit is gevraagd geweest door de klant of door een gebrek aan tijd.
Een van de voornaamste redenen die de omschakeling naar het BIM-proces echter wel aantrekkelijk maakt, is de 3D-clashdetectie. De meeste respondenten zijn het er namelijk ook over eens dat de 3D-clashdetectie de belangrijkste toepassing is van BIM, die door zijn aanwezigheid de fouten reeds in een vroeger stadium kan filteren en zo de faalkosten kan verlagen. Daarnaast zorgt het ook voor een toename van de productiviteit, efficiëntie, kwaliteit en de betrokkenheid van projectmedewerkers als gevolg van een betere communicatie en samenwerking.
Er zijn echter ook een aantal nadelen die gepaard gaan met BIM. De implementatie vereist namelijk een aanzienlijke investering in hardware en software, waarin men voortdurend moet investeren. Na een opleiding zullen de medewerkers zich daar ook eerst mee vertrouwd moeten maken, wat de productiviteit en snelheid van de ontwerpen in de eerste fase zal verminderen. Daarnaast werkt het BIM verhaal ook enkel en alleen indien iedere schakel meewerkt. Als er één schakel is binnen de kring die zijn werk niet naar behoren uitvoert, dan verdwijnt de meerwaarde van het BIM-proces. De kleine onderaannemers zijn hier een goed voorbeeld van.
Uit de analyses bleek dat de respondenten die actief zijn binnen de wegenbouwsector meestal minder gedigitaliseerd zijn en nog in de beginfase zitten bij de implementatie van BIM ten opzichte van de andere bouwsectoren. De analyses van de T-test tonen aan dat dit verschil significant is en dat de respondenten die actief zijn in de wegenbouwsector een gemiddelde hebben van 2,94 op een schaal van 1 tot 4, waarbij 1 staat voor 'helemaal geen kennis van BIM' en 4 voor 'ik heb een uitgebreide kennis van BIM'. Dit betekent dat deze respondenten gemiddeld genomen neigen naar categorie 3, die zegt in grote lijnen te weten hoe BIM werkt. De respondenten die actief zijn in de bouwsector hebben een gemiddelde van 3,41. Dit betekent dat deze respondenten gemiddeld tussen categorie 3 en 4 zitten, wat betekent dat ze tussen een brede kennis van BIM en een uitgebreide kennis van BIM zitten. Tot slot heeft deze groep een significant hoger gemiddelde dan de respondenten die actief zijn in de wegenbouwsector en hebben ze dus meer kennis van BIM.