“Door onze hulp werden ze arbeiders. Ik heb vier jaar voor hen gezorgd.” Turkse migrantenvrouwen van de eerste generatie over moederschap, arbeid en netwerken in Gent, 1960 – 1979

Neslihan Dogan
Persbericht

Turkse vrouwen werkten niet? Ze werkten en zorgden dat er gewerkt werd in België!

“Ali en Ramazan, de broers van mijn man, hielpen we ook. We hebben ze allebei naar hier gebracht. Wij hebben arbeiders van hen gemaakt. Ik heb vier jaar voor hen gezorgd.”

“Ik heb een arbeider van hem gemaakt” doet bij de Turkse Gentenaars een belletje rinkelen. Met dit citaat onderlijnen Turkse mannen van de eerste generatie hun aandeel in het migratietraject van lotgenoten. Ze vertellen daarmee hoe ze een lotgenoot aan papieren, een job of onderdak hielpen. Het belang van dergelijke netwerken is niet te onderschatten. De Turkse immigratie naar Gent kwam niet zozeer tot stand binnen een wettelijk kader, maar gebeurde hoofdzakelijk op basis van kettingmigratie. De bovenstaande quote komt verrassend genoeg niet van een man, maar van een vrouw.

Een dergelijk bewustzijn over de eigen bijdrage aan de migratiegeschiedenis is niet verrassend voor de Turks-Gentse lezer. De Turkse vrouwen van de eerste generatie worden binnen de ‘Turkse gemeenschap’ immers op een voetstuk geplaatst voor hun zelfopoffering en veerkracht. Wanneer we het hedendaags historisch onderzoek erop naslaan, zou je bijna denken dat de Turkse vrouwen passieve en afgezonderde levens hebben geleid binnen de vier muren van hun huishoudens. Om deze leemte in het onderzoek naar migratiegeschiedenis op te vullen werden tien Turkse vrouwen van de eerste generatie geïnterviewd.  

Waar de overheid er alles aan doet om migratie vandaag af te raden, werd migratie vroeger aangemoedigd door de overheid! De overheid verspreidde brochures in onder andere Turkije om arbeiders naar België te halen. Ze promootte zelfs gezinshereniging, wat vandaag juist bemoeilijkt wordt. Als gevolg kwamen de Turkse vrouwen ongeveer gelijktijdig aan met de mannen. Dit maakt het eigenaardiger dat het academisch onderzoek lang geen aandacht had voor deze vrouwen.

" "

Bron: https://belgiqueterredaccueil.wordpress.com/vivre-et-travailler-en-belgique/

Wanneer er wel gefocust werd op vrouwelijke arbeidsmigranten dan werd het onderwerp vooral benaderd vanuit een modern emancipatiediscours. De hamvraag was of de tewerkstelling van die vrouwen geleid had tot emancipatie. In andere studies werd de status van migrantenvrouwen aangegrepen om de mislukking van integratie te beargumenteren. Vrouwelijke arbeidsmigranten waren zelf nooit het onderwerp van onderzoek. Ze dienden slechts emotionele kleur toe te voegen aan het mannelijk migratiediscours. Deze thesis geeft het woord terug aan de vrouwen. Met behulp van de mondelinge geschiedenis worden geanonimiseerde diepte-interviews afgenomen. Die interviews zijn een verslag van de gelaagde rollen die vrouwen kort voor en na hun migratie vervuld hebben.

Het leven in een Turks dorp

Bij de migratie van de echtgenoot veranderde de levenssituatie van de achtergebleven vrouw in het dorp. De mannen die vertrokken namen ook hun arbeidskracht met zich mee. Diezelfde arbeidskracht is van levensbelang in een landbouwregio vóór het tijdperk van gemechaniseerde werktuigen. De geïnterviewde vrouwen vertelden hoe ze altijd al het land bewerkten, maar dat de migratie van hun partner voor verschillende achtergebleven vrouwen voor uitdagingen zorgden. Sommigen gingen voor een dagloon op het land van iemand anders werken om te overleven. Anderen vertelden hoe ze door hun schoonfamilies werden gezien als melkkoeien nu ze echtgenotes waren van “een Europeaan”. De spanningen voor achtergebleven vrouwen stegen. 

De focus op het leven in het dorp is belangrijk. Dit deel doorbreekt het clichébeeld dat vooralsnog bestond over de Turkse vrouwen van de eerste generatie. In de populaire perceptie leidden de vrouwen in België vooral een leven als passieve huisvrouwen. Die rol zou eigen zijn aan hun cultuur. Uit de getuigenissen van de vrouwen bleek echter dat ze in het dorp naast het huishoudelijk werk ook hard werkten op het land. Ze ontfermden zich over het vee en bewerkten de producten die de landbouw en veestapel voortbrachten. Allesbehalve levens die zich afspeelden tussen de vier muren van de aftandse lemen dorpshuizen!

“Is dit Europa?”

De vreugde om gezinsherenigingen maakte al snel plaats voor ontnuchtering. De geïnterviewde vrouwen lieten allemaal ontvallen dat ze het niet konden geloven in “Europa” gearriveerd te zijn bij de aanblik van de armtierige en bouwvallige beluikhuizen. “Het huis in het dorp was tien keer beter!” merkten ze op. De uitdagingen waaraan de vrouwen het hoofd boden, waren talrijk. Met het wegvallen van de agricultuur, viel de dagstructuur weg voor de vrouwen. Verveling en eenzaamheid loerden om een hoek. Vrouwen probeerden die eenzaamheid te overstijgen door buitenshuis werk te zoeken en vriendschappen aan te knopen. We zien vrouwen niet alleen als arbeiders en hoofdkostwinners, maar als netwerkers zullen ze net aangekomen lotgenoten huisvesten en aan een job helpen. 

Hun rollen als huishoudsters en opvoeders worden geanalyseerd door de lens van de reproductieve arbeid. In beide rollen oversteeg de koesterende en onbetaalde huishoudelijke arbeid hun eigen kerngezin en was die van belang voor het slagen van migratietrajecten van de bredere familie- en kennissenkring. Ze offerden hun eigen kans op betaald arbeid op om onbetaald voor andere migranten of kinderen van werkende familieleden te zorgen. In dit geval geldt dat het offer van een vrouw de emancipatie was van een andere.

De sterke vrouw achter de sterke man?

Deze thesis gaf de Turkse vrouw in de naoorlogse migratiegeschiedenis naar Gent een gezicht. Aan de hand van een intersectionele benadering werden zowel de zichtbare rollen van arbeider en netwerken benadrukt, als de onzichtbare en vanzelfsprekende rollen van tijdelijke alleenstaande in het dorp, opvoeder en huishouder. De getuigenissen zijn daarom niet alleen van belang voor de naoorlogse migratiegeschiedenis, maar ook voor de arbeids- en vrouwengeschiedenis tout court.

Wanneer je een kranige oude Turkse man fier hoort vertellen hoe hij als ‘pionier’ van deze of gene man een arbeider heeft gemaakt, durf hem dan te vragen wie echt voor die migranten gezorgd heeft. De kans is groot dat het de partner was van de pionier in kwestie. Hoog tijd dat de sterke vrouw achter de sterke man haar plaats naast de sterke man inneemt. Ere wie ere toekomt!

Bibliografie

BIBLIOGRAFIE

Abadan-Unat, N. (1977) Implications of Migration on Emancipation on Pseudo-Emancipation of Turkish Women. The International Migration Review, 11(1), 31 – 57.

Abadan-Unat, N. (1982). The Effect of International Labor Migration on Women’s Roles: the Turkish Case. In Kagitçibasi, C.  (Ed.) Sex Roles, Family and Community in Turkey(207 – 237). Bloomington: Indiana University Turkish Studies.

Abadan-Unat, N. (2011). Turks in Europe: From guest worker to transnational citizen. New York: Berghahn Books.

Akgündüz, A. (2008). Labour migration from Turkey to Western Europe, 1960-1974 : a multidisciplinary analysis. Burlington: Ashgate.

Anderson, B. R. (2006). Imagined communities : Reflections on the Origin and Spread of Nationalism. Rev. ed. London: Verso.

Bilecen, B. (2019). Altin Günü: Migrant Women’s Social protection Networks. Comparative Migration Studies, 7(11), 1 – 17. 

Böcker, A. G. M. (1994). Chain migration over Legally Closed Borders: Settled Immigrants as Bridgeheads and Gatekeepers. The Netherland’s Journal of Social Sciences, 30(2), 87 – 106.

Blommaert, J., & Verschueren, J. (1992). Het Belgische migrantendebat : de pragmatiek van de abnormalisering. Antwerpen: IPrA research center.

Ben Taib Hajar, O. & Morelli, A. (2013). Pionnières de l’immigration marocaine dans la commune de Molenbeek-Saint-Jean. Parcours de femmes entre 1964 et 1974. Onuitgegeven doctoraatsverhandeling, Université libre de Bruxelles, Bruxelles.

Boyd, M. en Grieco E. M. (1998). Women and Migration: Incorporating Gender into International Migration Theory. Working paper, Florida State University. Geraadpleegd op http://homes.chass.utoronto.ca/~boydmon/research_papers/gender_inequality/grieco_and_boyd.pdf

Casier, M., Petra, H., Noel, C., Zemni, S., & Christiane , T. (2013). Breaking the in-group out-group: shifting boundaries in transnational partner choice processes of individuals of Moroccan, Tunesian, Algerian, Turkish, Punjabi Sikh, Pakistani and Albanian descent in Belgium. SOCIOLOGICAL REVIEW, 61(3), 460–478.

Caglar, A. & Schiller, N. G. (2013). Locating Migrant Pathways of Economic Emplacement: Thinking beyond the Ethnic Lens. Ethnicities, 13(4), 494 – 514.

Chin, R. C.-K. (2009). The guest worker question in postwar Germany. Cambridge: Cambridge University Press.

Debo, R., Thoen, E., & Vanhaute, E. (2014). Spinnen en weven in de stad : Een chronologische en geografische reconstructie van de Gentse textielindustrie van 1900 tot 2000. Onuitgegeven masterproef, Universiteit Gent, Gent.

De Bock, Jozefien. (2012). “Alle wegen leiden naar Gent”Trajecten van mediterrane migranten naar de Arteveldestad, 1960-1980. BROOD & ROZEN, 3, 47–75. 

De Bock, J., & Caestecker, F. (2013). We have made our whole lives here : immigration, settlement and integration processes of Mediterranean immigrants in Ghent, 1960-1980. Onuitgegeven doctoraatsverhandeling, European University Institute, Firenze. Geraadpleegd op https://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/131/495/RUG01-002131495_2014_000…

De Bock, J. & Langeraert, H. (2017). Werken in Textielfabriek UCO Braun (1950-2009): Snelle veranderingen in een oude industrie. MIAT FACTory - Digital publications. https://issuu.com/museum_miat/docs/20170329_pu_miat_factory_gentse_nao: MIAT. 

De Bock, J. (2018). Of employers, uncles and interpreters : the diverse trajectories of guest workers to the Belgian city of Ghent, 1960–1975. JOURNAL OF ETHNIC AND MIGRATION STUDIES, 44(7), 1233–1249. 

De Bock, J. (2018). Parallel lives revisited : Mediterranean guest workers and their families at work in the neighbourhood, 1960-1980. New York: Berghahn Books.

De Gendt, T. (2014). Turkije aan de Leie : 50 jaar migratie in Gent. Tielt: Lannoo. 

De Gendt, T. (2018). 1974. De echt niet zo bedoelde migratiestop. In M. Beyen, M. Boone & B. De Wever (Eds.), Wereldgeschiedenis van Vlaanderen(pp. 502 – 508). Kalmthout: Polis.

De Gendt, T., & Creve, P. (2019). Vanop de eerste rij : van multicultuur naar superdiversiteit: dertig jaar samenleven door de ogen van VOEM. Gent: Amsab.

De Groot, G. (2001). Fabricage van verschillen. Mannenwerk, vrouwenwerk in de Nederlandse industrie (1850-1940).Amsterdam: Aksant.

Duffy, M. (2007). Doing the Dirty Work. Gender, Race, and Reproductive Labor in Historical Perspective. Gender & Society, 21(3), 313 – 336.

Erel, U. (2015). Thinking Migrant Capitals Intersectionally: Using a Biographical Approach. In L. Ryan, U. Erel & A. D’ Angelo (Eds.), Migrant Capital. Networks, identities and Strategies (pp. 18 – 32). Hampshire: Palgrave Macmillan.

Erel, U., Reynolds, T. & Kaptani, E. (2018). Migrant mothers’ creative interventions into racialized citizenship. Ethnic and Racial Studies, 41(1), 55-72.

Erman, T. (1998). The Impact of Migration on Turkish Rural Women. Gender & Society, 12(2), 146  -167.

Fadil, N. (2003) Vertegenwoordiger of onderzoeker? Het statuut van de ‘native’ onderzoeker. In M. C. Foblets & E. Cornelis (Eds.), Migratie, zijn wij uw kinderen? Identiteitsbeleving bij allochtone jongeren(pp. 13 -23). Leuven: Acco.

Inowlocki, L. & Lutz, H. (2000). Hard Labour. The ‘Biographical Work’ of a Turkish Migrant Woman in Germany. The European Journal of Women’s Studies, 7, 301 – 319.

Jessee, E. (2018). The Life History Interview. In P. Liamputtong (Ed.), Handbook of Research Methods in Health Social Sciences(pp. 1 – 17). Singapore: Springer.

Kandiyoti, D. (1988). Bargaining with Patriarchy. Gender and Society, 2(3), 274-290.

Kadioglu, A (1997). Migration Experiences of Turkish Women: Notes from a Researcher’s Diary. International Migration, 35(4), 537 – 557.

Khoojinian, M. (2007). Fixer la main-d'oeuvre turque en Belgique: la tâche d'un mensuel officiel (1964-1970). Belgisch Tijdschrift voor Nieuwte Geschiedenis, 36(4), 517 – 556.

Morokvasic, M. (2014). Gendering Migration. Migration and Ethnic Themes, 30(3), 355 – 378.

Morokvasic, M. (1984). Birds of Passage are also Women… The International Migration Review, 18(4), 886 – 907.

Mirdal, M. (1984). Distress in Migration: Problems and Resources of Turkish Women in Denmark. The International Migration Review, 18(4), 934 – 1003.

Moser, C. & Young, K. (1981). Women of the Working Poor. Institute of Development Studies Bulletin, 12(3), 54 – 62.

Mies, M. (2014). Patriarchy and Accumulation on a World Scale. Women in the International Division of Labour. London: Zed Books.

Morelli, A. (1988). L'appel à la main-d'œuvre italienne pour les charbonnages et sa prise en charge à son arrivée en Belgique dans l'immédiat après-guerre.Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, 19(2), 83-130.

Martens, A. (1973). 25 jaar wegwerparbeiders : het Belgisch immigratiebeleid na 1945. Leuven: KUL. Sociologisch onderzoeksinstituut.

Mortelmans, D. (2013). Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden. 4e herziene druk Leuven: Acco.

Moore, G. (1990). Structural Determinants of Men’s and Women’s Personal Networks. American Sociological Review, 55(5), 726 - 735.

Miri, A. (forthcoming) Marriage migration. Integration, identity and empowerment among Muslim women in Belgian society.Onuitgegeven doctoraatsverhandeling, Universiteit Gent, Gent.

Olson, E. A. (1982). Duofocal Family Structure and an Alternative Model of Husband Wife-Relationship. In C. Kagitcibasi & D. Sunar (Eds.), Sex Roles, Family and Communtiy in Turkey (pp. 33 – 73). Indianna: Indianna University Turkish Studies. 

Oakley, A. (1981). Interviewing women: a contradiction in terms. In Roberts, H. (Ed.), Doing feminist research(pp. 30 – 61). London: Routledge.

Reynebeau, M. (2009). Een geschiedenis van België. Tielt: Lannoo.

Raats, J., Leonard, I., Vandebroek, H. & Teller, M. (2014).On est là: la première génération de migrants marocains et turcs à Bruxelles (1964 – 1974).Bruxelles: Centre regional d’intégration Foyer.

Roumeliotis, P. & Kaerts, K. (2019). La rose blanche. Drongen: SKRIBIS.

Sunar, D. & Fisek, C. O. (2005). Contemporary Turkish Families. In U. Gielen & Roopnarine J. L. (Eds), Families in Global perspective. Boston: Pearson Allyn and Bacon.

Schoonvaere, Q. (2013). Demografische studie over de populatie van Turkse herkomst in België.Brussel: Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding.

Timmerman, C. (2006). Gender Dynamics in the Context of Turkish Marriage Migration: The Case of Belgium. Turkish Studies, 7(1), 125 – 143.

Timmerman, C. (2008). Marriage in a ‘Culture of Migration’. Emirdag Marrying into Flanders. European Review, 16(4), 585 – 594. 

Timmerman, C., Welvarens, M., & Michielsen, J. et alii (2018). A Migration Project in Retrospect: The case of Ageing Zero Generation in Emirdag.Social Inclusion, 6(3), 260-9.

Vandecandelaere, H. (2012). In Brussel. Berchem: EPO.

Vandebroek, H. (2002). Het geslacht van de arbeid: Opvattingen over vrouwenarbeid in Belgische katholieke intellectuele kringen (1945-1960).Leuven: Universitaire pers.

Vertommen, S. (2019). WTF is reproductieve arbeid?Geraadpleegd op https://reprosist.org/2019/11/26/reproductieve-arbeid-wtf/?fbclid=IwAR1IIpBt5R-4c3yN8WBVSPrGjO13B_J8mGjztAsqBPMSuO8Xi1tn-jgHCis

Wouters, N., & Aerts, K. (2014). Mondelinge geschiedenis en geheugenstudie: slotbedenkingen. REVUE BELGE DE PHILOLOGIE ET D’HISTOIRE, 92(2), 689–698.

Zembrzycki, S. (2009). Sharing Authority with Baba. Journal of Canadian Studies, 43(1), 219 – 238.

PERS

Van Goch, A. (14/03/1981). Turkse vrouwen bij Diepvries Breskens. De Stem, p. 19.

De Mey, K. (18/02/1991). Migrantenvrouwen emanciperen. Veto, p. 1.

Abdel wie? (20/06/1977). Tienerklanken (VRT).

Universiteit of Hogeschool
Conflict & Development
Publicatiejaar
2020
Promotor(en)
Marlies Casier
Kernwoorden
Share this on: