Ondernemers worden verondersteld een bepaalde creativiteit te bezitten om een onderneming op te richten en in goede banen te leiden. Nu kan de vraag worden gesteld of bepaalde gendereigenschappen een invloed hebben op de creativiteit die ondernemers bezitten. Ben jij ook nieuwsgierig of het nu net mannelijke of vrouwelijke eigenschappen zijn die een invloed hebben op de creativiteit van ondernemers, lees dan zeker verder.
Wat is gender?
Vandaag de dag wordt gender nog al te vaak met geslacht verward, vandaar dat het belangrijk is om duidelijk het onderscheid tussen de twee uit te leggen. Geslacht is iets wat iedereen kent, het zijn de fysieke kenmerken waarmee je wordt geboren en die van jou een jongen/man of meisje/vrouw maken. Gender daarentegen is echter een term die niet veel mensen kennen, het zijn de genderverschillen die door de cultuur worden aangeleerd. Het zijn dus in feite karaktereigenschappen die door de cultuur worden omschreven als meer mannelijk of vrouwelijk. Inderdaad, gender bestaat dus uit twee dimensies, de mannelijke eigenschappen (ook wel masculiene eigenschappen genoemd) en vrouwelijke eigenschappen (ook wel feminiene eigenschappen genoemd). Een voorbeeld van masculiene eigenschappen zijn bijvoorbeeld krachtig en dominant, een voorbeeld van vrouwelijke eigenschappen zijn liefhebbend en medelevend. Aan de hand van een vragenlijst met deze eigenschappen kan dan bepaald worden of iemand hoog of laag masculien en/of feminien is. Het is dus perfect mogelijk dat iemand zowel mannelijke als vrouwelijke eigenschappen bezit of net geen van beiden. Op deze manier kunnen ondernemers dan opgedeeld worden in vier verschillende gendergroepen: ‘laag feminien, laag masculien’, ‘laag feminien, hoog masculien’, ‘hoog feminien, laag masculien’ en ‘hoog feminien, hoog masculien’. Waarom wordt gewerkt met gender en niet met geslacht vraag je jezelf nu waarschijnlijk af. De reden hiervoor is dat ondanks iemand zijn geslacht, deze persoon toch nog om het even welke mix kan zijn qua gendereigenschappen.
Wat is ondernemerscreativiteit?
Creativiteit is een woord dat iedereen kent, maar het is moeilijk om dit begrip in woorden te omschrijven. Door creativiteit ontstaat er in feite een nieuw idee die gevormd wordt door het combineren van twee of meer bestaande ideeën. Naast tal van andere vaardigheden worden ondernemers verondersteld ook een zeker mate van creativiteit te bezitten, ondernemerscreativiteit genaamd. Ondernemerscreativiteit is een samenvoeging van de termen ondernemerschap en creativiteit en wordt gedefinieerd als het zien van nieuwe opportuniteiten en het succesvol maken ervan. Deze creativiteit stelt ondernemers in staat om opportuniteiten waar te nemen en er gebruik van te maken bij de opstart van een nieuwe onderneming maar ook tijdens en na het bestaan van de organisatie. Daarnaast gebruiken ze het ook om nieuwe ideeën en oplossingen voor problemen te bedenken, dit komt hen vaak van pas in de turbulente ondernemerswereld. Op deze manier kunnen zijn ook hun concurrentiekracht verhogen en het hoofd bieden aan de uitdagingen van het bedrijfsleven.
De invloed van gendereigenschappen op de creativiteit van Vlaamse KMO-ondernemers
Figuur 1. Gemiddelde creativiteit per gendergroep
We kunnen ons nu de vraag stellen of masculiene en feminiene eigenschappen een invloed hebben op de ondernemerscreativiteit van Vlaamse ondernemers. Dit werd onderzocht aan de hand van een vragenlijst die afgenomen werd bij Vlaamse KMO-ondernemers. Dit onderzoek toonde aan dat vooral ondernemers met meer masculiene eigenschappen creatiever zijn. Wat de feminiene eigenschappen dan betreft, zorgen deze er niet voor dat een ondernemer meer of minder creatief is. Bovendien zijn ondernemers die zowel hoog masculien als feminien zijn en ondernemers die enkel hoog masculien zijn het meest creatief, gevolgd door de ondernemers die enkel hoog feminien zijn. Het minst creatief zijn de ondernemers die laag scoren op zowel masculiniteit als femininiteit.
Ananiadou, K., & Claro, M. (2009). 21st century skills and competences for new millennium learners in OECD countries.
Anastasi, A., & Sonderegger, T. B. (1985). Psychology and gender. Lincoln (Nebr.): University of Nebraska press.
Amabile, T. M. (1983). The social psychology of creativity: A componential conceptualization. Journal of personality and social psychology, 45(2), 357.
Amabile, T. M. (1988). A model of creativity and innovation in organizations. Research in organizational behavior, 10(1), 123-167.
Amabile, T. M. (1997). Entrepreneurial creativity through motivational synergy. The Journal of Creative Behavior, 31(1), 18-26.
Ashforth, B. E., Rogers, K. M., Pratt, M. G., & Pradies, C. (2014). Ambivalence in organizations: A multilevel approach. Organization Science, 25(5), 1453-1478.
Baer, J., & Kaufman, J. C. (2008). Gender differences in creativity. The Journal of Creative Behavior, 42(2), 75-105.
Barron, F., & Harrington, D. M. (1981). Creativity, intelligence, and personality. Annual review of psychology, 32(1), 439-476.
Bem, S. L. (1974). The measurement of psychological androgyny. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 42, 196-205.
Bem, S. L. (1981). Gender schema theory: A cognitive account of sex typing. Psychological review, 88(4), 354. Boden, M. A. (1996). Creativity. In Artificial intelligence (pp. 267-291). Academic Press.
Cammaert, M., Stevens, S., & Vercruysse, D. (2017). Het effect van ondernemend onderwijs op ondernemend gedrag: een focus op geslacht en gender.
Campbell, T., Gillaspy Jr, J. A., & Thompson, B. (1997). The factor structure of the Bem Sex-Role Inventory (BSRI): Confirmatory analysis of long and short forms. Educational and psychological Measurement, 57(1), 118-124.
Cawelti, S. (1992). Modeling Artistic Creativity: An Empirical Study. Journal of Creative Behavior, 26(2), 83-94.
46
Choi, N., Fuqua, D. R., & Newman, J. L. (2009). Exploratory and confirmatory studies of the structure of the Bem Sex Role Inventory short form with two divergent samples. Educational and Psychological Measurement, 69(4), 696-705.
Crijns, H. (2009). Ondernemen met creativiteit. Leuven: LannooCampus.
Crijns, H., Maenhout, T., & Onkelinx, J. (2007). Creatief ondernemen in Vlaanderen.
Flanders DC. Davis, M. A. (2009). Understanding the relationship between mood and creativity: A meta-analysis. Organizational behavior and human decision processes, 108(1), 25-38.
Dellas, M., & Gaier, E. L. (1970). Identification of creativity: The individual. Psychological Bulletin, 73(1), 55. De Pelsmacker, P., & Van Kenhove, P. (1999). Marktonderzoek: methoden en toepassingen. Leuven: Garant.
Domino, G. (1970). Identification of potentially creative persons from the Adjective Check List. Journal of consulting and clinical psychology, 35(1p1), 48.
Echabe, A. E. (2010). Role identities versus social identities: Masculinity, femininity, instrumentality and communality. Asian Journal of Social Psychology, 13(1), 30-43.
Filipczak, B. (1997). It Takes All Kinds: Creativity in the Work Force. Training, 34(5), 32.
Fillis, I. (2004). The entrepreneurial artist as marketer: Drawing from the smaller-firm literature. International Journal of Arts Management, 9-21.
Fillis, I., & Rentschler, R. (2005). Using creativity to achieve an entrepreneurial future for arts marketing. International journal of nonprofit and voluntary sector marketing, 10(4), 275-287.
Fillis, I., & Rentschler, R. (2006). Creative Marketing: An Extended Metaphor for Marketing in a New Age. Journal of Marketing Management, 22, 891-897.
Fillis, I., & Rentschler, R. (2010). The role of creativity in entrepreneurship. Journal of enterprising culture, 18(01), 49-81.
Gaglio, C. M., & Katz, J. A. (2001). The psychological basis of opportunity identification: Entrepreneurial alertness. Small business economics, 16(2), 95-111.
Gartner, W. B. (1989). Some suggestions for research on entrepreneurial traits and characteristics. Entrepreneurship theory and practice, 14(1), 27-38.
Gomez, J. G. (2007). What Do We Know about Creativity?. Journal of Effective Teaching, 7(1), 31-43.
Gough, H. G. (1979). A creative personality scale for the adjective check list. Journal of personality and social psychology, 37(8), 1398.
Gough, H. G., & Heilbrun, A. L. (1965). The Adjective Check List manual. Palo Alto, Calif.: Consulting Psycho'.
Greer, M.J. & Greene, P.G. (2003). Feminist theory and the study of entrepreneurship. In Butler, J. (Ed.), New perspectives on women entrepreneurs (pp. 1–24). Charlotte, NC: Information Age Publishing.
Guasch, J. L., Kuznetsov, Y. N., & Sanchez, S. M. (2002). Small and medium sized enterprises in Argentina: A potential engine for economic growth and employment. World Bank Sector Rep, (22803-AR).
Gupta, V. K., Turban, D. B., Wasti, S. A., & Sikdar, A. (2009). The role of gender stereotypes in perceptions of entrepreneurs and intentions to become an entrepreneur. Entrepreneurship theory and practice, 33(2), 397-417.
Hall, W. B., & MacKinnon, D. W. (1969). Personality inventory correlates of creativity among architects. Journal of Applied Psychology, 53(4), 322.
Harrington, D. M., & Anderson, S. M. (1981). Creativity, masculinity, femininity, and three models of psychological androgyny. Journal of Personality and Social Psychology, 41(4), 744.
Heilman, M. E. (2001). Description and prescription: How gender stereotypes prevent women's ascent up the organizational ladder. Journal of social issues, 57(4), 657-674. Hittner, J. B., &
Daniels, J. R. (2002). Gender‐role orientation, creative accomplishments and cognitive styles. The Journal of Creative Behavior, 36(1), 62-75.
Hocevar, D. (1981). Measurement of creativity: Review and critique. Journal of Personality assessment, 45(5), 450-464.
Holmgren, C., & From, J., (2005). Taylorism of the Mind: entrepreneurship education from a perspective of educational research. European Educational Research Journal, 4(4), 382-390.
Jönsson, P., & Carlsson, I. (2000). Androgyny and creativity: A study of the relationship between a balanced sex‐role and creative functioning. Scandinavian Journal of Psychology, 41(4), 269-274.
Keller, C. J., Lavish, L. A., & Brown, C. (2007). Creative styles and gender roles in undergraduates students. Creativity Research Journal, 19(2-3), 273-280.
Kiggen, B. (2020). Over de creatieve sector. Opgehaald van Flanders DC: https://www.flandersdc.be/nl/over-ons/over-de-creatieve-sector
Kobia, M., & Sikalieh, D. (2010). Towards a search for the meaning of entrepreneurship. Journal of European industrial training, 34(2), 110-127.
Kruger, M. E., Millard, S. M., & Pretorius, M. (2005). Creativity, innovation and implementation: Management experience, venture size, life cycle stage, race and gender as moderators. South African Journal of Business Management, 36(4), 55-68.
Lee, S. Y., Florida, R., & Acs, Z. (2004). Creativity and entrepreneurship: A regional analysis of new firm formation. Regional studies, 38(8), 879-891.
Lips, H. M. (1991). Women, men, and power. Mayfield Publishing Co.
Lumpkin, G. T., & Dess, G. G. (1996). Clarifying the entrepreneurial orientation construct and linking it to performance. Academy of management Review, 21(1), 135-172.
Magyari-Beck, I. (1990). An Introduction to the Framework of Creatology. Journal of Creative Behavior, 24(3), 151-60.
Marlow, S., & Patton, D. (2005). All credit to men? Entrepreneurship, finance, and gender. Entrepreneurship theory and practice, 29(6), 717-735.
Matlay, H., Heinonen, J., Hytti, U., & Stenholm, P. (2011). The role of creativity in opportunity search and business idea creation. Education+ Training.
Mirchandani, K. (1999). Feminist insight on gendered work: New directions in research on women and entrepreneurship. Gender, work & organization, 6(4), 224-235.
Oke, A., Munshi, N., & Walumbwa, F. O. (2009). The influence of leadership on innovation processes and activities. Organizational Dynamics, 38(1), 64-72.
Perry-Smith, J. E., & Shalley, C. E. (2003). The social side of creativity: A static and dynamic social network perspective. Academy of management review, 28(1), 89-106.
Powell, G. N., Butterfield, D. A., & Parent, J. D. (2002). Gender and managerial stereotypes: have the times changed?. Journal of management, 28(2), 177-193.
Reevy, G. M., & Maslach, C. (2001). Use of social support: Gender and personality differences. Sex roles, 44(7-8), 437-459.
Rogers, C. R. (1954). Toward a theory of creativity. ETC: A review of general semantics, 249-260.
Ruth, J. E., & Birren, J. E. (1985). Creativity in adulthood and old age: Relations to intelligence, sex and mode of testing. International Journal of Behavioral Development, 8(1), 99-109.
Schaefer, C. E. (1969). The self-concept of creative adolescents. The Journal of psychology, 72(2), 233-242.
Schmader, T. (2002). Gender identification moderates stereotype threat effects on women's math performance. Journal of Experimental Social Psychology, 38(2), 194-201.
Shane, S., & Venkataraman, S. (2000). The promise of entrepreneurship as a field of research. Academy of management review, 25(1), 217-226.
Solomon, G., Hamidi, D. Y., Wennberg, K., & Berglund, H. (2008). Creativity in entrepreneurship education. Journal of small business and enterprise development.
Stoltzfus, G., Nibbelink, B. L., Vredenburg, D., & Hyrum, E. (2011). Gender, gender role, and creativity. Social Behavior and Personality: an international journal, 39(3), 425-432.
Suter, B., & Domino, G. (1975). Masculinity-femininity in creative college women. Journal of personality assessment, 39(4), 414-420.
UNIZO. (2019, februari). Vrouwelijk ondernemerschap. Retrieved from UNIZO: https://www.unizo.be/sites/default/files/vrouwelijkondernemerschap.pdf
UNIZO vzw. (2019). UNIZO. Opgehaald van NACE-code: https://www.unizo.be/tools/nace-code
Van den Broeck, H., Cools, E., & Maenhout, T. (2008). A Case Study of Arteconomy–Building a bridge between art and enterprise: Belgian businesses stimulate creativity and innovation through art. Journal of Management & Organization, 14(5), 573-587.
Verheul, I. (2005). Is there a (fe)male approach? : understanding gender differences in entrepreneurship. S.l.: s.n.
Ward, T. B. (2004). Cognition, creativity, and entrepreneurship. Journal of business venturing, 19(2), 173-188.
Welsh, G. S. (1975). Creativity and intelligence: A personality approach. Institute for.
West, C., & Zimmerman, D. H. (1987). Doing gender. Gender & society, 1(2), 125-151.
Whiting, B. G. (1988). Creativity and entrepreneurship: how do they relate?. The Journal of Creative Behavior.
Woodman, R. W., & Schoenfeldt, L. F. (1990). An interactionist model of creative behavior. The Journal of Creative Behavior, 24(4), 279-290.