Neem bijvoorbeeld het standbeeldje van Manneken Pis in Brussel. Je wil een erover schrijven in een toeristische brochure in het Frans, het Engels, het Duits en het Spaans. Frans is geen probleem dankzij onze tweetalige hoofdstad, maar wat doe je met de term in de drie andere talen? Een Duitstalige, een Engelstalige en een Spaanstalige lezer zal zich bij de term Manneken Pis zonder foto waarschijnlijk niets kunnen voorstellen. Wat doet een vertaler in het geval als er geen plaats is voor een foto? Er bestaan niet alleen verschillende manieren om met cultuurgebonden termen of de zogeheten realia om te gaan, maar ook nog eens verschillende soorten realia. Voeg daar nog eens aan toe dat elke vertaler zijn eigen stijl en voorkeuren heeft, et voilà, een masterstudent vertalen kan zich er een jaar lang in verdiepen.
De analyse in mijn meesterproef focust zich op de Nederlandse klassieker Oeroeg van de hand van Hella S. Haasse en zijn drie vertalingen, twee Duitse uit 1994 en 2016 en één Poolse uit 1997. De novelle is van de eerste tot de laatste bladzijde gevuld met Nederlands-Indische realia. Kort samengevat kunnen ze worden opgedeeld in vier hoofdcategorieën, namelijk geografische realia (waaronder rivieren, dieren, en stedenbouwkundige termen), etnografische realia (waaronder dagelijks leven, wonen, werk, kleding en cultuur), politiek-militaire realia (waaronder machtsorganen en -dragers en wapens) en tot slot historische realia. Vertalingen zijn nooit identiek aan elkaar, en dat bewijst deze analyse ook.
De vertalers hebben de realia in totaal op acht manieren benaderd. Sommige termen werden overgedragen (bv. een handvol katjang - eine Handvoll katjang), andere werden daarbovenop toegelicht (bv. van de verderop gelegen desa’s - von den entfernten desas, den Dörfern der Einheimischen). Andere strategieën zijn letterlijke vertaling (bv. Nederlands Indische Artsenschool- die Niederländisch-Indische Ärzteschule), equivalentie (sirihkauwen - betelkauen), toelichting/toevoeging (een dubbeltje - zehn Cent), generalisatie (in de kali - im Fluß) en adaptatie (de MULO – die Realschule). De laatste strategie is weglating, waarbij het concept gewoonweg wordt weggelaten.
Maar wat is nu de beste manier om met realia om te gaan? Wel, op die vraag bestaat geen antwoord. Er zijn vele factoren die een rol spelen, zoals de voorkeur van de vertaler en van de uitgeverij, wie tot het doelpubliek behoort en de tekstsoort. In het geval van de drie vertalingen van Oeroeg proberen de vertalers zo dicht mogelijk bij de originele novelle te blijven en de realia over te dragen, al dan niet met een kleine toelichting. Indien dat niet mogelijk is, genieten letterlijke vertaling en generalisatie de voorkeur.
Om terug te komen op Manneken Pis, wat zou de schrijver van de brochure met die term kunnen doen? Hij zou ervoor kunnen kiezen om in zijn tekst de term gewoonweg te vermelden (Manneken Pis), al dan niet met een kleine toelichting (Manneken Pis, the Little Pissing Man) of te veralgemenen (a little statue in Brussels) of letterlijk te vertalen (the Little Pissing Man). Geen enkele oplossing die beter of slechter is. Alles hangt af van de context en de voorkeur.
Díaz-Cintas, J., & Remael, A. (2007). Audiovisual translation: Subtitling. Manchester: St. Jerome. Aixelá, J. (1996). Culture-specific Items in Translation. In R. Alvarez, & M.-A. Vidal, Translation,
power, subversion (pp. 52-78). Clevedon: Multilingual Matters.
Bandia, P. F. (2010). Post-colonial literatures and translation. In Y. Gambier, & L. Van Doorslaer,
Handbook of Translation Studies (pp. 264-269). Amsterdam: Benjamins.
Bassnett, S. (1998). When is a translation not a translation. In S. Bassnett, & A. Lefevere, Constructing cultures : Essays on literary translation (pp. 25-40). Clevedon: Multilingual Matters.
De Nieuwe Kerk Amsterdam. (z.d.). Gedenksteen Hella S. Haasse. Opgehaald van https://www.nieuwekerk.nl/nieuws/gedenksteen-hella-s-haasse/
Delabastita, D. (2010). Literary studies and translation studies. In Y. Gambier, & L. Van Doorslaer, Handbook of translation studies (pp. 196-208). Amsterdam: Benjamins.
Delabastita, D. (2011). Literary translation. In Y. Gambier, & L. V. Doorslaer, Handbook of Translation Studies (pp. 169-174). Amsterdam: Benjamins.
Duursma, M. (2011). Hans Hylkema: Mijn verontwaardiging was groot. Opgehaald van http://filmkrant.nl/recensies/oeroeg/
Florin, S. (1993). Realia in translation. In P. Zlateva, & A. Lefevere, Translation as Social Action: Russian and Bulgarian Perspectives (pp. 122-128). London: Routledge.
Grit, D. (2010). De vertaling van realia. In T. Naaijkens, C. Koster, H. Bloemen, & C. Meijer , Denken over vertalen: tekstboek vertaalwetenschap (pp. 189-196). Nijmegen: Vantilt.
Haasse, H. S. (1993). Oeroeg. Amsterdam: Querido.
Haasse, H. S. (1994). Der schwarze See. Reinbek bei Hamburg: Rowohlt.
Haasse, H. S. (1997). Urug. Zwitserland: Noir sur blanc.
Haasse, H. S. (2016). Der schwarze See. Düsseldorf: Lilienfeld Verlag.
Koskinen, K., & Paloposki, O. (2010). Retranslation. In Y. Gambier, & L. van Doorslaer, Handbook of Translation Studies (pp. 294-298). Amtsterdam: Benjamins.
Leppihalme, R. (2011). Realia. In Y. Gambier, & L. Van Doorslaer, Handbook of Translation Studies (pp. 126-130). Amsterdam: Benjamins.
Nederlands letterenfonds . (z.d.). Vertalingen database. Opgehaald van https://letterenfonds.secure.force.com/vertalingendatabase/
Olk, H. (2013). Cultural references in translation: A framework for quantitative translation analysis. Perspectives, 21(3), 344-357.
Pedersen, J. (2011). Subtitling norms for television: an exploration focussing on extralinguistic cultural references. Amsterdam: Benjamins.
Pettit, Z. (2009). Connecting Cultures: Cultural Transfer In Subtitling And Dubbing. In J. Díaz Cintas, New Trends In Audiovisual Translation. Topics in Translation (pp. 44-57). Bristol: Multilingual Matters.
Ramière, N. (2004). Comment le sous-titrage et le doublage peuvent modifier la perception d’un film: Analyse contrastive des versions sous-titrées et doublées en français du film d’Elia Kazan, A Streetcar Named Desire (1951). Meta, 49(1), 102-114.
Ramière, N. (2006). Reaching A Foreign Audience: Cultural Transfers In Audiovisual Translation. Opgeroepen op 22 Juni 2020, van The Journal of Specialised Translation: https://jostrans.org/issue06/art_ramiere.php
Robinson, D. (1997). Translation and empire : Postcolonial theories explained. Manchester : St. Jerome.
Toury, G. (2011). Translation Problem. In Y. Gambier, & L. Van Doorslaer, Handbook of Translation Studies (pp. 169-174). Amsterdam: Benjamins.
Tymoczko, M. (2014). Why Literary Translation is a Good Model for Translation Theory and Practice. In J. Boase-Beier, A. Fawcett, & P. Wilson, Literary Translation (pp. 11-31). Londen: Palgrave Macmillan UK.
Vandeweghe, W. (2005). Duoteksten: Inleiding tot vertaling en vertaalstudie. Gent: Academia. Verkruijsse, P., & van Bork, G. (1985). De Nederlandse en Vlaamse auteurs. Opgehaald van
https://www.dbnl.org/tekst/bork001nede01_01/bork001nede01_01_0522.php
Verstraete, H. (2004). Het onvertaalbare vertaald : de russische vertaalwetenschap over equivalent loos lexicon. In S. Evenepoel, G. Rooryck, & H. Verstraete, Taal en cultuur in vertaling: de wereld van Cees Nooteboom (pp. 23-38). Antwerpen : Garant.