Waarom we (ons) het lijden verbeelden

Daphne
de Roo

“Giuditta che decapita Oloferne”, door Artemisia Gentileschi. Olie op canvas. ca. 1612-1613. Te bezichtigen in het Museo Capodimonte te Napels.

Al eens met klamme handen een horrormarathon uitgekeken? Kon je je ogen niet afwenden van een afbeelding zoals bovenstaand schilderij van Artemisia Gentileschi? Of googelde je eens choquerende foto’s en filmpjes, om jezelf er vervolgens mee te blijven plagen in gedachten? Waarom?

Al sinds er menselijk leed is, spreekt dat lijden tot de verbeelding. De kunstgeschiedenis toont een drang om de pijn die we meemaken in beeld te gieten, en haast iedereen kent wel de neiging om een schokkende gebeurtenis meermaals af te spelen — gewild of ongewild — met de eigen verbeelding.

De dichter Baudelaire getuigde zelfs van een liefdevolle relatie of vriendschap met het verdriet. Hoe komt het dat we ons aangetrokken kunnen voelen tot iets wat we verafschuwen? En hoe komt het dat verschrikkingen als oorlogen en genocides auteurs prikkelen tot wereldliteratuur die gretig geconsumeerd wordt? Schuilt er in ons allen een sadist of masochist, of is er iets anders aan de hand?

In mijn thesis ging ik op zoek naar een antwoord — of liever gezegd vele antwoorden — op deze vragen. Daarbij vertrok ik vanuit de lijdenservaring zelf. Aan de hand van het werk van verschillende filosofen uit de fenomenologische en existentialistische traditie onderzocht ik deze ervaring en de werking van de verbeelding, en vervolgens de vele interacties.

De nood aan beeld

De lijdenservaring laat zich niet gemakkelijk definiëren. Het lijden laat zich niet inpassen in het dagelijkse bewustzijn of in een rationeel systeem, maar vormt er eerder de breuk of een doorbreking van. Het lijden dringt zich daarnaast op als kwelling die ondergaan móét worden, zelfs op het moment dat je zelf een rol speelt in het verhevigen van de irritatie. Het dwingt de gepijnigde tot passiviteit, en vervreemdt of isoleert hem of haar van plannen, wensen en de naaste omgeving.

Susan Sontag beschrijft een wereld van zieken en een wereld van gezonden, en hoewel we allen het paspoort van beide hebben, zijn we niet vrij om een uitstapje te doen naar de ene of de andere wereld. Toch vormt elk lijden, hoe onuitspreekbaar soms ook, een gebeurtenis in de wereld die we allen delen. De pijn van anderen treft ons zeker. De ene pijnlijke gebeurtenis echter meer dan de andere, en dat heeft lang niet altijd met de intensiteit ervan te maken.

Een blik op de verbeelding is nodig om dat te verklaren. Om het eigen leed op de juiste manier over te brengen en de juiste reactie te verkrijgen, zijn het theater en het gebruik van beeldende taal een grote hulp. Hoewel beide methodes hun eigen zwakten meebrengen, heeft wie lijdt de verbeelding nodig om zijn of haar plaats in de wereld terug te claimen, gelijken te vinden, en om de eigen identiteit te bestendigen. Er ontstaat met andere woorden een nood aan beelden. De verbeelding kan een brug slaan tussen de twee werelden.

Niet allemaal schoften

Waarom wil een gelukkig mens dan het lijden van anderen tot zich nemen, ook wanneer daar geen direct nut aan verbonden is? Wie zich zorgen maakt over mogelijke sadistische neigingen, of over die van zijn kinderen die gretig gewelddadige films tot zich nemen, kan opgelucht ademhalen. De drang om pijn en grimmigheid te zien en verbeelden hangt zelden samen met misdadige verlangens, en duidt integendeel vaak eerder op het tegenovergestelde. Het zien van iets wat volgens ons niet zou mogen bestaan, het grijpen van het ongrijpbare, taboes en geheimen, angsten…

Zelfs wie zelf de hoofdrol speelt in het scenario en rake vuistslagen uitdeelt aan zijn vijand, doet dat eerder uit onmacht om zich in de gelijkaardige situatie in het echte leven een houding te geven. Door onze verbeelding zijn we in staat de pijn te transformeren of te controleren, en de narigheid van een situatie langzaam terug te dringen. We kunnen van gruwelijke gevechten zelfs iets heroïsch maken. Zo biedt het verbeelde leed ook een achterpoortje om te ontsnappen aan wat het reële lijden van ons vergt.

Wie zich met de realiteit geen raad weet, voelt daardoor misschien juist de neiging om te vluchten in stapels droevige literatuur, of bovengenoemde horrormarathons. Zeker in onzekere tijden kan zwelgen in oeverloos verdriet soelaas bieden, of tenminste de plicht tot handelen even opheffen. Daarnaast vinden we geruststelling of zelfs pijnstilling als we stuiten op herkenbaar leed, en biedt de pijnverbeelding vaak iets om in alle hevigheid in op te gaan wanneer we ons vastgeroest voelen in een alledaagsheid vol ennui.

Nutteloos lijden

Toch zijn we niet zomaar sentimentele zieltjes die zich eindeloos laten meeslepen door de smarten van de wereld. Haast even oud als reëel leed en verbeelde pijn is de vraag naar de zin van het lijden. Vele filosofen en theologen deden een gooi naar een goede verklaring. Ondanks deze inspanningen is veel leed omgeven door een aura van nutteloosheid, doordat het in geen enkel systeem te integreren valt. Maar moeten we de pijnlijke gebeurtenissen daarom gewoon achter ons laten en er niet langer over denken? Er zijn diverse redenen om dat niet te doen, met als voornaamste argument dat de breuklijnen uit de geschiedenis voor velen een open wonde blijven. Er is nood aan verklaringen, ook als deze niet volstaan. Er is nood aan troost en representatie. Verhalen over de geleden pijn kunnen dienen ter voorkoming of ter verwerking, en een community kan ontstaan onder slachtoffers. Zelfs de zinloosheid maakt nog niet elke zoektocht naar zin overbodig.

Kan pijnverbeelding nuttig zijn? Zeker wel. En schrijven over pijn zeker ook. Maar voor wie zich aangemoedigd voelt om deze thesis te lezen, geldt een kleine waarschuwing. In Kierkegaards Of/of vertelt zijn pseudoniem A. over een politieverordening aangaande een maximale hoeveelheid zalm op tafel, want het is roerige kost. “Het ware te wensen dat er een soortgelijke politieverordening kwam aangaande sentimentaliteit”, merkt A. op. Ook hier komt zo’n maatregel misschien niet ongelegen, want eerlijk is eerlijk, al dat verbeeld leed: dat is roerige kost.

Bibliografie

Alain. Propos sur le bonheur. Parijs: Folio, 2007.

Améry, Jean. At The Mind’s Limits. Vertaald door Sidney Rosenfeld en Stella Rosenfeld.            Bloomington: Indiana University Press, 1980.

Bernet, Rudolf. “The secret according to Heidegger and “The Purloined Letter” by Poe” Continental       Philosophy Review 47.3 (2014): 353 – 371.

Bervoets, Hanna. Welkom in het rijk der zieken. Amsterdam: Pluim, 2019.

Biro, David. “Is There Such a Thing as Psychological Pain? And Why it Matters” Culture, Medicine          and Psychiatry 34.4 (2010): 658–667, doi: 10.1007/s11013-010-9190-y.

Boddice, Rob. Pain: A Very Short Introduction. Oxford: Oxford University Press, 2017.

Bourke, Joanna. The Story of Pain. Oxford: Oxford University Press, 2017.

Breeur, Roland. De tijd bestaat niet. Nijmegen: Vantilt, 2012.

Cole, Jonathan; Crowle, Simon; Austwick, Greg & Henderson Slater, David. “Exploratory findings           with virtual reality for phantom limb pain; from stump motion to agency and analgesia”        Disability and Rehabilitation, 31:10, 846-854. DOI: 10.1080/09638280802355197

De Beauvoir, S. The ethics of ambiguity. Vertaald door B. Trechman. New York: Citadel Press, 1948.

de Roo, Daphne. Het verdriet van de dichter. KU Leuven: bachelorproef, 2018.

Destrée Pierre. “Aristotle on the Paradox of Tragic Pleasure” in Suffering Art Gladly, red. Jerrold  Levinson, 84-111. Londen: Palgrave Macmillan, 2014..            https://doi.org/10.1057/9781137313713_1 

Escribano, Xavier. “Pijn als performance” Ethische Perspectieven 28.1 (2018): 3-22.

Fuchs, Thomas. “The challenge of neuroscience: Psychiatry and phenomenology today”            Psychopathology 35.6 (2002): 319-326.

George, Siby. “The Familiar Stranger: On the Loss of Self in Intense Bodily Pain” in Cultural            Ontology of the self in pain, ed. Simon Rysewyk, 51-73. New York: Springer, 2016.

Ginsberg, Allen. Howl. Poetry Foundation via https://www.poetryfoundation.org/poems/49303/howl

Giumarra, M.J. et al. “The Social Side of Pain: What Does it Mean to Feel Another’s Pain?” in         Meanings of Pain, red. Simon van Rysewyk, 355-373. New York: Springer, 2016.

Grüny, Christian.  Zerstörte Erfahrung, Ein Phänomenologie des Schmerzes. Würzburg:            Königshausen & Neumann, 2004.

Holly, Michael Ann. The Melancholy Art. Princeton: Princeton University Press, 2013.

Jacobson, Kristen. “Waiting to Speak. A phenomenological perspective on our silence around dying”  in Cultural Ontology of the self in pain, ed. Simon Rysewyk, 75-92. New York: Springer,          2016.

Jamison, Leslie. El anzuelo del diablo. Vertaald door Rita da Costa. Barcelona: Anagrama, 2015.

Kierkegaard, Søren. Of/of. Vertaald door Jan Marquart Scholtz. Amsterdam: Boom, 2019.

Korsmeyer, Carolyn. “Terrible Beauties” in Contemporary Debates in Aesthetics and the Philosophy       of Art, red. Matthew Kieran, 51-63. Blackwell: Wiley, 2006.

Levinas, Emmanuel. “De tijd en de ander” in Tussen ons. Essays over het denken aan de ander. vert.      Ab Kalshoven. Baarn: Ambo, 1994. 

Levinas, Emmanuel. “Nutteloos lijden” in Tussen ons. Essays over het denken aan de ander. vert. Ab            Kalshoven. Baarn: Ambo, 1994. 

Lewis, C.S. A Grief Observed. San Francisco: HarperCollins, 2001.

Lewis, C.S. The Problem of Pain. HarperCollins. E-book. 1996.

Mann, Thomas. De Toverberg. Vertaald door Hans Driessen. Amsterdam: Arbeiderspers, 2012. E book.

Merleau-Ponty, Maurice. Fenomenologie van de waarneming. Vertaling door Douwe Tiemersma en   Rens Vlasblom. Amsterdam: Boom, 2009.

Montaigne, Michel de. The Complete Works. Londen: Everyman’s Library, 2013.

Nietzsche, Friedrich. De vrolijke wetenschap. Nijmegen: Vantilt, 2014.

Nordgaard, Ingrid. “Documenting/Performing the Vulnerable Body: Pain and Agency in Works by         Boris Mikhailov and Petr Pavlensky” Contemporaneity: Historical Presence in Visual           Culture5.1 (2016): 85-107. https://doi.org/10.5195/contemp.2016.184

Nortvedt, Finn & Engelsrud, Gunn. “‘‘Imprisoned’’ in pain: analyzing personal experiences of         phantom pain” Medicine, Healthcare and Philosophy 17.4 (2014): 599-608. doi:            10.1007/s11019-014-9555-z

Noys, Benjamin. Georges Bataille: A critical introduction. London: Pluto Press, 2000.

Patocka, Jan. Heretical Essays in the Philosophy of History. Vertaald door E. Kohák, red. James   Dodd. Chicago: Open Court, 1996.

Plato, The Republic. Vertaald door Christopher Rowe. Londen: Penguin Books, 2012.

Saint-Exupéry, Antoine de. Pilote de Guerre. Parijs: Gallimard, 1946.

Sartre, Jean-Paul. Baudelaire. Vertaald door Paul Beers. Utrecht: Bijleveld, 1999.

Sartre, Jean- Paul. Esquisse d’une théorie des émotions. Parijs: Livre de Poche, 2000.

Sartre, Jean-Paul. Het Zijn en het Niet. Vertaal door Frans de Haan. Rotterdam: Lemniscaat, 2003.

Sartre, Jean-Paul. L’imaginaire. Parijs: Gallimard, 1986.

Sartre, Jean-Paul. L’imagination. Parijs: Quadrige, 2012.

Scarry, Elaine. The Body in Pain: the making and unmaking of the world. Oxford: Oxford University        Press, 1985.

Scheler, Max. “Die Idole der Selbsterkentniss” in Vom Umsturz der Werte II, 7-140. Leipzig: Der      Neue Geist, 1919.

Schoenfeldt, Michael. “Aesthetics and anesthetics: the art of pain management in early modern England”, in The Sense of Suffering: Constructions of Pain in Early Modern Culture, red.      door Jan Frans van Dijkhuizen en Karl Enenkel, 19-38. Leiden: Brill, 2009.

Scruton, Roger. Schoonheid. Vertaald door Frans van Zetten. Amsterdam: Nieuw Amsterdam, 2010.

Serrano de Harro, Agustin. “New and Old Approaches to the Phenomenology of Pain” Studia            Phaenomenologica 12.1 (2012): 227-237.

Shakespeare, William. The Rape Of Lucrece. Online: Classic Literature Library, via https://william  shakespeare.classic-literature.co.uk/the-rape-of-lucrece

Shapsay, Sandra. “The Problem and Promise of the Sublime: Lessons from Kant and Schopenhauer” in Suffering Art Gladly, red. Jerrold Levinson, 84-111. Londen: Palgrave Macmillan, 2014.

Sontag, Susan. Illness as Metaphor. New York: Farrar, Straus and Giroux, 1978.

Sontag, Susan. Regarding the pain of others. New York: Picador, 2003.

Stewart, Mike. “Seeking Order Amidst the Chaos: The Role of Metaphor Within Pain            Reconceptualisation”  in Meanings of Pain, red. Simon Van Rysewyck, 325-353. New York:       Springer, 2016.

Svenaeus, Frederik. “The phenomenology of chronic pain: embodiment and alienation” Continental       Philosophy Review 48 (2015): 107-122.

Talon-Hugon, Carole. “The Resolution and Dissolution of the Paradox of Negative Emotions in the   Aesthetics of the Eighteenth Century” in Suffering Art Gladly, red. Jerrold Levinson, 28-45.  Londen: Palgrave Macmillan, 2014.. https://doi.org/10.1057/9781137313713_1 

Waldenfels, Bernhard. “Das überbewältigte Leiden. Eine pathologische Betrachtung” in Kolloquium       Religion und Philosophie Bd. 3, red. Willi Oelmüller, 129-140. Paderborn: Ferdinand         Schöning, 1986.

Wehrle, Maren. “Being a body and having a body. The twofold temporality of embodied            intentionality” Phenomenology and the Cognitive Sciences 19 (2020): 499-521.

Weiner, Saul J. & Auster, Simon. “From Empathy to Caring: Defining the Ideal Approach to a          Healing Relationship” Yale Journal of Biology and Medicine 80.3 (2007): 123-130.

Willoch, F., Rosen G., Tolle T.R. et al. “Phantom limb pain in the human brain: unraveling neural  circuitries of phantom limb sensations using Positron Emission Tomography” Annals            of  Neurology 48.6, 2000; 842-849.

Download scriptie (565.05 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Roland Breeur