Achter iedere prothesedrager schuilt een “sterke persoonlijkheid”

Lisa
Ronse

In 2015 verbaasde dokter Wim Vanhove, orthopedisch chirurg in het UZ Gent, iedereen door uit te pakken met een revolutionaire techniek binnen de prothesiologie. Het resultaat: een prothese die door eigen gedachten kan bestuurd worden, een primeur met internationale weerklank. 

Afbeelding1 28

Een paar honderd jaar geleden werd een geamputeerde hand veroordeeld tot een haakprothese met een beperkte functie en een aanzienlijk sociaal stigma. De huidige samenleving maakte een enorme evolutie door, waarbij de geamputeerde een vervangende hand kan verwachten die een groot aantal functies van de normale hand nabootst en waar je tenslotte mee kan op straat komen.

Maatschappelijk spanningsveld

Tot op vandaag krijgen we nog steeds te kampen met een maatschappelijk spanningsveld waarbij het therapeutisch voordeel van een prothese haaks staat op de financiële haalbaarheid. De hedendaagse technologische evolutie stijgt razendsnel en dat brengt stijgende kosten met zich mee. Hoe geavanceerder de prothese, hoe duurder. De nieuwste technologieën zijn voor de getroffen doelgroep vaak een onverwachte financiële teleurstelling. Heel wat wetenschappelijk onderzoek, alsook de publiciteit van commerciële bedrijven, laten uitschijnen dat een prothese zorgeloos en betaalbaar de menselijke hand vervangt. In de realiteit blijkt dit meestal niet het geval. Daar bovenop kampten we het voorbije jaar met de coronapandemie, deze resulteerde in het annuleren of uitstellen van consultaties. Waardoor ernstige aandoeningen te laat werden opgemerkt en amputaties de enige uitkomst bleken.

Handelingsgebieden

Het verlies van een onderarm is verwoestend, en de functionele beperkingen na het verlies van een hand zijn catastrofaal.

Na een amputatie wordt er geraakt aan de handelingsgebieden, die essentieel zijn binnen het dagelijkse leven. Elke dag geven personen met een fysieke beperking het beste van zichzelf en staan ze voor een loodzware uitdaging. Tandenpoetsen, met de fiets rijden, koken, het stof afdoen, … noem maar op. Wat voor de doorsnee bevolking simpele activiteiten worden genoemd, is voor een persoon die een deel van de arm verloren is niet zo vanzelfsprekend. Een prothese moet de levenskwaliteit en functionaliteit van de mensen opnieuw garanderen.

Occupational deprivation

De aandoening op zich mag niet gezien worden als de oorzaak van ‘occupational deprivation’, maar het is vaak de maatschappelijke respons die de graad van deprivatie bepaalt. Er wordt dagelijks tegen barrières aangelopen die het onmogelijk maken betekenisvolle handelingen uit te voeren. Het is belangrijk om in te zetten op emancipatie van mensen met een fysieke beperking. Zo zal het tolerantieniveau van de samenleving zich aanpassen. Vele verhalen die circuleren op sociale media, laten zien dat personen met een beperking, ongeacht de ernst, mogelijkheden hebben om te participeren aan het dagelijks en maatschappelijk leven.

Mentaal aspect vs. functionele capaciteiten

In het onderzoek werd concreet nagegaan wat een eigentijdse prothese, voor mensen met een transradiale amputatie, allemaal te bieden heeft. Kan de prothese de torenhoge verwachtingen van de betrokken personen inlossen en voldoet deze aan de gestelde eisen? Welke factoren zorgen ervoor dat de persoon opnieuw functioneel is? Welke esthetische elementen zijn van belang bij een prothese? Hoe en welke prothese wordt gekozen en wat zijn de argumenten hiervoor? Hoe kan een betrokken persoon het psychologisch aspect dat hierbij komt kijken een plaats geven? Wat voor een buitenstaander vanzelfsprekend lijkt, is in de realiteit vaak anders. Deze studie bevestigde de conclusies van zeer veel onderzoek: een prothese-proces is geen evidentie.

Deze studie toont aan dat ieder individu voor zichzelf uitmaakt wanneer de prothese een meerwaarde betekent in zijn of haar leven. Tot op heden staat het esthetisch belang bij het dragen van de prothese meestal voorop. Desondanks beseffen mensen dat een prothese meer te bieden heeft dan door het leven gaan zonder hulpmiddel.

Afbeelding2 10

De multi-articulaire hand maakt de prothesegebruiker functioneler, zorgt voor een hogere betrouwbaarheid en laat de persoon door het uitzicht van de prothese met een gerust gevoel re- integreren in de samenleving. Bimanuele handelingen, alsook de grijpfunctie verlopen opnieuw vlotter. Zowel in de thuissituatie als op het werk. Mensen durven vaak zonder schaamte op restaurant gaan. Opvallend is dat individuen met een aangeboren afwijking de prothese sneller aanvaarden, dan personen die een traumatische gebeurtenis ondergingen.

Daarnaast beseft iedereen dat de afhankelijkheid van een hulpmiddel steeds voor moeilijkheden of beperkingen zal blijven zorgen. Een prothesegebruiker moet tolerant en creatief door het leven gaan, oplossingen zoeken waar nodig om de autonomie te bewaren en indien het echt niet lukt, hulp durven vragen aan derden.

“Het autonoom kunnen uitvoeren van banale, maar zinvolle dagelijkse handelingen in het leven, laat mensen met een prothesevoorziening opnieuw hopen”

Ronse Lisa, ergotherapeut

Afbeelding3 6

Toekomstperspectief

Het revalidatieproces na een amputatie is samen met je patiënt een weg inslaan, waarbij lang en intensief moet gewerkt worden om doelen te bereiken. Als ergotherapeut leer je mensen opnieuw functioneren na een ziekte of ongeval. In vele gevallen is dat een lange en moeilijke weg. Van zodra mensen zich de realiteit voor ogen zien, zijn ze radeloos. Samen, stap voor stap, ontdekken hoe iemand, met zijn beperkingen, verder kan, is de sleutel tot succes.

De laatste 10 à 15 jaar is binnen de prothesiologie enorm veel veranderd. Momenteel kunnen mensen rekenen op de allernieuwste technieken. Velen ervaren de gesofisticeerde intuïtieve prothese als een grote stap voorwaarts. Er is nu al zoveel mogelijk. Wat heeft de toekomst nog te bieden? De komende jaren zal dit soort bionische prothesen ongetwijfeld verder verfijnd worden.

Bibliografie

Aljunied, M. & Frederickson, N. (2014). Utility of the International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) for children with autism. Educational Psychology in Practice, 30(4), 380-392.

Atroshi, I., Rosberg, H.E. (2001). Epidemiology of amputations and severe injuries of the hand. Hand Clin. 17(3): 343-50, vii.

Belter, J., Segil, J., Dollar, A. and Weir, R. (2013). Mechanical design and performance specifications of anthropomorphic prosthetic hands: A review. JRRD, Volume 50, Number 5, 2013;50(5):599-618. doi: 10.1682/jrrd.2011.10.0188.

Biddiss E, Beaton D, Chau T. Consumer design priorities for upper limb prosthetics. Disabil Rehabil Assist Technol. 2007;2(6):346–57. [PMID: 19263565] http://dx.doi.org/10.1080/17483100701714733

Bijl, R., Boelhouwer, J., Pommer, E., & Andriessen, I. (2015). De sociale staat van Nederland. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Boeije H. 2005. Analyseren in kwalitatief onderzoek: Denken en doen. Amsterdam: Boom Onderwijs.

Cardol, M., de Jong, B.A., van den Bos, G.A.M., Beelen, A., deGroot, I.J.M., & de Haan, R.J. Beyond disability: perceived participation in people with a chronic disabling condition. Clin Rehabil 2002; 16: 27–35.

CBO. (2014). ZorgmoduleZelfmanagement 1.0. Het ondersteunen van eigen regie bij mensen met één of meerdere chronische ziekten. Utrecht: CBO.

Celikyol, F. (1995). Amputation and Prosthetics. In C. A. Trombly (Ed.), Occupational therapy for physical dysfunction (4th ed., pp. 849-870). Baltimore: Williams and Wilkins.

Chandler RF, Clauser DE, McMconville JT, Reynolds HM, Young JW. Investigation of inertial properties of the human hand. Washington (DC): U.S. Department of Transporta-tion; 1975 Mar. Report No. DOT HS-801 430.

Daamen, W (2015), Wat werkt bij het implementeren van jeugdinterventies? Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.

Diener E., Scollon C.N., Oishi S., Dzokoto V., Suh E.M., 2000, Positivity and the construction of life satisfaction judgments: global happiness is not the sum of its parts, Journal of Happiness Studies, Vol. 1, nr. 2, juni 2000, 159-176.

Fawcett, A. L. (2013). Principles of Assessment and Outcome Measurement for Occupational Therapists and Physiotherapists: Theory, Skills and Application. John Wiley & Sons.

Geertzen, J.H.B. & Rietman, J.S. (2008). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Den Haag: LEMMA.

Ham, R. O., Regan, J. M., Roberts, V. C. (1987). Evaluation Introducing the team approach to the care of the amputee: the Dulwich study. Prosthet & Orthot Int, 11, 25-30.

Hartingsveldt, M. J. van, Logister-Proost, M. I., & Kinébanian, A. (2010). Beroepsprofiel ergotherapeut. Utrecht: EN.

Hasselkus, B. R. (2002). The meaning of everyday occupation. Thorofare, NJ: Slack.

Heijmans, M., Lemmens, L., Otten, W., et al. (2015). Zelfmanagement door mensen met chronische ziekten Kennissynthese van onderzoek en implementatie in Nederland. Utrecht: NIVEL.

Johnson, S, S and Mansfield, E. (2014). Prosthetic Training: Upper Limb. Physical Midicine and Rehabilitation Clinics of North America. Volume 25, Issue 1, february 2014, Pages 133 – 151. https://doi.org/10.1016/j.pmr.2013.09.012

Jönsson S, Caine-Winterberger K, Brånemark R. Osseoin-tegration amputation prostheses on the upper limbs: meth-ods, prosthetics and rehabilitation. Prosthet Orthot Int. 2011;35(2):190–200. [PMID:21697201] http://dx.doi.org/10.1177/0309364611409003

Jönsson, S., Caine-Winterberger, K., & Brånemark, R. (2011). Osseointegration amputation prostheses on the upper limbs: methods, prosthetics and rehabilitation [research article]. Prosthetics and orthotics international, 35(2), 190-200.

Kay HW, Rakic M. Specifications for electromechanical hands. Proceedings of the 4th International Symposium on the External Control of Human Extremities; 1972 Aug 28–Sep 2; Belgrade, Yugoslavia. p. 137–55.

Kinébanian, A., Stehmann-Saris, J. C., & Uitenbroek, C. (1988). Onderzoek naar het gebruik van activiteiten als middel in de ergotherapiebehandeling. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam.

Klarich, J and Brueckner, I. (2014). Amputee Rehabilitation and Preprosthetic Care. Physical Midicine and Rehabilitation Clinics of North America. Volume 25, Issue 1, february 2014, Pages 75-95. https://doi.org/10.1016/j.pmr.2013.09.005

Knezevic, A., Salamon, T., Milankov, M., Ninkovic, S., Knezevic, M.J. & Todorovic, S.T. (2015). Assessment of quality of life in patiënts after lower limb amputation. Medicinski prefled, vol. 4, p. 103-108.

Kos, D. (2014). Psychometrische kenmerken van assessmentinstrumenten: kritische beoordeling van assessment. In W. Van Handenhoven, jaarboek ergotherapie 2014 (pp. 17-27). Leuven: Acco.

Light CM, Chappell PH. Development of a lightweight and adaptable multiple-axis hand prosthesis. Med Eng Phys. 2000;22(10):679–84. [PMID:11334753] http://dx.doi.org/10.1016/S1350-4533(01)00017-0

Niet O. van der, Reinders-Messelink H.A., Bongers R.M., Bouwsema H. en van der Sluis C.K. (2010). The i-LIMB hand and the DMC plus hand compared: a case report. Prosthet Orthot Int, 34(2):216-20.

O'Toole, G. (2011). What is occupational analysis? In L. Mackenzie & G. O'Toole (Eds.), Occupational analysis in practice. United Kingdom: Wiley-Blackwell.

Plettenburg, D.H. (2006). Upper extremity prosthetics, current status and evaluation. Delft, University of Technology: VSSD, The Netherlands; ISBN 10 90-71301-75-3.

Pons JL, Rocon E, Ceres R, Reynaerts D, Saro B, Levin S, Van Moorleghem W. The MANUS-HAND* Dextrous Robotics Upper Limb Prothesis: Mechanical and manipula-tion aspects. Auton Robots. 2004;16:143–63. http://dx.doi.org/10.1023/B:AURO.0000016862.38337.f1

Pröbsting, E., Kannenberg, A., Conyers, D.W., Cutti, A.G., Miguelez, J.M., Ryan, T.A., & Shon-howd, T.P. (2015). Ease of Activities of Daily Living with Conventional and Multigrip Myoelectric Hands. Otto Bock Health Care GmbH, Gottingen. JPO 2015; Vol 27, Num 2, p 46.

Pylatiuk C, Schulz S, Doderlein L. Results of an Internet survey of myoelectric prosthetic hand users. Prosthet Orthot Int. 2007;31(4):362–70. [PMID:18050007] http://dx.doi.org/10.1080/03093640601061265

Raichle, K. A., M. A. Hanley, I. Molton, N. J. Kadel, K. Campbell, E. Phelps, D. Ehde, and D. G. Smith. 2008. Prosthesis use in persons with lower- and upper-limb amputation. Journal of Rehabilitation Research & Development 45(7):961-972.

Stals, K., T.A. van Yperen, W. Reith en G.J. Stams (2008), 'Effectieve en duurzame implementatie in de jeugdzorg. Een literatuurrapportage over belemmerende en bevorderende factoren op implementatie van interventies in de jeugdzorg'. Utrecht: Universiteit Utrecht.

Stals. K (2012), De cirkel is rond: Onderzoek naar succesvolle implementatie van interventies in de jeugdzorg. Utrecht: Universiteit Utrecht.

Stevens, P. (2020). Hoofdstuk 6 & 7. HB Kwalitatieve onderzoeksmethoden. Leuven: Acco.

Tözeren A. Human body dynamics: Classical mechanic and human movement. New York (NY): Springer; 2000.

Van Der Meij, W. K. N. (1995). No leg to stand on. Historical relation between amputation surgery and prostheseology. Proefschrift. Rijksuniversiteit Groningen: PROOST international book production, Turnhout (B).

Van Der Niet, O., Reinders-Messeling, H., Bongers, R., Bauwsema, H., Van Der Sluis, C & Otr,O. (2010). The i-LIMB hand and the DMC plus hand compared. Prosthetics and Orthetics International. DIO: 10.3109/03093641003767207.

Vinet R, Lozac’h Y, Beaudry N, Drouin G. Design method-ology for a multifunctional hand prosthesis. J Rehabil Res Dev. 1995;32(4):316–24. [PMID:8770796]

Werkgroep Amputatie en Prothesiologie (WAP). (2009). In VRA (Red.), Behandelkader Beenamputatie. (p. 1-13). (2de dr.), Utrecht: VRA.

Whiteford, G. (2011). Occupational Deprivation. In C. H. Christiansen & E. A. Townsend (Eds.), Intoduction to occupation: The art and science of living. (pag. 303-328). Upper Saddle River, NJ: Pearson Education.

WHO. (2011). World report on disability. Geneva: World Health Organization.

Wilcock, A. A., & Hocking, C. (2015). An occupational perspective on health (3rd ed.). Thorofare, NJ: Slack.

Wismer, N., Ledinger, C., Wehrle, M. (2017). Functioning and First Results of Usage and Satisfaction with a New Myoelectric Hook. Otto Bock Healthcare Products, Vienna, Austria. Orthopädie technik 2017, vol. 5,pp. 28-31.

Zet. (2015). All inclusive: Op weg naar toegankelijke vrijetijdsbesteding. Tilburg: ISSUU. https://issuu.com/wijzijnzet/docs/zet_trendboek_all_inclusive, geraadpleegd op 13 november 2020.

ZON, in: Bal, R., A. de Bont, M. de Mul (2010) in: 'Implementatie op een tweesprong, deelrapport actielijn 3 KIP'. Erasmus Universiteit Rotterdam: Instituut beleid en management gezondheidszorg.

Zuo, K and Olson, J. (2014). “The evolution of functional hand replacement: From iron prostheses to hand transplantation,” The Canadian journal of plastic surgery, Journal canadien de chirurgie plastique, vol. 22, pp. 44–51.