EEN AANSLAG OP HET HOF VAN ASSISEN: VEROORDELING OF VRIJSPRAAK

Emilie
Hermans

Het toekomstige terreurproces omtrent de aanslagen van 22 maart 2016: dertien beschuldigden, 900 betrokken partijen, 12 juryleden en meer dan 30.000 schuldvragen. Het lijkt als het ware een werkelijke moordpoging op het hof van assisen, dat zich organisatorisch maandenlang in allerlei bochten zal moeten wringen om dergelijk complex proces tot een goed einde te brengen. Vandaar deze symbolische, vreedzame, doch niet minder ingrijpende aanslag op het hof van assisen vanuit mijn kant.

“Ik pleit voor een eigentijdse en efficiënte versie van het hof van assisen in de vorm van een criminele kamer, zonder dat alle eigenheden van het hof van assisen volledig overboord gegooid moeten worden”

In de volksmond is het hof van assisen reeds jarenlang bekend onder het mom van een volksjury die de zwaarste misdrijven in onze maatschappij beoordeelt, zoals moord en doodslag. De voorbereidingen voor het terreurproces hebben de polemieken over het bestaan van het assisenhof weer volop doen oplaaien. Tal van pogingen tot hervorming van het systeem zijn in het verleden reeds gepasseerd, met als meest recente ontwikkeling het voorstel van voormalig minister van Justitie Koen Geens betreffende de instelling van criminele kamers ter vervanging van het hof van assisen.

Criminele kamers? Wat wordt daar precies mee bedoeld? Kamers waar alle criminelen tesamen worden opgesloten met het oog op hun berechting? Weliswaar niet, gezien dergelijke instelling reeds bestaat onder de alombekende noemer ‘gevangenis’. Geens’ idee luidde als volgt: de berechting van de zwaarste misdaden zou gebeuren in een criminele kamer bij de correctionele rechtbank (lees: de rechtbank bevoegd voor alle wanbedrijven zoals diefstal en oplichting) bestaande uit vier burgers en drie professionele rechters. Tegen elk vonnis zou beroep kunnen worden aangesteld bij criminele kamers bij de hoven van beroep. De top van de Belgische magistratuur bleek echter geen voorstander te zijn van de instelling van criminele kamers en stempelde Geens’ voorstel af als een onwerkbaar idee met ongewenste neveneffecten zoals een fikse kostprijs en gerechtelijke achterstand. Bijgevolg stierf het voorstel omtrent de criminele kamers een stille dood.

Mijns inziens een jammere zaak, aangezien dergelijke criminele kamers enorm veel potentieel zouden kunnen hebben om het eeuwenoude assisensysteem nieuw leven in te blazen. Mijn vreedzame aanslag op het assisenhof houdt in dat ik pleit voor een eigentijdse en efficiënte versie van het hof van assisen in de vorm van een criminele kamer, zonder dat alle eigenheden van het hof van assisen volledig overboord gegooid moeten worden. Hoewel het assisenhof een gedateerd gegeven is, zijn er immers een aantal essentiële kenmerken die nodig zijn voor de berechting van de zwaarste misdrijven in onze samenleving.

Fictief nieuwtje

De onderzoeksvraag van mijn scriptie was bijgevolg de volgende: hoe en in welke mate kunnen we de eigenheden die een assisenprocedure karakteriseren waarmaken in een criminele kamer? In mijn thesis wordt allereerst een overzicht gegeven van de verschillende pogingen tot hervorming van het assisenhof in het verleden, om op die manier uit te komen bij het meest recente voorstel betreffende de introductie van criminele kamers. Navolgend geef ik een opsomming van de kenmerken van het hof van assisen in zijn huidige bestaansvorm, om deze aansluitend te vergelijken met een correctionele strafprocedure. Aan de hand van deze theoretische onderbouw leg ik vervolgens de focus op vier eigenheden die het huidige assisenhof typeren: lekenrechtspraak (lees: volksjury die een oordeel velt), het onmiddellijkheidsbeginsel (lees: mondelinge weergave van al het bewijsmateriaal op de zitting), een tweefasenproces (lees: gesplitste uitspraak over schuld en straf) en de afwezigheid van een mogelijkheid tot hoger beroep.

Wat betreft de lekenrechtspraak, opteer ik voor een criminele kamer die bestaat uit beroepsrechters gepaard gaande met een weloverwogen, verminderd aantal lekenrechters. Buitenlandse rechtsstelsels zoals Denemarken en Duitsland leren ons dat de juridische ervaring van beroepsrechters in combinatie met de verrijkende en emotionele inzichten van burgerassessoren kunnen zorgen voor een duurzame vorm van rechtspreken.

De huidige assisenprocedure kenmerkt zich daarnaast door een mondelinge weergave van het bewijsmateriaal ter zitting. In het kader van een criminele kamer zou dit mijns inziens bewaard kunnen blijven, in een meer vereenvoudigde versie. Zo zouden we lekenrechters enerzijds vooraf een inzagerecht in het dossier kunnen verlenen, om op die manier de informatiekloof tussen burgers en beroepsrechters te verkleinen. Anderzijds valt het behoud van een systematisch getuigenverhoor ter zitting te verdedigen, gezien het voor alle partijen de mogelijkheid biedt om de geloofwaardigheid van de verklaringen op de zitting zorgvuldig te evalueren.

Vervolgens argumenteer ik dat de splitsing tussen de uitspraak omtrent schuld en strafmaat bewaard dient te blijven in procedures voor een criminele kamer. Een tweefasenproces zorgt voor de mogelijkheid tot een meer geloofwaardige voorbereiding van de verdediging. Het is immers absurd dat een advocaat zijn cliënt onschuldig pleit, maar nadien onmiddellijk op dezelfde zitting moet beargumenteren welke straf hij zou moeten krijgen indien hij toch schuldig bevonden wordt. Wat betreft kritiek jegens tijd- en efficiëntieverlies, kan bovendien inspiratie geput worden uit de Deense procedure waar een uitdrukkelijke schuldbekentenis leidt tot een minder omstandig eerste debat over de schuldvraag.

Tot slot beargumenteer ik de wenselijkheid van de instelling van criminele kamers bij de hoven van beroep. Er valt immers niet op een logische wijze te beargumenteren waarom een beroepsmogelijkheid bestaat voor lichte misdrijven zoals diefstal, maar niet voor de zwaarste misdrijven in onze maatschappij zoals moord.

Bij elk van deze onderdelen heb ik tijdens mijn scriptie telkens een reeks praktische kanttekeningen toegevoegd. De hervorming van het hof van assisen is immers een vraagstuk dat al jarenlang op de politieke agenda staat, dus het zou haast wonderbaarlijk zijn dat de voorstellen gedaan in bovenstaand onderzoek zonder slag of stoot verwezenlijkt zouden kunnen worden. Wat wel met zekerheid te stellen valt, is dat de criminele kamers minstens zullen moeten worden opgebouwd uit enkele karakteristieke waarborgen die de traditionele assisenprocedure kenmerken. Om die reden eindig ik graag met een vleugje symboliek: “in de ruïnes van het verleden, liggen de parels van morgen”.

Beste lezers. Jullie zijn de lekenrechters in mijn eigen proces betreffende bovenvermelde uitspraken over het voortbestaan van het hof van assisen. Spreken jullie een veroordeling uit voor mijn aanslag op het assisenhof of geven jullie mij toch de vrijspraak? Alle abonnees kunnen hun opinie meedelen tot en met 3 oktober 2021. Indien jullie mij vrijspreken, wacht mij mogelijks een morele schadevergoeding van wel €2.500.

Bibliografie

BIBLIOGRAFIE BELGIË WETGEVING - De gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994, BS 17 februari 1994. - Gerechtelijk Wetboek van 10 oktober 1967, BS 31 oktober 1967. - Wetboek van Strafvordering van 17 november 1808, BS 27 november 1808. - Wet van 30 juni 2000 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, van artikel 27 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis en van artikel 837 van het Gerechtelijk Wetboek, teneinde de rechtspleging voor het hof van assisen te stroomlijnen, BS 2 december 2000. - Wet van 12 februari 2001 tot aanvulling van de wet van 30 juni 2000 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, van art. 27 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis en van art. 837 van het Gerechtelijk Wetboek, ten einde de rechtspleging voor het hof van assisen te stroomlijnen, BS 17 maart 2001. - Wet van 21 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen, BS 11 januari 2010. - Wet van 5 februari 2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen van justitie, BS 19 februari 2016. - Wet van 5 mei 2019 houdende diverse bepalingen in strafzaken en inzake erediensten, en tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en van het Sociaal Strafwetboek, BS 24 mei 2019. PARLEMENTAIRE STUKKEN EN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN - Verslag over Wetsvoorstel tot hervorming van het hof van assisen, Parl.St. Senaat 2008-09, nr. 4- 924/4. - Verslag over de hoorzittingen inzake het vraagstuk van het hof van assisen, Parl.St. Kamer 2018- 19, nr. 3720/001. - Voorontwerp van Wetboek van Strafprocesrecht, Parl.St. Kamer 2002-03, nr. 50-2043/001 en Parl.St. Senaat 2002-03, nr. 2-1288/1. - Wetsvoorstel houdende het Wetboek van Strafprocesrecht, Parl.St. Senaat 2003-04, nr. 3-450/1. - Wetsvoorstel tot invoering van de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen tegen de arresten van het hof van assisen, Parl.St. Senaat 2007, nr. 4-147/1. 65 - Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, waarbij wordt voorzien in de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen tegen de arresten van het hof van assisen, Parl.St. Kamer 2010-11, nr. 1270/001. - Wetsvoorstel houdende strafzaken en erediensten, Parl.St. Kamer 2018-19, nr. 3515/001. - Wetsvoorstel houdende het Wetboek van Strafprocesrecht, Parl.St. Kamer 2019-20, nr. 1239/001. - COMMISSIE HERVORMING VAN HET ASSISENHOF, Rapport, 8 november 2005, www.standaard.be/extra/pdf/rapportassisen.pdf. - EUROPESE COMMISSIE (EC), Special Eurobarometer 461. Designing Europe’s future: Trust in institutions, Globalisation, Support for the euro, Opinions about free trade and solidarity, April 2017, https://ec.europa.eu/commfrontoffice/publicopinionmobile/index.cfm/Surv… ail/surveyKy/2173. - HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE (HRJ), Advies over het Wetsvoorstel houdende het Wetboek van Strafprocesrecht (Commissie Franchimont), 23 juni 2004, https://hrj.be/admin/storage/hrj/a0029n.pdf. - HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE (HRJ), Advies over het wetsvoorstel tot hervorming van het hof van assisen, ingediend door de heer Philippe Mahoux in de Senaat op 25 september 2008, 28 januari 2009, https://hrj.be/admin/storage/hrj/a0054b.pdf. - HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE (HRJ), Advies over het voorontwerp van wet tot wijziging van het strafrecht en de strafprocedure, 29 juni 2015, https://hrj.be/admin/storage/hrj/advies-18062015- nl.pdf. RECHTSPRAAK - GwH 21 december 2017, nr. 148/2018. - Cass. 3 april 1916, Pas. 1917, I, 75. - Cass. 11 maart 1986, Arr.Cass. 1985-86, 959-961. - Cass. 13 januari 1999, RW 1999-2000, 917. - Cass. 22 juni 1999, T.Strafr. 2001, 75, noot P. HELSEN. - Cass. 16 juni 2004, Arr.Cass. 2004, nr. 333, 1100. - Cass. 31 mei 2016, RW 2017-18, nr. 4, 140. - Cass. 14 maart 2017, AR P.16.1152.N. - Cass. 19 juni 2018, AR P.17.1250.N. - Cass. 26 februari 2019, AR P.18.1028.N. - Cass. 28 mei 2019, AR P.19.0105.N. 66 - Cass. 25 september 2019, AR P.19.0344.F. - Cass. 8 september 2020, AR P.20.00388.N. - Cass. (2e k.) 15 september 2020, AR P.20.0240.N, noot M. DE HERT. - Cass. 13 oktober 2020, AR P.20.0254.N. - Cass. 23 maart 2021, AR P.20.1125.N. RECHTSLEER Handboeken en monografieën - BEERNAERT, M.-A., BOSLY, H.-D. en VANDERMEERSCH, D., Droit de la procédure pénale, Brugge, die Keure, 2017, 2067 p. - DECLERCQ, R., Beginselen van strafrechtspleging, Mechelen, Kluwer, 2014, 956 p. - DERUYCK, F. en VAN LANDEGHEM, Y., Overzicht van het Belgisch strafprocesrecht, Brugge, die Keure, 2020, 684 p. - KESTEMONT, L. en SCHOUKENS, P., Rechtswetenschappelijk schrijven, Leuven, Acco, 2012, 135 p. - LAUWAERT, K., Herstelrecht en procedurele waarborgen, Antwerpen, Maklu, 2009, 398 p. - RIMANQUE, K. en DE SMET, B., Het recht op een behoorlijke rechtsbedeling: een overzicht op basis van artikel 6 EVRM, Antwerpen, Maklu, 2002, 178 p. - VAN DEN WYNGAERT, C., Strafrecht, strafprocesrecht en internationaal strafrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2006, 1314 p. - VAN DEN WYNGAERT, C., VANDROMME, S. en TRAEST, P., Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2017, 1510 p. - VANDERMEERSCH, D., Eléments de droit pénal et procedure pénale, Brussel, die Keure, 2012, 900 p. - VERSTRAETEN, R. en VERBRUGGEN, F., Strafrecht en strafprocesrecht voor bachelors, Antwerpen, Intersentia, 2018, 380 p. Tijdschriftartikels - ADAMS, M., “Structuur, praktijk en theorie van rechtsvergelijkend onderzoek”, TPR 2018, nr. 3, 889-967. - BERNEMAN, S., “De advocaat, de terrorist en de getuige à décharge: een explosief trio!”, T.Strafr. 2019, nr. 5, 286-290. - BLOCH, A., “Redenen genoeg waarom het hof van assisen moet blijven”, Juristenkrant 2020, nr. 67 404, 12-13. - DE BOCK, E., “Het arrest-Taxquet en de motivering van het verdict van het hof van assisen”, RW 2008-09, 1272-1277. - DE SMET, D., “Confrontatie op de terechtzitting met de getuige die als enige belastend bewijs aanbrengt”, RABG 2017, nr. 7, 515-518. - DENYS, S., “Een gesplitste uitspraak over schuld en straf: status quaestionis”, NC 2006, nr. 6, 346-369. - MAES, C. en VANTHIENEN, S., “Het hof van assisen 2.0. Succesvolle reboot of herhaalde system crash? Enkele kritische overwegingen inzake de assisenvorming”, CDPK 2018, nr. 2, 232-256. - ROZIE, J., “Tegenspraak in de bestraffing”, NC 2014, nr. 2, 91-117. - SCHUERMANS, F., “Strafvervolging krijgt er alweer een processuele hindernis bij”, Juristenkrant 2018, nr. 361, 12. - TRAEST, P. en DE TANDT, I., “Het voorontwerp van het wetboek van strafprocesrecht: een kennismaking”, Panopticon 2004, 6-24. - VAN DE HEYNING, C., “Het getuigenverhoor na de zaak-Riahi: het Hof van Cassatie zoekt zijn weg”, T.Strafr. 2017, nr. 3, 227-229. - VAN DE HEYNING, C., “Riahi, of de kroniek van een aangekondigde veroordeling”, T.Strafr. 2016, nr. 5, 351-354. - VAN OVERBEKE, S., “De preliminaire zitting in de assisenprocedure”, RW 2013-14, 963-982. - VILAIN, R. en ROYER, S., “In getouwtrek om toekomst assisen trekt niemand aan het langste eind”, Juristenkrant 2020, nr. 404, 11. - VILAIN, R. en YPERMAN, W., “I. Potpourri II na het arrest van het Grondwettelijk Hof van 21 december 2017 – Grondwettelijk Hof 21 december 2017: it came in like a wrecking ball”, NC 2018, nr. 1, 1-17. Bijdragen in een verzamelwerk/reeks - GYSELAERS, L., “De recente hervormingen van het hof van assisen in België en Frankrijk” in DE RUYSSCHER, D. (ed.), Rechtspreken en lekenparticipatie. Noodzaak of traditie?, Antwerpen, Maklu, 2013, 11-36. - VERSTRAETEN, R. en GYSELAERS, L., “De wet van 21 december 2009 tot hervorming van het Hof van assisen” in VERSTRAETEN, R. en VERBRUGGEN, F. (eds.), Straf- en strafprocesrecht, Brugge, die Keure, 2010, 89-124. 68 Annotaties van rechtspraak - MEGANCK, B., “De noodzaak om de criteria van artikel 6.1 en 6.3.d EVRM te toetsen bij een verzoek tot getuigenverhoor” (noot onder Cass. 19 juni 2018), T.Strafr. 2018, afl. 5, 321. - TERSAGO, P., “Het onmiddellijkheidsbeginsel in strafzaken 2.0: het EHRM benadrukt het belang van het getuigenverhoor ter terechtzitting” (noot onder EHRM 14 juni 2016), NC 2017, 143-151. ANDERE - DE WIT, S., “Eerherstel voor assisen blamage voor Geens”, 22 december 2017, www.sophiedewit.be/nieuws/eerherstel-voor-assisen-blamage-voor-geens. - VANRENTERGHEM, A., “Assisenproces zal binnenkort sneller verlopen”, 24 november 2018, www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/11/23/assisenproces-zal-wellicht-iets-sneller…. - VAN DE VELDEN, W., “Parlement houdt vast aan volksjury voor terreurproces”, De Tijd 8 december 2020, www.tijd.be/politiek-economie/belgie/federaal/parlement-houdt-vast-aanvolksjury-voor-terreurproces/10270450.html. - X, “Orde van Vlaamse Balies ziet Geens’ hervormingsplannen voor ‘criminele kamer’ wel zitten”, De Morgen 3 september 2016, www.demorgen.be/binnenland/orde-van-vlaamse-balies-zietgeens-hervormingsplannen-voor-criminele-kamer-wel-zitten-b09bd9e5/. - X, “Assisen light vangt vier vliegen in één klap”, De Standaard 24 juli 2017, www.standaard.be/cnt/dmf20170723_02984077. - X, “Geens parkeert ‘assisen light’”, De Standaard 13 maart 2018, www.standaard.be/cnt/dmf20180312_03405918. - X, “Federaal Procureur wil geen assisenproces voor aanslagen 22 maart”, De Standaard 20 februari 2020, www.standaard.be/cnt/dmf20200210_04841826. INTERNATIONAAL WETGEVING - Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van 4 november 1950. - Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten van 19 december 1966. - Protocol nr. 7 bij het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van 22 november 1984. 69 Denemarken - Administration of Justice Act (Retsplejeloven) af 11 April 1916. Duitsland - Gerichtsverfassungsgesetz vom 9 Mai 1975. - Strafprozeßordnung vom 23 Mai 1873. Frankrijk - Code de Procédure Pénale du 2 mars 1959. - Code pénal du 1er mars 1994. - Loi nr. 2000-516 du 15 juin 2000 renforçant la protection de la présomption d’innocence et les droits des victimes, JO 16 juin 2000. - Loi nr. 2002-307 du 4 mars 2002 complétant la loi nr. 2000-516 du 15 juin 2000 renforçant la protection de la présomption d’innocence et les droits des victimes, JO 5 mars 2002. - Loi nr. 2011-939 du 10 août 2011 sur la participation des citoyens au fonctionnement de la justice pénale et le jugements des mineurs, JO 11 août 2011. PARLEMENTAIRE STUKKEN EN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN Frankrijk - Projet de Loi organique pour la confiance dans l’institution judiciaire, Doc.Parl. Chambre 2020- 21, nr. 4092. - DENIAU, J.-F., Rapport à Monsieur le garde des sceaux, ministre de la justice, sur la réforme des procédures de jugement en matière criminelle, 6 februari 1996, https://www.viepublique.fr/sites/default/files/rapport/pdf/964075300.pdf. - SALVAT, X. en BOCCON-GIBOD, D., Rapport à Madame la garde des sceaux, ministre de la justice, sur l’expérimentation des citoyens assesseurs dans les ressorts des cours d’appel de Dijon et Toulouse, 28 februari 2013, www.vie-publique.fr/sites/default/files/rapport/pdf/134000144.pdf. RECHTSPRAAK - EHRM 13 januari 2009, nr. 926/05, Taxquet/België. - EHRM (Grote Kamer) 16 november 2010, nr. 926/05, Taxquet/België. 70 - EHRM 15 december 2011, nrs. 26766/05 en 22228/06, Al-Khawaja en Tahery/Verenigd Koninkrijk. - EHRM 17 april 2014, nr. 9154/10, Schatschaschwili/Duitsland. - EHRM 14 juni 2016, nr. 65400/10, Riahi/België. - EHRM 18 december 2018, nr. 36658/05, Murtazaliyeva/Rusland. - EHRM 7 maart 2019, nr. 6005/08, Abdullayev/Azerbeidzjan. - ECRM 8 december 1983, nr. 7984/77, Pretto/Italië. RECHTSLEER Handboeken en monografieën - ANGEVIN, H., La pratique de la cour d’assises. Traité-formulaire, Parijs, Litec, 1999, 506 p. - DE GROOT, S.-K., Internationale bewijsgaring in strafzaken. Nederland en Duitsland, Deventer, Gouda Quint, 2000, 145 p. - DE ROOS, T.-A., Is de invoering van lekenrechtspraak in de Nederlandse strafrechtspleging gewenst?, Tilburg, Universiteit van Tilburg, 2006, 109 p. - DÖLLING, D., Die Zweiteilung der Hauptverhandlung: eine Erprobung vor Einzelrichtern und Schöffengerichten, Göttingen, Schwartz, 1978, 318 p. - DREYER, E., Droit pénal général, Parijs, LexisNexis, 2014, 1325 p. - FELSTINER, W.-L.-F. en DREW, A.-B., European Alternatives to Criminal Trials and the United States, Washington, National Institute of Law Enforcement and Criminal Justice, 1978, 76 p. - GLESS, S. en RICHTER, T., Do Exclusionary Rules Ensure a Fair Trial? A Comparative Perspective on Evidentiary Rules, Cham, Springer Open, 2019, 380 p. - HANNICH, R., Karlsruher Kommentar zur Strafprozessordnung, München, C.H. Beck, 2019, 3228 p. - LANGSTED, L.-B., GARDE, P. en GREVE, V., Criminal Law in Denmark, Alphen aan den Rijn, Kluwer, 2019, 272 p. - MALSCH, M., Democracy in the Courts. Lay Participation in European Criminal Justice Systems, Londen, Routledge, 2016, 227 p. - MITTERMAIER, C.-J.-A., Die Gesetzgebung und Rechtsübung über Strafverfahren nach ihrer Neuesten Fortbildung, Erlangen, C.-H. Kunstmann, 1856, 706 p. - PRADEL, J., Procédure pénale, Parijs, Cujas, 2017, 1088 p. - SCHUNCK, B., Die Zweiteilung der Hauptverhandlung: die Erprobung des informellen Tatinterlokuts bei Strafkammern, Göttingen, Schwartz, 1982, 325 p. 71 - VAN DEN EIJNDEN, P.-M., Onafhankelijkheid van de rechter in constitutioneel perspectief, Deventer, Kluwer, 2011, 523 p. - VAN DIJK, A.-A., GRITTER, E., KEULEN, B.-F., KWAKMAN, N.-J.-M. en LINDENBERG, K.-K., Naar een tweefasenproces? Over voor- en nadelen van een strafproces in twee fasen, in relatie tot de posities van slachtoffer en verdachte, Parijs, Zutphen, 2013, 389 p. - VERREST, P.-A.-M. en MEVIS, P.-A.-M., Rechtsvergelijkende inzichten voor de modernisering van het Wetboek van Strafvordering, Den Haag, Boom Juridische uitgevers, 2018, 557 p. - VERSCHUEREN, P.-J.-M., Het opstellen van een juridisch onderzoeksplan. Een handreiking bij het doen van juridisch onderzoek en het maken van onderzoeksvoorstellen, Nijmegen, Radboud Universiteit Nijmegen, 2006, 29 p. Tijdschriftartikels - ANDERSON, S., “Lay Judges and Jurors in Denmark”, The American Journal of Comparative Law 1990, nr. 4, 839-864. - ARSLAN, M., “The main determinants of sentencing decisions in Germany”, Law & Justice Review 2019, nr. 19, 1-37. - CROES, M.-T. en JANSSEN, S.-H.-E., “Niet-rechterlijke actoren in de rechtspraak van Nederland, Denemarken en Duitsland”, WODC 2005, 1-38. - DE HERT, P.-J.-A., “Jury en leken in Nederland: een identiteitsonderzoek”, NJB 2006, 2226- 2232. - DONKER, H., “Juryrechtspraak nader bekeken”, Trema 2008, 395-400. - FAYOL-NOIRETERRE, J., “L’instauration d’un appel en matière criminelle est indispensable”, Semaine Juridique 2006, 3951. - GARDE, P., “The Danish Jury”, Rev.intern.dr.pén. 2001, 87-120. - GOZZI, M., “La réforme des cours d’assises: entre nécessité et utilité”, Petites affiches 1996, afl. 21, 6-9. - IVKOVIC, S.-K., “Exploring Lay Participation in Legal-Decision Making: Lessons from Mixed Tribunals”, Cornell International Law Journal 2007, 429-453. - JACKSON J. en KOVALEV, N., “Lay adjudication and human rights in Europe”, Columbia Journal of European Law 2006, 83-123. - JOHANSEN, L.-V., “Lay Participation in Danish Crime Trials: On the Interaction between Lay and Professional Judges during Deliberation”, Journal of Law and Society 2019, 568-611. - KALIDIEN, S.-N., “Criminaliteit en rechtshandhaving 2015. Ontwikkelingen en samenhangen”, WODC 2016, 1-189. 72 - KESTEMONT, L., “A meta-methodological study of Dutch and Belgian PhD’s in social security law: devising a typology of research objectives as a supporting tool”, European Journal of Social Security 2015, 361-384. - KOCH, A., “Mittermaier and the 19th century debate about juries and mixed courts”, Rev.intern.dr.pén. 2001, 347-353. - LEIB, E.-J., “A Comparison of Criminal Jury Decision Rules in Democratic Countries”, Ohio State Journal of Criminal Law 2008, 629-644. - MACHURA, S., “Understanding the German Mixed Tribunal”, Zeitschrift für Rechtssoziologie 2016, 1-41. - MALSCH, M., “De leek als rechter en de rechter als leek”, JV 2003, 47-61. - MALSCH, M., “Samenwerking tussen rechters en leken”, Rechtstreeks 2007, 65-79. - PERRON, W., “Lay participation in Germany”, Rev.intern.dr.pén. 2001, 181-196. - RONNAÜ, T., “Lay Judges in the German Criminal Justice System: A Critical Review”, Waseda Law School Journal 2017, afl. 2, 177-211. - SCHMID, F., “Zur rechtlichen Bwertung der audiovisuellen Übertragung von Zeugenaussagen im Strafverfahren (insbesondere der Hauptverhandlung) de lege lata (und de lege ferenda)”, Studentische Zeitschrift für Rechtswissenschaft 2016, afl. 2, 250-280. - THAMAN, S.-C., “Plea-Bargaining, Negotiating Confessions and Consensual Resolution of Criminal Cases”, Electronic Journal of Comparative Law 2007, 1-54. Bijdragen in een verzamelwerk/reeks - GARDE, P., “The right to fair trial in the Kingdom of Denmark” in WEISSBRODT, D. en WOLFRUM, R. (eds.), The Right to a Fair Trial, Berlijn/New York, Springer, 1998, 533-582. - GOLDBACH, S. en HANS, V., “Juries, Lay Judges, and Trials” in BRUINSMA, G. en WEISBURD, D. (eds.), Encyclopedia of Criminology and Criminal Justice, New York, Springer, 2014, 2716-2727. - ROXIN, C., “Die reform der Hauptverhandlung im deutschen Strafproceß” in LÜTTGER, H. (ed.), Probleme der Strafprozeßreform, Berlijn, De Gruyter, 1975, 52-72. - SCHÜNEMANN B. en BANDILLA, W., “Perseverance in Courtroom Decisions” in WEGENER, H., LÖSEL, F. en HAISCH, J. (eds.), Criminal Behavior and the Justice System. Research in Criminology, Berlijn, Springer, 1989, 181-192. - STAMHUIS, E.-F., “Het stelsel van gewone rechtsmiddelen” in GROENHUIJSEN, M.-S. en KNIGGE, G. (eds.), Dwangmiddelen en rechtsmiddelen, Deventer, Kluwer, 2002, 199-328. 73 - VAN DER LEIJ, J.-B.-J., “Het Nederlandse strafrechtssysteem” in ROSMALEN, M.-M., KALIDIEN, S.-N. en HEER-DE LANGE, N.-E. (eds.), Criminaliteit en rechtshandhaving 2011. Ontwikkelingen en samenhangen, Den Haag, Boom Juridische uitgevers, 2012, 21-55. ANDERE - MESKENS, J., “Des cours criminelles composées de magistrats professionnels remplaceront certaines cours d’assises. Et tous les procès pourront être filmés”, Le Soir 15 avril 2021, https://plus.lesoir.be/366375/article/2021-04-14/cours-dassises-une-pet…justice-francaise. - SALAS, D., “L’appel tournant va changer la cour d’assises: la réforme, inévitable, devra préserver la symbolique démocratique de l’institution. Comment réformer les assises”, Libération 24 juin 1999, www.liberation.fr/tribune/1999/06/24/l-appel-tournant-va-changer-la-cou…reforme-inevitable-devra-preserver-la-symbolique-de_275340/

Download scriptie (1.62 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Raf Verstraeten