Het begin van de laat-Romeinse bevelhebber: Constantius II's beleid omtrent de magister equitum et peditum

Yannis
Brichant

 

Het laat-Romeins leger was de grootste werkgever en slokte ongeveer de helft van de jaarlijkse voorraden op. Ondanks de belangrijke rol van het leger in de Romeinse samenleving, hebben we amper informatie over de beginperiode van haar nieuwe bevelhebbers in het laat-Romeinse Rijk.  

 

Een nieuw standpunt en tijdspanne

Ontelbare kilometers afleggen met bijhorende ontberingen in streken binnen en buiten het Rijk om toch maar de overwinning in dienst van de keizer te kunnen opeisen of om de oprukkende vijand tegen te houden. In de vierde eeuw voerden bevelhebbers met de titels magister equitum en magister peditum, respectievelijk voor de ruiters en voor de voetsoldaten, voor het eerst het Romeinse leger aan. Er is veel discussie over de beginperiode van dit ambt, waarbij de dynamiek tussen de keizer en deze bevelhebbers nog niet uitgebreid is onderzocht. Het hoofddoel van mijn thesis was om na te gaan wat voor een beleid Constantius II, Romeins keizer van 337 tot en met 361, voerde betreffende zijn bevelhebbers. Wegens de bronnensituatie lag de focus van dit onderzoek op Constantius’ alleenheerschappij van 353 tot 361. In hoeverre hebben we te maken met een doordacht beleid, of zien we toch eerder ad hoc maatregelen?

Het weinige, en meestal oude, onderzoek naar het ontstaan van het ambt van bevelhebber gebruikte een grote tijdspanne van de eerst overgeleverde bevelhebber in 341 tot aan 395. Daardoor werden geregeld taken en kenmerken van dit ambt terug of verder in de tijd geprojecteerd dan de bronnen rechtvaardigen. Welke nuances kunnen we dus aanbrengen als we enkel kijken naar de informatie uit de beginperiode van dit ambt tot aan het eind van Constantius’ heerschappij in 361? Door niet zozeer alleen op de bevelhebbers te focussen, maar vooral een keizerlijk standpunt te hanteren, wilde ik met deze andere invalshoek zien welke aanvullende informatie over de beginperiode van deze bevelhebbers ik kon vinden. Tot op welke hoogte konden de bevelhebbers bijvoorbeeld zelfstandig handelen binnen dit keizerlijk beleid?

 

Methodologie

Om het beleid van Constantius te achterhalen, gebruikte ik zowel een kritische lezing van de bronnen als prosopografie, een methode waarmee je iemand zijn leven, loopbaan, geografische en sociale afkomst bestudeert. Door chronologisch te werk te gaan, wilde ik eventuele veranderingen in Constantius’ beleid opsporen als die zich zouden voordoen. Mijn onderzoek hanteerde verschillende bronnen waaronder literaire werken, wetteksten, inscripties en papyri. De hoofdbron van deze thesis was Ammianus Marcellinus’ werk, genaamd Res Gestae, die dieper ingaat op de politieke situatie van het Romeinse Rijk vanaf 354 tot en met 378. Doordat de auteur tot de entourage van de bevelhebber Ursicinus, geeft hij soms gedetailleerde informatie, al durft Ammianus wel partijdig te zijn in zijn werk. Zo heeft Ammianus’ negatieve oordeel van Constantius latere bronnen en historisch onderzoek beïnvloed in de portrettering van deze keizer.

 

Het ontstaan van de magister equitum et peditum

Constantius is de eerste keizer waarbij we genoeg magistri hebben om een coherent onderzoek te kunnen voeren naar een keizerlijk beleid en de bevelhebbers zelf. Deze Romeinse heerser speelde een belangrijke rol in de institutionalisering van dit ambt. Vermoedelijk ontstonden de laat-Romeinse bevelhebbers onder Constantijn (keizer tussen 306 en 337), maar concrete aanwijzingen in de bronnen vinden we pas na zijn heerschappij. Hoewel Constantius als eerste bevelhebbers aanstelde in de regio’s, tonen de aanstellingen dat dit niet was om een regionaal systeem uit te werken. De politieke context was de reden. Sommige van deze regionale posten waren daarbij niet permanent bekleed waardoor er geen sprake kan zijn van een vaststaand systeem. Hoewel onderzoekers al in deze periode spreken over regionale aanduidingen in de officiële titels en over een onderscheid tussen hen en de bevelhebbers aan het hof, maken de eigentijdse bronnen geen melding van dergelijk verschil.

 

Een bewust beleid met beperkte vrijheid voor de bevelhebbers

Volgens Ammianus zou Constantius gemakkelijk te overtuigen zijn. Hij zou graag luisteren naar valse beschuldigingen en zich laten leiden door zijn gevoelens. In hoeverre strookt dit beeld met de realiteit? Door het gebrek aan bronnen komen we spijtig genoeg niet heel veel te weten over de jaren voorafgaand aan Constantius’ alleenheerschappij. Toch kunnen we al enkele evoluties, continuïteiten en verschillen waarnemen wanneer we deze informatie combineren met die van tijdens Constantius’ alleenheerschappij. Op basis van de prosopografische analyse zien we dat Constantius meestal personen aanstelde als bevelhebber die al ervaring hadden opgedaan in het militaire leven. We zien ook dat enkele bevelhebbers aangesteld werden die niet volledig Romeins waren.

De kritische bronlezing toont aan dat de keizer probeerde bevelhebbers aan zich te binden door hen gunsten en cadeaus te verlenen, met het consulaat als de hoogste eer die iemand kon krijgen. Dit werd wel amper toegekend en nooit aan bevelhebbers in een regio. Waarschijnlijk was dit omdat zij op een grotere afstand van de keizer konden handelen en laatstgenoemde wilde vermijden dat zij hem zouden bedreigen. Constantius hield zijn bevelhebbers zo goed mogelijk in de gaten doordat zij rapporten moesten schrijven. Als iemand niet deed wat er van hem verwacht werd, twijfelde de keizer niet om hem te ontslaan. Bevelhebbers die een echte of mogelijke bedreiging vormde voor Constantius’ troon werden zonder pardon geëxecuteerd.

Constantius was echter geen onwrikbare keizer. Hij kon opdrachten aanpassen als hij zag dat hij fout zat of de situatie veranderde. Bevelhebbers kregen soms speciale opdrachten zoals oordelen vellen in onderzoeken. Voor een tijd zette Constantius hen zelfs in voor interne religieuze conflicten. De bevelhebbers hadden een bepaalde vrijheid tijdens hun individuele veldslagen en opdrachten. Tijdens een veldtocht durfden ze de keizer zijn beslissingen ook te bevragen. De meest directe invloed die bevelhebbers op de machtshebber konden uitoefenen, was tijdens de vergaderingen van de keizer met zijn belangrijkste ondergeschikten over staatszaken, ook wel het consistorium genoemd.

Bibliografie

 

Bronnen

AE. L’Année épigraphique. Parijs: PUF, 1888-.

Ammianus Marcellinus. Res Gestae. Rolfe, J.C., ed. en vert. Ammianus Marcellinus, History. Cambridge, MA: Cambridge University Press, 1939-1950; Sabbah, Guy, ed. en vert. Ammien Marcellin. Histoire 2 (livres XVII-XIX). Parijs: Belles Lettres, 1970.

Codex Theodosianus. Meyer, Paul Martin, Theodor Mommsen en Jacques Sirmond, eds. Theodosiani libri XVI: cum Constitutionibus Sirmondianis et Leges novellae ad Theodosianum pertinentes. Berlijn: Weidmann, 1905; Pharr, Clyde, vert. The Theodosian code and novels and the Sirmondian Constitutions. New York: Greenwood Press, 1969 (heruitgave 1952).

CIL. Mommsen, Theodor et al., eds. Corpus Inscriptionum Latinarum. Berlijn: Reimer, 1893-.

Claudius Mamertinus. Panegyricus Latinus 3. Baehrens Emil en Willem Baehrens, eds. XII panegyrici Latini. Leipzig: Teubner, 1911; Lieu, Samuel N.C., vert. The emperor Julian: panegyric and polemic. Liverpool: Liverpool University Press, 1989.

Eusebius Caesariensis. De vita Constantini. Winkelmann, F., Luce Pietri, eds. en Marie-Joseph Rondeau, vert. Vie de Constantin. Parijs: Cerf, 2013.

Hiëronymus. Chronicon. Helm, Rudolf, ed. Die Chronik des Hieronymus. Berlijn: Akademie Verlag, 1956.

Historia Augusta. Magie, David, ed. en vert. Historia Augusta, volume III. The two Valerians. The two Gallieni. The thirty pretenders. The deified Claudius. The deified Aurelian. Tacitus. Probus. Firmus. Saturninus. Proculus and Bonosus. Carus, Carinus and Numerian. Cambridge, MA: Cambridge University Press, 1932.

Johannes Lydus. De magistratibus reipublicae romanae libri tres. Schamp, Jacques, ed. en vert. Des magistratures de l’état romain. Tome II, livres II et III. Parijs: Les Belles Lettres, 2006.

Julianus. Orationes et Epistula ad Athenienses. Wright, Wilmer C., ed. en vert. Julian. Orations 1-5. Cambridge, MA: Cambridge University Press, 1913; Wright Wilmer C., ed. en vert. Julian. Orations 6-8. Letters to Themistius. To the Senate and people of Athens. To a priest. The Caesars. Misopogon. Cambridge, MA: Cambridge University Press, 1913; Bidez, J., ed. en vert. L’empereur Julien, Œuvres Complètes, tome I – 1re partie. Parijs: Les Belles Lettres, 1932.

Libanius. Orationes. Norman, A.F., ed. en vert. Selected orations, volume I: Julianic orations. Cambridge, MA: Harvard University Press, 1969.

Libanius. Epistulae. Foerster, Richard, ed. Libanii opera. Vol X-XI Epistulae 1-1544. Leipzig: Teubner, 1921-1922; Norman, A.F., ed. en vert. Autobiography and selected letters, volume I: Autobiography. Letters 1-50. Cambridge, MA: Harvard University Press, 1992; Bradbury, Scott, vert. Selected letters of Libanius from the age of Constantius and Julian. Liverpool: Liverpool University Press, 2004.

Notitia Dignitatum. Otto Seeck, ed. Notitia Dignitatum accedunt Notitia urbis Constantinopolitanae et latercula prouinciarum. Frankfurt an Main: Minerva, 1962 (herdruk van 1909).

Orosius. Historiarum adversum paganos libri VII. Arnaud-Lindet, Marie-Pierre, ed. en vert. Orose. Histoires (Contre les païens). Parijs: Les Belles Lettres, 1990-1991.

P. Abinn. Bell, H. Idris, V. Martin en Eric Gardner Turner, eds. The Abinnaeus Archive. Oxford: Clarendon Press, 1962.

P. Antin. Roberts, Colin Henderson, John Wintour Baldwin Barns en Zilliacus Henrik, eds. The Antinoopolis Papyri. Londen: Egypt exploration society, 1950-1967.

P. Princ. Johnson, Allan Chester, Henry Bartlett Van Hoesen en Edmund Harris Kase, eds. Papyri in the Princeton University collections. Princeton: Princeton University Press: 1931-1942.

P. Oxy. Grenfell, Bernard Pyne en Arthur S Hunt, eds. The Oxyrhynchus papyri. Londen: British academy, 1899-.

Philostorgius. Historia ecclesiastica. Bidez J., ed. en Édouard Des Places, vert. Philostorge. Histoire ecclésiatique. Parijs: Cerf, 2013.

Pseudo-Aurelius Victor. Epitome de Caesaribus. Festy, Michel, ed. en vert. Abrégé des Césars. Parijs: Les Belles Lettres, 1999.

Sextus Aurelius Victor. De Caesaribus. Pichlmayr, Fr., ed. Sexti Avreli victoris liber de caesaribvs. Praecedvnt Origi gentes Romanae et liber de illvstribvs virbis Romae svbseqvetvr Epitome de caesaribvs. Leipzig: Teubner, 1966; Bird, H.W., vert. De Caesaribus. Liverpool: Liverpool University Press, 1994.

Sozomenos. Historia ecclesiastica. Hansen, Günther Christian, ed. en vert. Historia ecclesiastica. Turnhout: Brepols, 2004.

Stud. Pal. Carl Wessely, ed. Studien zur Palaeographie und Papyruskunde. Leipzig: Eduard Avenarius, 1901-1924.

Theodoretus Cyrensis. Historia religiosa. Canivet, Pierre en Alice Leroy-Molinghen, eds. en verts. Histoire des moines de Syrie « Histoire Philotée » I-XIII. Introduction, texte critique, traduction, notes. Parijs: Cerf, 1977.

Zonaras. Epitome historiarum. Dindorf, L., ed. Ioannis Zonarae. Epitome historiarum. Leipzig: Teubner, 1870; Banchich, Thomas M. en Eugene N. Lane, verts. The history of Zonaras. From Alexander Severus to the death of Theodosius the Great. Routledge: Londen, 2009.

Zosimus. Historia nova. Paschoud, François, ed. en vert. Zosime. Histoire nouvelle. Parijs: Les Belles Lettres, 1971-2011.

 

Literatuur

Austin, N.J.E. Ammianus on warfare. An investigation into Ammianus’ military knowledge. Brussel: Latomus, 1979.

Austin, N.J.E. “In support of Ammianus’ veracity.” Historia 22, nr. 2 (1973): 331-35.

Barlow, Jonathan en Peter Brennan. “Tribuni Scholarum Palatinarum c. A.D. 353-64: Ammianus Marcellinus and the Notitia Dignitatum.” CQ 51, nr. 1 (2001): 237-54.

Barnes, Timothy David. Athanasius and Constantius: theology and politics in the Constantinian empire. Cambridge, MA: Harvard University Press, 1993.

Barnes, Timothy David. Ammianus Marcellinus and the representation of historical reality. New York: Cornell University Press, 1998.

Bleckmann, Bruno. “Silvanus und seine Anhänger in Italien: Zur Deutung zweier kampanischer Inschriften für den Usurpator Silvanus (CIL X 6945 und 6946).” Athenaeum 88 (2000): 477-83.

Blockley, R.C. “Constantius Gallus and Julian as Caesars of Constantius II.” Latomus 31, nr. 2 (1972): 433-68.

Blockley, R.C. “Constantius II and his generals.” In Studies in Latin literature and Roman history II, uitgegeven door Carl Deroux, 467-86. Brussel: Latomus, 1980.

Blockley, R.C. The fragmentary classicizing historians of the later Roman Empire. Liverpool: Francis Cairns, 1981.

Blockley, R.C. “The coded message in Ammianus Marcellinus 18.6.17-19.” Classical Views 30, nr. 1 (1986): 63-5.

Blockley, R.C. “Ammianus Marcellinus on the Persian invasion of A. D. 359.” Phoenix 42, nr. 3 (1988): 244-60.

Boak, A.E.R. “The Roman magistri in the civil and military service of the Empire.” Harvard Studies in Classical Philology 26 (1915): 73-164.

Brennan, Peter. “The Notitia Dignitatum.” In Les littératures techniques dans l’Antiquité romaine: statut, public et destination, tradition: sept exposés suivis de discussions, uitgegeven door Claude Nicolet, 147-78. Genève: Fondation Hardt, 1996.

Burgess, R.W. “The summer of blood: the “Great Massacre” of 337 and the promotion of the sons of Constantine.” DOP 62 (2008): 5-51.

Bury, J.B. “The Notitia Dignitatum.” JRS 10 (1920): 131-54.

Cabouret, Bernadette. “Libanius’ Letters.” In Libanius: a critical introduction, uitgegeven door Lieve Van Hoof, 144-59. Cambridge: Cambridge University Press, 2014.

Camodeca, G. “L’épigraphie publique en Campanie.” In Paesaggi e insediamenti urbani in Italia meridionale fra tardoantico e altomedioevo. Atti del Secondo Seminario sul Tardoantico e l’Altomedioevo in Italia Meridionale (Foggia-Monte Sant’ Angelo 27-28 maggio 2006), uitgegeven door G. Volpe en R. Giuliani, 283-94. Bari: Edipuglia, 2010.

Ćeŝka, Josef. “Le dessous social de l’usurpation de Silvain.” Studia minora Facultatis philosophicae Universitatis Brunensis. Series E: Archaeologica et classica 6 (1961): 169-78.

Colombo, Maurizio. “La campagna estiva de 357 in Germania I, la spedizione del magister peditum praesentalis Barbatio contro gli Alamanni Iuthungi in Raetia II e le manipolazioni narrative di Ammiano Marcellino.” Tyche 31 (2016): 103-25.

Crump, Gary A. Ammianus Marcellinus as a military historian. Wiesbaden: Franz Steiner Verlag GMBH, 1975.

De Jonge, P. Philological and historical commentary on Ammianus Marcellinus XV, 1-5. Groningen: Wolters, 1948.

De Jonge, P. Philological and historical commentary on Ammianus Marcellinus XVII. Groningen: Bouma, 1977.

De Jonge, P. Philological and historical commentary on Ammianus Marcellinus XVIII. Groningen: Bouma, 1980.

Demandt, Alexander. “Magister Militum”, In RE Supplementband 12, uitgegeven door Wilhelm Kroll en Karl Mittelhaus, 553-790. Stuttgart: Alfred Druckenmüller Verlag, 1970.

Demandt, Alexander. “Der spätrömische Militäradel.” Chiron 10 (1980): 609-36.

Den Boer, W. “The emperor Silvanus and his army.” Acta Classica 3 (1960): 105-09.

Drinkwater, John. “Silvanus, Ursicinus and Ammianus: fact or fiction?” In Studies in Latin literature and Roman history 7, uitgegeven door Carl Deroux 568-76. Brussel: Latomus, 1994.

Drinkwater, John. The Alamanni and Rome 213-496 (Caracalla to Clovis). Oxford: Oxford University Press, 2007a.

Drinkwater, John. “Barbatio’s bridge: The Alamannic campaign of 357.” In Wolf Liebeschuetz reflected: Essays presented by colleagues, friends, & pupils, uitgegeven door John Drinkwater en Benet Salway, 115-23. Londen: University of London, Institute of classical studies, 2007b.

Elton, Hugh. Warfare in Roman Europe AD 350-425. Oxford: Clarendon Press, 1996.

Elton Hugh, The Roman Empire in late antiquity. A political and military history. Cambridge: Cambridge University Press, 2018.

Enßlin, Wilhelm. “Zum Heermeisteramt des spätrömischen Reiches. Teil I: Die Titulatur der magistri militum bis auf Theodosius I.” Klio 23 (1930): 306–25.

Enßlin, Wilhelm. “Zum Heermeisteramt des spätrömischen Reiches. Teil II: Die magistri militum des 4. Jahrhunderts.” Klio 24 (1931): 102–47.

Frézouls, Edmond. “La mission de « magister equitum » Ursicin en Gaule (355-357) d’après Ammien Marcellin.” In Hommages à Albert Grenier, uitgegeven door Marcel Renard, 673-88. Brussel: Latomus, 1962.

García Ruiz, María Pilar. “The “Marcellus case” and the loyalty of Julian: “latent arguments” and cultural otherness in Ammianus’ “Res gestae”.” Talanta 45 (2013): 81-96.

García Ruiz, María Pilar. “La imagen de Barbación en las Res Gestae de Amiano Marcelino.” Cuadernos de Filologia Clásica. Estudios Latinos 35 nr. 2 (2015): 279-98.

Hanaghan, Michael. “A metaliterary approach to Ursicinus’ Outburst (Amm. Marc. 20.2.4).” Philologus 162, nr. 1 (2018): 112-36.

Hoepffner, A. “Les « magistri militum praesentales » au IVe siècle.” Byzantion 11 (1936): 483-98.

Hoffmann, Dietrich. “Der Oberbefehl des Spätrömischen Heeres im 4. Jahrhundert N. Chr.” In Actes du IXe congrès international d’études sur les frontières romaines, Mamaïa, 6-13 septembre 1972, uitgegeven door Dionisie M. Pippidi, 381-97. Boekarest: Editura Academiei, 1974.

Hunt, David. “The outsider inside. Ammianus on the rebellion of Silvanus.” In The late Roman world and its historian. Interpreting Ammianus Marcellinus, uitgegeven door Jan Willem Drijvers en David Hunt, 51-63. Londen: Routledge, 1999.

Icks, Martijn. “Bad emperors on the Rise: Negative assessments of the imperial investitures, AD 284-395.” Klio 94 nr. 2 (2012): 462-81.

Jones, A.H.M. The later Roman empire 284-602. A social economic and administrative journey. Oxford: Basil Blackwell, 1964.

Jones, A.H.M., J.R Martindale en J. Morris. PLRE I, A.D. 260-395. Cambridge: Cambridge University Press, 1971.

Kelly, Gavin. Ammianus Marcellinus. The allusive historian. Cambridge: Cambridge University Press, 2008.

Kromayer, Johannes en Georg Veith. Heerwesen und Kriegführung der Griechen und Römer. München: Beck, 1928.

Kulikowski, Michael. “The “Notitia Dignitatum” as a historical source.” Historia 49, nr. 3 (2000): 358-77.

Kulikowski, Michael. “Regional dynasties and imperial court.” In Contested monarchy: Integrating the Roman Empire in the fourth century AD, uitgegeven door Johannes Wienand, 135- 48. Oxford: Oxford University Press, 2013.

Kulikowski, Michael. The triumph of empire: the Roman world from Hadrian to Constantine. Cambridge, MA: Harvard University Press, 2016.

Kulikowski, Michael. “The Historia Augusta. Minimalism and the adequacy of evidence.” In Late-antique studies in memory of Alan Cameron, uitgegeven door William V. Harris en Anne Hunnell Chen, 23-40. Leiden: Brill, 2021.

Landelle, Marc. “La titulature des magistri militum au IVe siècle.” Antiquité tardive 22 (2014): 195-221.

Lee, Doug. “Emperors and generals in the fourth century.” In Contested monarchy: integrating the Roman Empire in the fourth century AD, uitgegeven door Johannes Wienand, 100-18. Oxford: Oxford University Press, 2015.

Lenssen, Josephina. “The Persian invasion of 359. Presentation by suppression in Ammianus Marcellinus’ Res Gestae 18.4.1-18.6.7.” In The late Roman world and its historian. Interpreting Ammianus Marcellinus, uitgegeven door Jan Willem Drijvers en David Hunt, 40-50. Londen: Routledge, 1999.

Liebeschuetz, J.H.W.G. “Pagan historiography and the decline of the Empire.” In Decline and change in late antiquity: religion, barbarians and their historiography, uitgegeven door J.H.W.G. Liebeschuetz, III 177-218. Aldershot: Ashgate Variorum, 2006.

Maier, Felix. K. “The Alamannic war will not take place – Constantius’ II operation against the Alamanni in 354.” CQ 68, nr. 2 (2018): 649-59.

Malosse, Pierre-Louis. “Libanius’ Orations.” In Libanius: a critical introduction, uitgegeven door Lieve Van Hoof. Cambridge: Cambridge University Press, 2014.

Maraval, Pierre. Les fils de Constantin: Constantin II, 337-340, Constance II, 337-361, Constant, 337-350. Parijs: CNRS, 2013.

Marotta, Valerio. “Il problema dei laeti. Fonti e storiografia.” In Civitas, iura, arma. Organizzazioni militari, istituzioni giuridiche e strutture sociali alle origini dell‘ Europa (secoli III-VIII), uitgegeven door Fabio Botta en Luca Loschiavo, 117-57. Lecce: Edizioni Grifo, 2015.

Matthews, John. The Roman Empire of Ammianus. Londen: Duckworth, 1989.

Mommsen, Theodor. Gesammelte Schichte IV. Berlijn: Weidmannsche Buchhandlung, 1906.

Nischer, E.C. “The army reforms of Diocletian and Constantine and their modifications up to the time of the Notitia Dignitatum.” JRS 13 (1923): 1-55.

Nutt, D.C. “Silvanus and the emperor Constantius II.” Antichthon 7 (1973): 80-9.

Omissi, Adrastos. Emperors and usurpers in the later Roman Empire. Oxford: Oxford University Press, 2018.

Painter, K.S. “The Mildenhall Treasure: A Reconsideration.” The British Museum Quarterly 37, nr. 3/4 (1973): 154-80.

Potter, David S. The Roman Empire at bay AD 180-395. Londen: Routledge, 2004.

Rosen, Klaus. Studien zur Darstellungskunst und Glaubwürdigkeit des Ammianus Marcellinus. Bonn: Habelt, 1970.

Rowell, Henry T. Ammianus Marcellinus, soldier-historian of the late Roman Empire. Cincinnati: The University of Cincinnati, 1964.

Sabbah, Guy. La méthode d’Ammien Marcellin: recherches sur la construction du discours historique dans les Res Gestae. Parijs: Les Belles Lettres, 1978.

Salway, R.W. Benet. “Roman consuls, imperial politics, and Egyptian papyri: The consulates of 325 and 344 AD.” JLA 1, nr. 2 (2008): 278-310.

Salway, R.W. Benet. “The publication and application of the Theodosian Code: Nth 1, the Gesta senatus, and the constitutionarii.” Mélanges de l’école française de Rome. Antiquité 125, nr.2 (2013): 327-54.

Sánchez Gracia, Javier. “Amiano Marcelino y la usurpación de Silvano (15.5).” Estudios Clásicos Anejo 2 (2014): 213-20.

Seeck, Otto. “Comites. In RE 4.1, uitgegeven door Georg Wissowa, 622-79. Stuttgart: Alfred Druckenmüller Verlag, 1900.

Seeck, Otto. “Zur Chronologie und Quellenkritik des Ammianus Marcellinus.” Hermes 41, nr. 4 (1906): 481-539.

Seeck, Otto. Geschichte des Untergangs der antiken Welt IV. Berlijn: Franz Siemenroth, 1911.

Seeck, Otto. Regesten der Kaiser und Päpste für die Jahre 311 bis 476 n. Chr. Stuttgart: Metzler, 1919.

Seeck, Otto. Die briefe des Libanius. Hildesheim: Georg Olms Verlagsbuchhandlung, 1966 (herdruk van 1906).

Sidéris, Georges. “La comédie des castrats. Ammien Marcellin et les eunuques, entre eunucophobie et admiration.” Revue belge de philologie et d’histoire 78, nr. 3-4 (2000): 681-717.

Stein, Ernest. Geschichte des spätrömischen Reiches, I: Vom römischen zum byzantinischen Staate (284-476 n. Chr.). Wenen: Seidel, 1928.

Szidat, Joachim. “Sabinianus: ein Heermeister senatorischer Abkunft im 4. Jh.” Historia 40, nr. 4 (1991): 494-500.

Thompson, E.A. The historical work of Ammianus Marcellinus. Cambridge: Cambridge University Press, 1947.

Van Hoof, Lieve. “Libanius’ Life and life.” In Libanius: a critical introduction, uitgegeven door Lieve Van Hoof, 7-38. Cambridge: Cambridge University Press, 2014a.

Van Hoof, Lieve. “Appendix D: Orations.” In Libanius: a critical introduction, uitgegeven door Lieve Van Hoof, 331-34. Cambridge: Cambridge University Press, 2014b.

Van Hoof, Lieve. “Appendix E: Letters.” In Libanius: a critical introduction, uitgegeven door Lieve Van Hoof, 335-50. Cambridge: Cambridge University Press, 2014c.

Von Nischer, Ernst. “Das römische Heer und seine Generale nach Ammianus Marcellinus.” Hermes 63, nr. 1 (1928): 430-456.

Waas, Manfred. Germanen im Römischen Dienst im 4. Jh. n. Chr. Bonn: Rudolf Habelt Verlag, 1965.

Weisweiler, John. “Unreliable Witness: Failings of the narrative in Ammianus Marcellinus.” In Literature and society in fourth century AD, uitgegeven door Lieve Van Hoof en Peter Van Nuffelen, 103-33. Leiden: Brill, 2015.

Wiemer, Hans-Ulrich. “Emperors and empire in Libanius.” In Libanius: a critical introduction, uitgegeven door Lieve Van Hoof, 187-219. Cambridge: Cambridge University Press, 2014.

Woods, David. “The Fate of the Magister Equitum Marcellus.” CQ 45, nr. 1 (1995): 266-68.

Woods, David. “Ammianus and some tribune scholarum palatinarum c. A D. 353-64.” CQ 47, nr. 1 (1997): 269-91.

Woods, David. “Ammianus versus Libanius on Barbatio’s alleged bridge across the Rhine.” Mnemosyne 63, nr. 1 (2010): 110-16.

Woods, David. “Flavius Bonosus and the consul of A.D. 344,” CQ 62, nr. 2 (2012): 895-98.

Woods, David. “Constantius, Julian, and the fall of Sirmium.” Estudios Clásicos Anejo 7 (2016): 175-91.

Zuckerman, Constantin. “Comtes et ducs en Égypte autour de l’an 400 et la date de la Notitia Dignitatum Orientis.” Antiquité Tardive 6 (1998): 137-47.

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Dr. Jeroen Wijnendaele
Thema('s)