Het belang van 'het eigen kind' binnen pleegzorg. Een narratief onderzoek bij pleegzorgers naar de rol van eigen kinderen in een pleegzorgengagement.
Het belang van (w)elk kind?
Stel u voor dat het plannen van een uitstap, zorgeloos winkelen of spontaan een terrasje doen opeens geen vanzelfsprekende activiteit meer is in uw gezin. Uit de verhalen van pleegzorgers met eigen kinderen blijkt dat de komst van een pleegkind voor grote veranderingen zorgt binnen die dagelijkse dynamieken van het (pleeg)gezin. Daarenboven dreigen de eigen kinderen uit die gezinnen vaak over het hoofd te worden gezien.
Pleegzorger: Wat het belangrijkste is, is echt wel die impact op het gezin en bijna niemand heeft het daarover.
Een pleeggezin - lees: een warm nest, een nieuwe thuis – neemt de zorg op voor uithuisgeplaatste kinderen met een van jongs af aan zware rugzak. Uiteraard is zo’n pleegzorgengagement steeds in het ‘beste belang van het pleegkind’, maar we kunnen het belang van eigen kinderen niet uit het oog verliezen. Tenslotte delen zij plots hun ouder(s) met een ander kind - een vriendje, pleegbroertje of ‘huis’zusje - die ze beetje bij beetje leren kennen. Daarnaast nemen eigen kinderen in een pleeggezin een eindeloze lijst aan (ver)zorgende, spelende, normaliserende, netwerkende… rollen op. Hoewel er reeds een tendens zichtbaar is binnen pleegzorgdiensten om die eigen kinderen te betrekken, blijft dit steeds eenmalig, niet prioritair en op vraag van de pleegzorgers.
Een warm nest met pleeg -en eigen kinderen
Maar liefst 44% van de mensen die kiezen voor pleegzorg zijn naast pleegzorger ook ouder. Bijgevolg moeten zij continu een afweging maken tussen het belang van hun eigen kinderen die ze als biologische ouders uiteraard belangrijk achten, en het belang van hun pleegkinderen van waaruit ze volgens pleegzorg steeds dienen te handelen. Nu eens moeten de eigen kinderen zichzelf wegcijferen zodat alle aandacht naar de pleegkinderen kan gaan, dan weer moeten pleegkinderen begrip tonen voor het feit dat pleegzorgers ook ‘quality time’ willen met hun eigen kinderen. Uit dit onderzoek blijkt dat pleegzorgers vaak het gevoel hebben dat ze de ene keer als ouder, de andere keer als pleegzorger falen en dus heel erg moeten zoeken naar een stabiel evenwicht. Balancerend op een dun koord tussen hun rol als ouder en als pleegzorger/hulpverlener, voelen ze zich soms schuldig of erg onwetend ten opzichte van hun pleeg -en eigen kinderen.
Pleegzorger: We hebben voor het pleegkind een beslissing van semi-internaat moeten nemen om het leefbaar te houden. We zijn ook alleen op reis geweest, dat was nodig. Zowel voor de gasten [eigen kinderen] als voor ons [pleegzorgers].
Ervaren ouders?
De bevraagde pleegzorgers vinden het een misvatting dat het hebben van eigen kinderen er meteen voor zorgt dat ze bekwame pleegzorgers zouden zijn, net omdat het opvangen van een pleegkind iets helemaal anders is dan het krijgen van een extra kindje. Toch worden vanuit pleegzorgdiensten die pleegzorgers net door hun ervaring met eigen kinderen geframed als bekwame ouders, en zo ook als bekwame pleegzorgers.
Pleegzorger: Dat meisje [pleegzorgbegeleider] is eind de twintig. Zij zegt ook: "Jij weet beter hoe je ermee moet omgaan dan ik".
Een uitdagend warm nest
Door de onvoorspelbaarheid van het pleegzorgtraject, zoals een traject dat langer duurt dan verwacht of een pleegkind dat achteraf een beperking blijkt te hebben, voelen pleegzorgers zich vaak machteloos wat het voor hen bemoeilijkt om hun eigen kinderen te informeren, voor te bereiden of hun mening mee te nemen.
Pleegzorger: ’t Is helemaal anders uitgedraaid dan de oorspronkelijke bedoeling. Onze toekomst ziet er nu helemaal anders uit. [...] Moesten we dat op voorhand geweten hebben, zouden we dat misschien nooit gedaan hebben. Nu ben je erin gerold en doe je ermee verder....
Ook het stigma dat in het algemeen rond pleegkinderen en hun biologische ouders hangt, maakt het voor pleegzorgers extra moeilijk om op een genuanceerde manier over pleegzorg en de vragen die eigen kinderen hebben in dialoog te gaan. Want hoe communiceer je op een kindvriendelijke, maar correcte manier over beladen thema’s zoals kwetsbare kinderen met ouders in kansarmoede, de gevangenis of drugsmilieus? Hoe leg je aan een kind van vier uit waarom sommige kinderen niet bij hun ouders kunnen blijven? Dergelijke vragen maken het niet evident, maar des te noodzakelijker, om eigen kinderen te betrekken bij de keuze voor pleegzorg en bij het verdere pleegzorgtraject.
In het belang van het (pleeg)gezin!
Het voorzien van quality time, het verdelen van aandacht over de verschillende kinderen, het actief op zoek gaan naar externe hulp en het twijfelen over het vroegtijdig stopzetten van een pleegzorgtraject, zijn voor pleegzorgers manieren om het belang van hun eigen kinderen in beeld te krijgen en te houden. Pleegzorgers willen met andere woorden goed doen voor een ander kind, maar die hulp mag niet geheel ten koste gaan van hun eigen kinderen. Het zou pleegzorgers met eigen kinderen net helpen om te weten dat het zoeken en het niet onmiddellijk vinden van die balans alles behalve abnormaal is.
Dit masterproefonderzoek pleit ervoor om eigen kinderen als een aparte actor te betrekken van bij het begin van het pleegzorgtraject. De rol van pleegzorgbegeleiders is hierin cruciaal. Als we willen loskomen van pleegzorgdiensten die enkel oog hebben voor het welzijn van het pleegkind, hebben we immers nood aan pleegzorgbegeleiders, sociaal werkers en pedagogen die het belang van dialoog en participatie motiveren, stimuleren en faciliteren door (1) eigen kinderen zelf te betrekken en (2) pleegzorgers preventief en gericht te informeren over de impact op een pleeggezin.
Agentschap Jongerenwelzijn. (2017). Evaluatie van de toepassing van het decreet en besluit houdende de organisatie van pleegzorg. Geraadpleegd op 5 mei 2019, via https://jongerenwelzijn.be/assets/docs/publicaties/pleegzorg/evaluatier…
Alper, J., & Howe, D. (2016). Assessing Adoptive Parents, Foster Carers and Kinship Carers (2de editie). New York, Verenigde Staten: Macmillan Publishers.
Baarda, D. B., Teunissen, J., & De Goede, M. P. M. (2005). Basisboek kwalitatief onderzoek: handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. 2e geheel herziene druk Houten: Stenfert Kroese.
Barter, C., & Lutman, E. (2015). A life less ordinary: foster carers' views and experiences of negative peer interactions in fostering households. Child Abuse Review, 25, 273–286. https://doi.org/10.1002/car.2377
Berghmans, M. (2017). Kennisplein Statuut voor pleegzorgers. Geraadpleegd op 27 april 2020, van https://www.kennisplein.be/Pages/Statuut-voor-pleegzorgers.aspx
Biesta, G. (2012). Becoming public: public pedagogy, citizenship and the public sphere. Social & Cultural Geography , 13(7), 683–697. https://doi.org/10.1080/14649365.2012.723736
Bouverne-De Bie, M., & Roose, R. (2007). Dossier: het belang van het kind (206). Geraadpleegd via
http://www.kekidatabank.be/docs/Publicaties/2007%20BOUVERNE%20DE%20BIE%… SE%20Het%20belang%20van%20het%20kind%20of%20de%20vraag%20naar%20naar%20 de%20legitimiteit%20van%20de%20jeugdbescherming%20of%20de%20bijzondere%20jeug dbijstand.pdf
Bowen, G. (2009). Document Analysis as a Qualitative Research Method. Qualitative Research Journal, 9(2), 27–30. https://doi.org/10.3316/QRJ0902027
Bronselaer, J., Vandezande, V., & Verreth, K. (2011). Vlaamse pleegzorgers in beeld. Profielschets, kwaliteit van dienstverlening en duurzaam pleegouderschap. Koning Boudewijnstichting, Kenniscentrum WVG en Departement Welzijn. Volksgezondheid en Gezin.
Brown, H. C. (2014). Social Work and Foster Care. Thousand Oaks, Canada: SAGE Publications. https://doi.org/10.4135/9781473922686.n5
Cappon, L., & Vander Laenen, F. (2015). Gehoord worden is nog geen inspraak: Perspectieven van minderjarigen en ouders op de beslissingen genomen door de jeugdrechter. Tijdschrift voor jeugd en kinderrechten, 16(1), 3-19.
CO7. (z.d.). Vorming interviewtechnieken [Presentatieslides]. co7. http://www.co7.be/handleiding- interviewtechnieken
Codex Vlaanderen . (2014, 7 mei). Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp. Geraadpleegd op 18 april 2020, via https://codex.vlaanderen.be/Portals/Codex/documenten/1013455.html
de Baat, M., & de Lange, M. (2013). Pleegzorgbegeleiding. Geraadpleegd van http://www.gezin.nl/nl/Download-NJi/Publicatie- NJi/Modulebeschrijving_pleegzorgbegeleiding.pdf
De Graeve, K. (2012). ‘Making Families’ Parenting and Belonging in Transnational Adoption in Flanders. Geraadpleegd op 17 april 2020, via https://lib.ugent.be/nl/catalog/pug01:3255885
de lange, R., Schuman, H., & Montesano Montessori, N. (2016). Praktijkgericht onderzoek voor reflectieve professionals (7de editie). Antwerpen, België: Garant.
Devlieghere, J. (2018). Jeugdbescherming en jeugdrecht: kinderrechten [presentatieslides]. Geraadpleegd via https://ufora.ugent.be/d2l/le/content/54915/viewContent/205308/View
De Wilde, L. (2018). “Pleegzorg: ‘het belang van het kind’ is geen wondermiddel waarop we ons als samenleving zonder meer kunnen beroepen”. Site-Knack-NL. https://www.knack.be/nieuws/belgie/pleegzorg-het-belang-van-het-kind-is…- opinion-1396649.html?cookie_check=1606646812
De Wilde, L., Devlieghere, J., Vandenbroeck, M. & Vanobbergen, B. (2019). Foster parents between voluntarism and professionalisation: unpacking the backpack. Children and Youth Services Review, 98, 290-296.
de Wit, E. (2014, 9 december). Mondelinge geschiedenis als historische methode[Presentatieslides]. Geraadpleegd via https://adoc.tips/mondelinge-geschiedenis- als-historische-methode.html
Dieltiens, K. (2008). Ik ben een pleegkind. Clavis B.V.B.A., Uitgeverij.
Encyclo. (2020). Encyclo. Encyclo.nl. https://www.encyclo.nl/begrip/Betrouwbaarheid
Engelhart, E. (2019, 3 april). Eigen kinderen van pleegouders als onzichtbare zorgers. Blik op hulp. https://blikophulp.nl/eigen-kinderen-van-pleegouders/
Erfgoedcel Land van Dendermonde. (2013). Mondelinge geschiedenis. http://egclandvandendermonde.be. http://egclandvandendermonde.be/wp- content/uploads/2015/03/Mondelinge-geschiedenis_Tips-tricks.pdf
Expoo. (z.j.).Theoretisch kader: Participatie als middel tot deelnemen en deelhebben. Geraadpleegd op 20 april 2020, via https://www.expoo.be/theoretisch-kader-participatie-als- middel-tot-deelnemen-en-deelhebben
Fernandez, E. (2013). Accomplishing Permanency: Reunification Pathways and Outcomes for Foster Children.SpringerBriefs in Well-Being and Quality of Life Research, 1–152. https://doi.org/10.1007/978-94-007-5092-0
Flynn, S. (2019). Revisiting hegemony: A Gramscian analysis for contemporary social work. Irish Journal of Sociology, 1–20. https://doi.org/10.1177/0791603519884201
Fosterline. (2020). How will fostering affect my own children? https://www.fosterline.info/news/how-will-fostering-affect-my-own-child…
Grietens, H. (2007). Foster care in Belgium – Structure, politics and research. International Network Foster Care Research. Siegen: Conference
Guggenheim, M. (2005). What’s Wrong with Children’s Rights? Cambridge, Engeland: Harvard university press.
Gypen, L., West, D. Van Holen, F. & Vanderfaeillie, J. (2020). Birth children of foster carers: How do they experience the foster care placement. Children and Youth Services Review, 109. https://doi.org/10.1016/j.childyouth.2019.104703
Hartung, C. (2017). Conditional Citizens. New York, Verenigde Staten: Springer Publishing. https://doi.org/10.1007/978-981-10-3938-6
Healy, K., Lundström, T., & Sallnäs, M. (2011). A Comparison of Out-of-home Care for Children and Young People in Australia and Sweden: Worlds Apart?. Australian Social Work, 64(4), 416–431. https://doi.org/10.1080/0312407x.2011.603092
Heyndricks, P. (2005). Meerzijdige partijdigheid. Tijdschrift voor agogisch werk: balans, 1(3). Geraadpleegd via https://www.vspw.be/files/pdfs/balans/tijdschrift/Balanstijdschrift2005…
Heywood, C. (2010). CENTURIES OF CHILDHOOD: AN ANNIVERSARY-AND AN EDITAPH? Journal of the History of Childhood and Youth, 3(3), 343 – 365. Geraadpleegd via https://doi.org/10.1353/hcy.2010.0000
Höjer, I. (2007). Sons and daughters of foster carers and the impact of fostering on their everyday life. Child and Family Social Work, 12, 73–83. https://doi.org/10.1111/j.1365- 2206.2006.00447.x
Höjer, I., Sebba, J., & Luke, N. (2013). The impact of fostering on foster carers’ children. An international literacture review. Rees Centre for Research in Fostering and Education. University of Oxford.
Inzicht uitzicht. (2011). Contextueel denken. Geraadpleegd op 17 april 2020, via http://www.contextuele-hulpverlening.net/contextueel-denken
Kelly, W. (2017). Understanding Children in Foster Care. New York, Verenigde Staten: Springer Publishing. https://doi.org/10.1007/978-3-319-65376-1
KidsPeace. (2019). How to become a Foster Parent? Fostercare. https://fostercare.com/become- a-foster-parent/
Kinderrechtencoalitie. (2020).Belang van het kind. Geraadpleegd op 18 april 2020, van https://www.kinderrechtencoalitie.be/belang-van-het-kind/
Kinderrechtencommissariaat. (2011). Advies: Zorg voor kinderen in pleegzorg. Geraadpleegd op 15 mei 2019, via https://www.kinderrechtencommissariaat.be/sites/default/files/bestanden… es_pleegzorg.pdf
Kwalon. (2020). Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek. tijdschriftkwalon.nl. https://www.tijdschriftkwalon.nl/
Lembrechts, S., & Herbots, K. (2016). Nieuwe aanpak jeugddelinquentie. Geraadpleegd op 19 april 2020, van https://sociaal.net/achtergrond/nieuwe-aanpak-jeugddelinquentie/
Lieblich, A., Tuval-Mashiach, R., & Zilber, T. (1998). Narrative research: Reading, analysis, and interpretation. Newbury Park, Engeland: Sage.
Minne, B. (1999). Een mussenjong in het eksternest. Hasselt: Uitgeverij Clavis.
Nordenfors, M. (2016). Children's participation in foster care placements. European Journal of
Social Work, 19, 856–870. https://doi.org/10.1080/13691457.2015.1084493
Pleegzorg Vlaanderen. (2017). Samen Kinderen Vleugels Geven . Geraadpleegd via https://www.kennisplein.be/Documents/Pages/Statuut-voor-pleegzorgers/In…- %20Statuut%20voor%20pleegzorgers%20- %20aanpassing%20na%20beslissing%20grondwettelijk%20hof%20-%20def.pdf
Pleegzorg Vlaanderen. (2018). Wetgeving | Pleegzorg Vlaanderen. Geraadpleegd op 26 februari 2019, via https://www.pleegzorgvlaanderen.be/professionelen/wetgeving
Pleegzorg Vlaanderen. (2020). Zo word je pleeggezin. Geraadpleegd op 27 juli 2020, van https://www.pleegzorgvlaanderen.be/ik-wil-mijn-thuis-delen/pleeggezin-w…- pleeggezin
Potoms, B., Van Holen, F., & Vanderfaeillie, J. (2017). Ontwikkeling en implementatie van een methodiek inzake gezinsbegeleiding (met finaliteit gezinshereniging) in het kader van perspectiefzoekende pleegzorg. Geraadpleegd via https://jongerenwelzijn.be/assets/docs/ons/studies- onderzoeken/eindrapport_ontw_impl_gezinsbegeleiding_persp_pleegzorg.pdf
Przyborski, A., & Wohlrab-Sahr, M. (2014). Qualitative Sozialforschung: Ein Arbeitsbuch (Lehr- und Handbücher der Soziologie) (German Edition) (4de editie). Oldenbourg, Duitsland: De Gruyter.
Raineri, M. L., Calcaterra, V., & Folgheraiter, F. (2018). "We are caregivers, too": Foster siblings' difficulties, strengths, and needs for support. Child & Family Social Work, 23, 625–632. https://doi.org/10.1111/cfs.12453
Rast, J., & Rast, J. E. (2014). Neighbor to Family: Supporting Sibling Groups in Foster Care. Families in Society: The Journal of Contemporary Social Services, 95(2), 83–91. https://doi.org/10.1606/1044-3894.2014.95.11
Reynaert, D., Bouverne-De Bie, M., & Vandevelde, S. (2012). Between ‘believers’ and ‘opponents’: Critical discussions on children’s rights. The International Journal of Children’s Rights, 20(1), 155–168. https://doi.org/10.1163/157181812x626417
Roose., R. (z.j.). Participatieve hulpverlening: bron of fata morgana? Geraadpleegd op 18 april, 2020, van file:///C:/Users/User/Documents/1e%20master/Masterproef%20I/Literatuurstudie/Lezen/Art ikels/art_particip_hv.pdf
Roose, R. (2018). Jeugdbescherming en jeugdhulp. (Ongepubliceerd cursusmateriaal). Universiteit Gent: Gent.
Roose, R., & Bouverne-de bie, M. (2007). Do Children Have Rights or Do Their Rights Have to be Realised? The United Nations Convention on the Rights of the Child as a Frame of Reference for Pedagogical Action. Journal of Philosophy of Education, 41(3), 431–443. https://doi.org/10.1111/j.1467-9752.2007.00568.x
Serbinski, S., & Brown, J. (2016). Creating Connections with Child Welfare Workers: Experiences of Foster Parents’ Own Children. European Journal of Social Work, 47, 1411–1426. https://doi.org/10.1093/bjsw/bcw146
Serbinski, S., & Shlonsky, A. (2013). Is it that we are afraid to ask? A scoping review about sons and daughters of foster parents. European Journal of Social Work, 36, 101–114. https://doi.org/10.1016/j.childyouth.2013.10.023
Snijders, J. (2006). Ouders en hun behoeften aan opvoedingsondersteuning. Geraadpleegd van https://www.expoo.be/sites/default/files/atoms/files/themabundelrdif.pdf
Unicef. (2003).THE STATE OF THE WORLD’S CHILDREN 2003. Geraadpleegd van https://www.unicef.org/publications/index_4810.html
Van den Bruel, B., & Stroobants, T. (2016). UITGANGSPUNTEN EN KRACHTLIJNEN BIJ UITHUISPLAATSING VAN JONGE KINDEREN I.F.V. VLAAMSE BELEIDSKEUZES. Geraadpleegd op 12 december 2020, van https://www.google.com/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=&ved=2ahU… KzV1MjtAhVIM- wKHdCKCoEQFjAFegQICBAC&url=https%3A%2F%2Fwww.kindengezin.be%2Fimg%2F uitgangspunten.pdf&usg=AOvVaw3e3XpF5qs6FbE0Is3ETRiI
Vandemeulebroecke, L., Van Crombrugge, H., Janssens, J., & Colpin, H. (2006). Gezinspedagogiek (deel II opvoedingsondersteuning). Antwerpen: Apeldoorn
Vanderfaeillie, J., Van Holen, F., Carlier, E., & Fransen, H. (2018). Breakdown of foster care placements in Flanders: incidenc and associated factors. European child & adolescent psychiatry, 27(2), 209 – 220.
Van der Stoel, S. (1991). Pleegouders over hun kinderen. Een visie op de praktijk van pleegzorg. Rotterdam: Lemniscaat.
van der Zee, F. (2017). Veldonderzoek (fieldresearch). hulpbijonderzoek.nl. https://hulpbijonderzoek.nl/online-woordenboek/begrippen/veldonderzoek/
Vandevijvere, E. (2018). Een (h)echte uitdaging. deMens.nu. https://demens.nu/2018/10/02/een- hechte-uitdaging/
van Lieshout, M. (2019).Canon Sociaal werk Vlaanderen, Details. canonsociaalwerk.eu. https://www.canonsociaalwerk.eu/be/details_verwant.php?cps=1&canon_id=2… &f%20bclid=IwAR2s5ZnvmEl7z4Pr22d5IW-wiiFHXfPEqJJbvrVpqwYumnkhqjuIKvnbVrc
Vanobbergen , B., Van Gorp , A., & Bradt , L. (2014). 25 jaar kinderrechten: een terugblik en een vooruitblik. Pedagogiek , 34(3), 169–176. Geraadpleegd via https://biblio.ugent.be/publication/5850750/file/5850764
Willemse, A. (2004). Elke dag is pleegzorgdag. Tielt: Lannoo.
Williams, D. (2016). Recognising Birth Children as Social Actors in the Foster-Care Process: Retrospective Accounts from Biological Children of Foster-Carers in Ireland. British Journal of Social Work, 47, 1394–1410. https://doi.org/10.1093/bjsw/bcw100
Williams, D. (2017). Grief, loss, and separation: Experiences of birth children of foster carers. Child & Family Social Work, 22, 1448–1455. https://doi.org/10.1111/cfs.12366
Wilson, K., Sinclair , I., & Gibbs, I. (2004). Foster Carers: Why They Stay and Why They Leave. Londen , Verenigd Koninkrijk : Jessica Kingsley Publishers.
Younes, M. N., & Harp, M. (2007). Addressing the impact of foster care on biological children and their families. Child Welfare, 84(4), 21-40.