“Slechts één op de drie Waalse leerlingen kiest voor Nederlands op school” (VRT NWS, 27/09/2021). Amper één dag later: “De kennis Frans van Vlaamse studenten gaat steeds verder achteruit” (VRT NWS). De krantenkoppen liegen er niet om, het gaat aan beide kanten van de Belgische taalgrens niet goed met de vreemdetaalbeheersing én de motivatie om Frans of Nederlands te leren. ”Om die trend om te draaien, moeten we meer jongeren geïnformeerd op taaluitwisseling sturen”, zegt Sophie Rombouts, studente in de Educatieve Master aan Universiteit Antwerpen.
Sophie bestudeerde taaluitwisselingen die Swap-Swap, een online platform, organiseert. “Een taaluitwisseling houdt in dat twee taalleerders afwisselend naar elkaar toe reizen om daar hun doeltaal te spreken en de lokale cultuur te verkennen. Op Swap-Swap kunnen Belgische jongeren een profiel aanmaken om zichzelf voor te stellen. Ze ontmoeten er jongeren die aan de andere kant van de taalgrens wonen en via berichtjes leren ze elkaar kennen. Als het dan klikt, kunnen de twee gezinnen zelf een uitwisseling organiseren die ze naar hun eigen wensen invullen”, zegt Sophie.
“Die vrije invulling van de uitwisseling vinden de meeste deelnemende gezinnen erg fijn, maar er zijn ook valkuilen”, vertelt Klaartje Vandersypen, het hoofd van Swap-Swap. “De meeste ervaringen zijn zeer positief, maar soms valt een uitwisseling tegen. Dat gaf me het idee om uit te zoeken wat een uitwisseling al dan niet geslaagd maakt. Daarom besloot ik om bij de lerarenopleiding van Universiteit Antwerpen dit thema als masterproefonderwerp aan te bieden.”
Sophie bood zich aan voor het onderwerp. De talenstudente nam in de voorbije jaren zelf deel aan twee taalreizen. “Ik studeerde drie weken Spaans in Valencia en twee weken Frans in Montpellier. Daar verbleef ik ook telkens in een gastgezin. Door in een vreemde taal niet alleen naar de winkel, school of cinema te gaan, maar ook thuis de taal te spreken, word je pas écht ondergedompeld. En zo’n taalreis is leuker dan op de schoolbanken te zitten, want je leert de taal op een realistische manier.”
Interviews
Voor haar onderzoek interviewde Sophie in totaal vier gezinnen, twee Nederlandstalige en twee Franstalige. Twee gezinnen waren positief over hun Swap-Swap uitwisseling en twee gezinnen eerder negatief. Op basis van de antwoorden van de gezinnen bracht ze de sterke punten, zwakke punten, groeikansen en aandachtspunten van dit type taaluitwisselingen in kaart.
De vreemde taal leren, een andere cultuur en levensstijl leren kennen, een fijne tijd beleven, de houding tegenover de taal verbeteren, de sociale vaardigheden vergroten en de mogelijkheid om nieuwe taaluitwisselingen te organiseren. Dat waren de belangrijkste voordelen die de geïnterviewden aanhaalden. Een aantal van de geïnterviewde kinderen gaf namelijk aan dat ze graag nog eens op uitwisseling zouden gaan, en hun ouders staan daar helemaal achter. “Want een taal krijg én houd je pas helemaal onder de knie door ze regelmatig te spreken”, vertelt Sophie.
Taalbarrière blijft een struikelblok
De taalbarrière tussen de deelnemende kinderen en het feit dat er uitgewisseld wordt met een onbekend uitwisselingsgezin kwamen dan weer als nadelen naar voren. Of zoals een Franstalige deelnemer het verwoordde: ““C’est comme si j’étais avec des gens que je ne connaissais pas du tout.” (“Het was alsof ik bij mensen was die ik helemaal niet kende.”)
Sophie onderzocht ook de groeikansen van Swap-Swap uitwisselingen. Ze bedacht manieren waarop de deelnemende gezinnen zelf vóór en tijdens de uitwisseling de kansen op een succeservaring kunnen verhogen. Zo bleek dat het een positief effect heeft als de kinderen al voor de uitwisseling met elkaar kennismaken. Zo voelt het uitwisselingsgezin ook al minder als onbekend aan. Het helpt ook als de kinderen elkaar te hulp schieten in de taal door trager te praten, te herformuleren, voorwerpen aan te wijzen of op een foto te tonen,… Maar ook de betrokkenheid van de ouders is belangrijk. Ze kunnen bijvoorbeeld activiteiten organiseren en misverstanden mee oplossen.
Beter koken dan gamen
Dankzij de interviews kreeg Sophie een overzicht van de verschillende kenmerken van Swap-Swap uitwisselingen. Ze formuleerde dan ook tips voor zowel de deelnemers aan Swap-Swap als de organisatie zelf. “Deelnemende kinderen zou ik aanraden om al voor de uitwisseling uitgebreid kennis te maken met elkaar, en om tijdens de uitwisseling elkaar goed te helpen in de taal. En aan ouders zou ik vragen om sterk betrokken te zijn bij de uitwisseling. Ze kunnen helpen bij de taalbarrière en leuke activiteiten organiseren voor de kinderen. Want van een hele dag gamen zullen ze niet veel leren. Laat hen liever gezelschapsspelletjes spelen, samen koken of met de hond gaan wandelen.”
Aan Swap-Swap stelt Sophie dan weer voor om vrijblijvende infomomenten te organiseren voor gezinnen die willen deelnemen aan een taaluitwisseling. “Zo’n infomoment is nuttig voor zowel ouders als kinderen. De deelnemende kinderen zouden elkaar al kunnen leren kennen tijdens speeddates, en de ouders zouden dan weer de adviezen uit mijn masterproef kunnen meekrijgen om van de uitwisseling een echte succeservaring te maken. Swap-Swap zou ten slotte op haar beurt mijn onderzoeksresultaten kunnen delen om potentiële deelnemers te overtuigen en te adviseren.”
De masterproef van Sophie is ideaal voor iedereen die een taaluitwisseling in gezinsverband overweegt. Voor twijfelaars heeft ze nog één advies: “Gewoon doen! Zoals uit mijn resultaten nog maar eens blijkt, leer je door taaluitwisselingen de taal beter spreken, én ben je ook liever met de taal bezig.” Taaluitwisselingen tussen Vlaanderen en Wallonië lijken dan ook dé sleutel tot het opkrikken van zowel het taalniveau als -imago. Dankzij taaluitwisselingen gaat de wereld voor je open.
Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen
(AHOVOKS) (2019). Werkseminarie na de peiling Frans. Brussel, België.
Braun, V. & Clarke, V. (2006). Using thematic analysis in psychology. Qualitative research in
psychology, 3(2), 77-101.
Coupé, M. (2017). Leren over de taalgrens heen. Kwalitatief onderzoek naar de organisatorische
voorwaarden van (inter)nationale uitwisselingen in het secundair onderwijs (Masterscriptie).
De Taalsector (2005, 3 augustus). Trends in taalreizen. Geraadpleegd van
http://www.taalsector.be/cms/talen-leren/1217-trends-in-taalreizen
DeWitt, J. & Storksdieck, M. (2008). A short review of school field trips: Key findings from the past
and implications for the future. Visitor Studies, 11(2), 181-197.
Di Stefano, G., Gino, F., Pisano, G. P. & Staats, B. R. (2016). Making experience count: The role of
reflection in individual learning.
Harskamp, E., Zomerman, E. & Oonk, H. (2005). Aiming for the Stars: onderzoek naar
taalvoorbereiding en uitwisseling tussen Nederlandse en andere Europese scholen.
Hooft, H., Gobyn, S., & Van den Branden, K. (2018). Vroege start? Een analyse van interventies en
maatregelen voor effectief vreemdetalenonderwijs. Steunpunt Onderwijsonderzoek, Gent.
Lyons, D. (2018, 13 december). Education Abroad: What In The World Is Language Travel?
Geraadpleegd van https://www.babbel.com/en/magazine/language-travel
Mearns, T. (2020). 4. Motivatie. In S. Dönszelmann, C. van Beuningen, A. Kaal, & R. de Graaff (Red.),
Handboek Vreemdetalendidactiek. Vertrekpunten, vaardigheden, vakinhoud (pp. 87-100). Bussum,
Nederland: Uitgeverij Coutinho.
Mesker, P., & Dinkelman, M. (2020). 8. Internationalisering. In S. Dönszelmann, C. van Beuningen, A.
Kaal, & R. de Graaff (Red.), Handboek Vreemdetalendidactiek. Vertrekpunten, vaardigheden,
vakinhoud (pp. 141-154). Bussum, Nederland: Uitgeverij Coutinho.
Mortelmans, D. (2007). Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden: Acco Leuven.
Nuffic (2018). Internationalisering in beeld 2018. Feiten en cijfers in het onderwijs. Den Haag: Nuffic.
Onderwijsraad (2008). Vreemde talen in het onderwijs. Den Haag: Onderwijsraad.
Riessman, C. K. (1993). Narrative analysis (Vol. 30): Sage.
Swap-Swap (z.d.). FAQ. Geraadpleegd van https://swap-swap.be/nl/faq/
Vaismoradi, M., Turunen, H. & Bondas, T. (2013). Content analysis and thematic analysis: Implications
for conducting a qualitative descriptive study. Nursing & health sciences, 15(3), 398-405.
Van den Berghe, W. (2009). Intercommunautaire uitwisselingen tussen scholen. Evaluatie van de
projecten ondersteund door het Prins Filipfonds. Brussel, België: Koning Boudewijnstichting.
Vandenbroucke, F. (2007). De lat hoog voor talen in iedere school. Goed voor de sterken, sterk voor
de zwakken (Setting the bar high for languages in every school. Good for the strong, strong for the
weak). Policy Paper Flemish Minister of Education and Training.
Van Hove, G. (2014). Qualitative research for educational sciences. (Second ed.). Hampshire:
Pearson.
Verhoeven, J., Dom, L., Indesteege, G. & Soens, K. (2005). Internationalisering op school: een
onderzoek naar motieven en effecten. Paper presented at the Internationalisering op school: van
experiment naar beleid.
Vettorel, P. (2013). ELF in international school exchanges: Stepping into the role of ELF users. Journal
of English as a Lingua Franca, 2(1), 147-173.
Vyaene, M. (2017). De markt van taalkampen in Vlaanderen: landschap van de bestaande
taalkampen en hun effect op de taalkundige en andere competenties van leerlingen (Masterscriptie).