‘Thuis’ door de jaren heen: taal, beleid en personage

Miriel
Vandeperre

Zegt Simonneke “Ja da vinnekik ook een goe gedacht”, dan gaan bij sommige taalliefhebbers de nekharen overeind staan. Ze uiten vaak luidop hun onbehagen over het kelderende taalgebruik van de acteurs uit ‘Thuis’. Miriel Vandeperre, masterstudente Vertalen (KU Leuven), ging na of de bezorgdheden gegrond zijn. Ze bestudeerde hoe het tussentaalgebruik van de kernpersonages Frank, Simonne, Marianne en Ann de afgelopen 25 jaar evolueerde. Weinig, zo blijkt. Wel merkte Miriel een bijzonder patroon op in het taalgebruik van Marianne. De oorzaak? De spanning tussen beleid en realiteit.

Al een kwarteeuw houdt ‘Thuis ’elke avond vele Vlamingen aan hun scherm gekluisterd. Niet enkel de verhaallijn beroert de gemoederen. Ook het taalgebruik in de serie, dat steeds verder zou afglijden naar tussentaal, zorgt al eens voor controverse. Tijd voor onderzoek, vond student Miriel Vandeperre. In haar masterproef onder leiding van docenten Eline Zenner en Luc Dierickx ging ze na of het tussentaalgebruik de laatste 25 jaar is toegenomen en of het antwoord op die vraag afhangt van acteur en personage.

Hé, gij daar, geeft mij da boekske is

Miriel nam in het VRT-archief een steekproef van 1342 zinnen uit de meer dan 4950 afleveringen van ‘Thuis’. De masterstudente selecteerde gesprekken tussen de kernpersonages Frank Bomans en Simonne Backx en tussen Marianne Bastiaens en Ann De Decker, mooi verspreid door de tijd met meetpunten om de vijf jaar van 1995 tot vandaag.

Miriel zocht in de verzamelde zinnen naar vier markeerders van tussentaal: spreken de personages de t aan het einde van een woord uit (‘da’ of ‘dat’), zeggen ze ‘jij’ of zeggen ze ‘gij’, gebruiken ze ‘-je’ of ‘-ke’ om verkleinwoorden te vormen (‘boekje’ of ‘boekske’), en voegen ze een extra t toe aan de imperatief of niet (‘zwijg!’ of ‘zwijgt!’)? Dit leverde haar 1427 observaties op om mee aan de slag te gaan.

Stabiel in de tijd

De resultaten onthullen dat het tussentaalgebruik de laatste 25 jaar best stabiel is gebleven. Enkel de eind-t in woorden als ‘dat’, ‘wat’ en ‘niet’ valt enigszins vaker weg dan vroeger, maar hier speelt dan weer een plafondeffect: de eind-t valt de hele periode door erg vaak weg. Slechts 251 van 861 kandidaat-t’s worden uitgesproken. Ook bij de voornaamwoorden zien we zulke uitgesproken resultaten: 452 ‘gij’-varianten staan in de steekproef tegenover slechts 2 ‘jij’-varianten.

De resultaten voor de eind-t sluiten mooi aan bij wat we weten uit eerdere onderzoeken naar Vlaamse omgangstaal. Tegelijk is het opvallend dat wissels tussen ‘gij’ en ‘jij’, die in spontaan taalgebruik weleens optreden, in ‘Thuis’ lijken te ontbreken. Dat ligt aan een expliciete richtlijn van het productieteam van ‘Thuis’: alle acteurs moeten ‘ge’ of ‘gij’ gebruiken (zie ook eerder onderzoek van Sarah Van Hoof). Dat zou de personages realistisch en authentiek helpen lijken. Een fijnere analyse van tussentaalpatronen per personage toont dat een dergelijke ongenuanceerde beleidsrichtlijn echter niet noodzakelijk tot natuurlijk taalgebruik leidt.

Onze Frank versus Madam Marianne

Taal lijkt in ‘Thuis’ ook sociale verschillen tussen de personages in de verf te zetten. Vooral Frank en Simonne gebruiken veel tussentaal. De hautaine doktersweduwe Marianne hanteert in verhouding opvallend meer standaardtaalkenmerken, maar houdt zich toch trouw aan de beleidsrichtlijn over ‘ge’. Hoewel Madam Marianne in zes op de tien gevallen de eind-t uitspreekt, valt ze in Miriels steekproef op geen enkele ‘je’ te betrappen. Dat contrast leidt tot bizar aandoende wendingen als “Dat gij en ik niet goed overeenkomen, Ann, dat is niet alleen mijn schuld”.

De combinatie van ‘ge’ en uitgesproken eind-t’s zet juist het realistische en authentieke taalgebruik waar de beleidsmakers naar op zoek zijn, op de helling. Eerder onderzoek van Ann-Sophie Ghyselen (2016) wees uit dat wie ‘ge’ gebruikt, normaal gezien ook de eind-t’s laat vallen. Dat doet Marianne niet, wat haar taalgebruik als meer gekunsteld zou kunnen laten overkomen dan het coherente tussentaalgebruik van Frank en Simonne.

De ‘ge’-richtlijn van het productieteam zorgt bij Marianne onbedoeld voor een schizofreen taalrepertoire. Waar een keuriger taalgebruik haar status als ‘chique madam’ alle eer moet aandoen, creëert het ‘ge’-beleid spanning, met inauthentiek aandoende combinaties tot gevolg.

Welkom in de wondere wereld van de variatietaalkunde!

Bibliografie

Agha, A. (2003). The social life of cultural value. Language and Communication, 23, 231-273. doi:10.1016/S0271-5309(03)00012-0

Androutsopoulos, J. (2012a). Introduction: Language and society in cinematic discourse. Multilingua, 31(2), 139-154. doi:10.1515/multi-2012-0007

Androutsopoulos, J. (2012b). Repertoires, characters, and scenes: Sociolinguistic difference in Turkish–German comedy. Multilingua, 31(2), 301-326. doi:10.1515/multi-2012-0014

Auer, P. (2011). Dialect vs. standard: A typology of scenarios in Europe. In B. Kortmann & J. Van der Auwera (red.), The languages and linguistics of Europe. A comprehensive guide (pp. 485-500). Berlin: De Gruyter.

Bednarek, M. (2010). Dialogue and Character Identity. In M. Bednarek, The Language of Fictional Television: Drama and Identity (pp. 97-117). London/New York: Continuum.

Beheydt, L. (1991). Dertig jaar taalprogramma’s op de televisie. In Beheydt, L. (red.), Taal en omroep (pp. 53-63). ‘s-Gravenhage: Stichting Bibliographia Neerlandica.

Berruto, G. (2010). Identifying dimensions of linguistic variation in a language space. In P. Auer & J. E. Schmidt (red.), Language and space: An international handbook of linguistic variation. Volume 1: Theories and methods (pp. 226-241). doi:10.1515/9783110220278

Boberg, C., Nerbonne, J. & Watt, D. (2018). Introduction. In C. Boberg, J. Nerbonne & D. Watt (red.), The Handbook of Dialectology (pp. 1-15). doi:10.1002/9781118827628

Cajot, J. (2012). Waarom het Verkavelingsvlaams onvermijdelijk was: De ontwikkeling van een informele omgangstaal in Vlaanderen. In K. Absilis, J. Jaspers & S. Van Hoof (red.), De manke usurpator: Over Verkavelingsvlaams (pp. 39-66). Gent: Academia Press.

Coupland, N. (2007). Style: Language variation and identity (Key topics in sociolinguistics). Cambridge: Cambridge university press.

Culpeper, J. (2001). Accent and dialect. In J. Culpeper, Language and Characterization: People in plays and other texts (pp. 206-213). Harlow: Longman. 

De Caluwe, J. (2004). Conflicting language conceptions within the Dutch speaking part of Belgium. Trans: Internet-zeitschrift Für Kulturwissenschaften, 15, 53-58. Geraadpleegd op http://www.inst.at/trans/15Nr/06_1/caluwe15.htm

De Caluwe, J. (2009). Tussentaal wordt omgangstaal in Vlaanderen. Nederlandse Taalkunde, 14(1), 8-28. doi:10.5117/NEDTAA2009.1.TUSS339

De Wachter, L. & Heeren, J. (2010). Taalvariatie in enkele 'Nederlandse' en 'Vlaams gesproken' animatiefilms. In E. Hendrickx, K. Hendrickx, W. Martin, H. Smessaert, W. Van Belle & J. Horst, van der (red.), Liever meer of juist minder? Over normen en variatie in taal (pp. 147-161). Gent: Academia press.

Delarue, S. (2013). ‘Teachers’ Dutch in Flanders: The last guardians of the standard? In S. Grondelaers & T. Kristiansen (red.), Language (De)standardisation in Late Modern Europe: Experimental Studies (pp. 193-226). Oslo: Novus Forlag.

Delrue, D. (1969). ‘Hier Spreekt men Nederlands’, een doeltreffend programma. Ons Erfdeel, 13, 161-162. Geraadpleegd op https://www.dbnl.org/tekst/_ons003197001_01/_ons003197001_01_0060.php

Dyer, J. (2007). Language and Identity. In C. Llamas, L. Mullany & P. Stockwell (red.), The Routledge Companion To Sociolinguistics (pp. 12-18). Abingdon: Routledge.

Eckert, P. (2008). Variation and the indexical field. Journal of Sociolinguistics, 12(4), 453-476. doi:10.1111/j.1467-9841.2008.00374.x

Eckert, P. (2012). Three Waves of Variation Study: The Emergence of Meaning in the Study of Sociolinguistic Variation. Annual Review of Anthropology, 41(1), 87–100. doi:10.1146/annurev-anthro-092611-145828

Eckert, P. & Labov, W. (2017). Phonetics, phonology and social meaning. Journal of Sociolinguistics, 21(4), 467–496.

Ekman, P. (1992). An argument for basic emotions. Cognition and Emotion, 6(3-4), 169-200. doi:10.1080/02699939208411068

Ford, S., De Kosnik, A. & Harrington, C.L. (2011). The Survival of the Soap Opera: Transformations for a New Media Era. Jackson: University Press of Mississippi.

Geeraerts, D. (1998). VRT-Nederlands en Soap-Vlaams. Nederlands van Nu, 4, 75-77.

Geeraerts, D. (2001). Een zondagspak? Het Nederlands in Vlaanderen: gedrag, beleid, attitudes. Ons Erfdeel, 44, 337-344.

Geeraerts, D. (2017). Het kegelspel der taal: De naoorlogse evolutie van de Standaardnederlandsen. In G. De Sutter (red.), De vele gezichten van het Nederlands in Vlaanderen: een inleiding tot de variatietaalkunde (pp. 98-118). Leuven: Acco.

Geeraerts, D., Grondelaers, S. & Speelman, D. (1999). Convergentie en divergentie in de Nederlandse woordenschat. Een onderzoek naar kleding- en voetbaltermen. Amsterdam: Meertens Insituut.

Geeraerts, D. & De Sutter, G. (2003). Ma wa zegdegij nu? Da kanekik nie verstaan zelle! Taalgedrag, taalbeleid en taalattitudes in Vlaanderen. In J. Stroop (red.), Waar gaat het Nederlands naartoe? Panorama van een taal (pp. 54-64). Geraadpleegd op https://idp.kuleuven.be/idp/profile/SAML2/Redirect/SSO?execution=e3s1

Geeraerts, D., Penne, A. & Vanswegenoven, V. (2000). Thuis-taal en Familie-taal: taalgebruik in Vlaamse soaps. In S. Gillis, J. Nuyts, & J. Taeldeman (red.), Met taal om de tuin geleid. Opstellen voor Georges De Schutter (pp. 161-170). Antwerpen: UIA.

Geeraerts, D. & Van de Velde, H. (2013). Supra-regional characteristics of colloquial Dutch. In F. Hinskens & J. Taeldeman (red.), Language and Space: An International Handbook of Linguistic Variation. Volume 3: Dutch (pp. 532-556). doi:10.1515/9783110261332

Ghyselen, A.-S. (2016). Verticale structuur en dynamiek van het gesproken Nederlands in Vlaanderen: een empirische studie in Ieper, Gent en Antwerpen (proefschrift Universiteit Gent). Gent: Faculteit Letteren en Wijsbegeerte.

Ghyselen, A.-S. (2017). Een geval apart? De Vlaamse taalsituatie vanuit Europees perspectief. In G. De Sutter (red.), De vele gezichten van het Nederlands in Vlaanderen: een inleiding tot de variatietaalkunde (pp. 208-224). Leuven: Acco.

Ghyselen, A.-S. & De Vogelaer, G. (2018). Seeking Systematicity in Variation: Theoretical and Methodological Considerations on the "Variety" Concept. Frontiers in Psychology, 9(385), 1-19. doi:10.3389/fpsyg.2018.00385

Ghyselen, A.-S. & Van Keymeulen, J. (2014). Dialectcompetentie en functionaliteit van het dialect in Vlaanderen anno 2013. Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 130(2), 117-139.

Giles, H. & Ogay, T. (2007). Communication Accommodation Theory. In B. B. Whaley & W. Samter (red.), Explaining communication: Contemporary theories and exemplars (pp. 293-310). Geraadpleegd op https://core.ac.uk/download/pdf/147103741.pdf

Goed. (z.d.). In Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal. Geraadpleegd op 5 oktober 2020 op https://www.vandale.nl/opzoeken

Goossens, J. (2000). De toekomst van het Nederlands in Vlaanderen. Ons Erfdeel, 43, 3-13.

Grondelaers, S. & Lybaert, C. (2017). Bepaalt wat we denken en voelen over taal ook wat we doen in taal? Percepties, attitudes, evaluaties, en hun omkaderende ideologieën in het Belgisch-Nederlands. In G. De Sutter (red.), De vele gezichten van het Nederlands in Vlaanderen: een inleiding tot de variatietaalkunde (pp. 161-177). Leuven: Acco.

Grondelaers, S. & Speelman, D. (2013). Can speaker evaluation return private attitudes towards stigmatised varieties? Evidence from emergent standardisation in Belgian Dutch. In T. Kristiansen & S. Grondelaers (red.), Language (De)standardisation in Late Modern Europe: Experimental Studies (pp. 171–192). Oslo: Novus Press.

Grondelaers, S., Speelman, D., Lybaert, C. & Van Gent, P. (2020). Getting a (big) data-based grip on ideological change. Evidence from Belgian Dutch. Journal of Linguistic Geography, 8(1), 49-65. doi:10.1017/jlg.2020.2

Guy, G. R. & Hinskens, F. (2016). Linguistic coherence: Systems, repertoires and speech communities. Coherence, covariation and bricolage. Various approaches to the systematicity of language variation, 172–173, 1–9. doi:10.1016/j.lingua.2016.01.001

Impe, L. & Speelman, D. (2007). Vlamingen en hun (tussen)taal. Een attitudineel mixed-guise onderzoek. Handelingen van de Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde, 61, 109-128.

Jacobs, C., Marzo, S., Zenner, E. (in druk). Sociale betekenis en taalvariatie in luisterverhalen voor Vlaamse kinderen. Te verschijnen in Nederlandse Taalkunde.

Jaspers, J. & Van Hoof, S. (2013). Hyperstandardisation In Flanders: Extreme Enregisterment And Its Aftermath. Pragmatics, 23(2), 331-359. doi:10.1075/prag.23.2.06jas

Jaspers, J. & Van Hoof, S. (2017). Taal van eigen kweek: Het Nederlands van etnische minderheden. In G. De Sutter (red.), De vele gezichten van het Nederlands in Vlaanderen: een inleiding tot de variatietaalkunde (pp. 247-268). Leuven: Acco.

Keller, D., Remael, A. & Kloots, H. (2016). Tussentaal in de Vlaamse versie van animatiefilms: een evolutie. Over Taal, 55(1), 6-8. Geraadpleegd op https://overtaal.be/mdocs-posts/jg-2016-nr-1-taalwerk_tussentaal-in-de-…

Kerswill, P. (2007). In C. Llamas, L. Mullany & P. Stockwell (red.), The Routledge Companion To Sociolinguistics (pp. 51-61). Abingdon: Routledge.

Kristiansen, T. (2009). The macro-level social meanings of late-modern Danish accents. Acta Linguistica Hafniensia, 41(1), 167-192. doi: 10.1080/03740460903364219

Labov, W. (1966 [2006]). The Social Stratification of English in New York City (2e druk). Cambridge: Cambridge University Press.

Lenz, A. (2010). Emergence of varieties through restructuring and reevaluation. In P. Auer & J. E. Schmidt (red.), Language and space: An international handbook of linguistic variation. Volume 1: Theories and methods (pp. 295-315). doi:10.1515/9783110220278

Lippi-Green, R. (1997). Teaching children to discriminate: What we learn from the Big Bad Wolf. In English with an accent: Language, ideology and discrimination in the United States (pp. 97-103). Londen & New York: Routledge.

Lippi-Green, R. (2000). The Standard Language Myth (Reprint). Voice and Speech Review, 1(1), 23-30. doi:10.1080/23268263.2000.10761384

Llamas, C. (2007). Field methods. In C. Llamas, L. Mullany & P. Stockwell (red.), The Routledge Companion To Sociolinguistics (pp. 12-18). Abingdon: Routledge.

Llamas, C., Mullany, L. & Stockwell, P. (red.) (2007). The Routledge Companion To Sociolinguistics. Abingdon: Routledge.

Lybaert, C. (2017). A direct discourse-based approach to the study of language attitudes: The case of tussentaal in Flanders. Language Sciences, 59, 93–116. doi:10.1016/j.langsci.2016.09.002

Lybaert, C. & Delarue, S. (2017). ‘k Spreek ekik ver altijd zo: Over de opmars van tussentaal in Vlaanderen. In G. De Sutter (red.), De vele gezichten van het Nederlands in Vlaanderen: een inleiding tot de variatietaalkunde (pp. 140-158). Leuven: Acco.

MacWhinney, B. (2000). The CHILDES Project: Tools for Analyzing Talk (derde editie). Mahwah, NJ: Lawrence Erlbaum Associates.

Marynissen, A. (2017). De lange weg naar een Nederlandse standaardtaal: Een beknopte geschiedenis van de standaardisering van het Nederlands. In G. De Sutter (red.), De vele gezichten van het Nederlands in Vlaanderen: een inleiding tot de variatietaalkunde (pp. 58-77). Leuven: Acco.

Marynissen, A. & Janssens, G. (2013). A regional history of Dutch. In F. Hinskens & J. Taeldeman (red.), Language and Space: An International Handbook of Linguistic Variation. Volume 3: Dutch (pp. 81-100). doi:10.1515/9783110261332

Milroy, J. (2007). The Ideology Of The Standard Language. In C. Llamas, L. Mullany & P. Stockwell (red.), The Routledge Companion To Sociolinguistics (pp. 133-139). Abingdon: Routledge.

Plevoets, K. (2008). Tussen spreek- en standaardtaal. Een corpusgebaseerd onderzoek naar de situationele, regionale en sociale verspreiding van enkele morfosyntactische verschijnselen uit het gesproken Belgisch-Nederlands (proefschrift KU Leuven). Geraadpleegd op https://limo.libis.be/primo-explore/fulldisplay?docid=LIRIAS1821028&con…

Plevoets, K. (2009). Verkavelingsvlaams als de voertaal van de verburgerlijking van Vlaanderen. Studies van de Belgische Kring Voor Linguïstiek, 4, 1-29.

Remael, A. (2016). Experimenting with AD for in house TV series: THUIS. An example from Flanders. The Journal of Specialised Translation, 26, 248-274.

Rosseel, L. (2017). New approaches to measuring the social meaning of language variation: Exploring the Personalized Implicit Association Test and the Relational Responding Task (proefschrift Universiteit Leuven). Geraadpleegd op https://lirias.kuleuven.be/1821599?limo=0

Rosseel, L., Speelman, D. & Geeraerts, D. (2019). Measuring language attitudes in context: Exploring the potential of the Personalized Implicit Association Test. Language in Society, 48(3), 429-461. doi:10.1017/S0047404519000198

Rys, K. & Taeldeman, J. (2007). Fonologische ingrediënten van Vlaamse tussentaal. In Sandra, D., Rymenans, R., Cuvelier, P. & Van Peteghem, P. (red.), Tussen taal, spelling en onderwijs. Essays bij het emeritaat van Frans Daems (pp. 1-9). Gent: Academia Press.

Sijs, N. van der (2005). De geschiedenis van het Nederlands in een notendop. Geraadpleegd op https://www.researchgate.net/publication/241862623

Silverstein, M. (2003). Indexical order and the dialectics of sociolinguistic life. Language and Communication, 23(3-4), 193-229. doi:10.1016/S0271-5309(03)00013-2

Smith, J. (2007). Techniques of Analysis: II Morphosyntactic Variation. In C. Llamas, L. Mullany & P. Stockwell (red.), The Routledge Companion To Sociolinguistics (pp. 28-40). Abingdon: Routledge.

Stuart-Smith, J. (2011). The view from the couch: Changing perspectives on the role of television in changing language ideologies and use. In T. Kristiansen & N. Coupland (red.), Standard languages and language standard in a changing Europe (pp. 223-239). Oslo: Novus.

Stuart-Smith, J., Timmins, C., Pryce, G. & Gunter, B. (2013). Television Can Also Be a Factor in Language Change: Evidence from an Urban Dialect. Language, 89, 501–536. doi:10.1353/lan.2013.0041.

Taeldeman, J. (1992). Welk Nederlands voor Vlamingen? Nederlands van Nu, 40, 33-51.

Taeldeman, J. (2008). Zich stabiliserende grammaticale kenmerken in Vlaamse tussentaal. Taal en Tongval, 60, 26-50. Geraadpleegd op https://www.aup.nl/journal-downloads/taal-en-tongval/jrg_2008_vol_60_-_…

Taeldeman, J. & Hinskens, F. (2013). Unravelling the complexities of variation and change in and beyond the present-day dialects of Dutch: Finding one’s way through the woods. In F. Hinskens & J. Taeldeman (red.), Language and Space: An International Handbook of Linguistic Variation. Volume 3: Dutch (pp. 142-150). doi:10.1515/9783110261332

Tagliamonte, S. (2014). Situating media influence in sociolinguistic context. Journal of Sociolinguistics, 18(2), 223-232.

Van De Mieroop, D., Zenner, E. & Marzo, S. (2016). Standard and Colloquial Belgian Dutch pronouns of address: A variationist-interactional study of child-directed speech in dinner table interactions. Folia Linguistica: Acta Societatis Linguisticae Europaeae, 50(1), 31-64. doi:10.1515/flin-2016-0002

Van Hoof, S. (2013). Feiten en fictie: een sociolinguïstische analyse van het taalgebruik in fictieseries op de Vlaamse openbare omroep (1977-2012) (proefschrift Universiteit Antwerpen). Antwerpen: Faculteit Letteren en Wijsbegeerte.

Van Hoof, S. & Jaspers, J. (2012). Hyperstandaardisering. Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 128, 97-125. Geraadpleegd op https://www.dbnl.org/tekst/_tij003201201_01/_tij003201201_01_0007.php

Van Istendael, G. (1989 [2005]). Het Belgisch labyrint: wakker worden in een ander land (herziene druk). Amsterdam: De Arbeiderspers.

Van Poecke, L. & Van den Bulck, H. (1991). Taal en omroep. Een schets van de evolutie in het taalbeleid van de Vlaamse Openbare Omroep. In L. Beheydt (red.), Taal en Omroep (pp. 83-107). ‘s-Gravenhage: Stichting Bibliographia Neerlandica.

Vandekerckhove, R. (2004). Waar zijn je, jij en jou(w) gebleven? Pronominale aanspreekvormen in het gesproken Nederlands van Vlamingen. In J. De Caluwe, G. De Schutter & M. Devos (red.), Taeldeman, man van de taal, schatbewaarder van de taal, pp. 981-993. Gent: Academia Press.

Vandekerckhove, R. (2005). Belgian Dutch versus Netherlandic Dutch: New patterns of divergence? On pronouns of address and diminutives. Multilingua, 24, 379-397.

Vandekerckhove, R. (2009). Dialect loss and dialect vitality in Flanders. International Journal of the Sociology of Language, 196, 73–97. doi:10.1515/IJSL.2009.017

Vandekerckhove, R. & Cuvelier, P. (2007). The perception of exclusion and proximity through the use of Standard Dutch, ‘tussentaal’ and dialect in Flanders.  In T. du Plessis, P. Cuvelier, M. Meeuwis & L. Teck (red.), Multilingualism and exclusion. Policy, Practice and Prospects (pp. 241-256). Pretoria: Van Schaik Publishers.

Vandenbussche, W. (2010). Standardisation through the media. The case of Dutch in Flanders. In P. Gilles, J. Scharloth & E. Ziegler (red.), Variatio delectat. Empirische Evidenzen und theoretische Passungen sprachlicher variation (pp. 309-322). Geraadpleegd op http://homepages.vub.ac.be/~wvdbussc/2010variatio.pdf

Vrttaal. (2017,17 februari). Algemeen Nederlands vs tussentaal in 'Thuis' [film]. Geraadpleegd op https://www.youtube.com/watch?v=rH5rurjcI_0

Willemyns, R. (2003). Het verhaal van het Vlaams: De geschiedenis van het Nederlands in de Zuidelijke Nederlanden. Antwerpen: De Standaard.

Žárská, L. (2019). Translation of Language Varieties in the Flemish Dubbing of Harry Potter III. Theory and Practice in English Studies, 8(1), 23-34.

Zenner, E., Geeraerts, D. & Speelman, D. (2009). Expeditie Tussentaal: Leeftijd, identiteit en context in ‘Expeditie Robinson’. Nederlandse Taalkunde, 14(1), 26–44. doi:10.5117/NEDTAA2009.1.EXPE340

Zenner, E., Kristiansen, G. & Geeraerts, D. (2016). Individual differences and in situ identity marking: Colloquial Belgian Dutch in the reality TV show “Expeditie Robinson”. Exploring Discourse Strategies in Social and Cognitive Interaction: Multimodal and cross-linguistic perspectives, 262, 41-79. doi:10.1075/pbns.262.03zen

Download scriptie (1020.54 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Eline Zenner, Luc Dierickx