Radicale VS minimalistische tumorverwijdering in je gezicht, op zoek naar een compromis

Robin
Vanroose
  • Jan
    Scheerlinck
  • Renaat
    Coopman

Stel je voor je komt bij de dokter en krijgt te horen wat niemand ooit wil horen: ‘Je hebt kanker’. Stel je vervolgens voor dat de dokter vertelt dat ze het wel volledig weg kunnen snijden en dat dus die horror verhalen over chemo en bestraling voorlopig nog niet voor jou zijn. Dan ben je uiteraard opgelucht en kies je voor een volledige verwijdering met zo groot mogelijke marges. Dit is de optie die klassiek uitgevoerd werd bij tumoren die nog weg te snijden zijn. Maar stel je nu voor dat deze tumor in je gezicht zit. Dan wordt het toch wel ingrijpender als er grote manipulaties gedaan worden in je aangezicht voor volledige verwijdering van die tumor. Zou jij dan niet ook kiezen voor een nieuwere minder invasieve techniek die bewezen is even effectief te zijn?

Verniewing in de geneeskunde

In de hedendaagse geneeskunde willen we problemen steeds gerichter aanpakken, hierdoor blijven we op zoek naar verder gespecialiseerde technieken. In de chirurgie heeft deze zoektocht geleid tot minimalistischere en patiënt specifiekere chirurgie. Er wordt aangepast aan de patiënt, in plaats van op gestandaardiseerde behandelingen terug te vallen. Dit weerspiegelt zicht ook in de operatieve verwijdering van tumoren in het aangezicht.

Goedaardige tumoren in de oorspeeksel-/parotisklier kunnen de kwaliteit van leven in het gedrang brengen en esthetische problemen veroorzaken. Dankzij recente verbeteringen op vlak van onderzoekstechnieken en chirurgische verwijdering zijn er nu opties om deze tumoren op een minimaal invasieve manier te verwijderen. Hierdoor kan functie en esthetiek beter intact gelaten worden. Dat aspect functie is hier belangrijk, door de parotisklier loopt namelijk de aangezichtszenuw (n. facialis), die de spieren in het gelaat bezenuwt. Verstoring van deze zenuw tijdens de operatie heeft de mogelijkheid om uitval van deze spieren te veroorzaken wat verschillende graden van aangezichtsverlamming kan veroorzaken. Deze aangezichtsverlamming komt dan na de operatie tijdelijk of in het ergste geval permanent voor.

Hierdoor is er de laatste jaren een toename in het aantal tumoren dat met de nieuwere techniek extracapsulaire dissectie werd verwijderd in vergelijking met de algemeen aanvaarde standaard, de oppervlakkige parotidectomie. Deze nieuwere techniek zorgt namelijk voor minder manipulatie van de aangezichtszenuw met daarom vermoedelijk minder aangezichtsverlamming tot gevolg. Studies konden dit vermoeden echter nog niet herhaaldelijk bevestigen. Tegenstanders van de nieuwere techniek haalden als belangrijk argument om deze techniek niet toe te passen aan dat door de minder radicale wegname met de nieuwe techniek er meer kans zou zijn op terugkomen van de tumor, wat de veiligheid van deze techniek in het gedrang zou brengen.

In de beschikbare wetenschappelijke literatuur over deze nieuwe techniek was er voorlopig sterk gefocust op het feit of er minder aangezichtsverlammingen en andere complicaties voorkwamen met deze nieuwe techniek. Daarnaast werd ook reeds uitgebreid onderzocht of de techniek wel veilig was naar terugkomen van tumoren toe. De kosteneffectiviteit van deze nieuwere techniek was echter nog niet bevestigd in studies met voldoende deelnemers. Een niet te vergeten feit in tijden waarin kosten op alle vlakken van het leven de pan uit vliegen. Iets dat zeker ook aanwezig is in de gezondheidszorg.

Veiligheid VS  kosteneffectiviteit of vullen ze elkaar aan?

Deze scriptie probeerde een antwoord te vinden op twee centrale vragen. Is de nieuwere techniek wel even veilig als wordt geopperd naar herval en aangezichtsverlamming toe? En is er met deze techniek winst te boeken op vlak van kosteneffectiviteit? Op deze vragen is een antwoord geformuleerd met een retrospectief (terugkijkend) dossier onderzoek in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis te Tilburg.

De geanaliseerde resultaten toonden dat er in de verzamelde groep patiënten minder complicaties waaronder aangezichtsverlamming werden vastgesteld in de groep behandeld met de nieuwere techniek. Er waren in beide groepen geen patiënten met herval. Verder duurden de operaties met de oudere techniek dubbel zo lang en bleven patiënten hierna ook langer in het ziekenhuis.

De extracapsulaire techniek kan dus op basis van de resultaten uit deze scriptie naar voor geschoven worden als een waardig alternatief in de juiste gevallen voor de algemeen aanvaarde standaard, de oppervlakkige parotidectomie. Bovendien zouden er aan de hand van deze techniek dus ook winsten kunnen geboekt worden op vlak van kosteneffectiviteit in de gezondheiszorg.

Bibliografie

1.         Kochhar A, Larian B, Azizzadeh B. Facial Nerve and Parotid Gland Anatomy. Otolaryngol Clin North Am. 2016;49(2):273-84.

2.         Liu CC, Jethwa AR, Khariwala SS, Johnson J, Shin JJ. Sensitivity, Specificity, and Posttest Probability of Parotid Fine-Needle Aspiration: A Systematic Review and Meta-analysis. Otolaryngol Head Neck Surg. 2016;154(1):9-23.

3.         Dell'aversana Orabona G, Salzano G, Petrocelli M, Iaconetta G, Califano L. Reconstructive techniques of the parotid region. J Craniofac Surg. 2014;25(3):998-1002.

4.         Johns ME, Goldsmith MM. Incidence, diagnosis, and classification of salivary gland tumors. Part 1. Oncology (Williston Park). 1989;3(2):47-56; discussion , 8, 62.

5.         Witt RL, Iro H, McGurk M. The Role of Extracapsular Dissection for Benign Parotid Tumors. Current Otorhinolaryngology Reports. 2014;2(2):55-63.

6.         Klintworth N, Zenk J, Koch M, Iro H. Postoperative complications after extracapsular dissection of benign parotid lesions with particular reference to facial nerve function. Laryngoscope. 2010;120(3):484-90.

7.         Barzan L, Pin M. Extra-capsular dissection in benign parotid tumors. Oral Oncol. 2012;48(10):977-9.

8.         Foresta E, Torroni A, Di Nardo F, de Waure C, Poscia A, Gasparini G, et al. Pleomorphic adenoma and benign parotid tumors: extracapsular dissection vs superficial parotidectomy--review of literature and meta-analysis. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol. 2014;117(6):663-76.

9.         Brennan PA, Ammar M, Matharu J. Contemporary management of benign parotid tumours - the increasing evidence for extracapsular dissection. Oral Dis. 2017;23(1):18-21.

10.       Iro H, Zenk J. Role of extracapsular dissection in surgical management of benign parotid tumors. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg. 2014;140(8):768-9.

11.       Albergotti WG, Nguyen SA, Zenk J, Gillespie MB. Extracapsular dissection for benign parotid tumors: a meta-analysis. Laryngoscope. 2012;122(9):1954-60.

12.       McGurk M, Thomas BL, Renehan AG. Extracapsular dissection for clinically benign parotid lumps: reduced morbidity without oncological compromise. Br J Cancer. 2003;89(9):1610-3.

13.       Deschler DG. Extracapsular dissection of benign parotid tumors. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg. 2014;140(8):770-1.

14.       Xie S, Wang K, Xu H, Hua RX, Li TZ, Shan XF, et al. PRISMA-Extracapsular Dissection Versus Superficial Parotidectomy in Treatment of Benign Parotid Tumors: Evidence From 3194 Patients. Medicine (Baltimore). 2015;94(34):e1237.

15.       Kato MG, Erkul E, Nguyen SA, Day TA, Hornig JD, Lentsch EJ, et al. Extracapsular Dissection vs Superficial Parotidectomy of Benign Parotid Lesions: Surgical Outcomes and Cost-effectiveness Analysis. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg. 2017;143(11):1092-7.

16.       Dell'Aversana Orabona G, Bonavolonta P, Iaconetta G, Forte R, Califano L. Surgical management of benign tumors of the parotid gland: extracapsular dissection versus superficial parotidectomy--our experience in 232 cases. J Oral Maxillofac Surg. 2013;71(2):410-3.

17.       Mantsopoulos K, Koch M, Klintworth N, Zenk J, Iro H. Evolution and changing trends in surgery for benign parotid tumors. Laryngoscope. 2015;125(1):122-7.

18.       Ciuman RR, Oels W, Jaussi R, Dost P. Outcome, general, and symptom-specific quality of life after various types of parotid resection. Laryngoscope. 2012;122(6):1254-61.

19.       Martin H, Jayasinghe J, Lowe T. Superficial parotidectomy versus extracapsular dissection: literature review and search for a gold standard technique. Int J Oral Maxillofac Surg. 2020;49(2):192-9.

20.       Mantsopoulos K, Scherl C, Iro H. Investigation of arguments against properly indicated extracapsular dissection in the parotid gland. Head Neck. 2017;39(3):498-502.

21.       Kanatas A, Ho MWS, Mücke T. Current thinking about the management of recurrent pleomorphic adenoma of the parotid: a structured review. Br J Oral Maxillofac Surg. 2018;56(4):243-8.

22.       Bradley PJ. The recurrent pleomorphic adenoma conundrum. Curr Opin Otolaryngol Head Neck Surg. 2018;26(2):134-41.

23.       Witt RL. The significance of the margin in parotid surgery for pleomorphic adenoma. Laryngoscope. 2002;112(12):2141-54.

24.       Baloch ZW, Faquin WC, Layfield LJ. Is it time to develop a tiered classification scheme for salivary gland fine-needle aspiration specimens? Diagn Cytopathol. 2017;45(4):285-6.

25.       Mantsopoulos K, Velegrakis S, Iro H. Unexpected Detection of Parotid Gland Malignancy during Primary Extracapsular Dissection. Otolaryngol Head Neck Surg. 2015;152(6):1042-7.

26.       Hegazy MAF, Nahas WE, Roshdy S. Surgical outcome of modified versus conventional parotidectomy in treatment of benign parotid tumors. Journal of Surgical Oncology. 2011;103(2):163-8.

Download scriptie (5.96 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Prof. Dr. Erik Nout