De rode clownsneus als toegangspoort tot de leefwereld van personen met dementie

Emily
Ghekiere

Van entertainer naar therapeut

image 653

Clowns doen sinds enkele jaren hun intrede in de woonzorgcentra. Wat is het effect op hun bewoners met de diagnose dementie? Wat maakt clownen therapeutisch bij personen met dementie?

Zelf ben ik een Demiclown. ‘Demi’ verwijst naar personen met de diagnose dementie, én naar het feit dat ik half clown en half dramatherapeut ben. Dramatherapie is een vorm van creatieve therapie, waarin het accent op de ervaring van de cliënt ligt. Daarom wordt het ook wel non-verbale psychotherapie genoemd.

 

De start van het onderzoek

Met mijn onderzoek bouw ik verder op de bachelorproef van Lara Debeuf en Lore Dhaenens (2013). Die introduceerden clowns bij personen met dementie. Ik ga een stap verder in mijn onderzoek en koppel de theorie aan de praktijk: ik wil clownsbezoeken filmen en analyseren, wat nog nooit eerder gebeurde in Vlaanderen. Bovendien behandelen artsen personen met dementie vooral met geneesmiddelen, minder met psychische zorg. Is de tijd rijp voor een therapeutische clown?

De Arteveldehogeschool verwijst mij door naar de Commissie voor Medische Ethiek van UZ Gent; die moet me toestemming geven om beelden te maken van de clownsbezoeken. De Commissie geeft positief advies: ik mag aan de slag in een besloten afdeling van een woonzorgcentrum. Ik stel een onderzoeksgroep samen van 14 bewoners. Ze hebben allemaal de diagnose dementie. Hun sociaal-demografische achtergronden, normen en waarden lopen dan weer sterk uiteen. Ik film met een micro-videocamera die verwerkt zit in mijn clownskostuum. Zo kunnen de bewoners in hun vertrouwde omgeving blijven.

 

De clown als dramatherapeut

Ik schuif het clownen in de ouderenzorg onder de paraplu van de dramatherapie. Binnen dat vakgebied kwam Phil Jones (2007) tot de ‘kernprocessen’ van de dramatherapie. Die beschrijven hoe drama en theater therapeutisch kunnen zijn. Ik gebruik die processen als de toetsstenen in mijn onderzoek. Ook de dramatherapeuten die de beelden van mijn clownsbezoeken analyseren, herkennen die kernprocessen. De drie vaakst voorkomende kernprocessen zijn: belichaming, actieve getuige en dramatisch spel.

Het eerste kernproces ‘belichaming’ verwijst naar de observatie dat de bewoners zich lichamelijk expressiever uitdrukken tijdens de clownsbezoeken. De bewoners zijn dan meer aanwezig en in verbinding met anderen. Ook nemen ze rollen op die ze voor hun ziekte opnamen. Nu is daarvoor vaak geen ruimte meer, aangezien ze minder zelfstandig kunnen functioneren en meer intensieve zorg nodig hebben. Een voorbeeld: de clown doet alsof ze pijn heeft. Bewoonster Agnes vraagt waar de clown pijn heeft, omarmt haar en geeft kusjes. Agnes troost: “Mijn zoetje toch.” En streelt haar zachtjes. Agnes brengt het verzorgende aspect van haar persoonlijkheid aan, ook al heeft ze nu zelf zorg nodig door haar ziekte.

Het tweede proces is ‘actieve getuige’. De clowns werken in duo. Daardoor kunnen bewoners zowel toekijken naar het spelplezier van de clowns als actief elementen aanbrengen. Soms gaat het om heel kleine reacties of ‘micro-expressies’ van bewoners, zoals een open blik. Andere bewoners nemen dan weer een regisseursrol op. Een voorbeeld: de twee clowns zijn kwaad op elkaar. Bewoonster Elza maakt sussende bewegingen en zegt tegen beide clowns dat ze elkaar een zoen moeten geven. Ook al zit Elza eerder in haar eigen wereld door haar dementeringsproces, toch evolueert zij naar een actieve betrokkenheid tijdens het bezoek.

Het derde proces ‘dramatisch spel’ gaat om de speelsheid waarop de clowns een beroep doen. Zij en de bewoners vinden een ‘gemeenschappelijke taal’. Een voorbeeld: Robert zit in zijn rolstoel onder een dekentje. De clowns kruipen mee onder het dekentje, elk aan een kant van de rolstoel. Robert praat over zijn vrouw, ook al is hij een deel van zijn taalvermogen verloren. De clowns herhalen zijn woorden waardoor er een gevoel van gesprek ontstaat, waarbij Robert zijn gevoel kwijt kan. Ook de kracht van ‘projectie’ valt op, zowel op objecten als op de clowns. Zo zijn de koffers van de clowns vaak een aanleiding tot contact. Bewoonster Rita associeert de koffer bijvoorbeeld met haar moeder en reizen.

Voor alle dramatherapeuten die de beelden analyseerden, springt de houding van de clown in het oog. De clown is geen entertainer, maar vertrekt vanuit de behoefte van de bewoner. Het gaat over samen op ontdekking gaan, en ervaren dat elke situatie uniek is. De fantasierijke wereld van de clown en de gedesoriënteerde wereld van de persoon met dementie ontmoeten elkaar. Waarschijnlijk omdat ze het allebei ‘niet weten’. De clown corrigeert niet en doorbreekt sociale en culturele codes.

 

Wat kan de zorg van de clown leren?

image 654

Personen met dementie vergeten, maar doet de samenleving dat ook niet met hen? Volgens het Vlaamse Dementieplan zijn er ongeveer 141.000 personen met dementie in Vlaanderen en Brussel. De prognose is dat dat aantal verdubbelt tegen 2070 (Vlaamse Overheid, 2021). Onderzoekers hebben hét ‘wondergeneesmiddel’ nog niet gevonden.

Wat als de therapeutische clown structureel deel zou uitmaken van het multidisciplinair team in woonzorgcentra? Of wat als de zorg iets van de clownslogica overneemt? Zeker nu mijn onderzoek bevestigt dat therapeutisch clownen wel degelijk therapeutisch is. De clown kan het tegengewicht vormen voor de fysieke zorg, en openheid creëren voor psychische zorg.

Dit onderzoek is tot slot een aanzet om de methodiek verder te onderbouwen. Kennisdeling en opleiding zijn nodig, zodat het werk van therapeutische clowns kwaliteitsvol en volgens een beroepsethiek gebeurt. Want het gaat om zoveel meer dan een rode neus opzetten. Een therapeutische clown gaat speels de wereld van personen met dementie binnen. Het is een serieuze vorm van professionele zorg, waarbij de persoon met dementie de hoofdrol speelt.

 

Bronnen:

Debeuf L., & Dhaenens, L. (2013). DEMENTIE? CLOWNS! Dramatherapeutisch handelen als clown binnen het six-key model [Bachelorproef]. Gent: Arteveldehogeschool Bachelor na Bachelor in de creatieve therapie afstudeerrichting drama.

Ghekiere, E. (2022). Clownen in de ouderenzorg. Wat maakt clownen therapeutisch bij personen met dementie? [Bachelorproef]. Gent: Arteveldehogeschool Bachelor na Bachelor in de creatieve therapie afstudeerrichting drama.

Jones, P. (2007). Drama as Therapy. Theory, practice and research. London: Routledge.

Vlaamse Overheid (2021). Dementieplan 2021-2025. Geraadpleegd op 3 juni 2021 via: https://www.zorg-en-gezondheid.be/nieuw-dementieplan-2021-2025

Fotograaf: jij & ik fotografie

Bibliografie

American Psychiatric Association (2014). DSM-5: handboek voor de classificatie van psychische stoornissen (5e ed.). Amsterdam: Boom.

Armstrong, C., Rozenberg, M., Powell, M., Honce, J., Bronstein, L., Gingras, G., & Han, E. (2016). Psychotherapy, A step toward empirical evidence: Operationalizing and uncovering drama therapy change processes. The Arts in Psychotherapy 49 (2016) 27-33.

Butler, L. (2012). “Everything seemed new”: Clown as Embodied Critical Pedagogy. Theater Topics 22(1), 63-72.

BVCT-ABAT (2020). Definitie. Geraadpleegd op 9 juli 2022 via https://www.bvct-abat.be/vakgroepen/dramatherapie/definitie/

Contactclowns in de Zorg NeuzeNeuze (z.j.). Brochure: Een belevingsgericht zorgmoment voor mensen met dementie. Geraadpleegd op 4 januari 2002 via https://www.contactclownsindezorg.be/werking-voor-bewoners-met-dementie/

Debeuf L., & Dhaenens, L. (2013). DEMENTIE? CLOWNS! Dramatherapeutisch handelen als clown binnen het six-key model [Bachelorproef]. Gent: Arteveldehogeschool Bachelor na Bachelor in de creatieve therapie afstudeerrichting drama.

Demiclowns [website]. (2020). Geraadpleegd op 15 juli 2022 via https://www.demiclowns.be/

Demuynck, J. (2016). Inleiding in de Lacaniaanse psychoanalyse. Leuven: Acco.

Demuynck, J. (2017). De logica van de casus of singulariteit. In J. Demuynck, J., & A. Geldhof (Red.), Creatieve Therapie (pp. 65-70). Leuven: Acco.

Derre, R. (1997). Dementie, wat heeft de psychoanalyse hierover te vertellen? Ieper: Hogeschool Gent, Departement Gezondheidszorg Vesalius: Voordracht voor de Oor-Zaak.

De Witte, M., Orkibi, H., Zarate, H., Karkou, V., Sajnani, N., Malhotra, B., Tin Hung Ho, R; Kaimal, G., Baker, F., & Koch, S. (2021). From Therapeutic Factors to Mechanisms of Change in the Creative Arts Therapies: A Scoping Review. Frontiers in Psychology 12(July 2021), 1-27.

Dunn, J., Balfoura, M., Moylea, W., Cookea, M., Kirsty, M., Crystala, C., & Yena A. (2013). Playfully engaging people living with dementia: searching for Yum Cha moments. International Journal of Play 2(3), 174-186.

Evans, S. (2008). ‘Beyond forgetfulness’: How psychoanalytic ideas can help us to understand the experience of patients with dementia. Psychoanalytic Psychotherapy, 22(3), 155-176.

Expertisecentrum Dementie Vlaanderen [website] (z.j.). Geraadpleegd op 20 juni 2022 via: https://www.dementie.be/

Expertisecentrum Dementie Vlaanderen (2008). Basisinformatie Dementie. Antwerpen: EPO.

Feil, N., & de Klerk-Rubin, V. (2021). Validation. Respectvol omgaan met gedesoriënteerde ouderen. Soest: Boekscout.

Fleming, L. (2021). Themes from literature on drama therapy with people living with Alzheimer’s disease and related dementias. Drama Therapy Review 7(2), 273-286.

Frydman, J., Cook, A., Armstrong, C, Rowe, C., & Kern, C. (2022). The drama therapy core processes: A Delphi study establishing a North American perspective. The Arts in Psychotherapy 80 (2022), 1-11. Geraadpleegd op 18 juni 2022 via https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0197455622000600

Geelen, R. (2010). Praktijkboek dementiezorg. Van Achterdocht tot Zwerfgedrag. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Geldhof, A. (2017). Wat is een gevalstudie? In J. Demuynck & A. Geldhof (Red.), Creatieve Therapie (pp. 71-78). Leuven: Acco.

Hendriks, R. (2012). Tackling Indifference – Clowning, Dementia, and the Articulation of a Sensitive Body. Medical Antropology 31(6), 459-476.

Jaaniste, J. (2011).Dramatherapy and dementia care. In: Lee, H., & T. Adams (Red.), Creative Approaches in Dementia Care (pp. 54-72). Hampshire: Palgrave Macmillan.

Jaaniste, J., Linnelle, S., Ollerton, R., & Slewa-Younan, S. (2014). Drama therapy with older people with dementia—Does it improve quality of life? The Arts in Psychotherapy 43 (2015), 40-48.

Jansen, P. (2019). Dementiewijs de waarheid over dementie. Mijnbestseller.nl.

Johnson, D.R. (1992). The drama therapist in role. In S. Jennings, (Ed.), Drama therapy: Theory and practice, Vol. 2 (pp. 112-136). London: Routledge.

Johnson, D. R. (2013). Development Transformations. Text for practitioners Number two. [Onuitgegeven intern document]. New Haven: Institute for Development Transformations.

Johnson, D. R., & Pitre, R. (2021). Developmental Transformations: Towards the body as presence. In Johnson, D.R., & Emunah, R. (Red.), Current approaches in drama therapy (pp. 123-161) Illinois: Charles C Thomas.

Jones, P. (2007). Drama as Therapy. Theory, practice and research. London: Routledge.

Kontos, P., Miller, K.-L., Michell, G., & Striling-Twist, J. (2016). Presence redefined: The reciprocal nature of engagement between elder-clowns and persons with dementia. Dementia (London), 16(1), 46-66.

Kurstjens, T. (2011). The Clown, from Heart to Heart. Nijmegen: Ton Kurstjens.

Lacan, J. (1974). La troisième. 7ème Congrès De l’École freudienne de Paris, Rome. Geraadpleegd op 1 mei 2020 via http://ecole-lacanienne.net/wp-content/uploads/2016/04/1974-11-01.pdf

Landy, R. (1983). The use of distance in drama therapy. The Arts in Psychotherapy, 10(3), 175-185.

Mulvihill (2021, 14 maart). David Read Johnson Interview – Act Social Master Class [Online video]. Geraadpleegd op 10 juni 2022 via: https://www.youtube.com/watch?v=VZ7unIScgdI

Onthou mens [Website], (z.j.). Geraadpleegd op 23 juni 20222 via https://www.onthoumens.be/

Parkinson, E. (2008). Development transformations with Alzheimer’s patients in a residential care facility. The Arts in Psychotherapy 25(2008), 209-216.

Paecook, L. (2009). Serious play. Modern Clown Performance. Bristol: Intellect Books.

Pendzik, S., & Raviv, A. (2011). Therapeutic clowning and drama therapy: A family resemblance. The Arts in Psychotherapy, 38(4), 267-275.

Sandal, S., & Johnson, D.R. (1987). Waiting at the Gate. Creativity and Hope in the Nursing Home. NY: The Haworth Press.

Smeijsters, H. (2018). Handboek creatieve therapie. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

Steyaert, J. (2016). Dementie: de essentie. Berchem: Uitgeverij EPO.

Stroeken, H. (Red.) (2000). Nieuw psychoanalytisch woordenboek. Amsterdam: Boom.

Team Creatieve Therapie Arteveldehogeschool (z.j.). Visietekst opleiding creatieve therapie. Geraadpleegd op 23 juni 2002 van Canvas: https://studentarteveldehsbe.sharepoint.com/sites/BNBCRT/

Vanassche, L., Persoons, P., & Vandenbulcke, M. (2014) Neurocognitieve stoornissen in de DSM-5: een kritische bespreking. Tijdschrift Psychiatrie, 56 (maart), 211-2016.

Van Broeckhoven, C. (2006). Brein en branie. Een pionier in Alzheimer. Antwerpen/Amsterdam: Houtekiet.

Van Der Heyden, J. (2017). Creatieve Therapie? In Demuynck, J., & Geldhof, A. (Red.), Creatieve Therapie (pp. 51-59). Leuven: Acco. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Van der Straeten, M. (2017). Diagnostiek en dramatherapie vanuit psychoanalytisch perspectief. In Demuynck, J., & A. Geldhof (Red.), Creatieve Therapie (pp. 161-170). Leuven: Acco.

Vanheule, S. (2013). Psychose anders bekeken: over het werk van Jacques Lacan. Leuven: LannooCampus.

Vanoverschelde, L. (1992). Dementie. Een zoektocht vanuit de psychoanalyse naar de diagnose dementie en haar implicaties [Masterproef] Gent: Rijksuniversiteit Gent Postgraduaat Specialisatie Richting: Psychoanalyse in Freudiaans – Lacaniaans Perspectief.

Vlaams Centrum voor Circuskunsten vzw. (2021). Gezegd. Circusmagazine, 18 (67), 50.

Vlaamse Overheid (2021). Dementieplan 2021-2025. Geraadpleegd op 3 juni 2021 via: via: https://www.zorg-en-gezondheid.be/nieuw-dementieplan-2021-2025

World Health Organization, (z.j.). Dementia. Geraadpleegd op 3 juni 2021 via https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/dementia

World Health Organization (2021). Towards a dementia-inclusive society: WHO toolkit for dementia-friendly initiatives (DFIs). Geneva: World Health Organization.

Zorgclowns & compagnie [website] (z.j.) Visie en missie. Geraadpleegd op 4 januari 2002 viahttps://www.zorgclowns.be/missie

 

Gebruikte illustraties en getuigenissen:

Figuur 1 Schilderij “Levensavond”, 2016, en citaat Ellen Van Puyvelde – persoonlijke mail 22 juli 2022.

Figuur 2 Foto man en Lily van jij & ik fotografie - persoonlijke mail 26 juli 2022

& citaat van Danny Ronald, persoonlijke communicatie 21 juli 2022

Figuur 3 Foto P’tita, Lily en dame & Figuur 4 Foto Dame, Lily & Balout - wzc Avondvrede [facebook] geraadpleegd op 10 juli 2022 via https://www.facebook.com/Avondvrede/

& citaat van Evelien Blancquaert, mail 13 juli 2022

Download scriptie (3.02 MB)
Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Melanie Foulon & Marij Berghs
Kernwoorden