Wat hebben #MeToo, de veroordeling van België door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens op 2 mei 2017 en vooral de moord op Julie van Espen met elkaar gemeen? Wel, zij vormden in België een ware katalysator in de strijd tegen seksueel geweld en deden sterke stemmen weerklinken rond de nood tot de hervorming van ons seksueel strafrecht. Met de wet van 21 maart 2022, die op 1 juni 2022 officieel in werking trad, vond die beoogde hervorming eindelijk plaats.
Seksuele autonomie voorop!
De zogenaamde ‘seksuele misdrijven’ verschoven door de hervorming van de titel “Misdaden en wanbedrijven tegen de orde der familie en tegen de openbare zedelijkheid” naar het nieuwe hoofdstuk “Misdrijven tegen de seksuele integriteit, het seksueel zelfbeschikkingsrecht en de goede zeden”. Die verschuiving reflecteert meteen het door de wetgever geproclameerde uitgangspunt van de hervorming: de seksuele autonomie moet centraal staan en niet langer de familiale orde of de eer. De vraag stelt zich echter of de wetgever consistent is geweest. Nam hij de seksuele autonomie als basis voor zowel de hervorming van het seksueel strafrecht in zijn geheel, als voor de concrete bepalingen? Zo niet, zou de hervorming wel eens grandioos zijn doel gemist kunnen hebben…
Om die vraag te kunnen beantwoorden is het in eerste instantie noodzakelijk om het begrip ‘seksuele automie’ te verduidelijken. Dat begrip valt uiteen in een negatief seksueel privacyrecht, waardoor de overheid en derden zich niet mogen mengen in ons seksueel leven, en een positief seksueel ontplooiingsrecht, waardoor we het recht hebben om seksualiteit te beleven zoals, wanneer en met wie we dat zelf willen. Beide rechten zijn echter niet absoluut, en dus zijn bepaalde uitzonderingen mogelijk. Het cruciale concept van de ‘toestemming’ kan beschouwd worden als de operationalisering van de seksuele autonomie. Maar was die seksuele autonomie leidinggevend bij het redigeren van de concrete wetteksten? Of lijken hier en daar andere principes meer doorslaggevend geweest te zijn?
Afwezigheid van toestemming als constitutief bestanddeel
Voor de misdrijven ‘aantasting van de seksuele integriteit’, ‘voyeurisme’, ‘niet-consensuele verspreiding van seksueel getinte inhoud’ en ‘verkrachting’ lijkt de seksuele autonomie inderdaad het maatschappelijk eerbaarheidsgevoel te hebben vervangen als leidinggevend principe. Sinds de hervorming is de afwezigheid van toestemming (de operationalisering van de seksuele autonomie) immers een constitutief bestanddeel van elk van deze misdrijven. Het toetsingscriterium van de ‘redelijke persoon’ bij de aantasting van de seksuele integriteit of van de ‘redelijkheid’ bij voyeurisme vormen daarop de enige beperking. Daardoor zal bijvoorbeeld met de seksuele autonomie van fetisjisten geen rekening worden gehouden.
Rechten en bescherming voor de prostituee
De hervorming van het seksueel strafrecht voorziet in hoofdstuk IIIbis/1 tevens in de criminalisering van misbruik en uitbuiting van prostitutie, en tegelijk in de decriminalisering van de commercialisering van prostitutie. Met dat laatste wil de wetgever personen die op grond van hun seksuele autonomie bewust kiezen voor prostitutie de nodige vrijheid bieden. Zij mogen nu via bepaalde kanalen reclame maken voor hun diensten en kunnen bijvoorbeeld leningen aangaan zonder dat dit de bank strafbaar zou maken. Een belangrijke bedenking hierbij is wel dat de keuze tot prostitutie niet altijd zo vrij is als ze op het eerste gezicht lijkt. De criminalisering van misbruik en uitbuiting bouwt dan weer voort op een gebrek aan toestemming vanwege de prostituee.
Tegelijk: maatschappelijke schandalen vermijden
De misdrijven ‘openbare zedenschennis’ en ‘vervaardigen of verspreiden van inhoud van exteem pornografische of gewelddadige aard’ zijn mijns inziens de twee misdrijven bij uitstek waar de seksuele autonomie niet leidinggevend was. Het feit dat deze gedragingen in een aparte afdeling blijven bestaan, toont aan dat de maatschappelijke eerbaarheid en moraliteit leidinggevend bleven. Het zijn maatschappelijke schandalen die de wetgever wil vermijden. Voor exhibitionisme is het bijvoorbeeld het feit dat anderen, in het openbaar (!), geconfronteerd worden met seksueel gedrag, dat leidt tot strafbaarheid. Het nieuwe misdrijf ‘vervaardigen of verspreiden van inhoud van extreem pornografische of gewelddadige aard’ gaat mijns inziens zelfs regelrecht in tegen het principe van seksuele autonomie. Dat principe impliceert immers net dat iemand uit vrije wil, op geldige wijze kan toestemmen met gedrag dat de eigen seksuele integriteit schendt. Een ‘normaal en redelijk persoon’ die bepaalt hoe mensen seks zouden moeten hebben, miskent de seksuele autonomie volledig. Wat traumatiserend of schadelijk is voor de ene persoon, kan juist het grootste seksuele verlangen voor de andere persoon uitmaken. Als dat gebeurt met wederzijdse toestemming en zonder gevaar voor de gezondheid of voor derden, is een strafbaarstelling dan gerechtvaardigd?
Seksuele autonomie van jongeren
Tot slot zorgde de hervorming ook voor twee bepalingen waarvoor de seksuele autonomie als grondslag een nuance verdient. Zo werd vooreerst de seksuele meerderjarigheid vastgelegd op 16 jaar, zodat het op het eerste gezicht lijkt alsof de wetgever met de seksuele autonomie van minderjarigen rekening heeft willen houden. De voorziene uitzonderingen voor -16-jarigen houden echter onvoldoende rekening met de seksuele realiteit van jongeren. De huidige bewoordingen leiden immers tot het absurde resultaat dat iemand van 14 jaar en 11 maanden geen seks mag hebben met iemand van 18 jaar, hoewel dat een maand voordien wel nog mocht. Het risico op een instrumenteel gebruik van de wettekst door afkeurenden uit de omgeving van de jongeren doet zich dan helaas voor. Ten tweede voert de hervorming ook een rechtvaardigingsgrond in voor 16- tot 18-jarigen die met wederzijdse toestemming aan primaire sexting doen. Zij zullen daardoor niet strafbaar zijn, aangezien sexting deel zou uitmaken van hun seksuele ontplooiing. De rechtvaardigingsgrond geldt evenwel niet voor 14- en 15-jarigen. Dat is vreemd: jongeren van die leeftijd mogen volgens de nieuwe wet (soms) wél seks hebben met elkaar, maar mogen niet (met onderlinge toestemming!) seksueel getinte beelden uitwisselen. Kan de seksuele autonomie dat onderscheid rechtvaardigen?
Op de goede weg
Respect voor de seksuele autonomie lijkt inderdaad een belangrijke ambitie te zijn geweest van de hervorming van het seksueel strafrecht. Mijn onderzoek toont echter aan dat dit principe niet het enige ondersteunende argument was voor de concreet ingevoerde bepalingen. Hoewel het nieuwe seksueel strafrecht ontegensprekelijk een grote verbetering is, had het pad van de seksuele autonomie toch verder bewandeld kunnen worden.
Richtl. EP en Raad 2011/93/EU van 13 december 2011 ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie.
Aanbev.Com.Min.Raad van 30 april 2002 inzake de bescherming van vrouwen tegen geweld, nr. (2002)5.
Europees Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, BS 19 augustus 1955, err., BS 29 juni 1961.
Wet van 21 maart 2022 houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, BS 30 maart 2022.
Wet betreffende de rechten van de patiënt, BS 26 september 2002.
Wet van 4 juli 1989 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het misdrijf verkrachting, BS 18 juli 1989.
Wet van 8 juni 1867 (Strafwetboek), BS 9 juni 1867.
MB 22 december 2020 houdende oprichting van de Commissie tot hervorming van het strafrecht, BS 20 januari 2021.
MB 30 oktober 2015 houdende oprichting van de Commissies tot hervorming van het strafrecht en van het strafprocesrecht, BS 29 december 2015.
Algemene Beleidsnota Justitie, Parl.St. Kamer 2020-21, nr. 55-1580/016.
Wetsontwerp houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, Parl.St. Kamer 2020-21, nr. 55-2141/001.
Adv.RvS 25 mei 2021, nr. 69.204/3, Parl.St. Kamer 2020-21, nr. 55-2141/001.
Amendement nr. 1, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/002.
Amendement nr. 2, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/002.
Amendement nr. 3, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/002.
Amendement nr. 21, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/002.
Amendement nr. 25, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/003
Amendement nr. 26, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/003.
Amendement nr. 29, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/003.
Amendement nr. 30, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/003.
Amendement nr. 33, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/003.
Amendement nr. 56, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/003.
Amendement nr. 59, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/003.
Amendement nr. 62, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/003.
Amendement nr. 63, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/003.
Amendement nr. 79, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/005.
Amendement nr. 81, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/005.
Amendement nr. 82, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/005.
Amendement nr. 84, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/005.
Verslag van de eerste lezing namens de Commissie voor Justitie, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/006.
Amendement nr. 91, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/009.
Amendement nr. 129, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/016.
Amendement nr. 138, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/016.
Verslag van de tweede lezing namens de Commissie voor Justitie, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/017.
Amendement nr. 149, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/019.
Wetsvoorstel tot invoering van een nieuw Strafwetboek – Boek 1 en Boek 2, Parl.St. Kamer 2019, nr. 55-0417/001.
Wetsvoorstel tot invoering van een nieuw Strafwetboek – Boek 1 en Boek 2, Parl.St. Kamer 2018-19, nr. 54-3651/001.
Federaal Regeerakkoord 10 oktober 2014, Parl.St. Kamer 2014-15, nr. 54-0020/001.
Verslag namens de Commissie voor de herziening van de Grondwet, voor de institutionele hervormingen en voor de regeling van conflicten, Parl.St. Kamer 1992-93, nr. 48-997/5.
EHRM 19 januari 2021, nr. 2145/16 en nr. 20607/16, X en Y/Roemenië.
EHRM 14 januari 2020, nr. 41288/15, Beizaras en Levickas/Lithouwen.
EHRM 17 januari 2019, nr. 22457/16, X. e.a./Bulgarije.
EHRM 10 januari 2019, nr. 65286/13 en nr. 57270/14, Khadika Ismayilova/Azerbeidzjan.
EHRM 1 februari 2018, nr. 54227/14, V.C./Italië.
EHRM 2 mei 2017, nr. 61030/08, B.V./België.
EHRM 6 april 2017, nr. 79885, nr. 52471/13 en nr. 52596/13, A.P., Garçon en Nicot/Frankrijk.
EHRM 18 juni 2015, nr. 4233/09, Popa/Roemenië.
EHRM 1 juli 2014, nr. 43835/11, S.A.S./Frankrijk.
EHRM 12 november 2013, nr. 5786/08, Söderman/Zweden.
EHRM 16 december 2010, nr. 25579/05, A, B en C/Ierland.
EHRM 5 maart 2009, nr. 38478/05, Sandra Jankovic/Kroatië.
EHRM 24 mei 2005, nr. 8165/03, Tig/Turkije.
EHRM 17 februari 2005, nr. 42758/98 en nr. 45558/99, K.A. en A.D./België.
EHRM 4 december 2003, nr. 39272/98, M.C./Bulgarije.
EHRM 11 juli 2002, nr. 28957/95, Christine Goodwin/VK.
EHRM 29 april 2002, nr. 2346/02, Pretty/VK.
EHRM 19 februari 1997, nr. 21627/93, nr. 21628/93 en nr. 21974/93, Laskey, Jaggard en Brown/VK.
ECRM 26 maart 1985, nr. 8978/80, X en Y/Nederland.
ECRM 12 juli 1977, nr. 6959/75, Brüggeman en Scheuten/Federale Republiek Duitsland.
Cass. 31 maart 2015, A.R. P.14.0293.N.
Cass. 27 november 2013, A.R. P.13.0714.F.
Cass. 6 februari 2013, A.R. P.12.1650.F, concl. VANDERMEERSCH, D.
Cass. 8 april 2008, A.R. P.08.0137.N.
Cass. 17 oktober 2007, A.R. P.07.0726.F.
Cass. 6 oktober 2004, A.R. P.04.0665.F.
Cass. 7 januari 1997, A.R. P.95.1312.N.
Antwerpen 6 mei 2015, nr. 2014/CO/994, T.Strafr. 2015, 147, noot CAIGNY, T.
Antwerpen 30 april 1986, RW 1986-87, noot VOORHOOF, D.
Luik 30 maart 2004, JLMB 2005, 527-528.
ARCHARD, D., Sexual consent, Boulder, Westview, 1998, 189p.
CHESSER, B., DAVID, N. en ZAHRA, A., Consent, stealthing and desire-based contracting in the criminal law, Milton, Taylor and Francis, 2021, 136p.
DE HERT, P., Artikel 8 EVRM en het Belgisch recht: de bescherming van privacy, gezin, woonst en communicatie, Gent, Mys en Breesch, 1998, 367p.
DE NAUW, A. en DERUCK, F., Inleiding tot het bijzonder strafrecht, Mechelen, Kluwer, 2020, 658p.
DELBROUCK, I., Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting, Brugge, die Keure, 2015, 151p.
DERUYCK, F. en VAN LANDEGHEM, Y., Overzicht van het Belgisch algemeen strafrecht, Brugge, die Keure, 2021, 249p.
DIERICKX, A., Toestemming en strafrecht, Antwerpen, Intersentia, 2006, 561p.
DOCQUIR, B. en POULLET, Y., Le droit de la vie privée, Brussel, Larcier, 2008, 354p.
HENRION, T., La réforme du droit pénal sexuel, Limal, Anthemis, 2022, 108p.
KELK, C. en DE JONG, F., Studieboek materieel strafrecht, Deventer, Kluwer, 2016, 704p.
LÕHMUS, K., Caring Autonomy: European human rights law and the challenge of individualism, Cambridge, Cambridge University Press, 2015, 246p.
MARLIER, G., Familie in het straf- en strafprocesrecht: afbrokkelende hoeksteen van de samenleving, Mechelen, Kluwer, 2018, 904p.
MARSHALL, J., Personal freedom through human rights law?: autonomy, identity and integrity under the European Convention on Human Rights, Leiden, Martinus Nijhoff Publishers, 2009, 244p.
POPOVA, M., Sexual consent, Cambridge, The MIT Press, 2019, 200p.
RAATS, S., Consistente straftoemeting, Antwerpen, Intersentia, 2016, 803p.
RAES, K., Tegen betere wetten in: een ethische kijk op het recht, Gent, Academia, 2003, 211p.
ROZIE, J., VANDERMEERSCH, D. en DE HERDT, J., Naar een nieuw Strafwetboek? Het voorstel van de Commissie tot Hervorming van het Strafrecht, Brugge, die Keure, 2019, 610p.
SCHOUKENS, P., HENDRICKX, K. en TERRYN, E., Rechtswetenschappelijk schrijven, Leuven, Acco, 2017, 143p.
STEVENS, L., Hoe legaal te flirten?: een gids voor vrouwen en mannen over seksueel geweld en #MeToo, Gent, Borgerhoff & Lamberigts, 2019, 183p.
STEVENS, L., Strafrecht en seksualiteit, Antwerpen, Intersentia, 2002, 601p.
THOLE, E., VAN DER JAGT, F. en ROERDINK, H., 50 vragen over privacy, Deventer, Kluwer, 2010, 239p.
VAN DER WIJER, C.D., De burger en de zin van strafrecht, Lelystad, Koninklijke Vermande, 1993, 226p.
VANDE LANOTTE, J., GOEDERTIER, G., HAECK, Y., GOOSSENS, J. en DE PELSMAEKER, T., Belgisch publiekrecht, Brugge, die Keure, 2015, 1625p.
VERPLAETSE, J. en DELMOTTE, C., Basisboek ethiek en rechtsfilosofie, Antwerpen, Maklu, 2015, 243p.
BEYENS, B. en LIEVENS, E., “Niet-consensuele verspreiding van seksuele beelden. Analyse van wetgevende initiatieven in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en België”, NJW 2016, 654-666.
CLAESSEN, J., “Waarom straffen wij eigenlijk”, Ars Aqui 2022, 6-8.
COP, M., “Seksueel strafrecht anno 2021; broodnodige (r)evolutie?”, RW 2021-22, 650.
DE DIJN, H., “Autonomie en zelfbeschikkingsrecht”, Streven: algemeen cultureel tijdschrift 2010, 205-215.
DE WIT, F.A., “Autonomie: een zorgelijk begrip?”, Tijdschrift voor psychiatrie 2012, 393-402.
DIERICKX, A., “Noopt nieuwe seksuele criminaliteit tot nieuwe seksuele misdrijven?”, NC 2017, 207-239.
DIERICKX, A., “De seksuele penetratie en de geldige toestemming in het licht van het misdrijf verkrachting” (noot onder Cass. 17 oktober 2007), NC 2010, 81-84.
DIERICKX, A. “De strafrechtelijke benadering van sadomasochisme. Een commentaar naar aanleiding van het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 17 februari 2005 in de zaak K.A. en A.D./België”, T.Strafr. 2005, 387-404.
EBRAHIM, S., “I’m not sure this is rape, but: an exposition of the stealthing trend”, SAGE open 2019, 1-11.
GBAHABO, D.D. en DUMA, S.E., “’I just became like a log of wood … I was paralyzed all over my body’: women’s lived experiences of tonic immobility following rape”, Heliyon 2021, 1-9.
GIESEKE, A.P., “The new weapon of choice: law’s current inability to properly address deepfake pornography”, Vanderbilt law review 2020, 1479-1515.
GOOREN, J.C.W., “Seksueel grensoverschrijdend gedrag en ontucht. Wiens grens?”, Justitiële verkenningen 2011, 90-104.
GRAUPNER, H., “Sexuality and human rights in Europe”, Journal of homosexuality 2005, 107-139.
HOLVOET, L., HUYS, W., COPPENS, V., SEEUWS, J., GOETHALS, K. en MORRENS, M., “Fifty shades of Belgian Gray: the prevalence of BDSM-related fantasies and activities in the general population”, Journal of sexual medicine 2017, 1152-1159.
LARRALDE, J.-M., “Article 8 de la Convention européenne des droits de l’homme et la protection de l’identité sexuelle”, RTDH 2006, 35-54.
MARX, B.P., FORSYTH, J.P., GALLUP, G.G., FUSE, T. en LEXINGTON, J.M.M, “Tonic immobility as an evolved predator defense: implications for sexual assault survivors”, Clinical psychology 2008, 74-90.
MOLLER, A., SONDERGAARD, H.P. en HELSTROM, L., “Tonic immobility during sexual assault – a common reaction predicting post-traumatic stress disorder and severe depression”, Acta obstetricia et gynecologica Scandinavica 2017, 932-938.
ROYER, S., “Kamer keurt nieuw seksueel strafrecht goed”, Juristenkrant 2022, 1-2.
ROYER, S. en VRIELINK, J., “Extreme porno aan het kruis genageld”, Juristenkrant 2021, 13.
ROZIE, J. en VANDERMEERSCH D., “De aanpak van seksuele delinquentie in het licht van de publieke opinie en de voorstellen van de Commissie tot hervorming van het strafrecht”, RW 2019-20, 483-499.
ROZIE, J. en VANDERMEERSCH, D., “Ontslag van de twee leden van de Commissie tot hervorming van het Strafwetboek”, NC 2018, 522-524.
ROZIE, J. en VANDERMEERSCH, D., “Commission de réforme du Code pénal: les raisons d’une démission”, JT 2018, 679-680.
RUBENFELD, J., “The riddle of rape-by-deception and the myth of sexual autonomy”, The Yale law journal 2013, 1372-1443.
SCHUERMANS, F., “Louter gluren is geen aanranding van de eerbaarheid” (noot onder Corr. Dendermonde 18 juni 2012), T.Strafr. 2012, 478-479.
SPRIET, B. en BOECKXSTAENS, J., “Het nieuwe misdrijf van voyeurisme en een aanpassing van aanranding van de eerbaarheid en verkrachting”, T.Strafr. 2016, 207-223.
STEVENS, L., “Kijken mag, aankomen niet?”, RW 2014-15, 1522.
STEVENS, L., “Over anale verkrachting”, T.Strafr. 2008, 462-463.
STEVENS, L. en HOOGHE, M., “The swing of the pendulum: the detraditionalization of the regulation of sexuality and intimacy in Belgium (1973-2003)”, International journal of the sociology of law 2003, 131-151.
TEN VOORDE, J., “Schade in de virtuele wereld: de casus virtuele grooming”, Netherlands journal of legal philosophy 2017, 177-195.
TEN VOORDE, J., “Strafrechtstheoretische bespiegelingen over afschrikking en generale preventie”, Justitiële Verkenningen 2008, 57-69.
VALENTINER, D.-S., “The human right to sexual autonomy”, German law journal 2021, 703-717.
VAN NESTE, F., “Het zelfbeschikkingsrecht – een kritische studie”, RW 1991-92, 689-699.
VANDER MAELEN, C., “Sexting op de schoolbanken: belangrijke stap, nu moet de wetgever volgen”, Juristenkrant 2021, 16.
VANDROMME, S., “Stealthing is verkrachting”, Juristenkrant 2017, 16.
VANDROMME, S., “Zijn het stiekem filmen van seksuele betrekkingen en andere vormen van voyeurisme strafbaar als aanranding van de eerbaarheid?” (noot onder Cass. 27 november 2013), T.Strafr. 2014, 364-370.
VASSEUR, R., “Filmen onder de rokken. Opnieuw vrijspraak wegens ‘upskirting’” (noot onder Corr. West-Vlaanderen (afd. Veurne) 8 januari 2021), Juristenkrant 2021, 3.
VASSEUR, R., “Fotograferen onder de rok (nog steeds) geen strafbaar voyeurisme” (noot onder Corr. West-Vlaanderen (afd. Brugge) 16 april 2019), Juristenkrant 2019, 1.
VERMEULEN, G., “Een stille seksuele strafrechtsrevolutie. Verrassende realiteitszin inzake seksueel strafrecht in het nieuwe Strafwetboek”, Panopticon 2018, 479-488.
VRIELINK, J. en VAN DYCK, S., “Seksismeverbod in de Strafwet. Baat niet, schaadt wel”, NJW 2015, 834-843.
WARREN, S. en BRANDEIS, L., “The right to privacy”, Harvard Law Review 1890, 193-220.
WATTIER, I., “Le double seuil d’âge au consentement sexuel: un choix de politique pénale”, RDPC 2010, 230-265.
BRANTS, C., “The state and the nation’s bedrooms: the fundamental right of sexual autonomy” in ALLDRIDGE, P. en BRANTS, C. (eds.), Personal autonomy, the private sphere and the criminal law: a comparative study, Londen, Bloomsbury Publishing, 2001, 117-138.
BURGBERGS, M., “How the right to respect for private life and family life, home and correspondence became the nursery in which new rights are born” in BREMS, E. en GERARDS, J., (eds.), Shaping rights in the ECHR: the role of the European court of human rights in determining the scope of human rights, Cambridge, Cambridge University Press, 2013, 315-329.
COLETTE-BASECQZ, N. en BLAISE, N., “Des outrages publics aux bonnes mœurs” in BEERNAERT, M.-A., BLAISE, M., BOSLY, H.D., CESONI, M.L., COLETTE-BASECQZ, N., DE LA SERNA, I., DE VALKENEER, C., DEMARS, S., LAMBERT, J., MAGNIEN, P., MASSET, A., VAIRON, S., VANDERMEERSCH, D. en WATTIER, I., Les infractions. Volume 3 : Les infractions contre l’ordre des familles, la moralité publique et les mineurs, Brussel, Larcier, 2011, 251-297.
COLETTE-BASECQZ, N. en DELHAISE, E. “La prostitution au regard du droit pénal” in GILSON, S. (ed.), Aspects juridiques de la prostitution: droit pénal, droit administratif, droit social et droit fiscal, Limal, Anthemis, 2017, 19-67.
DE HERT, P., “Artikel 8. Recht op privacy” in VANDE LANOTTE, J. en HAECK, Y. (eds.), Handboek EVRM, Deel 2: Artikelsgewijze commentaar, Antwerpen, Intersentia, 2004, 705-788.
DE HERT, P., “Mensenrechten en het liefdevol doodkussen van het liberale denken. Rechtspraak en wetgeving over verkrachting, transseksualiteit en sadomasochisme” in RAES, K. (ed.), Liefde’s onrecht. Het onmogelijke huwelijk tussen liefde en recht, Gent, Mys en Breesch, 1998, 77-111.
DE VRIES, K., “Right to respect for private and family life” in VAN DIJK, P., VAN HOOF, F., VAN RIJN, A. en ZWAAK, L. (eds.), Theory and practice of the European Convention on Human Rights, Antwerpen, Intersentia, 2018, 667-733.
DEBRUYNE, N., “Persoonlijkheidsrechtelijke beschouwingen bij deepfakes” in DE REY, S., VAN DAMME, N. en GLADINEZ, T. (eds.), Grenzen voorbij: Liber Discipulorum Bernard Tilleman, Antwerpen, Intersentia, 2020, 411-440.
DELBROUCK, I., “Aanranding van de eerbaarheid – Het misdrijf” in VANDEPLAS, A. en ARNOU, P. (eds.), Strafrecht en strafvordering: commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 2021, 1-41.
HILL, T. E. Jr., “Kantian autonomy and contemporary ideas of autonomy” in SENSEN, O. (ed.), Kant on Moral Autonomy, Cambridge, Cambridge University Press, 2013, 15-31.
KENNES, L., “Actualités de droit pénal spécial” in GUILLAN, C., KUTY, F., KENNES, L. en NEDERLANDT, O. (eds.), Actualités en droit pénal et exécution des peines, Brussel, Larcier, 2020, 79-126.
KOFFEMAN, N. en VONK, M., “Privéleven: autonomie en menselijke waardigheid, fysieke integriteit, abortus en euthanasie, ivf-behandelingen, informed consent” in GERARDS, J.H., VAN BOCKEL, B., HAECK, Y., LEIJTEN, A.E.M. en MEESE, J. (eds.), Sdu Commentaar EVRM. Deel I: Art. 1 t/m 18 EVRM, Sdu, Den Haag, 2020, 790-838.
LE COZ, P., “The individual self-determination over one’s body. A philosophical and ethical perspective” in FEUILLET, B., ORFALI, K. en SCHAMPS, G. (eds.), Protecting the human body: legal and bioethical perspectives from around the world, Brussel, Bruylant, 2016, 33-50.
LIEVENS, E., “Risico’s voor jongeren op sociale netwerken bekeken vanuit juridisch perspectief” in VALCKE, P., VALGAEREN, J. en LIEVENS, E. (eds.), Sociale media: actuele juridische aspecten, Antwerpen, Intersentia, 2013, 29-66.
MERCKX, D. en DELBROUCK, I., “Verkrachting – het misdrijf” in VANDEPLAS, A. en ARNOU, P. (eds.), Strafrecht en strafvordering: commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 2021, 1-72.
RIBANT, D., “Droit pénal et informatique: la mise à jour est en cours de téléchargement” in DE BONHOME, A., DEMOULIN, F. en DISCEPOLI, F. (eds.), Omiprésence du droit pénal, Limal, Anthemis, 2017, 145-172.
SELLERS, M., “An introduction to the value of autonomy in law” in SELLERS, M. (ed.), Autonomy in the law, Dordrecht, Springer, 2007, 1-9.
SNACKEN, S., “Doelstellingen van de straf – een penologische discussie” in BEYENS, K. en SNACKEN, S. (eds.), Straffen. Een penologisch perspectief, Antwerpen, Maklu, 2017, 33-59.
SNACKEN, S., “Waarom straffen? Wie? Hoe?” in COVA, F., DAEMS, T., GEENS, K., GOEDSEELS, E., JANSSENS, J.-P., MATTIJS, J., MINCKE, C., NAGELS, C., SNACKEN, S. en VANDER BEKEN, T., Justitie 2020. Straffen: Waarom? Hoe?, Antwerpen, Maklu, 2017, 27-49.
STEVENS, L. en DE BOECK, M., “Seks in het strafrecht” in GOETHALS, K., DE BOECK, M., DILLIËN, T., HUYS, W. en NUYTS, A. (eds.), Handboek behandeling van seksueel afwijkend gedrag, Oud-Turnhout, Gompel & Svacina, 2020, 11-37.
STEVENS, L., “Wanneer worden avances in juridisch opzicht transgressies?” in PATTYN, B. en D’HOINE, P. (eds.), Identiteit in Perspectief: Lessen voor de eenentwintigste eeuw, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2019, 75-97.
WATTIER, I., “La norme pénale de majorité sexuelle discutée: des sources formelles aux sources cryptiques du droit” in ADAM, C. en DE FRAENE, D. (eds.), Sexe et normes, Brussel, Bruylant, 2012, 35-57.
WEST, R., “Sex, Law, and Consent” in MILLER, F.G. en WERTHEIMER A. (eds), The ethics of consent: theory and practice, Oxford, Oxford university press, 2010, 221-250.
GUTWIRTH, S. en DE HERT, P., “Seksueel masochisme is een mensenrecht”, De Morgen 3 maart 2009, https://www.demorgen.be/nieuws/seksueel-masochisme-is-een-mensenrecht~b9cbce00/ (consultatie op 13 mei 2022).
MEDIAWIJS EN MEDIARAVEN, Apestaartjaren: De digitale leefwereld van jongeren, Mediaraven, Gent, 2020, https://assets.mediawijs.be/2021-10/apestaartjaren_2020_jongeren_a5_v4.pdf (consultatie op 4 april 2022).
PAELINCK, G., “Parket benadrukt: verschillende dossiers over dickpics na klacht van “Seksuolotte” lopen nog”, VRT NWS 23 maart 2022, https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/03/23/belaging/ (consultatie op 20 mei 2022).