Hoe ervaren Vlaamse mondhygiënisten hun werkomstandigheden?

Sarah
Van Den Berghe

Drie lichtingen, goed voor ongeveer tweehonderdvijftig mondhygiënisten, zijn momenteel aan het werk en maken deel uit van het aanbod mondzorgprofessionals in Vlaanderen. Dit kwalitatief onderzoek rapporteert vanuit de blik van Vlaamse mondhygiënisten en aan de hand van enkele thema’s hun huidige werkomstandigheden.

 

De Vlaamse mondhygiënist: wie, wat, waarom?

De mondhygiënist is een gediplomeerde, paramedische mondzorgprofessional die een preventieve en educatieve rol vervult in de tandheelkunde. De burger zal voornamelijk beroep doen op de mondhygiënist in tandartspraktijken. Die preventieve en educatieve rol betekenen dat zij ingezet worden om de bevolking te informeren over en motiveren tot optimale mondhygiëne. Hierbij staat de patiënt en zijn individuele situatie centraal en ondersteunen mondhygiënisten bij het proces van gedragsverandering. In de praktijken voeren ze onder meer de jaarlijkse controles uit, waarbij poetsinstructies, gebitsreinigingen en radiografische opnames behoren tot de dagdagelijkse handelingen.

In Vlaanderen lijkt dit een nieuw beroep maar weet dat in het merendeel van de wereld men reeds ruime tijd vertrouwd is met de mondhygiënist, of in het Engels “dental hygienist”. In de Verenigde Staten had men reeds de eerste mondhygiënist in 1917. Sinds de jaren ’50 - ’60 zijn er in Canada en Japan mondhygiënisten in de tandheelkundige zorg aanwezig. En tussen de jaren ’60 en ’90 raakte het beroep ook in Europa en andere delen van de wereld wijdverspreid, gaande van Zweden tot Korea en een dertigtal landen daartussen.

België voegt zich relatief laat toe aan dat lijstje met, in respectievelijk 2016 en 2018, de oprichting van de 3-jarige Professionele Bachelor in de Mondzorg en de erkenning van het beroep van mondhygiënist.

Daarbovenop is België één van de weinige landen die ondanks een grote maatschappelijke nood aan preventieve mondzorg hiervoor tot 2018 enkel tandartsen inzette.  De mondhygiënisten zijn daarom een welgekomen en noodzakelijke aanvulling in een snel vergrijzend tandheelkundig mondzorgaanbod.

 

Waarom dit onderzoek?

Met uitzondering van de jaarlijkse ledenbevraging van de Belgische Beroepsvereniging voor Mondhygiënisten (BBM) werd er nog geen onderzoek over de Vlaamse mondhygiënist uitgevoerd of gepubliceerd. Nochtans biedt deze jonge, nieuwe beroepsgroep een uitgelezen kans om van bij de start onderzoek te verrichten en de groep verder op te volgen.

 

Het onderzoek

Het huidig onderzoek verdiept zich in de ervaringen van Vlaamse mondhygiënisten (MHN) omtrent hun werksetting en professionele activiteiten.  

Semigestructureerde één-op-één interviews, aan de hand van zes thema’s met open vragen, werden afgenomen bij een doelgerichte steekproef van veertien Vlaamse mondhygiënisten.

Volgende thema’s kwamen hierbij aan bod: de werksetting & de omgang met risicogroepen (jongeren, personen met beperkingen, kwetsbare ouderen, personen in kansarmoede), de samenwerking met andere zorgprofessionals, de gepercipieerde houding van de patiënt tegenover dit nieuwe beroep, het arbeidsstatuut en het vergoedingsmodel, het takenpakket en het aandeel preventie & voorlichting binnen de job.

Deze thema’s werden opgesteld op basis van overleg tussen de student en beide promotors en de resultaten van de kwantitatieve jaarlijkse ledenbevraging van de Belgische Beroepsvereniging voor Mondhygiënisten (BBM, 2021).

Voor elk interview werd grondig de tijd genomen om de mondhygiënisten open te laten vertellen.  Elk interview duurde tussen vijfenveertig minuten en één uur en dertig minuten, wat resulteerde in een lijvig werk van driehonderd pagina’s per verbatim getranscribeerde audio. Al deze woord per woord uitgeschreven interviews werden gecodeerd en geanalyseerd volgens de zes stappen van de thematische analyse van Braun & Clarke (2006). Bij de codering werd onderzoekerstriangulatie toegepast. Dit betekent dat de student en de promotors los van elkaar interviews codeerden. Vervolgens werden op regelmatige tijdstippen coderingen en interpretaties gedeeld en met kritische blik in onderlinge overeenstemming conclusies genomen.

 

Hoe ervaren mondhygiënisten hun beroep?

Werkervaring

De werksetting en samenwerking met collega’s worden als zeer positief ervaren. Daartegenover uiten ze dat het beroep nog onvoldoende gekend is bij de burger en dat ze relatief weinig omgang hebben met risicogroepen.

De geïnterviewden geven aan hun job graag te doen maar de meerderheid vindt deze toch fysiek en mentaal belastend. Daarnaast mist men autonomie en variatie in het takenpakket. Er heerst ook twijfel als wordt gevraagd naar de toekomst als mondhygiënist. Als oplossing zien sommigen zich te kiezen voor een ander beroep, een andere zorgsetting of extra studies. Bij de keuze voor andere settings blijven ze vaak mondhygiënist maar in een praktijk met specifieke specialisatie of een woonzorgcentrum.

Wettelijk kader

Momenteel werken de meeste mondhygiënisten in loondienst maar een groot deel verkiest toch een zelfstandig statuut. Ze zijn tevreden met de preventieve focus van de wettelijk toegestane handelingen maar zien in de toekomst graag enkele zaken aan hun takenpakket toegevoegd.

Morele stress

Binnen de behandelde thema’s wordt door alle deelnemers morele stress ervaren. Morele stress is het wrange gevoel dat medewerkers ervaren wanneer zij niet kunnen handelen volgens hun waarden en hun visie op wat voor hen het ‘goede doen’ betekent in hun job (Welkom, Morele stress, 2020).  Hierbij weegt het ontbreken van een wettelijk kader en onzekerheid door als grootste stressoren. Concreet verwijst men naar het ontbreken van RIZIV-nummers en nomenclatuurcodes. 

 

Wat hebben we hieruit geleerd?

Dit onderzoek moet gezien worden als een eerste verkennend kwalitatief onderzoek. Er werd daarom gekozen voor een breed aantal thema’s. Dit onderzoek bracht controversiële resultaten en diverse subthema’s aan het licht maar er bleek onvoldoende tijd om op elk van de gekozen thema’s even diep in te gaan. Vervolgonderzoek met grotere steekproeven is dan ook aangewezen om bepaalde bevindingen verder uit te diepen en meer consistente resultaten te bekomen. Uit analyses blijkt namelijk dat antwoorden vaak uiteenlopend zijn en soms tegenstrijdig. Dit maakt dit soort onderzoek ontzettend boeiend maar éénduidige besluitvorming lastiger.

Toch kunnen deze bevindingen niet zomaar genegeerd worden. Er dienen acties te gebeuren in samenwerking met betrokken relevante partijen, zoals de beroepsverenigingen en de overheid, om deze beroepsgroep structureel meer zekerheid te bieden, bijvoorbeeld op vlak van autonomie.

Bibliografie

Download scriptie (6.95 MB)
Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Prof. Dr. Luc De Visschere en mevr. Doris Voortmans
Thema('s)