Inzicht verwerven in het emotioneel welzijn van jongeren op internaat, een ontwerponderzoek.

Nathalie Biesemans
Persbericht

Inzicht verwerven in het emotioneel welzijn van jongeren op internaat, een ontwerponderzoek.

Inleiding

Internaten bieden veel meer dan enkel onderdak en studiebegeleiding: ondersteuning op vlak van emotioneel welzijn is tevens een essentiële taak voor de opvoeders. Geleidelijk aan is het emotioneel welzijn een steeds actueler thema geworden. Het leven van een adolescent is dan ook niet eenvoudig, denk maar aan de druk die jongeren ervaren op schoolgebied of de onzekerheid door een pandemie. Daarnaast ervaren adolescenten heel wat emoties, zowel positieve als negatieve. Voor een adolescent is het niet eenvoudig om deze gevoelens te kunnen benoemen of uit te spreken. In een internaat zijn heel wat internen aanwezig, waardoor de opvoeders niet de kans krijgen om van elke interne het emotioneel welzijn van dichtbij op te volgen. Wanneer ze alleen blijven zitten met moeilijke gevoelens kan dit een negatief effect hebben op hun emotioneel welzijn. Dit wil men natuurlijk voorkomen. Hierdoor is mijn praktijkonderzoek tot stand gekomen, dat gericht is op het aanbieden van handvaten voor de internen om te spreken met de opvoeders over hun emotioneel welzijn. Aangezien de internen veel tijd doorbrengen op het internaat, is het van belang dat de opvoeders een goed inzicht verkrijgen in hoe de internen zich voelen. Zo zal er een gerichtere ondersteuning kunnen plaatsvinden op het vlak van emotioneel welzijn én leren de adolescenten spreken over moeilijke gevoelens.

Toelichting

Het onderzoek richtte zich op een instrument dat meer inzicht kan bieden in het emotioneel welzijn van de internen van 12 tot 16 jaar, uitgevoerd in het internaat waar mijn afstudeerstage plaatsvond.  Het doel was om de opvoeders van het internaat een laagdrempelig instrument te bieden waardoor de internen kunnen aangeven dat ze over een thema, met betrekking tot het emotioneel welzijn, willen praten. Hierdoor zal er meer gericht geanticipeerd kunnen worden op heersende problematieken en is een preventieve aanpak mogelijk. Mijn afstudeerstage vond plaats binnen een meisjesgroep, maar het onderzoek biedt wel een basis om aan de hand van verder onderzoek het instrument bij andere doelgroepen te kunnen gebruiken.  

Methode

Het onderzoek is van start gegaan met een literatuurstudie omtrent emotioneel welzijn. Vervolgens is er data verzameld door het afnemen van vragenlijsten aan de betrokken internen en opvoeders, maar ook aan opvoeders van andere internaten. Deze methoden hadden als doel een antwoord te verkrijgen op welke ondersteuningsnoden er zijn en wat een efficiënte manier is om meer inzicht te verkrijgen in emotioneel welzijn. Tot slot kon het instrument uitgewerkt, geïmplementeerd en bijgestuurd worden.

Enkele resultaten

De internen gaven aan dat ze voornamelijk moeilijkheden ondervonden bij het verwoorden van hun gevoelens, wat hen kan weerhouden om te praten tegen de opvoeders over hun emotioneel welzijn. Weten op welk moment dat ze er best over spreken, vond een groot deel respondenten ook moeilijk.

Ondersteuningsnoden bij het spreken over emotioneel welzijn die voorkwamen in de literatuur, werden ook bij de internen afgetoetst. Hierbij werd duidelijk dat ze voornamelijk nood hebben aan vertrouwen en begrip, samen met regie en een empathische gesprekspartner. Privacy speelt ook een rol.

Daarnaast werd er ook gekeken naar welke problemen zich kunnen voordoen op het gebied van emotioneel welzijn bij de doelgroep. In de literatuur ziet men dat meisjes voornamelijk te maken krijgen met internaliserende problemen, zoals angsten en depressieve gevoelens. Dit werd bevestigd bij de doelgroep, zo werd elke opvoeder wel al eens aangesproken over angstgevoelens, depressieve gevoelens, psychosomatische klachten en rouw. Verder werden er nog vele andere thema’s aangegeven, die ook verwerkt zijn in het onderzoek.

Conclusie

“Welk instrument kunnen opvoeders aan hun internen aanbieden opdat ze meer inzicht verkrijgen in het emotioneel welzijn van meisjes van 12 tot 16 jaar?"

Het instrument moet voldoen aan de voornaamste ondersteuningsnoden regie en privacy, en dit door een toegankelijke opvoeder die een vertrouwensband creëert. Daarnaast moet het instrument zorgen voor meer gesprekken over emotioneel welzijn. Het instrument moet bestaan uit losse pictogrammen met thema’s, zodat internen de regie zelf in handen kunnen nemen. De internen moeten de keuze krijgen tussen een pictogram persoonlijk afgeven aan de opvoeders of het op een afgesproken plaats leggen. Deze plaats moet ook de privacy beschermen. De thema’s moeten helpen bij het verwoorden van moeilijke gevoelens en een leeg kaartje indien de zender aangeeft niet te weten wat er is, maar gewoon wil praten. Aangezien de opvoeders beschikken over te weinig tijd (onder andere door het tekort aan personeel), moet het instrument gericht inzicht leveren, wanneer het instrument gebruikt wordt weten de opvoeders meteen wie wil praten. De thema’s moeten aangepast zijn naar leeftijd, indien het instrument ook in andere groepen gebruikt wordt.

Het instrument

Het instrument dat tot stand is gekomen is een pictogrammen-instrument, namelijk ‘De praatkaarten’. De pictogrammen bestaan uit thema’s met betrekking tot het emotioneel welzijn en een uitleg wat dat thema onder andere kan betekenen. Dit helpt hen bij het verwoorden van moeilijke gevoelens. De thema’s bestaan uit welke zijn opgegeven door de internen en opvoeders, zodat ze aansluiten. Een neutrale kaart biedt een oplossing als ze hun gevoelens niet kunnen omschrijven of als het er niet tussen zou staan. Om hen regie te geven kunnen ze kiezen tussen het pictogram persoonlijk afgeven of het op een afgesproken plaats leggen, namelijk een brievenbus. Een discrete plaats, een slot en een wasknijper met hun kamernummer zorgt voor privacy. Het instrument kan ook gebruikt worden als een ondersteuning tijdens een gesprek. 

Praatkaarten

Ik wil graag nog meegeven dat het emotioneel welzijn van elke jongere een zeer individuele aanpak vraagt. Hierdoor zal dit instrument nooit voor elke interne ‘de oplossing’ zijn om meer inzicht te verkrijgen. Toch is het belangrijk om steeds te blijven zoeken naar manieren hoe we als opvoeder jongeren kunnen ondersteunen bij hun emotioneel welzijn, want elk klein verschil kan een grote betekenis hebben op hun verdere ontwikkeling.

    Praatkaarten Praatkaarten
 

Bibliografie

Bohlmeijer, E., Bolier, L., Steeneveld, M., Westerhof, G., & Walburg, J. A. (2013). Welbevinden: van bijzaak naar hoofdzaak? Over de betekenis van de positieve psychologie. Uitgeverij Boom.

Braet, C., & Berking, M. (2019). Emotieregulatie-training bij kinderen en adolescenten. Bohn Stafleu van Loghum.

Brain & Development Onderzoekscentrum. (z.d.). Emoties. Kijk in je brein. Geraadpleegd 16 december 2021, https://kijkinjebrein.nl/onderwerpen/emoties/

Callens, M., & Verlet, D. (2010). De contente Vlaming Algemene levenstevredenheid bij de doorsneebevolking in Vlaanderen. De kwaliteit van het leven, een mozaïek van het dagelijks leven, 35.

Coenen, E. (2015). Facts and Figures: Levenstevredenheid bij Vlaamse jongeren. Geraadpleegd via Jeugdonderzoeksplatform, https://www.jeugdonderzoeksplatform.be/nl/publicaties/type/facts- figures/P20

Cohen de Lara Kroon, N., van Efferen-Wiersma, E. S., Kohnstamm, R., Goossens, L., Kouwenhoven, K., & Van der Molen, H. T. (2010). Psychosociale problemen. Bohn Stafleu van Loghum.

Crone, E. (2020). Het puberende brein: Over de ontwikkeling van de hersenen in de unieke periode van de adolescentie. Prometheus Amsterdam.

Diener, E. (1984). Subjective well-being. Psychological Bul- letin, 95, 542-575.

Diener, E., Emmons, R. A., Larsen, R. J., & Griffin, S. (1985). The Satisfaction With Life Scale. Journal of Personality Assessment, 49, 71-75.

Image removed.

34

Herrebosch, N. (2021). Levenstevredenheid meten, Geluk weten? De geschiktheid van levenstevredenheidenquêtes voor het meten van geluk [Masterproef]. Universiteit Gent – Faculteit Letteren en Wijsbegeerte.

Jacobs, G. (2008). Rationeel-emotieve therapie: Een praktische gids voor hulpverleners. Bohn Stafleu van Loghum.

Kindsheid Jesu. (z.d.).INTERNAAT. KJHasselt. Geraadpleegd 8 oktober 2021, https://www.kjhasselt.be/internaat

Kuesten, C., Chopra, P., Bi, J., & Meiselman, H. L. (2014). A global study using PANAS (PA and NA) scales to measure consumer emotions associated with aromas of phytonutrient supplements. Food Quality and Preference, 33, 86-97.

Kuiper, E., & Bannink, F. (2012). Veerkracht: Bevorderen van veerkracht in de jeugdhulpverlening. Kind & Adolescent Praktijk, 11(3), 134-139.

Meijer, S., Schoemaker, C., & Zwaanswijk, M. (2008). Spelen met gezondheid: Leefstijl en psychische gezondheid van de Nederlandse jeugd (270232001). Geraadpleegd via RIVM,https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/270232001.pdf

Mulder, P. (2021, 27 augustus). Emotiewiel van Robert Plutchik. Geraadpleegd 9 februari 2022,https://www.toolshero.nl/psychologie/emotiewiel-robert-plutchik/

Nicolai, N. (2018). Emotieregulatie als basis van het menselijk bestaan: De kunst van het evenwicht. Bohn Stafleu van Loghum.

Remmerswaal, J. (2015). Begeleiden van groepen: Groepsdynamica in de praktijk. Bohn Stafleu van Loghum.

Van der Donk, C., & van Lanen, B. (2019). Praktijkonderzoek in zorg en welzijn. Uitgeverij Coutinho.

Image removed. Image removed.Image removed.

35

Zijlstra, E., de Boer, A., & Sijp, A. (2019). Wat helpt leerlingen met internaliserende problemen op school? Kind & Adolescent Praktijk, 18(4), 24-30.

Universiteit of Hogeschool
Professionele Bachelor Orthopedagogie
Publicatiejaar
2022
Promotor(en)
UCLL
Kernwoorden
Share this on: