Leerkrachten Nederlands horen niet langer alle tussentaal in de gesproken taal van hun leerlingen
Leerkrachten Nederlands in de derde graad van het aso horen niet meer alle tussentaaltaalfouten die hun leerlingen maken. Nochtans verwachten beleidsmakers dat leerkrachten Nederlands ‘de wachters van de standaardtaal’ zijn en dus dat ze onze leerlingen ook de gesproken standaardtaal bijbrengen. Hoe kunnen onze leerkrachten Nederlands dat doen als ze zelf niet meer alle tussentaal horen?
Wat is tussentaal?
Tussentaal is de taalkundige term voor elke taalvorm die zich tussen de twee uitersten standaardtaal en dialect bevindt. Tussentaal is dus een combinatie van dialectische en standaardtalige elementen. Naargelang de spreker en de context zal de tussentaal net iets meer dialectische of net iets meer standaardtalige elementen bevatten. Hierdoor is tussentaal een moeilijk af te bakenen begrip. Des temeer omdat de dialectische elementen ook nog eens verschillen van regio tot regio.
Er zijn echter enkele dialectkenmerken die voorkomen in het tussentaalgebruik van de meerderheid van de Vlamingen. Die kenmerken noemen we de tertiaire dialectkenmerken. Twee voorbeelden hiervan zijn het gebruik van de woordjes ‘ge’ en ‘gij’. Het speciale aan deze kenmerken is dat we niet altijd doorhebben dat we ze nog gebruiken wanneer we standaardtaal proberen te spreken. We gebruiken ze onbewust en doordat we ze onbewust gebruiken, horen we ze ook vaak niet bij anderen. Het zijn dus net die kenmerken die leerlingen vaak zullen gebruiken wanneer ze standaardtaal proberen te spreken en dus ook net die kenmerken waar de leerkracht Nederlands extra aandacht aan moet besteden.
Standaardtaal in het Vlaamse onderwijs
Vanuit het onderwijsbeleid van de Vlaamse regering wordt er van leerkrachten Nederlands verwacht dat ze hun leerlingen zowel de gesproken als de geschreven standaardtaal bijbrengen. Een goede beheersing van de standaardtaal is volgens de Vlaamse regering namelijk de sleutel voor sociale mobiliteit en gelijkheid. De Peiling Nederlands, een Vlaanderenbreed onderzoek dat door de overheid in 2011 uitgevoerd werd bij leerlingen in de derde graad, lijkt ook te bevestigen dat onze leerlingen gesproken en geschreven standaardtaal beheersen.
Hier zit echter een addertje onder het gras. Tijdens dat onderzoek was het de leerkracht Nederlands die de eigen leerlingen evalueerde op correct gesproken Standaardnederlands en niet de onafhankelijke waarnemer. Daarnaast wees onderzoek van taalkundigen ook al op het feit dat ook leerkrachten Nederlands soms nog tussentaal spreken wanneer ze overschakelen naar standaardtaal. U kan het al raden. Als ze tussentaal spreken, maken ze gebruik van tertiaire dialectkenmerken. We kunnen ons dan ook de volgende vraag stellen: Als leerkrachten zelf niet doorhebben dat ze tussentaal spreken, kunnen ze dan wel alle tussentaal horen in het taalgebruik van hun leerlingen? Indien dit niet zo zou zijn, plaatst dit immers het hele taalbeleid van de Vlaamse overheid op losse schroeven.
Methodologie
Om te testen of leerkrachten alle tussentaalkenmerken horen bij hun leerlingen wanneer die standaardtaal moeten spreken, werd er gebruikgemaakt van twee audiofragmenten. In beide audiofragmenten kwamen in totaal zes verschillende tertiaire dialectkenmerken tweemaal voor. Ieder audiofragment bevatte dus twaalf fouten tegen de standaardtaal. De fouten waren ofwel grammaticaal, morfologisch of fonetisch van aard. Om de situatie realistisch te houden voor de leerkrachten, werd aan hen verteld dat ze het taalgebruik moesten evalueren als deel van een spreekopdracht. De audiofragmenten werden gevolgd door een korte enquête waarin aan de leerkracht gevraagd werd welke talige elementen niet standaardtalig waren en welke fouten tegen de standaardtaal ze het ergst vonden.
De audiofragmenten en de enquête werden naar 47 Katholieke aso-scholen in Oost-Vlaanderen gestuurd met de vraag om deel te nemen aan het onderzoek. Ook via sociale media werden respondenten verzameld.
Resultaten
Na het afsluiten van de dataverzameling waren er in totaal slechts zestien bruikbare antwoorden. Hierdoor moeten we voorzichtig omspringen met de resultaten van dit onderzoek, aangezien ze niet representatief zijn voor de hele leerkrachtenpopulatie van Oost-Vlaanderen. De resultaten kunnen echter wel een mogelijke tendens blootleggen die verder onderzocht kan worden.
Uit de analyse van de antwoorden kwamen drie belangrijke zaken naar boven. Ten eerste kon slechts een van de zestien leerkrachten alle fouten tegen de standaardtaal benoemen. Geen enkele leerkracht kon alle fouten benoemen in beide fragmenten ook al waren er exact evenveel en exact dezelfde fouten aanwezig in beide fragmenten. De grammaticale fouten werden het vaakst opgemerkt. Daarna kwamen de morfologische fouten en slechts eenmaal werden de fonetische fouten vermeld. Een tweede belangrijk resultaat was dat in het tweede audiofragment consequent minder fouten aangehaald door de leerkrachten dan in het eerste audiofragment.
Ten slotte merkten leerkrachten andere fouten op in de beide audiofragmenten. Het gebruik van ‘ge’ werd door eenzelfde leerkracht bijvoorbeeld wel aangeduid in audiofragment 1, maar niet in audiofragment 2.
Gevolgen voor het onderwijs: gevaar voor inconsequente evaluaties
De resultaten lijken dus aan te tonen dat leerkrachten niet in staat zijn om hun leerlingen consequent te evalueren. Leerkrachten onderling zijn niet consequent in de fouten die ze aanduiden en eenzelfde leerkracht benoemt niet consequent dezelfde fouten bij verschillende evaluaties. Nochtans is consequent evalueren een noodzakelijk voorwaarde om objectief leerlingen te evalueren en hun prestaties te kunnen vergelijken. Het is immers niet eerlijk dat de eerste leerling die aan een spreekopdracht begint minder punten voor spreekvaardigheid krijgt dan de tweede leerling die exact dezelfde taalfouten maakt. Daarbovenop maakt een inconsequente evaluatie tussen leerkrachten onderling het moeilijk om af te toetsen of leerlingen wel hetzelfde niveau halen voor Nederlands zoals de overheid verwacht.
Reflectie
De resultaten van dit onderzoek plaatsen beleidsmakers voor interessante uitdagingen. Beleidsmakers worden nu geconfronteerd met het feit dat hun beleid niet exact uitgevoerd wordt in de klassen en dus bepaalde doelen niet helemaal behaald worden. Hierbij kunnen we ons dan ook de vraag stelen of deze doelen niet achterhaald zijn en wel nog voldoen aan de verwachtingen van de maatschappij.
Ten slotte vermeld ik graag nog dat gesproken taal evalueren een complex gegeven blijft waar altijd fouten gemaakt kunnen worden. Gesproken taal is vluchtig, tijdelijk en spontaan. Hierdoor zullen leerlingen en leerkrachten altijd wel fouten blijven maken en dat is goed. Want uit fouten leren we het meest.
Adviescommissie Taalvariatie. (2019). Visie op taalvariatie en taalvariatiebeleid. Retrieved from: https://taalunie.org/publicaties/88/visie-op-taalvariatie-en-taalvariat….
Couttenier, P. (1998). Literatuur en Vlaamse Beweging. tot 1914. Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Tielt: Lannoo. Retrieved from: Google Scholar
Crevits, H. (2014). Beleidsnota 2014-2019 Onderwijs. Retrieved from https://publicaties.vlaanderen.be/.
Dataloep. (2020-07-08). Leerlingenaantallen DEMO. Retrieved February 15, 2022 from https://dataloep-publiek.vlaanderen.be/.
Davidsfonds vzw. (z.d.). Over Davidsfonds. Retrieved May 15, 2022 from https://www.davidsfonds.be/.
De Caluwe, J. (2002). Tien stellingen over functie en status van tussentaal in Vlaanderen. In J. De Caluwe et al. (Red.), Taalvariatie en taalbeleid: bijdragen aan het taalbeleid in Nederland en Vlaanderen (pp. 57-67). Gent: Garant. Retrieved from https://biblio.ugent.be.
De Caluwe, J. (2008). Zich stabiliserende grammaticale kenmerken in Vlaamse tussentaal. Taal & Tongval, 60, 26-50. Retrieved from: https://www.aup.nl/journal-downloads/taal-en-tongval/jrg_2008_vol_60_-_…
De Caluwe, J. (2009). Tussentaal wordt omgangstaal in Vlaanderen. Nederlandse Taalkunde, 14(1), 8–25. Retrieved from https://biblio.ugent.be.
De Caluwe, J., et al. (2013). Tussentaal: over de talige ruimte tussen dialect en standaardtaal in Vlaanderen: inleiding. In J. De Caluwe et al. (Eds.), Tussentaal : over de talige ruimte tussen dialect en standaardtaal in Vlaanderen (pp. 3-12). Gent: Academia Press. Retrieved from: https://biblio.ugent.be.
De Caluwe, J. (2017). Van AN naar BN, NN, SN… Het Nederlands als pluricentristische taal. In G. De Sutter (Red.), De vele gezichten van het Nederlands. Een inleiding tot de variatietaalkunde (pp. 121-141). Leuven: Acco.
De Caluwe, J. (2018). Policy, practice and perceptions of internal language variation in secondary schools: a case study of Dutch in Belgium. In M. Dannerer & P. Mauser (Eds.), Formen der Mehrsprachigkeit : Sprachen und Varietäten in sekundären und tertiären Bildungskontexten (pp.87-104). Tübingen: Stauffenburg. Retrieved from: https://biblio.ugent.be.
De Cort, G. (2010). Taalattitudes van Nederlandstalige en anderstalige kinderen in Vlaanderen. Retrieved from: https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/924/RUG01-001457924_2011_0001_AC.pdf
De Decker, B. & Vandekerckhove, R. (2012). Stabilizing features in substandard Flemish: the chat language of Flemish teenagers as a test case. Zeitschrift für Dialektologie und Linguistik, 129-148. Retrieved from: Google Scholar
Delarue, S. (2011). Standaardtaal of tussentaal op school? De paradoxale dubbele kloof tussen taalbeleid en taalgebruik. Belgische Kring voor Linguïstiek, 6, 1-20. Retrieved from https://biblio.ugent.be
Delarue, S. (2014). Contrasterende (standaard)taalideologieën bij Vlaamse leerkrachten: een Gentse casestudy. Handelingen: Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij Voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 67, 219-248. Retrieved from https://biblio.ugent.be.
Delarue, S & Ghyselen, A. (2015). Handhavers van de norm' of 'taalamateurs': spreken leerkrachten beter Nederlands dan andere hoogopgeleiden? Onze Taal, 54, 103-105. Retrieved from: https://biblio.ugent.be.
Delarue,S. (2016). Bridging the policy-practice gap: How Flemish teachers’ standard language perceptions navigate between monovarietal policy and multivarietal practice, pp. 207-236. Retrieved from https://biblio.ugent.be
Delarue, S & Lybaert, C. (2017). Stereotypen en attitudes in een pluricentrisch taalgebied, het geval van Belgisch Nederlands. In G, Stickel (Ed)., et al. (2017). Stereotypes and linguistic prejudice in Europe (pp. 175-186). Budapest: Hungarian Academy of Sciences. Research Institute for Linguistics. Retrieved from https://biblio.ugent.be.
De Ridder, F. (2007). Vlaamse tussentaal op televisie: een analyse van het fictieve reportageprogramma ‘In de gloria’. Retrieved from: Google Scholar
De Rudder, J. (2021). Normgevoeligheid inzake gesproken Nederlands in het secundair onderwijs.
De Schryver, J. (2012). Het einde van de tussentaal en de Vlaamse standaardtaaldiscussie. In J. Jaspers, K. Absillis & S. Van Hoof (red.), De Manke Usurpator (pp.141-166). Antwerpen: UA. Retrieved from: Google Scholar.
De Schryver, J. (s.d.) Doe normaal en denk gemengd, ook over taalnormen. Retrieved from: Google Scholar
De Wever, B. (2005). Vierduizend pagina’s Vlaamse beweging. In L. Brake & M. Demoor (Eds.), Reference works in the 21st century (pp. 13–18). Brussels, Belgium. Retrieved from: Google Scholar
Fazio, R. H. (1986). How do attitudes guide behavior. Handbook of motivation and cognition: Foundations of social behavior, 1, 204-243. Retrieved from: Google Scholar
FONS. (s.d.). Wie is Fons? Retrieved February 26, 2022 from https://tijdschriftfons.
Geeraerts, D. (2001). Een zondagspak? Het Nederlands in Vlaanderen: gedrag, beleid, attitudes. Ons Erfdeel, 44, 337-344. Retrieved from http://wwwling.arts.kuleuven.be/qlvl/PDFPublications
Geeraerts, D. (2017). Het kegelspel der taal. De naoorlogse evolutie van de Standaardnederlandsen. In G. De Sutter (Red.), De vele gezichten van het Nederlands. Een inleiding tot de variatietaalkunde (pp. 100-120). Leuven: Acco.
Grondelaers, S & Lybaert, C. (2017). Bepaalt wat we denken en voelen in taal ook wat we doen in taal? Percepties, attitudes, evaluaties en hun omkaderende ideologieën in het Belgisch Nederlands. In G. De Sutter (Red.), De vele gezichten van het Nederlands. Een inleiding tot de variatietaalkunde (pp. 163-181). Leuven: Acco.
Ghyselen, A. (2015). ‘Stabilisering’ van tussentaal? Het taalrepertorium in de Westhoek als casus. Taal en Tongval, 67 (1), 42-95.
Ghyselen, A. (2017). Een geval apart? De Vlaamse taalsituatie vanuit Europees perspectief. In G. De Sutter (Red.), De vele gezichten van het Nederlands. Een inleiding tot de variatietaalkunde (pp. 210-228). Leuven: Acco.
Haeseryn, W. (2017). Wat goed is maken we samen uit. Over normen, taalnormen en (taal)variatie. In G. De Sutter (Red.), De vele gezichten van het Nederlands. Een inleiding tot de variatietaalkunde (pp. 33-58). Leuven: Acco.
Hendrickx, R. (17.07.1998). Taalcharter. Retrieved Februay 9, 2021, from https://vrttaal.net/taalbeleid/taalcharter-1998
Hendrickx, R. (11.09.2012). Taalcharter. Retrieved March 15, 2022, from https://vrttaal.net/taalbeleid/taalcharter.
Jaspers, J. (2001). Het Vlaamse stigma. Over tussentaal en normativiteit. Taal & Tongval, 53, 129-153. Retrieved from: Google Scholar
Jaspers, J. (2007). Algemeen Nederlands in interactie op een stedelijke school. In S. Dominiek et al. (Red.) Tussen taal, spelling en onderwijs: essays bij het emeritaat van Frans Daems (pp. 59-69). Gent: Academie Press. Retrieved from: Google Scholar
Katholiek Onderwijs Vlaanderen. (2019). LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. Nederlands 1ste graad A-stroom. Retrieved from: http://ond.vvkso-ict.com/lele/leerplannen.asp.
Katholiek Onderwijs Vlaanderen. (2021). LEERPLAN. Nederlands VB 2de graad D-finaliteit II-NedVB-d. Retrieved from: http://ond.vvkso-ict.com/lele/leerplannen.asp.
Katholiek Onderwijs Vlaanderen. (s.d.). Instellingenzoeker. Retrieved February 20, 2022 from: https://bestellen.katholiekonderwijs.vlaanderen/.
Lybaert, C & Delarue, S. (2017). ‘k Spreek ekik ver altijd zo. Over de opmars van tussentaal in Vlaanderen. In G. De Sutter (Red.), De vele gezichten van het Nederlands. Een inleiding tot de variatietaalkunde (pp. 142-162). Leuven: Acco.
Lybaert, C. (2018). DE JEUGD VAN TEGENWOORDIG? DOET ZE WEL GENOEG HAAR BEST? Over Standaardnederlands spreken en de inspanningen die het vraagt. In T. Colleman et al. (Eds), woorden om te bewaren: huldeboek voor Jacques van Keymeulen (pp.651-661). Gent: Skribis. Retrieved from https://lib.ugent.be.
Marynissen, A. (2017). De lange weg naar een Nederlandse standaardtaal. Een beknopte geschiedenis van de standaardisering van het Nederlands. In G. De Sutter (Red.), De vele gezichten van het Nederlands. Een inleiding tot de variatietaalkunde (pp. 60-79). Leuven: Acco.
Onderwijskiezer. (2022). Scholenzoeker Secundair Onderwijs. Retrieved February 20, 2022 from: https://www.onderwijskiezer.be/.
Peiling. (2011). Peiling Nederlands in de derde graad algemeen, technisch en kunstsecundair onderwijs. Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Retrieved from: https://www.vlaanderen.be/publicaties/peiling-nederlands-in-de-derde-gr….
Prieels, L. (2013). Standaardtaal of tussentaal op televisie: Een onderzoek naar het taalgebruik van presentatoren in tv-magazines. Retrieved from; https://libstore.ugent.be.
Proesmans, M. (2015). Een attitudeonderzoek bij scholieren uit Tongeren en omgeving naar hun houding tegenover het Standaardnederlands, de tussentaal en het dialect. Retrieved from: Google Scholar.
Rys, K & Taeldeman, J. (2007). Fonologische ingrediënten van Vlaamse tussentaal. In P. Van Petegem (Red.). Tussen taal, spelling en onderwijs: essays bij het emeritaat van Frans Daems (pp.1-9). Gent: Academia Press.
Schuman, H., & Johnson, M. P. (1976). Attitudes and behavior. Annual review of sociology, 2(1), 161-207. Retrieved from: Google Scholar.
Taaladvies. (s.d.). Nooit geen (ik maak-fouten). Retreived february 26, 2022, from https://taaladvies.net/.
Taeldeman, J. (1992). Welk Nederlands voor Vlamingen? NEDERLANDS VAN NU, 40, 33–51. Retrieved from: https://lib.ugent.be
Taeldeman, J. (2008). Zich stabiliserende grammaticale kenmerken in Vlaamse tussentaal. Taal & Tongval, 60, 26-50. Retrieved from: https://www.dialectloket.be/wp-content/uploads/2014/06/Taeldeman-2008_Z…
Timmermans, B. (2013). Klink klaar: uitspraak- en intonatiegids voor het Nederlands. Antwerpen: Uitgeverij Davidsfonds nv.
Vanbuel, M et al. (2019). Taalstimulerende maatregelen in de praktijk: Kwantitatief onderzoek naar talenbeleid in secundaire scholen. Retrieved from: https://data-onderwijs.vlaanderen.be/onderwijsonderzoek/?nr=425
Vanbuel, M. et al. (2020). Taalstimulerende maatregelen in de praktijk: Case-studies naar talenbeleid in secundaire scholen. Retrieved from: https://data-onderwijs.vlaanderen.be/onderwijsonderzoek/?nr=425
Van Everbroeck, C. (2014). Flemish Movement, in U. Daniel et al. (Eds.), 1914-1918-online International Encyclopedia of the First World War. Berlijn: Freie Universität Berlin. DOI: 10.15463/ie1418.10284.
Van Lancker, I. (2016). Standardizing and destandardizing practices at a Flemish secondary school: A sociolinguistic ethnographic perspective on Flemish pupils’ speech practices. Taal en Tongval, 68, 173-200. Retrieved from: Google Scholar
Van Velthoven, H. (2007). De historiografie over de Vlaamse beweging: ideeëngeschiedenis, machtsstrijd, natievorming. In G. Vanthemsche et al. (eds), De tuin van heden: dertig jaar wetenschappelijk onderzoek over de hedendaagse Belgische samenleving: een bundel studies aangeboden aan professor Els Witte naar aanleiding van haar emeritaat ( pp. 233-264). Brussel: VUBPRESS.
Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming et al. (2021). Vlaams onderwijs in cijfers 2019-2020. Retrieved from: www.onderwijs.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken.
Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. (s.d.). Overzicht van de onderwijszones. Retrieved February 20, 2022, from: https://www.google.com/.
Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. (s.d.). Klasse: over Klasse magazine. Retrieved February 25, 2022 from https://www.klasse.be/.
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs. (2014). NEDERLANDS DERDE GRAAD ASO–KSO– TSO. LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Retrieved from: http://ond.vvkso-ict.com/lele/leerplannen.asp.
Weyts, B. (2019). Beleidsnota 2019-2014 Onderwijs. Retrieved from: https://publicaties.vlaanderen.be/.
Wikiwand. (s.d.). Klankinventaris van het Nederlands. Retrieved April 25, 2022, from https://www.wikiwand.com/.
Willemsfonds vzw. (s.d.). Over Willemsfonds. Retrieved May 15, 2022, from https://www.willemsfonds.be/.
Wils, L. (1985). De Vlaamse beweging. Res Publica, 27(4). Retrieved from: Google Scholar