"Mag iedereen een kind krijgen? Als de overheid je toekomst kan bepalen..."

Jente
De Bruecker

 

Eén. Zoveel kansen krijgt een kind op een goede start. De eerste 1.000 dagen, vanaf de bevruchting tot de tweede verjaardag, zijn immers cruciaal voor een goede ontwikkeling en de latere toekomstmogelijkheden. Het maakt dus wel degelijk uit waar je wiegje staat. Nochtans kan iedereen die voldoende vruchtbaar is, zomaar een kroost op de wereld zetten. Vandaag bevinden nog te vaak kinderen zich vanaf hun geboorte reeds in nesten waar een systematisch tekort is aan ontwikkelingskansen, verzorging, veiligheid, geduld, gezondheid, kinderlijke naïviteit en liefde. Een vaststelling die de schrijfster van deze masterproef concreet deed nadenken over de reproductieve vrijheid van mensen en de eventuele mogelijkheden om deze vrijheid, met respect voor de mensenrechten, te gaan inperken.

De oproep om het debat over gedwongen anticonceptie te openen, flakkert regelmatig op. Zo ook recentelijk naar aanleiding van het schrijnende nieuws dat het lichaampje van de wellicht tot de dood mishandelde Raul uit het Gentse Houtdok werd gevist. Dergelijke berichtgeving doet sommige mensen verzuchten dat er nog steeds geen wettelijk kader gecreëerd is dat voorziet in een specifiek beschermingsmechanisme voor ongeboren, en in het bijzonder voor nog niet-bestaande, kinderen van ouders met uiteenlopende problematieken. Maar de vraag blijft evenwel of deze verzuchting ook effectief kan worden verwezenlijkt.

Een gewaagde mensenrechtenkwestie

De bescherming van het ongeboren, en in het bijzonder van het nog niet-bestaande, kind dat dreigt op te groeien in een nest dat geen nest is, is een politiek en ethisch gevoelig onderwerp. De intiemste aspecten van het mens-zijn liggen immers languit op de tafel. Bovendien wordt het standpunt verdedigd dat de reproductieve gezondheidszorg en de daaraan gerelateerde rechten een mensenrechtenkwestie uitmaken. Deze rechten omvatten per slot van rekening verschillende mensenrechten. Derhalve ontstaat er te allen tijde een gewaagd spanningsveld tussen de beoogde gedwongen anticonceptie en de reproductieve rechten van elk individu.

Maar er is meer. Er bestaan ook nog andere bezwaren die verklaren waarom het zo goed als onmogelijk is om gedwongen anticonceptie in de Belgische wetgeving te verankeren.

Een kinderlijk dilemma?

Uit het gevoerde onderzoek waarbij verschillende mensenrechtenverdragen onder de loep werden genomen, blijkt duidelijk dat het invoeren van gedwongen anticonceptie geen kinderlijk dilemma uitmaakt.

Zo legt het recht om een gezin te stichten in de eerste plaats een principiële onthoudingsplicht in hoofde van de Belgische Staat op, waardoor niemand verhinderd mag worden om kinderen te krijgen. Elke vorm van gedwongen gezinsbeperking, waaronder ook de verplichting tot het gebruik van bepaalde voorbehoedsmiddelen begrepen kan worden, is immers verboden. Anders redeneren zou impliceren dat de essentie van het recht om een gezin op een natuurlijke wijze te stichten, volledig teniet gedaan wordt.

Ook een niet te rechtvaardigen inbreuk op het recht op eerbieding van het privé- en familieleven, het recht op zelfbeschikking, het recht op bescherming van de lichamelijke integriteit en het recht op natuurlijke voortplanting dringt zich in het kader van deze discussie op.

Bovendien zal gedwongen anticonceptie ook in aanvaring komen met het VN-Vrouwenrechtenverdrag en het non-discriminatieverbod, aangezien dit in de praktijk vooral bedoeld zal zijn om op te leggen aan de potentiële moeder. Zij zal immers steeds de drager van het kind zijn.

Daarenboven is het ook niet ondenkbaar dat gedwongen anticonceptie een schending uitmaakt van het absolute verbod op onmenselijke en vernederende behandeling. Zo’n ingrepen zijn immers niet pijnloos en de traumatische gevolgen zijn geenszins te onderschatten.

Desalniettemin stelt zich tot slot ook de vraag of het belang van het ongeboren kind niet in het vizier komt teneinde deze bezwaren alsnog te rechtvaardigen. Uit het gevoerde onderzoek blijkt dat het abstracte belang van het niet-bestaande kind geenszins de nodige soelaas zal kunnen bieden. Het toekennen van rechten aan een abstract, onbestaand organisme dat door het opleggen van de maatregel bovendien ook nooit zal bestaan, brengt een zekere absurditeit met zich mee. Daarenboven zal het enkel het kind zelf zijn dat in het kader van zijn eigen, concrete situatie kan beoordelen of het in zijn belang was om al dan niet geboren te worden, en in het bijzonder om al dan niet te bestaan. Een beoordeling die in se, slechts post factum kan worden gemaakt.  

Alternatieven

Hoewel het zo goed als ondenkbaar is dat gedwongen anticonceptie morgen zal worden ingevoerd, is het daarentegen niet ondenkbaar dat er een aantal alternatieven naar voren geschoven zullen worden. Een bijzondere mogelijkheid die België nog steeds onbenut heeft gelaten.

Nederland maakte daarentegen wel al gebruik van deze mogelijkheid, met als gevolg dat de prenatale ondertoezichtstelling, de dwangopname van de zwangere vrouw en het preventieve programma ‘Nu Niet Zwanger’ reeds het levenslicht zagen. Desalniettemin zijn ook de Nederlandse ongeborenen niet volkomen veilig in de baarmoeder. Uit het gevoerde onderzoek blijkt immers dat Nederland vaak aangehaald wordt als good practice. Een standpunt dat toch enigszins genuanceerd dient te worden, aangezien ons buurland ook nog steeds nood heeft aan een zorgvuldige, wettelijke regeling.

De mosterd dient de Belgische wetgever dus niet in Nederland te gaan halen. Al kunnen wij in dit kader misschien wel nog iets aan elkaar hebben.

Conclusie

Het ongeboren kind dat dreigt op te groeien in een gezin dat al in de kiem ontwricht is, verdient de nodige bescherming. Maar het opleggen van gedwongen anticonceptie beperkt de reproductieve rechten in het kader van de menselijke voortplanting zeer sterk, waardoor er verschillende mensenrechtelijke aspecten in het gedrang komen. Desondanks beschikt België nog steeds over de mogelijkheid om een aantal alternatieven ter bescherming van de ongeborene uit te werken.

Laten we daarom het debat in de toekomst vooral openen teneinde een aantal prenatale kinderbeschermingsmaatregelen in te voeren. Het invasieve debat rond verplichte anticonceptie of zelfs verplichte sterilisatie kunnen we in de toekomst beter achterwege laten. Men kan zich immers de vraag stellen of de ochtenden waarop men louter vreest voor een nieuw familiedrama in de krant opwegen tegen die ene ochtend waarop men in diezelfde krant leest dat onze samenleving voortaan zal bepalen wie wel en wie geen kinderen mag krijgen. Laten we daar toch nog maar eens goed over nadenken of we dat eigenlijk willen, een overheid die beslist wie de toekomst toebehoort.

 

 

Bibliografie

Bibliografie

  1. Wetgeving

Internationale normen 

  • Internationaal Verdrag inzake de Economische, Sociale en Culturele Rechten van 16 december 1966.  
  • Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 16 december 1966.
  • Verdrag van Wenen inzake het Verdragenrecht van 23 mei 1969.
  • Verdrag van de Verenigde Naties inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen van 18 december 1979.
  • Verdrag van de Verenigde Naties inzake de Rechten van het Kind van 20 november 1989.
  • Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap van 13 december 2006.

Besluiten van internationale organisaties 

  • Resolutie 1386 (XIV) van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (20 november 1959), UN Doc. A/4354 (1959).
  • Resolutie 55/2 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (8 september 2000), UN Doc. A/RES/55/2 (2000) (Millenniumdoelstellingen).
  • Resolutie 70/1 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (25 september 2015), UN Doc. A/RES/70/1 (2015).  

Regionale normen

  • Verdrag van Rome tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van 4 november 1950.
  • Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld van 11 mei 2011 (Verdrag van Istanbul).
  • Protocol nr. 12 bij het Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van 4 november 2000.
  • Protocol bij het Afrikaanse Handvest voor de rechten van de mens en de volkeren van 11 juli 2003 (Maputo-protocol). 

Interne normen België

  • Gecoördineerde Grondwet 17 februari 1994.
  • Oud Burgerlijk Wetboek 21 maart 1804, BS 3 september 1807 (oorspronkelijke versie 1804). 
  • Wet 15 mei 1912 op de kinderbescherming, BS 27 mei 1912.
  • Wet 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, BS 15 april 1965 (oorspronkelijke versie 1965).
  • Wet 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt, BS 26 september 2002.
  • Wet 19 december 2009 inzake het verkrijgen en het gebruik van menselijk lichaamsmateriaal met het oog op de geneeskundige toepassing op de mens of het wetenschappelijk onderzoek, BS 30 december 2008.
  • Decr. Vl. 27 juni 1985 inzake bijzondere jeugdbijstand, BS 5 juli 1986.
  • Decr. Vl. 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, BS 13 september 2013.

Voorbereidende documenten 

Parlementaire stukken België

  • Verslag van de commissie met betrekking tot de herziening van titel II van de Grondwet om nieuwe bepalingen in te voegen die de bescherming moeten verzekeren van de rechten en vrijheden, gewaarborgd door het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, Parl.St. Senaat BZ 1991-92, nr. 100-4/5°, 2.
  • Verslag van de commissie met betrekking tot de herziening van titel II van de Grondwet om een artikel 24quater in te voegen betreffende de eerbiediging van het privéleven, Parl.St. Kamer 1993-94, nr. 997/5, 2.
  • Regeerakkoord van de Vlaamse Regering 2019-2024, 73.
  • Wetsvoorstel tot het verlenen van rechtspersoonlijkheid aan het ongeboren kind, Parl.St. Senaat 2005-06, nr. 3-1679/1.
  • Wetsvoorstel tot het verlenen van rechtspersoonlijkheid aan het ongeboren kind, Parl.St. Senaat 2007-08, nr. 4-627/1.
  • Wetsvoorstel tot het verlenen van rechtspersoonlijkheid aan het ongeboren kind, Parl.St. Senaat 2010-11, nr. 5-641/1.
  • Wetsvoorstel tot het verlenen van rechtspersoonlijkheid aan het ongeboren kind, Parl.St. Kamer 2010-11, nr. 6-024/001.
  • Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op prenatale rechtsbescherming, Parl.St. Kamer 2019-20, nr. 55-1029/1.
  • Adv. RvS 65.057/AV van 12 november 2020 over het wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op prenatale rechtsbescherming, Parl.St. Kamer 2019-20, nr. 55-1029/3.
  • Voorstel van decreet tot wijziging van het decreet van 12 juni 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 943/1.
  • Beleidsnota Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding 2019-2024, Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 120/1, 69.
  • Conceptnota voor nieuwe regelgeving over de ondertoezichtstelling van het ongeboren kind van een zwangere vrouw met een verslavingsproblematiek als nieuwe jeugdhulpmaatregel, Parl.St. Vl.Parl. 2020-21, nr. 651/1.
  • Conceptnota voor nieuwe regelgeving over het uitbouwen van een beleid voor de bescherming van het ongeboren kind bij een verontrustende zwangerschap, Parl.St. Vl.Parl. 2020-21, nr. 688/1.

Documenten van VN-Verdragsorganen   

Documenten van interne instanties

Interne normen Nederland

  • Burgerlijk Wetboek, boek 1, Stb. 7 juni 1969, nummer 257.
  • Wet 29 oktober 1992 tot vervanging van de Wet van 27 april 1884 tot regeling van het Staatstoezicht op krankzinnigen, Stb. 30 december 1992, nummer 669.
  • Wet 24 januari 2018 houdende de regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis, Stb. 16 februari 2018, nummer 37.

Voorbereidende documenten Nederland

Parlementaire stukken

  • MvT inzake de regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis, Kamerstukken II Tweede Kamer 2009-10, 32 399, nr. 3, 11-12.

Documenten van interne instanties

  1. Rechtspraak

Rechtspraak VN-Mensenrechtencomité   

  • VN-Mensenrechtencomité 9 april 1981, nr. 35/1978, Aumeeruddy-Cziffra e.a./Mauritius.
  • VN-Mensenrechtencomité 27 juli 1988, nr. 201/1985, Hendriks/Nederland.
  • VN-Mensenrechtencomité 27 juli 1994, nr. 417/1990, Balaguer Santacana/Spanje.
  • VN-Mensenrechtencomité 29 december 1997, nr. 549/1993, Francis Hopu en Tepoaitu Bessert/Frankrijk.

Rechtspraak Europees Hof voor de Rechten van de Mens   

  • EHRM 26 april 1979, nr. 6538/74, Sunday Times/Verenigd Koninkrijk.
  • EHRM 13 juni 1979, nr. 6833/74, Marckx/België.
  • EHRM 22 oktober 1981, nr. 7525/76, Dudgeon/Verenigd Koninkrijk.
  • EHRM 25 maart 1983, nr. 5947/72, Silver/Verenigd Koninkrijk. 
  • EHRM 28 november 1984, nr. 8777/79, Rasmussen/Duitsland.
  • EHRM 17 oktober 1986, nr. 9532/81, Rees/Verenigd Koninkrijk.
  • EHRM 25 maart 1993, nr. 13134/87, Costello-Roberts/Verenigd Koninkrijk.
  • EHRM 26 mei 1994, nr. 16969/90, Keegan/Ierland.
  • EHRM 16 december 1997, nr. 20972/92, Raninen/Finland.
  • EHRM 24 februari 1998, nr. 21439/93, Botta/Italië.
  • EHRM 5 juli 1999, nr. 31534/96, Matter/Slowakije.
  • EHRM 31 juli 2000, nr. 35765/97, A.D.T/Verenigd Koninkrijk. 
  • EHRM 12 juli 2001, nr. 25702/94, K en T/Finland.
  • EHRM 7 februari 2002, nr. 53176/99, Mikulic/Kroatië.
  • EHRM 29 april 2002, nr. 2346/02, Pretty/Verenigd Koninkrijk.
  • EHRM 11 juli 2002, nr. 28957/95, Christine Goodwin/Verenigd Koninkrijk.
  • EHRM 16 juli 2002, nr. 56547/00, P.C. en S/Verenigd Koninkrijk.
  • EHRM 5 september 2002, nr. 50490/99, Boso/Italië.
  • EHRM 6 maart 2003, nr. 67914/01, Sijakova/Macedonië.
  • EHRM 16 juni 2003, nr. 35968/97, Van Kück/Duitsland.
  • EHRM 22 juli 2003, nr. 24209/94, Y.F./Turkije.
  • EHRM 8 juli 2004, nr. 53924/00, Vo/Frankrijk.
  • EHRM 13 september 2005, nr. 36536/02, B. en L./Verenigd Koninkrijk.
  • EHRM 11 november 2005, nr. 44774/98, Leyla Sahin/Turkije.
  • EHRM, 20 maart 2007, nr. 5410/03, Tysiac/Polen.
  • EHRM 10 april 2007, nr. 6339/05, Evans/Verenigd Koninkrijk.
  • EHRM 6 juli 2007, nr. 79885/12, nr. 52471/13, nr. 52596/13, A.P,Garçon en Nicot/Frankrijk
  • EHRM 15 november 2007, nr. 57813/00, S.H. e.a../Oostenrijk.
  • EHRM 4 december 2007, nr. 44362/04, Dickson/Verenigd Koninkrijk.
  • EHRM 18 februari 2009, nr. 55707/00, Andrejeva/Letland.
  • EHRM 28 april 2009, nr. 32881/04, K.H. e.a./Slowakije.
  • EHRM 8 december 2009, nr. 49151/07, Munoz Daiz/Spanje.
  • EHRM 22 december 2009, nr. 277996/06 en nr. 34836/06, Sedjic en Finci/Bosnië-Herzegovina.
  • EHRM 5 januari 2010, nr. 22933/02, Frasik/Polen.
  • EHRM 14 september 2010, nr.38224/03, Sanoma Uitgevers/Nederland.
  • EHRM 14 november 2010, nr. 3484/07, O’Donoghue e.a./Verenigd Koninkrijk.
  • EHRM 22 november 2010, nr. 30141/04, Schalk en Kopf/Oostenrijk.
  • EHRM 16 december 2010, nr. 25579/05, A,B en C/Ierland.
  • EHRM 27 september 2011, nr. 29032/04, M en V/Roemenië.
  • EHRM 8 november 2011, nr. 18968/07, V.C./Slowakije.
  • EHRM 12 juni 2012, nr. 29518/10, N.B./Slowakije.
  • EHRM 2 oktober 2012, nr. 10048/10, Knecht/Roemenië.
  • EHMR 13 november 2012, nr. 15966/04, I.G. e.a./Slowakije.
  • EHRM 18 december 2012, nr. 16761/09, G.B. en R.B./Moldavië.
  • EHRM 25 februari 2014, nr. 12547/06, Ostace/Roemenië.
  • EHRM 1 juli 2014, nr. 43835/11, S.A.S/Frankrijk.
  • EHRM 8 december 2015, nr. 60119/12, Z.H. en R.H./Zwitserland.
  • EHRM 5 september 2019, nr. 57854/15, Theodorou en Tsotsorou/Griekenland.
  • EHRM 8 december 2022, nr. 14889/19, Pejrilova/Tsjechië.

Rechtspraak Europese Commissie voor de Rechten van de Mens  

  • ECRM 10 juli 1975, nr. 6482/74, X/België en Nederland.
  • ECRM 10 juli 1991, nr. 17142/90, G.S en R.S./Verenigd Koninkrijk.
  • ECRM 10 juli 1997, nr. 31924/96, Di Lazzaro/Italië.
  • ECRM 22 oktober 1997, nr. 32094/96, E.L.H/Verenigd Koninkrijk.

Belgische rechtspraak   

  • Arbitragehof 19 december 1991, nr. 39/91.
  • GwH 24 maart 2004, nr. 54/2004.
  • GwH 19 januari 2005, nr. 16/2005.
  • GwH 7 juni 2006, nr. 91/2006.
  • GwH 18 maart 2010, nr. 29/2010
  • GwH 5 oktober 2011, nr. 146/2011.
  • GwH 8 mei 2014, nr. 80/2014.
  • GwH 9 maart 2017, nr. 32/2017.
  • GwH 18 januari 2018, nr. 3/2018.
  • GwH 24 december 2020, nr. 122/2020.
  • Cass. 22 december 1992, RW 1993-94, nr. 14, 464-465.
  • Cass. 14 december 2001, Arr.Cass. 2001, 2200-2209.
  • Cass. 2 maart 2012, Arr.Cass. 2012, 519.
  • Cass. 14 november 2014, AR C.13.0441.N.
  • RvS 3 april 2014, nr. 227.035.

Nederlandse rechtspraak  

  • Rb. Breda 2 april 2007, LJN BA0701.
  • Rb. Alkmaar 5 september 2007, LJN BB3871.
  1. Rechtsleer

Boeken

  • CARLSON, S.N. en GISVOLD, G., Practical guide to the international covenant on civil and political rights, Ardsley Park, Transnational Publishers, 2003.
  • CASEY-MASLEN, S., The right to life under international law: an interpretative manual, Cambridge, Cambridge University Press, 2021.
  • COOK, R.J., DICKENS, B. M. en FATHALLA, M.F., Reproductive health and human rights: integrating medicine, ethics and law, Oxford, Clarendon Press, 2003. 
  • DAVIS, W., Verstandelijk beperkten met een kinderwens, Tilburg, Celsus juridische uitgeverij, 2009.
  • DETRICK, S.,  DOEK, J.E. en MARTENSON, J., The United Nations Convention on the Rights of the Child: a guide to the travaux préparatoires, Dordrecht, Nijhoff, 1992.
  • DETRICK, S., A commentary on the United Nations Convention on the Rights of the Child, Den Haag, Kluwer, 1999.
  • DE BONDT, W. (red.), Handboek Jeugdrecht (vijfde editie), s.l., 2022.
  • DE BONDT,W. (red.), Reader rechten van het kind (vijfde editie), Gent, 2023.         
  • DE HERT, P.,  Artikel 8 EVRM en het Belgisch recht: de bescherming van privacy, gezin, woonst en communicatie, Gent, Mys & Breesch, 1998.
  • DE LOO, K., Prenatale kinderbescherming: de rechtsbescherming van de ongeborene en het zelfbeschikkingsrecht van de zwangere vrouw, Tilburg, Celsius Juridische Uitgeverij, 2019.
  • FREEMAN, M.A., CHINKIN, C. en RUDOLF, B., The UN Covention on the Elimination of All Forms of Discrimination Against Women: a commentary, New York, Oxford University Press, 2011.
  • FREEMAN, M.A., RUDOLF, B., HALPERIN-KADDARI, R. en SCHULZ, P., The UN Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination Against Woman and its Optional Protocol (second edition), New York, Oxford University Press, 2022.
  • GERARDS, J., EVRM: algemene beginselen, Den Haag, Sdu Uitgevers, 2011.
  • HARRIS, D.J., O’BOYLE, M., BATES, E.P. en BUCKLEY, C.M., Harris, O’Boyle & Warbrick: law of the European Convention on human rights, Oxford, Oxford University Press, 2009.
  • HARRIS, D.J., O’BOYLE, M., BATES, E.P. en BUCKLEY, C.M., Harris, O’Boyle & Warbrick: law of the European Convention on human rights, Oxford, Oxford University Press, 2018.
  • HIRVAILA, P. en HEIKKILA, S., Right to respect for private and family life, home and correspondence: a practical guide to the article 8 Case-Law of the ECHR, Cambridge, Intersentia, 2022. 
  • JONSSON, E., CLARREN, S. en BINNIE, I., Ethical and legal perspectives in fetal alcohol spectrum disorders (FASD), Cham, Springer, 2018. 
  • JOSEPH, S. en CASTAN, M., The International Covenant on Civil and Political Rights: cases, materials and commentary, Oxford, Oxford University Press, 2013.
  • NOWAK, M., UN Covenant on Civil and Political Rights: CCPR Commentary, Kehl, N.P. Engel, 2005.
  • PUT, J., Handboek Jeugdbeschermingsrecht, Brugge, Die Keure, 2021.
  • RIGAUX, F., La protection de la vie privée et des autres biens de la personnalité, Brussel, Bruylant, 1990. 
  • RIMANQUE, K., De grondwet toegelicht, gewikt en gewogen, Antwerpen, Intersentia, 2004.
  • SAUL, B., KINLEY, D. en MOWBRAY, J., The International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights: commentary, cases and materials, Oxford, Oxford University Press, 2014.
  • SCHABAS, W., The European Convention on Human Rights: a commentary, Oxford, Oxford University Press, 2017.
  • SCHMAHL, S., United Nations Convention on the Rights of the Child: article-by-article commentary, Duitsland, Nomos, 2021.
  • SMIS, S., VAN LAETHEM, K., JANSSENS, C. en MIRGAUX, S., Handboek mensenrechten, Mortsel, Intersentia, 2011.
  • SWENNEN, F., Personenrecht in kort bestek, Antwerpen, Intersentia, 2005.
  • SWENNEN, F., Het personen- en familierecht, Mortsel, Intersentia, 2021.
  • SWENNEN, F., Het personen- en familierecht (achtste editie), Mortsel, Intersentia, 2023.
  • TAYLOR, P.M.,  A commentary on the International Covenant on Civil and Political Rights: the UN Human Rights Committee’s Monitoring of ICCPR Rights, Cambridge, Cambridge University Press, 2020.
  • TOBIN, J., The UN Convention on the Rights of the Child: a commentary, Oxford, Oxford University Press, 2019.
  • TÜRKELLI, G.E. en VANDENHOLE, W., Advanced Introduction to Children’s rights, Cheltenham, Edward Elgar, 2022. 
  • VAN ASSEN, C.J., Verklaring van Pandecten-plaatsen, behoorende tot de geregtelijke geneeskunde der Romeinen, s.l., 1848.
  • VANDE LANOTTE, J. en HAECK, Y., Handboek EVRM (deel 2), Mortsel, Intersentia, 2004.
  • VANDENHOLE, W., TÜRKELLI, G.E. en LEMBRECHTS, S., Children’s rights: a commentary on the Convention on the rights of the Child and its protocols, Cheltenham, Edward Elgar, 2019.
  • VAN DIJK, P., VAN HOOF, F., VAN RIJN, A. en ZWAAK, L., Theory and practice of the European Convention on Human Rights, Antwerpen, Intersentia, 2018.
  • VANOBBERBERGEN, B., Het kind van onze dromen, Leuven, Lannoo Campus, 2014.
  • VANSWEEVELT, T. en TACK, S., Handboek gezondheidsrecht: Volume II (tweede editie), Mortsel, Intersentia, 2022.
  • VERHELLEN, E., Verdrag inzake de rechten van het kind: achtergrond, motieven, strategieën, hoofdlijnen, Leuven, Garant, 2000.
  • VELAERS, J., De grondwet: een artikelsgewijze commentaar. Deel I: het federale België, het grondgebied en de grondrechten, Brugge, die Keure, 2019.
  • VERJANS, E., Het recht op informatie en toestemming van de patiënt, Antwerpen, Intersentia, 2019.
  • VERSCHUERE, B. en HERMANS, K., Welzijn in Vlaanderen: beleid, bestuurlijke organisatie en uitdagingen, Brugge, Die Keure, 2020.
  • WITTENSTEIN, V.O., Reproductive Rights: Who decides?, Minneapolis, Twenty-First Century Books, 2016.

Bijdragen in boeken en tijdschriften

Bijdragen in boeken  

  • DECOCK, G., “Jeugdhulpverlening in Vlaanderen” in JANSSENS, E., DECOCK, G., DE PUYDT, A., D’HOOGHE, C., VAN DER MUSSELE, E. en VANDUFFEL, V. (eds.), Handboek Jeugdrecht voor de advocaat-stagiair 2019-2020, Mechelen, Kluwer, 2019, 1-42.
  • DE HERT, P., “Artikel 8 EVRM: recht op privacy” in VANDE LANOTTE, J. en HAECK, Y. (eds.), Handboek EVRM deel 2, Mortsel, Intersentia, 2005, 706-788.
  • DE VRIES, K. “Right to respect for private and family life” in VAN DIJK, P., VAN HOOF, F. VAN RIJN, A. en ZWAAK, L. (eds.), Theory and practice of the European Convention on Human Rights, Mortsel, Intersentia, 2018, 667-734.
  • NOWAK, M. “Article 6: the right to life, survival and development” in ALEN, A., VANDE LANOTTE, J., VERHELLEN, E., ANG, F., BERGHMANS, E. en VERHEYDE, M. (eds.), A commentary on the United Nations Convention on the Rights of the Child, Leiden, Martinus Nijhoff Publishers, 2005, 1-49.
  • OPLINUS, L. “Reproductieve gezondheid” in VANSWEEVELT, T. en DEWALLENS, F. (eds.), Handboek gezondheidsrecht volume II (tweede editie), Mortsel, Intersentia, 2022, 1-4.
  • OPLINUS, L. en GULDIX, E., “Anticonceptie” in T. VANSWEEVELT en F. DEWALLENS (eds.), Handboek gezondheidsrecht volume II (tweede editie), Mortsel, Intersentia, 2022, 5-10.
  • SALMON, J., “Fetal Alcohol Spectrum Disorder: ethical, legal and moral implications associated with the rights of the unborn child” in NELSON, M. en TRUSSLER, M. (eds.), Fetal Alcohol Spectrum Disorders in Adults: ethical and legal perspectives, Cham, Springer, 2016, 3-22.
  • STEEN, B., “Artikel 12 EVRM” in VAN NIEUWENHOVE, J. (ed.), Grondwet en EVRM geannoteerd, Brugge, Die Keure, 2016, 844.
  • VAN DEN BOSSCHE, M.C. en HAECK, Y. “Huwelijk en samenleven en het EVRM” in VAN BOSSUYT, H., AERTS, C. en VAN ROY, C. (eds.), Kids-codex: boek II: personen- en familierecht, Brussel, Larcier, 2014, 211-215. 

Bijdragen in tijdschriften  

  • ALSTON, P., “The unborn child and abortion under the Draft Convention on the Rights of the Child”, Human Rights Quarterly 1990, vol. 12, nr. 1, 156-178.
  • ATILLAH, S., “Mijn verhaal: mogen drugsverslaafde ouders kinderen krijgen?”, Tijdschrift Verslaving & Herstel 2022, 24-27.
  • BOEREFIJN, I., “Verplichte anticonceptie voor vrouwen is in strijd met mensenrechten”, NJB 2017, nr. 13, 722.
  • BOEREFIJN, I., “Naschrift verplichte anticonceptie”, NJB 2017, nr. 32, 2.326. 
  • BREMS, E., “De nieuwe grondrechten in de Belgische Grondwet en hun verhouding tot het Internationale, inzonderheid het Europese recht”, TBP 1995, nr. 11, 619-636.
  • BREMS, E., “Recht op voortplanting primeert niet op recht van man om zich niet voort te planten”, DJK 2006, nr. 127, 12. 
  • BREMS, E., “Recht op voortplanting verdeelt Mensenrechtenhof”, DJK 2006, nr. 129, 12.
  • DE GROOT, C., VLAARDINGERBROEK, P., RIJLAARSDAM, C. en SCHNEIDER, A.J., “Verplichte anticonceptie”, NJB 2017, nr. 32, 2.325.
  • DE MULDER, C., “De prenatale erkenning vanaf de verwekking en de invloed ervan op het juridisch statuut van ongeboren menselijk leven”, RW 2017-18, nr. 16, 637-640.
  • DE MULDER, C., “Risicovol ouderschap tijdens de zwangerschap: maatregelen ter bescherming van ongeboren en toekomstige kinderen”, T.FAM. 2022, nr. 1, 5-20.
  • DE SMET, B., “Hulpverlening aan minderjarigen in een verontrustende situatie”, RWE 2020-21, nr. 24, 923-943. 
  • DONDORP, W., VAN KERNEBEEK, M. en DE WERT, G., “Prenatale kinderbescherming: Nederland gidsland?”, Tijdschrift Verslaving & Herstel 2022, nr. 1, 16-25.
  • DUMORTIER, E., “De missie van de kinderrechter. Een onderzoek naar het ontstaan en de praktijk van de (Antwerpse) kinderrechter (1912-1965)”, Panopticon 2012, 391-414.
  • EIJKHOLT, M., “Het recht op procreatie : voldragen of in statu nascendi?”, T.Gez. 2007, afl. 31, 2-9.
  • FIERENS, J., “La proposition de loi n° 55-1029 modifiant le Code civil en vue d’instaurer une protection juridique prénatale”, JDJ maart 2020, 13-16.
  • GORIS, K., DUMORTIER, E. en PLEYSIER, S., “Het ‘probleemkind’ in de Belgische jeugdbescherming, een geschiedenis (1912-2012).”, Orde van de Dag 2012, afl. 58, 2-99.
  • HENDRIKS, A.C., “Het recht op voortplanting en zijn grenzen”, T.Gez. 2012, afl. 4, 279.  
  • HENDRIKS, A.C., SOMBROEK, M.P. en DE VRIES, M.C.,“Wet verplichte GGZ biedt meer mogelijkheden om zwangeren te begeleiden”, NTVG 2022, 1-4. 
  • INDESTEEGHE, S. en CASSIERS, A., “EHRM bevestigt: geen recht op het krijgen van een kind”, DJK 2023, nr. 466, 1-2.
  • TEN HAAF, L., “Een slechte toekomst is geen toekomst. Het belang van het toekomstig kind als rechtvaardiging van gedwongen anticonceptie”, Nederlands Juristenblad 2012, 1176-1181.
  • TEN HAAF, L., “De ondertoezichtstelling van een nog niet-levensvatbare foetus: het kan, maar hoe?”, Nederlands Juristenblad 2021, 1968-1971.
  • KHOSLA, R., SAY, L. en TEMMERMAN, M., “Sexual health, human rights and law”, LANCET 2015, vol 386, 725-726.
  • KOELEWIJN, S., “Anticonceptiecounseling: de remedie tegen onbedoelde zwangerschappen?”, T.Gez. 2021, 364-373.
  • MAES, K., “Recht uit het veld”, TJK 2007, nr. 5, 341-342.
  • MELKEBEEK, C., “Wetgeving en parlementaire werkzaamheden”, TJK 2011, nr. 1, 52-61.
  • MERCKX, E., “Gedwongen anticonceptie: een kwestie van mensenrechten”, Juristenkrant 2016, nr. 335, 10. 
  • MIDDELKOOP, H. en SATINK, A., “Het recht op bescherming tegen prenatale gezondheidsschade”, FJR 2019, 53-54.
  • PIRET, J.,“Wrongful life en de zaak Rukiye”, NJW 2011, nr. 243, 354-365.
  • SMETS, J., “Jeugdbescherming tussen Staat en Gemeenschappen. Beschouwingen bij de nieuwe bevoegdheidsverdeling”, Panopticon 1989, 256-258.
  • STARRS, A.M., EZEH, A.H., BAKER, G., BASU, A., BERTRAND, J.T., BLUM, R., COLL-SECK, A.M., GROVER, A., LASKI, L., ROA, M., SATHAR, Z.A., SAY, L., SEROUR, G.I., SINGH, S., STENBERG, K., TEMMERMAN, M., BIDDLECOM, A.,  POPINCHALK, A., SUMMERS, C., ASHFORD, L.C. “Accelerate progress: sexual and reproductive health and rights for all: report of the Guttmacher-Lancet Commission”, The Lancet 2018, 2642-2692.
  • STEVENS, L., “Ongeborene heeft geen grondwettelijk recht op eerbiediging integriteit”, Juristenkrant 2011, 3.
  • SWENNEN, F., “Dance me to the children who are asking to be born: over levensloos geborenen en ongeborenen”, TPR 2016, 407-421.
  • TEN HAAF, L., “Grondrechten en het ongegronde recht op niet-bestaan: gedwongen anticonceptie in het licht van artikel 8.2 EVRM”, Ars Aequi 2017, 189-193.
  • VAN BRAECKEL, D. en TEMMERMAN, M., “Reproductieve rechten alleen zijn niet genoeg”, SAMPOL 2015, nr. 8, 32-35.
  • VAN DER SLOOT, B., “Tussen feit en fictie, of over het recht om te trouwen en een gezin te stichten: een jurisprudentieanalyse van artikel 12 EVRM”, NJCM-Bulletin 2013, vol. 38, nr. 3, 361-380.
  • VAN DER VLEUTEN, C. en VAN KOLFSCHOOTEN, H., “Van verplichte geestelijke gezondheidszorg naar verplichte anticonceptie?”, NJB 2022, 620.
  • VAN LOOVEREN, A., “Het nieuwe jeugdhulplandschap in verontrustende situaties”, TJK 2014, nr. 3, 298-306.
  • VERHELLEN, E., “Evolutie van kindbeeld en mensenrechten: van nog-niet-mensen naar volwaardige burgers”, Tijdschrift voor jeugdhulpverlening en jeugdwerk 1993, vol.5, nr. 11, 13-17.
  • VERHELLEN, E., “Het verdrag inzake de rechten van het kind meerderjarig: enkele beschouwingen over de implementatie in België”, TJK 2008, nr. 1, 11-40.
  • VERHEYDE, M., “Europees Hof voor de Rechten van de Mens: selectie van kindgerelateerde rechtspraak 2006”, TJK 2007, nr. 2, 101-106.
  • VRIJENS, C., “Het belang van het kind als een eerste overweging: een kinderrecht”, TJK 2020, nr. 2, 47-49.
  • WEIJERS, I., “Prenatale kinderbescherming”, FJR 2015, 233-235.
  • YUTAKA, A.Y.,“Grading scale of degradation: identifying the threshold of degrading treatment or punishment under article 3 ECHR”, NQHR 2003, vol.21, 385-421. 

Masterproeven

  • BETUNE, C., La protection juridique prénatale: analyse de droit comparé entre la Belgique et les Pays-Bas, onuitg. masterproef Rechten UCL, 2022, 75 p.
  1. Andere bronnen

Documenten van VN-organisaties

Documenten van niet-gouvernementele organisaties

Online bronnen 

 

Download scriptie (988.32 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Yves Haeck, Evelyn Merckx, Marlies Vanhooren