Het uitgangspunt
Een gebouw, onze architectonische omgeving, is niet beperkt tot een vaste, onveranderlijke structuur, het is dynamisch en bestaat in een constante staat van beweging in de tijd.
Vooral in een wereld waarin beslissingen over nieuwe gebouwen gekoppeld zijn aan verschillende kwesties die een dramatische impact kunnen hebben op onze omgeving, is een van de belangrijkste taken voor architecten het vinden van oplossingen die de bestaande kwaliteiten omarmen en behouden, in plaats van ze te ontkennen als basis voor nieuwe projecten. Om dit te bereiken is het belangrijk om de waarde van de bestaande structuren te erkennen.
Als onderdeel van de Real Life master dissertation studio, die gebaseerd is op real life tenders met betrekking tot de toekomst van bestaande sociale huisvesting in Brussel, richt dit masterproject zich op de transformatie van het Moulin 41 gebouw. Het is gebouwd in 1968 en ligt in Sint-Joost. Het bestaat uit 78 appartementen op 13 verdiepingen.
85% van deze appartementen zijn van hetzelfde type, wat nog steeds het idee vertegenwoordigt dat het kerngezin wordt beschouwd als de belangrijkste sociale eenheid. Aangezien sociale huisvesting een belangrijke impact heeft op het bevorderen van sociale rechtvaardigheid, is het des te dringender om een reeks verschillende typologieën aan te bieden die onze verschillende manieren van samenleven weerspiegelen. Om een blijvende en duurzame transformatie van het gebouw te bereiken, moet het geheel van woontypologieën aanpasbaar zijn aan de veranderende behoeften van de bewoners in de loop der tijd.
Het voorstel
Soms is een eenvoudig gebaar al genoeg om de weg vrij te maken voor een betere toekomst.
Twee deuren kunnen werelden verbinden, maar dat hoeft niet.
Uitgaande van het onderzoeken en in kaart brengen van verschillende grenzen en hun kwaliteiten rond de Moulin 41 was het project erop gericht om deze grenzen te transformeren en te verschuiven met gereduceerde en eenvoudige acties, waaronder één architectonisch motief, op het niveau van de gebouwde materie, maar ook op het niveau van de samenleving, aangezien beide van elkaar afhankelijk zijn.
Gebaseerd op de aanname dat gebouwen zich voortdurend moeten aanpassen aan veranderende externe en interne omstandigheden, is het voorstel niet gericht op het creëren van een vast en definitief beeld. In plaats daarvan biedt het stof tot nadenken en presenteert het een ontwerpvariant. Deze benadering biedt een potentiële blik in de toekomst en geeft prioriteit aan aanpassingsvermogen en flexibiliteit. Door het transformatieproces te omarmen, vermijdt het voorstel het streven naar een star en onveranderlijk resultaat.
Het architectonische motief van de enfilade, dat zowel verbinding als openheid belichaamt, zorgt niet alleen voor de nieuwe indeling van de appartementtypes, maar creëert ook een architectonische kwaliteit die de smalle segmenten van de bestaande structuur opfleurt door de grens op te heffen.
Aan de noordzijde worden de territoriale diepte en de kwaliteiten van de galerijgang gebruikt als een positieve notie die wordt versterkt in de nieuwe circulatie. De zuidgevel herschrijft de relatie tussen de binnen- en buitenkant van de appartementen met een nieuw aangebouwd klein balkon.
De openheid die deze benadering met zich meebrengt, creëert ruimtes die mogelijkheden bieden voor toe-eigening. Vooral in de context van de vaak overgereguleerde sociale huisvesting biedt dit een nieuw perspectief
Het voorstel op zich kan niet gebruikt worden als een algemeen kader voor sociale woningrenovaties aangezien de interventies zeer precies ontwikkeld werden op basis van de specifieke observaties en in dialoog met de bestaande structuur. De aanpak kan echter wel een impuls geven en worden overgedragen op andere renovatieprojecten en het transformatieproces in gang zetten.
Source 1:
Bouwmeester Maître Architecte description of the tender from the studio description by Harold Fallon and Sophie Laenen
Source 2:
blog-archkuleuven.be Studio introduction by Sophie Laenen and Harold Fallon
Source 3:
Vandermotten Christian, Jorissen Denis. Le logement social à Bruxelles depuis 1919, p. 143
Source 4:
Andrea Migotto. Shaping Collective Life in Twentieth Century Belgian Social Housing, Architecture and Culture, p. 590-591
Source 5:
Nawal Ben Hamou, PLAN D’URGENCE LOGEMENT, 2020-2024
Source 6:
Bouwmeester Maître Architecte description of the tender of Moulin 41 from the studio description by Harold Fallon and Sophie Laenen
Source 7:
A. Friedman, Fundamentals of Sustainable Dwellings, DOI 10.5822/978-1- 61091-211-2_3, © 2012 Avi Friedman
Source 8:
Floris Alkemade, Michiel van Iersel, Mark Minkjan, Jarrik Ouburg ‘‘Rewriting Architecture 10+1 Actions’’(Tabula Scripta), p. 23.
Source 9:
Grafe, C. & Nordrhein-Westfalen, B. (2020). Umbaukultur: The Architecture of Altering. Kettler Verlag Umbaukultur: The Architecture of Altering.