Hoe we allemaal iets kunnen leren van de Dekaloog (1989) van Kieslowski als filmadaptatie

Justine
Decoster

De Dekaloog van de Poolse cineast Krzysztof Kieslowski is intussen al meer dan vijfendertig jaar oud, maar dat wil niet zeggen dat de reeks aan relevantie heeft ingeboet. Door de reeks te benaderen als een atypische filmadaptatie, die beïnvloed werd en wordt door zoveel meer dan enkel de Tien Geboden, dringt een nieuwe interpretatie zich op. De thema’s die ondergronds sluimeren blijken verrassend actueel: hoe gaan we om met de dood, wie houden we verantwoordelijk voor een verlies van moraliteit en kan ontrouw meer inhouden dan bedrog? 

 

De Dekaloog 

De Dekaloog (1989) is een tiendelige reeks, gemaakt door de Poolse cineast Krzysztof Kieslowski. Elke film duurt ongeveer een uur en is gebaseerd op één van de Tien Geboden uit het Oude Testament. Dat wil zeggen dat de films telkens op één zin zijn gebaseerd. Dat op zichzelf is al een interessant gegeven, want hoe vertaal je één zin naar een verhaal dat een uur blijft boeien? Daarnaast kan men zich afvragen waarom iemand, op het einde van de twintigste eeuw, nog interesse zou tonen in de Geboden. Kieslowski wilde helemaal geen religieuze propaganda maken. Hij wilde mensen niet aansporen om de Geboden (opnieuw) te gehoorzamen. Integendeel, hij wilde onderzoeken of het in een moderne samenleving überhaupt mogelijk is om de Geboden na te leven. Dit staat volledig los van de vraag of dat wenselijk is. Het is aan de kijker om zijn conclusies te trekken. De films lepelen geen antwoord in de mond maar nodigen net uit om mee te gaan in het gedachte-experiment. De films zijn dus gemaakt om het denken bij de kijker aan te sporen en net daarom interessant om te analyseren. 

Hoe moeten we de Dekaloog analyseren? 

De vraag is dan hoe we als kijker de films best benaderen. Aangezien de Dekaloog gebaseerd is op het Oude Testament, kunnen we in zekere zin concluderen dat het een filmadaptatie is. Binnen de adaptatiestudies ijveren al langer verschillende academici voor een verbreding van het begrip adaptatie. In dat opzicht hoeft een adaptatie niet noodzakelijk een film te zijn die gebaseerd is op een roman, maar kan het ook het product zijn van een proces waarbij er een ander soort bronwerk aan de basis ligt. De filmadaptatie heeft bovendien een interessante relatie met zijn publiek. De Dekaloog, net als de meeste andere adaptaties, benoemt openlijk op welk bronwerk het is gebaseerd. Dat creëert een unieke kans voor de kijker om zich daarover te informeren en met die informatie de adaptatie te benaderen. 

Adaptaties zijn bovendien ook een vorm van intertekstualiteit. Dat is een moeilijk woord, dat doorheen de geschiedenis verschillende invullingen heeft gekregen. In deze context houdt het in dat teksten en de interpretatie van teksten, leven. Teksten beïnvloeden elkaar constant en zodoende kan je verschillende echo’s van andere teksten herkennen in een tekst. Het woord tekst duidt hier op meer dan louter een fysiek stuk papier. Het gaat immers ook over taal, over geschiedenis en over hoe al die culturele elementen sporen achterlaten in andere cultuurproducten die wij consumeren. Het benadrukt de dialoog die bestaat tussen verschillende cultuurproducten, waaronder die tussen film en literatuur. 

Hoe beter de kijker geïnformeerd is, hoe meer bagage die heeft om een filmadaptatie te benaderen, te analyseren en te begrijpen. Essentieel daarbij is dat de kijker ook steeds zijn eigen cultureel referentiekader meeneemt in de analyse, waardoor ook interpretatie en betekenisgeving volatiel en uniek zijn. De brontekst waarop de adaptatie is gebaseerd, is een voorbeeld van hoe teksten elkaar beïnvloeden. De beste manier om dit te illustreren, is door in de filmanalyse te duiken. 

 

De analyse 

In Dekaloog één (“Ik ben de Heer uw God. Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben”) worstelen de personages met vragen over zingeving en de dood. De hoofdpersonages zijn zowel religieus als atheïstisch, gedreven door wetenschap en geloof. Echo’s van Nietzsches beroemde ‘God is dood’-uitspraak in de film doen vragen rijzen over de fundamenten van datgene wat we denken zeker te weten. Zoals ook Nietzsche wist, is het begin van de opbouw de afbraak. Meer dan iets anders confronteert Dekaloog één ons met de vraag hoe overtuigd we zijn van onze eigen overtuigingen en hoe moeilijk het is om die terug op te bouwen zonder religieus fundament.

Dekaloog vijf (“Gij zult niet doden”) confronteert ons dan weer met individuen die er niet in geslaagd zijn om te aarden in de samenleving en daarmee hun moraliteit zijn verloren. De film draait rond een zinloze moord die vanzelfsprekend moet worden veroordeeld. De doodstraf die wordt opgelegd aan de beschuldigde lijkt echter verdacht veel op de moord en komt al even zinloos over. Het is maar de vraag of institutionele instellingen, zoals justitie, de moraliteit aan hun kant hebben. Hoe moeten we ons wapenen tegen individuen die ontsporen? Wiens verantwoordelijkheid is dat? Willen we deze mensen bestraffen of willen we proberen deze mensen te redden? 

Dekaloog zes (“Gij zult niet echtbreken”), dat visueel en inhoudelijk interessante gelijkenissen vertoont met Hitchcock’s klassieker Rear Window, behandelt een oerthema uit de filmgeschiedenis, nl. dat van het voyeurisme. De vraagt dringt zich op wanneer en waarom kijkgedrag of het observeren van de ander, problematisch wordt. De vrouw die wordt geobserveerd, wordt geobjectiveerd. Ze houdt er meerdere relaties op na, maar lijkt dat niet te verbergen. De voyeur daarentegen, verbergt zich en laat geen wederkerigheid toe. Zelfs nadat hij heeft toegegeven dat hij naar haar kijkt, laar hij haar niet terug kijken. Kieslowski toont ons dat ontrouw niet noodzakelijk schuilt in promiscuïteit, maar in de ander behandelen zonder wederkerigheid toe te laten. Dat doet de ander onrecht aan. 

Door de Dekaloog te beschouwen als een cultuurproduct dat door veel meer werd en wordt beïnvloed dan enkel de Geboden, stellen we vast dat Kieswloski universele thema’s aansnijdt en vragen oproept die tot op vandaag het denken uitdagen. De filmadaptatie holistisch benaderen werpt zijn vruchten af en creëert voor de kijker een genuanceerde en gelaagde interpretatie en kijkervaring. 

Bibliografie

Barton Palmer, R. (2004). The Sociological Turn of Adaptation Studies. The Example of the Film Noir. In R. Stam & A. Raengo (eds.), A Companion to Literature and Film (pp. 258-277). Malden, Ma: Blackwell Publishing.

Ballester, C. (2016). From Personal to Dekalog: Michnik, Havel, Konrad, Camus and the Search for the Individual in the Cinema of Krzysztof Kieslowski. Central Europe, 14(2), 106-124. https://doi.org/10.1080/14790963.2016.1319611

Bartley, W. (2014). Faith, Doubt, and Chiasmus in Krzysztof Kieslowski’s Decalogue I. Journal of Religion & Film, 18(2), article 4, 1-33.

Bauer, M. (2016). Decalogue Five: A Short Film about Killing, Sin, and Community. In: E. Badowska & F. Parmeggiani (eds.), Of Elephants and Toothaches. Ethics, Politics and Religion in Krzysztof Kieslowski’s ‘Decalogue’ (pp. 122-139). New York: Fordham University.

Cavendish, P. (2021, 25 juni). “I know it’s unfashionable, but I believe in humanity”: Krzysztof Kieslowski on the Decalogue. Sight and Sound. Geraadpleegd op 15 november 2023, van https://www.bfi.org.uk/sight-and-sound/interviews/krzysztof-kieslowski-… dekalog

Corrigan, T. (2017). Defining Adaptation. In T. Leitch (ed.), The Oxford Handbook of Adaptation Studies (pp. 23-35). New York, New York: Oxford University Press.

Cutchins, D. (2017). Bakhtin, Intertextuality, and Adaptation. In T. Leitch (ed.), The Oxford Handbook of Adaptation Studies (pp. 71-86). New York, New York: Oxford University Press.

Garbowski, C. (1992). Krzyzstof Kieslowski “Decalogue”: presenting religious topics on television. The Polish Review, 37 (3), 327-334.

Gombrowicz, W. (2005). Diario. 1953-1969. Seix Barral.

Haltof, M. (2004). The Cinema of Krzysztof Kieslowski: Variatons on destiny and chance. Wallflower Press.

Howe, L. (2008). Through the Looking Glass: Reflexivity, Reciprocality, and Defenestration in Hitchcock’s Rear Window. College Literature, 35(1), 16-37. https://doi.org/10/1353/lit.2008.0008

Hutcheon, L. (2006). A Theory of Adaptation. Routledge.

Irwin, W. (2004). Against Intertextuality. Philosophy and Literature, 28(2), 227-242. https://doi.org/10.1353/phl.2004.0030

Journey To The Center Of The Cinema. (2021, 3 juli). Dekalog (1988) Director Krzysztof Kieslowski Interview [Video]. YouTube. Geraadpleegd op 23 november 2023, van https://www.youtube.com/watch?v=1eeJNCusFXU&t=73s

Kickasola, J.G. (2018). Inflancka Travelogue: 10 Short Essays on “Decalogue”. Images. The International Journal of European Film, Performing Arts and Audiovisual Communication, XXIV (3), 19-38. https://doi.org/10.14746/i.2918.33.03

Kieslowski, K., Piesiewicz, K. & Gijzel, B. (1990). Dekaloog: Tien Scenario’s. International Theatre & Film Books i.s.m. IKON Televisie Amsterdam.

Kieslowski, K. & Stok, D. (1994). Kieslowski on Kieslowski. Faber and Faber.

Lavik, E. (2011). The Poetics and Rhetoric of the Wire’s Intertextuality. Critical Studies in Television: The International Journal of Television Studies, 6(1), 52-71. https://doi.org/10.7227/CST.6.1.6

Leitch, T. (2008). Adaptation Studies at a Crossroads. Adaptation, 1(1), 63-77. https://doi.org/10/1093/adaptation/apm005

Olyslaegers, J. (2023). Wil (Twintigste Druk). De Bezige Bij.

Ott, B. & Walter, C. (2000). Intertextuality: Interpretive practice and textual strategy. Critical Studies in Media Communication, 17(4), 429-446. https://doi.org/10.1080/15295030009388412

Scruton, R. (2013). Moderne filosofie: Van Descartes tot Wittgenstein: een korte geschiedenis (E.Coenen, Vert.) (derde druk). Bijleveld.

Spit, L. (2023). Het Smelt (Zeventiende druk). Das Mag Uitgevers.

Stam, R. (2000). Beyond Fidelity: The Dialogics of Adaptation. In J. Naremore (ed.), Film Adaptation (pp. 54-76). New Brunswick: Rutgers UP.

Venuti, L. (2009). Translation, Intertextuality, Interpretation. Romance Studies, 27(3), 157-173. https://doi.org/10.1179/174581509X455169

Vermeersch, E. & Braeckman, J. (2008). De rivier van Herakleitos. Een eigenzinnige visie op de wijsbegeerte. Houtekiet.

Filmografie:

Baetens, V. (Regisseur). (2023). Het Smelt [Film]. Savage Film, Flanders Image & PRPL.

Hitchcock, A. (Regisseur). (1954). Rear Window [Film]. Alfred J. Hitchcock Productions.

Mielants, T. (Regisseur). (2023). Wil [Film]. Lecter Scripted Media, Menuetto Film & Minds Meet.

Kieslowski, K. (Regisseur). (1989). Dekaloog [Film; DVD-uitgave]. Telewizja Polska (TVP) & Zespol Filmowy “Tor’.

Kieslowski, K. (Regisseur). (1988). A Short Film About Love [Film]. Zespol Filmowy “Tor’.

Kieslowski, K. (Regisseur). (1988). A Short Film About Killing [Film]. Zespol Filmowy “Tor”, Przedsiebiorstwo Realizacji Filmow “Zespoly Filmowe” & Wytwornia Filmow Dokumentalnych (Warszawa).

Roeg, N. (Regisseur). (1973). Don’t Look Now [Film]. Casey Productions, Eldorado Films & D.L.N. Ventures Partnership.

Download scriptie (3.87 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2024
Promotor(en)
Maarten Coëgnarts