Joachim is zwaar depressief na het plotse verlies van zijn werk en een moeilijke scheiding. Hij voelt zich hopeloos en denkt steeds vaker aan zelfmoord. Zijn sociale contacten zijn verwaterd, en hij ervaart geen plezier meer in het leven. Slapen en eten gaan moeilijk, zijn situatie verergert. Hoewel zijn familie en vrienden aandringen op professionele hulp, weigert Joachim dit, ervan overtuigd dat zijn situatie uitzichtloos is. In een crisismoment op de spoedgevallen, gaat hij uiteindelijk akkoord met een opname wanneer hem wordt verteld dat zijn broer bij hem mag overnachten.
Een opname op de psychiatrie kan een enge of moeilijke stap zijn. Het AZ Sint-Maria Halle wil dit veranderen. Transparantie en een warme, gepersonaliseerde kwaliteitszorg worden hoog in het vaandel gedragen. Met de introductie van ‘rooming-in’, waarbij een dierbare kan overnachten, proberen wij de drempel naar geestelijke gezondheidszorg te verlagen en het taboe rond psychiatrie te doorbreken.
Op materniteit en kinderafdelingen is het heel normaal dat ouders blijven slapen. Dit concept, genaamd ‘rooming-in’, wordt nu ook geïntroduceerd in de acute geestelijke gezondheidszorg. Valérie Demol onderzocht begin dit jaar of dit een meerwaarde kon zijn op een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis (PAAZ).
Het doel was driedelig: meer betrokkenheid van de familie bij de behandeling creëren, de patiënt een veilige en ondersteunende omgeving bieden en de psychiatrische zorg toegankelijker maken.
Familieleden die er reeds gebruik van maakten reageren tevreden en gerustgesteld. Ze ervaren het als waardevol dat ze een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan het herstelproces van hun naaste. Ook de patiënten zijn positief; ze voelen zich veiliger met een vertrouwd gezicht dichtbij.
“We zijn gestart vanuit een uitgebreide bevraging bij onze patiënten en hun familie.” legt hoofdverpleegkundige Valérie Demol uit. “Het is belangrijk om vooraf de wensen, de verwachtingen en de bezorgdheden in kaart te brengen.” Ook was er overleg met AZ Rivierenland in Bornem, waar een soortgelijk project loopt.
Niet alleen werkt het concept stressverlagend voor de patiënt en zijn omgeving, ook het zorgpersoneel ervaart voordelen, blijkt uit het onderzoek. Iemand die in een crisistoestand verkeert kan de verbinding met de realiteit verliezen, wat intensieve zorg vraagt. Familieleden herkennen sneller alarmsignalen en weten wat helpt, wat vertrouwen geeft en de kans op herstel vergroot.
Bovendien zijn de cijfers van meer ingrijpende veiligheidsmaatregelen, zoals het overbrengen van iemand naar een prikkelarme ruimte, nog nooit zo laag geweest sinds de invoering van ‘rooming-in’.
Het concept werd geïmplementeerd op de PAAZ van het AZ Sint-Maria aan de hand van de PDCA-cyclus en het managementmodel van Kotter.
Een brochure werd opgemaakt ter kennisgeving naar de buitenwereld toe. Deze werd verspreid via de consultatie van de psychiaters van het ziekenhuis, via sociale media en op de website van de instelling.
De huisartsenkringen van de regio werden eveneens op de hoogte gesteld van het bestaan van dit project.
Gedurende een proefperiode van drie maanden werd de meerwaarde onderzocht. De beleving van het zorgpersoneel werd gemeten met een nul- en een nameting, terwijl de beleving van de patiënt en diens familielid via een enquête werd bevraagd. Ook werd gekeken of een heteroanamnese vaker kon plaatsvinden en werden de afzonderingscijfers vergeleken met voorgaande jaren.
Ondanks de positieve resultaten blijft helaas de drempel naar een psychiatrische opname hoog in België. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat ‘rooming-in’ een positieve impact heeft op de beleving van de patiënt, diens context en de hulpverleners. Dit is echter nog weinig onderzocht binnen een acute, volwassen psychiatrische setting.
De betrokkenheid van de context van de patiënt werd duidelijk verhoogd. Zowel voor de patiënt, diens familielid, als voor het zorgpersoneel van de PAAZ, is de meerwaarde en positieve impact bewezen. Hoewel andere factoren een rol kunnen spelen, toonde de beperkte data aan dat ‘rooming-in’ een daling in afzonderingen teweegbrengt.
Het wordt aanbevolen om meer data te verzamelen en op een later tijdstip een nieuwe nameting uit te voeren. Meer onderzoek binnen volwassenpsychiatrie op (inter)nationaal niveau zou tot meer algemene conclusies kunnen leiden. Tot slot zou de meerwaarde van de betrokkenheid van de context meer belicht moeten worden binnen zorgopleidingen.
Dit onderzoek werd uitgevoerd in het kader van de bachelor-na-bachelor opleiding Zorgmanagement aan de Erasmushogeschool in Brussel. De opleiding biedt studenten de mogelijkheid om innovatieve projecten te ontwikkelen en bij te dragen aan de verbetering van de zorgsector.