De onvermoeibare onderwijzer: Gezelle, de man die zijn leerlingen leerde schrijven

Brecht
Berteloot

In de wereld van Vlaamse literatuur is Guido Gezelle een naam die klinkt als een klok, bekend als priester-dichter. Maar zijn rol als leerkracht was minstens even belangrijk. Zijn unieke benadering van taal en poëzie aan het Klein Seminarie Roeselare heeft diepe sporen nagelaten, zowel binnen als buiten de schoolmuren.

Gezelle, geboren in 1830 in Brugge, staat bekend om zijn diepgewortelde liefde voor de Vlaamse taal en cultuur. Deze passie bracht hij over op zijn leerlingen, waarbij hij hen niet alleen de technische aspecten van het schrijven bijbracht, maar hen ook inspireerde om de schoonheid van taal te ontdekken. Gezelle schaarde zich achter de onderwijsvernieuwers in een tijd waarin onderwijs vaak rigide en theoretisch was. In plaats van zijn leerlingen enkel te laten memoriseren, moedigde hij hen aan om creatief te zijn en hun eigen stem te vinden binnen een afgebakend kader.

 

Een leraar met een missie

Gezelles carrière als leraar begon bescheiden, met o.a. lessen in natuurlijke historie en Vlaams voor Waalse studenten. Al snel bleek zijn talent voor lesgeven, en in 1857 werd hij benoemd tot leraar van de poësisklas, een cruciale stap in zijn carrière. Hier kon hij zijn liefde voor poëzie volledig tot uiting laten komen en zijn leerlingen begeleiden in hun eerste stappen als dichters.

Wat Gezelles onderwijs zo bijzonder maakte, was zijn overtuiging dat een praktijkgerichte en inspirerende aanpak de enige manier was om van leerlingen dichters te maken. Hij geloofde dat poëzie niet alleen een kunstvorm was die je uit boeken leert, maar iets dat in de natuur en in het dagelijks leven te vinden was. Dit kwam duidelijk naar voren in zijn lessen, waarin hij zijn leerlingen aanmoedigde om hun zintuigen te gebruiken, hun omgeving te observeren en daaruit inspiratie te halen voor hun schrijfsels

 

Een inspirerende onderwijsmethode

Gezelles methode was revolutionair omdat hij zijn leerlingen niet alleen kennis wilde bijbrengen, maar hen ook wilde vormen tot onafhankelijke denkers en schrijvers. Hij introduceerde een aanpak waarbij de praktijk voorop stond: leerlingen moesten niet enkel theorie bestuderen, maar vooral zelf schrijven en creëren. Dit leidde tot een splitsing onder de leerlingen: de ‘Gezellianen’, die zijn aanpak omarmden, en de ‘anti-speïsten’ — naar het Griekse woord voor grot of tombe speos, verwijzend naar leerlingen die Gezelles kamer frequenteerden — die moeite hadden met de omschakeling naar een praktijkgerichte methode.

Een goed voorbeeld van zijn didactische vernieuwingen is zijn gebruik van de ‘Vlaemsche Dichtoefeningen’, een bundel waarin hij de schrijfoefeningen van zijn leerlingen verzamelde. Deze oefeningen omvatten een breed scala aan literaire vormen, van alliteratie tot natuurpoëzie en vertalingen. Door zijn leerlingen uit te dagen met complexe oefeningen, bereikte Gezelle een niveau van diepgang en creativiteit dat zijn tijd ver vooruit was.

 

Creatief schrijven in de 19e eeuw: een anachronisme?

Hoewel de term ‘creatief schrijven’ pas veel later gangbaar werd, kunnen we Gezelles onderwijsmethoden gerust als een vroege vorm daarvan beschouwen. In een tijd waarin onderwijs vaak werd gezien als een rigide proces van memorisatie en herhaling, introduceerde Gezelle een meer dynamische benadering. Hij moedigde zijn studenten aan om te spelen met taal, om woorden te voelen en te proeven, en om hun emoties en ervaringen in poëzie te vangen.

Een van zijn opmerkelijke methoden was het gebruik van verschillende schrijfopdrachten die variëerden van alliteratie-oefeningen tot het imiteren van klassieke en hedendaagse teksten. Ruimte voor de leefwereld van zijn leerlingen en de actualiteit werden daarbij niet gemeden, wat wijst op een moderne en zelfs hedendaagse, didactische benadering. Deze aanpak stelde studenten in staat om hun technische vaardigheden te ontwikkelen, terwijl ze ook hun eigen stem en stijl ontdekten.

 

Een erfenis die blijft

Hoewel zijn methoden niet onomstreden waren en zelfs leidden tot zijn verwijdering als poësisleraar in 1859, is de impact van Gezelles onderwijs niet te onderschatten. Zijn leerlingen, zoals Hugo Verriest, werden later prominente figuren in de Vlaamse literatuur. Bovendien legde Gezelle de basis voor een onderwijsbenadering die creativiteit, taalzuiverheid en religieuze verdieping hoog in het vaandel droeg.

Vandaag, 125 jaar na zijn dood, blijft Guido Gezelle een figuur van groot belang. Niet alleen vanwege zijn poëtische werken, maar ook vanwege zijn vooruitstrevende visie op onderwijs. In een tijd waarin onderwijs vaak wordt herleid tot het overbrengen van kennis, herinnert Gezelle ons eraan dat echt onderwijs draait om het inspireren van leerlingen om het beste uit zichzelf te halen, zowel intellectueel als spiritueel.

Gezelles erfenis leeft voort in zijn poëzie, maar ook in de manier waarop hij generaties na hem heeft beïnvloed door zijn unieke kijk op de kracht van taal en onderwijs. Zijn verhaal is een aanmaning dat grootse literatuur en groots onderwijs hand in hand gaan, en dat de leraar een onmisbare schakel is in de keten van culturele overdracht.

Bibliografie

BIBLIOGRAFIE

1. Primaire bronnen

Broeckaert, J. (1865). Le guide du jeune littérature. Ouvrage classique adopté dans les Collèges

de la Compagnie de Jésus. Tome première: éléments généeaux et compositions

secondaires. Bruxelles: Goemaere. Geraadpleegd via https://books.google.be/books?

id=QPFlogFZISwC&printsec=frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=

0#v=onepage&q&f=false

Buffon, G.-L. L. (1749). Histoire naturelle générale et particulière, avec la description du

cabinet du roy . Paris: L'impremerie royale. Geraadpleegd via https://gallica.bnf.fr/

ark:/12148/bpt6k10672243/f11.item

Chateaubriand, F.-R. d. (1862). OEuvres de Chateaubriand, le Génie du Christianisme. Paris:

DMB.

de la Mennais, F. R. (1839). Des Missions. In F. R. de la Mennais, OEvres complètes de F. de la

Mennais, revues et mises en ordre par l'auteur (pp. 629-631). Bruxelles: Société Belge

de librairie. Geraadpleegd via https://books.google.be/books?id=n8sTAAAA

QAAJ&printsec=frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepag

e&q&f=false

Dupanloup, F. (1857). De L'éducation. Paris: Jacques Lecoffre.

Gezelle, G. (1858). Vlaemsche Dichtoefeningen. Brussel/Roeselare: H. Goemaere/Stock-

Werbrouck en Zoon. Geraadpleegd via https://books.google.be/books?id=JXtBAA

AAcAAJ&printsec=frontcover&redir_esc=y#v=onepage&q&f=false

Gezelle, G. (1905). Kleengedichtjes. Driemaal XXXIII mitgaders rijmreken, nageldeuntjes,

spakerlingen, en diergelijk gestrooi. Amsterdam: L. J. Veen. Geraadpleegd via DBNL

(KB, nationale bibliotheek) https://www.dbnl.org/arch/geze002klee01_01/pag/

geze002klee01_01.pdf#page=1

Gezelle, G. (1980). Vlaemsche Dichtoefeningen, facsimile uitgave. Brugge: FARÓ.

Girard, A. (1832). Préceptes de Rhétorique tirés des meilleurs auteurs anciens et modernes.

Bruxelles: De Mat. Geraadpleegd via https://books.google.be/books?id=l0pAAAAA

cAAJ&printsec=frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage

&q&f=false

Lefranc, É. (1847). Traité théorique et pratique de littérature. Paris: Jacques Lecoffre.

Geraadpleegd via https://books.google.be/books?id=PRyTBbiKxwMC&printsec=

frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q&f=false

Nyssen, J.-J. (1845). Essai de poétique. Saint-Trond (Sint-Truiden): Vanwest-Pluymers.

Geraadpleegd via https://books.google.be/books?id=6WwGK5pjcz8C&printsec=

frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q&f=false

Schipbraeck te Knocke. (1857, maart 12). Standaerd van Vlaenderen, p. 2.

63

Uit het archief van het Klein Seminarie Roeselare

KSR 1: Réunions annuelles des supérieurs (1849-1861), kaft 41.

KSR 2: Rapporten van hoofdinspecteur De Haerne aan Mgr. Malou (1852-1861), kaft 41 & 43.

KSR 3: Directiondes Internes. Direction des Philosophes. Directions des Humanités.

Programme des Cours (anoniem document in handschrift van Faict; laatste blad met

opmerkingen van Mgr. Malou).

KSR 4: M. M. les Professeurs. Boekhouding personeelsleden uit de periode van econoom

Béthune.

KSR 5: Leerprogramma’s (1852-1882).

KSR 6: Circulaires van het bisdom aan de superiors, kaft 42b.

KSR 7: Brieven aan de superior (1834-1877), kaft 44.

KSR 8: Prospectussen, map met losse documenten.

KSR 9: Grand Livre a M. M. les Professeurs (1859-1875).

KSR 10: Notitieboek van het economaat (1856-1859).

Uit het Gezellearchief, Biekorf Brugge

BIEKORF 1: Gezelle, G. Lesvoorbereiding: thema voor opstel van 20-30 regels. Hss. met

correcties. Doc#: 2597.

BIEKORF 2: Vanhee, E. Schoolwerk: Aen eene Bloem (stafrijm). Hss. Doc#: 9904 (4).

BIEKORF 3: Berghman, R. Schoolwerk: De Bron (vertaling). Hss. Doc#: 9813 (1).

BIEKORF 4: Delbaere, H. Schoolwerk: Aen ’t water van de Mandelbeke. Hss. Doc#: 9844 (4).

BIEKORF 5: Neut, E. Schoolwerk: In het woud. Hss. Doc#: 9876 (3).

BIEKORF 6: Willaert, R. Schoolwerk: De vogeltjes (gedicht). Hss. Doc#: 9926 (6).

BIEKORF 7: Berghman, H. Schoolwerk: The Missions (vertaling). Hss. Doc#: 9813 (3).

BIEKORF 8: de Neve, J. Schoolwerk: Een schipbreuk op de noordzee regtover knocke en

Heyst die plaets gehad heeft in het voorjaer van 1857 (gedicht). Hss. Doc#: 9847

(2).

BIEKORF 9: Toye, T. Schoolwerk: Het vallen van den avond langs de Schelde (gedicht). Hss.

Doc#: 9893.

BIEKORF 10: Vancoillie, V. Schoolwerk: De zucht naer ’t vaderland (gedicht). Hss. Doc#:

9896 (2).

BIEKORF 11: Verriest, G. Schoolwerk: Legende van Sinte Catherine. Hss. Doc#: 9915 (7).

64

2. Secundaire bronnen

Baur, F. (1930). Uit Gezelle's Leven en Werk. Leuven: Davidsfonds. Geraadpleegd via DBNL

(KB, nationale bibliotheek) https://www.dbnl.org/arch/baur001uitg01_01/pag/

baur001uitg01_01.pdf#page=174

Berteloot, B. (2024). Stimulerende Schrijfsels: Creatieve schrijfinterventies om de

appreciatie voor poëzie te vergroten in de derde graad doorstroomfinaliteit van het

secundair onderwijs [ongepubliceerde masterthesis]. KU Leuven.

Brauns, M. (1949-1950). Guido Gezelle en de mens. Katholiek Cultureel Tijdschrift Streven,

24-48.

Callebert, K. (1899). Guido Gezelle, lijkrede van E.H. Pastor Callebert te Kortrijk . De Nieuwe

Tijd, 59-63.

Couttenier, P., & van den Berg, W. (2009). Alles is taal geworden: geschiedenis van de

Nederlandse literatuur, 1800-1900. Amsterdam: Bert Bakker.

Daniel, N. (2010). The Evolution of Creative Writing. In S. B. Kaufman, & J. C. Kaufman, The

Psychology of Creative Writing (pp. 101-116). Cambridge: Cambridge University

Press.

De Cuyper, J. (1958). Uit Guido Gezelle's studententijd. Zijn overgang van Brugge naar

Roeselare in 1846. Biekorf, 236-240. Geraadpleegd via https://issuu.com/

davygoedertier/docs/biekorf._jaargang_59__bie001195801__c46becadfbdd83

de Mûelenaere, J. (1974). Over Gezelles confraternity. Gezelliana.

de Mûelenaere, J. (1978). Verloren gewaande en verkeerd begrepen brief: Frutsaerts brief van

1857. In Gezellekroniek (pp. 43-72). Kapellen: Guido Gezellegenootschap.

Derluyn, E. (1971). Zo haalde ‘De Mandelbeke’ dan toch de filosoof Gezelle het seminarie

binnen. Gezellekroniek, 45-54. Geraadpleegd via DBNL (KB, nationale bibliotheek)

https://www.dbnl.org/tekst/_gez004197101_01/_gez004197101_01_0005.php

D'Haen, C. (1987). De wonde in't hert. Guido Gezelle: een dichtersbiografie. Tielt: Lannoo.

Dufour, Mulat, & Boulanger. (1862). OEuvres de Chateaubriand, le Génie du Christianisme. In

F.-R. d. Chateaubriand, le Génie du Christianisme. Paris: DMB.

Geens, J. (1980). Omtrent een maatschappijvisie in Guido Gezelles weekblad 't Jaer 30 (1864-

185). Biekorf, 227-253.

Geldhof, J. (1986). 150 jaar Sint-Lodewijkscollege te Brugge. Brugge.

Gezelle, C. (1918). Guido Gezelle 1830-1899. Amsterdam: L.J. Veen. Geraadpleegd via DBNL

(KB, nationale bibliotheek) https://www.dbnl.org/tekst/geze001guid01_01/index.php

Het Guido Gezellearchief a. (sd). Kindertijd en jeugd in Brugge. Opgehaald van Gezelle.be:

https://gezelle.be/ontmoet-gezelle/leven-en-werk-gezelle-biografie-1-al…

leven-en-werk-biografie-gezelle-2-kindertijd-en-jeugd

65

Het Guido Gezellearchief b. (sd). Kroniek van de jonge Gezelle als leraar in Roeselare.

Opgehaald van Gezelle.be: https://gezelle.be/ontmoet-gezelle/leven-en-werkgezelle-

biografie-1-algemene-intro/leven-en-werk-uitbreiding-bij-biografie-3-leraar

-in-roeselare-kroniek

Het Guido Gezellearchief c. (sd). Jan De Neve. Opgehaald van Gezelle.be: https://gezelle.be/

biografisch-plein/jan-de-neve

Houthaeve, R. (1993). Een leven als een wervelwind. Constant Lievens (1856-1893) Jezuïet-

Missionaris. Roeselare: Drukkerij Atelier.

Johannes, G. (2007). Dit moet u niet onverschillig wezen! De vaderlandse literatuur in het

Noord-Nederlands voortgezet onderwijs 1800-1900. Nijmegen: Vantilt.

Lateur, P. (2019). Ilias, Wrok in Troje. Amsterdam: Athenaeum — Polak & Van Gennep.

Long, M. H. (2016). In Defense of Tasks and TBLT: Nonissues and Real Issues. Annual Review

of Applied Linguistics, 5-33.

Meirlaen, M. (2014). Revoluties in de klas: Secundair geschiedenisonderwijs in de Zuidelijke

Nederlanden, 1750-1850. Leuven: Universitaire Pers Leuven.

Mokhtari, T. (2021). The Bloomsbury Introduction to Creative Writing. London: Bloomsbury

Academic.

Nicol, D., & Macfarlane-Dick, D. (2006). Formative assessment and self-regulated learning: a

model and seven principles of good feedback practice. Studies in Higher Education,

199-218.

van der Plas, M. (1990). Mijnheer Gezelle. Biografie van een priester-dichter (1830-1899).

Tielt: Lannoo.

Van Eenoo, R. (1970). De initiatieven op persgebied van de Westvlaamse bisschoppen (1834-

1852). Belgisch tijdschrift voor nieuwste geschiedenis, 55-99.

van Iseghem, J. (1992). Guido Gezelles "Vlaemsche Dichtoefeningen" (1858). Een benadering

van de dichter en het werk. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en

Letterkunde.

van Iseghem, J. (1993). Kroniek van de Jonge Gezelle 1854-1858. Tielt: Lannoo.

van Iseghem, J. (1999). Gezelle als leraar 'histoire naturelle'. In J. van Iseghem, & P. Degryse,

Guido Gezellen, Tien reken en een toovertik (pp. 29-38). Oostkamp: Stichting

Kunstboek bvba.

van Iseghem, J. (1999). Gezelle humorist. Leuven: Davidsfonds.

van Iseghem, J. (1999). Gezelles vorming en literatuuronderwijs. In J. van Iseghem, & P.

Degryse, Guido Gezelle, Tien reken en een toovertik (pp. 45-51). Oostkamp: Stichting

Kunstboek bvba.

van Iseghem, J. (2021). Poëzie als bouwsteen in Gezelles onderwijs. Rijmtijd, 1-21.

66

van Oostrom, F. (2023). De Reynaert: Leven met een middeleeuws meesterwerk. Amsterdam:

Prometheus.

Van Samang, F. (2010). Doodgewone woorden. NS-taal en de Shoah (p. 12). Leuven: Leuven

University Press.

Verriest, H. (1913). Guido Gezelle als leeraar. Verslagen en mededelingen van de Koninklijke

Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1913 (pp. 403, 434-445). Gent:

Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde.

Walgrave, A. (1923). Het leven van Guido Gezelle, Vlaamschen priester en dichter, deel I.

Amsterdam: Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur.

Westenbroek, J. J. (1995). Gezelle de Dichter. Antwerpen: Guido Gezellegenootschap

(Pelckmans n.v.).

Westenbroek, J. J. (1999). Gezelle, vriend en opvoeder. In J. Van Iseghem, & P. Degryse, Guido

Gezelle, (pp. 39-44). Oostkamp: Stichting Kunstboek bvba.

Westerlinck, A. (1980). Gezelle leeft. DWB, 641-644.

Download scriptie (240.17 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2024
Promotor(en)
Pieter Verstraeten