Kleuters ontdekken de wereld met een speelse en open blik. Maar hoe kunnen we deze nieuwsgierigheid omzetten in dieper leren? Als kleuterleerkracht wil je dat kinderen niet alleen ontdekken, maar ook kritisch nadenken en reflecteren. Dit is waar denkroutines een krachtig hulpmiddel kunnen zijn. Door eenvoudige – maar gerichte – denkstrategieën in te zetten, kunnen leerkrachten kleuters ondersteunen. Dit helpt hen om complexere ideeën te verkennen en om ze zelfstandiger te leren denken. In mijn onderzoek verkende ik het gebruik van denkroutines tijdens het onderzoekend leren bij kleuters. Hierbij ontdekte ik onder meer dat visuele ondersteuning en duidelijke stappen essentieel zijn voor succes. In dit artikel deel ik enkele waardevolle inzichten en praktische tips die uit mijn onderzoek zijn voortgekomen.
Marthe Spenninck, 2024
Kleuters zijn van nature nieuwsgierig en gaan uit zichzelf op onderzoek. Ze proberen zelfstandig een antwoord te vinden op hun vragen. Dit wordt ook wel onderzoekend leren genoemd.
Om de kleuters dieper na te laten denken en tot leren aan te zetten, hebben ze begeleiding nodig. Door gerichte denkroutines te introduceren, kunnen leerkrachten kleuters beter ondersteunen in hun leerproces, waardoor deze jonge kinderen zelfstandiger en kritischer leren denken. Uit mijn onderzoek blijkt dat het succesvol toepassen van denkroutines sterk afhankelijk is van twee factoren. Enerzijds is er het visueel ondersteunen van de routines, anderzijds het voldoende trainen van leerkrachten in het gebruik ervan.
Denkroutines bestaan uit simpele vragen, stappen en strategieën die kinderen helpen beter na te denken en te leren. Ze ondersteunen kinderen in hun denkproces en verdiepen hun vaardigheden zoals hun probleemoplossend vermogen, kritisch denken en creativiteit. Het herhalen van deze routines en het zichtbaar maken ervan in de klas is belangrijk, evenals het aanleren van denkroutines aan leerkrachten.
De eerste testfase vond plaats in de derde kleuterklas van Basisschool De Pannebeke in Brugge, waar ik drie denkroutines uitprobeerde: ‘Schil de vrucht,’ ‘Stap in – stap uit – stap terug,’ en ‘Krantenkoppen.’ De reacties van de kleuters waren positief. Ze waren nieuwsgierig en betrokken, vooral bij activiteiten waarbij ze visueel ondersteund werden en waarbij herhaling en begeleiding werden geboden.
Hoewel denkroutines nog nieuw zijn en er weinig onderzoek naar is gedaan, leidde mijn onderzoek naar alternatieve methoden zoals denksleutels. Denksleutels zijn meer gericht op het doorlopen van een aantal stappen om kinderen breder te helpen nadenken. Deze stappen worden gebruikt in de vorm van een stappenplan. Een combinatie van denksleutels lijkt op een denkroutine, maar door denkroutines op te delen in stappen, worden deze doeltreffender in het ondersteunen van het leerproces van kleuters.
Denkroutines blijken een waardevol hulpmiddel te zijn voor niet enkel kleuters, maar ook voor leerkrachten. Voor kleuters bieden ze een gestructureerd hulpmiddel om op een speelse manier dieper na te denken en complexere ideeën te verkennen. Leerkrachten kunnen met behulp van denkroutines het denkproces van kinderen beter begeleiden en stimuleren door gerichte vragen te stellen. Door het inzetten van visuele hulpmiddelen en duidelijke stappen wordt het gebruik van de denkroutines eenvoudiger en doeltreffender, zowel voor de leerkracht die ze toepast als voor de kleuter die ze leert. Zo dragen denkroutines bij aan een rijkere leeromgeving. Hierbij kunnen kinderen hun denkvaardigheden ontwikkelen en hebben leerkrachten een praktische handleiding om dit proces te ondersteunen.
Om denkroutines effectief toe te passen in de kleuterklas, werden een aantal stappen doorlopen. Eerst werden in samenwerking met een ervaren leerkracht drie denkroutines geselecteerd die goed aansluiten bij de behoeften van kleuters: ‘Schil de vrucht’, waarmee kleuters leren dieper over een onderwerp na te denken, ‘Stap in – stap uit – stap terug’ om hen te helpen van perspectief te wisselen, en ‘Krantenkoppen’, dat kleuters stimuleert om hun ideeën kort samen te vatten.
Om de denkroutines begrijpelijk te maken, visualiseerde ik elke stap aan de hand van afbeeldingen en kleuren. Dit hielp de kinderen om de verschillende onderdelen van de denkroutines te onderscheiden en maakte het leren toegankelijker. Vervolgens introduceerde ik de denkroutines geleidelijk in de klas, beginnend met eenvoudige voorbeelden, die via herhaling ervoor zorgden dat kleuters zelfstandiger werden in het gebruik ervan.
Bij de denkroutine ‘Krantenkoppen’ leerden de kleuters om hun ideeën te tekenen en deze samen te vatten in één zin. In de tweede testfase bleek deze denkroutine beter te werken na enkele aanpassingen. Door een handpop erbij te betrekken en door het vereenvoudigen van de instructies werd de denkroutine duidelijker voor hen. Via kringgesprekken en spelmomenten werd deze denkroutine herhaald totdat deze een krachtig hulpmiddel werd voor de kleuters.
Door de drie specifieke denkroutines ‘Schil de vrucht’, ‘Stap in - stap uit - stap terug’ en ‘Krantenkoppen’ in de praktijk te testen, werd aangetoond dat kleuters denkroutines snel oppakken wanneer visuele ondersteuning wordt gebruikt.
Herhaling is hierbij noodzakelijk om ervoor zorgen dat kinderen uiteindelijk zelfstandiger worden in het gebruik van de denkroutines. Goed observeren hoe de kleuters reageren op de denkroutines is belangrijk om de aanpak aan te passen waar nodig. Dit flexibele gebruik liet zien dat denkroutines geschikt kunnen zijn voor verschillende thema’s en activiteiten, zoals kringgesprekken en spelmomenten. De resultaten benadrukken het potentieel van denkroutines als een krachtig hulpmiddel. Ze kunnen het denkproces van kleuters versterken en begeleiden. Maar ook werd er in mijn onderzoek bij leerkrachten een tekort vastgesteld in het begrip en gebruik van denkroutines. Ondanks het grote potentieel, kan en moet er nog veel onderzoek verricht worden naar denkroutines.