Inlichtingendiensten, politiediensten en de strafprocedure

Benoît
Van Cauwenberghe

Inlichtingendiensten, veiligheidsdiensten, geheime diensten, spionagediensten … Stuk voor stuk zijn het organisaties die tot de verbeelding spreken. Oneindig veel boeken en films zijn verschenen over spionnen. In kranten duiken zelfs verhalen op over spionnen die actief zijn op het Europese grondgebied. Dat alles lijkt een ver-van-mijn-bed-show, maar ook België kent zijn eigen inlichtingendiensten. Zij opereren in het geheim tegen zware vormen van criminaliteit en banditisme, en doen dat in het belang van de bevolking en het algemeen belang. Hun beperkte openheid naar de buitenwereld toe kan in een strafprocedure echter een probleem vormen. Immers staat dat op gespannen voet met het recht op een eerlijk proces en de rechten van verdediging.

Verschillende taken

De wetgever heeft het opportuun geacht om diverse mogelijkheden tot informatie-uitwisseling te voorzien tussen inlichtingendiensten enerzijds en politiediensten en justitie anderzijds. Hoewel dat valt toe te juichen, mogen inlichtingendiensten geen geheime politie worden. De taken van inlichtingendiensten zijn dan ook fundamenteel anders dan die van politiediensten, al verwart het grote publiek én de wetgever dat soms.

Inlichtingendiensten verzamelen informatie over ruimere maatschappelijke tendensen die een potentiële dreiging voor het voortbestaan van de democratie kunnen vormen. Politiediensten werken daarentegen rond concrete misdrijven. Zij zoeken naar daders en bewijzen. Die taakverdeling neemt echter niet weg dat er een overlap bestaat tussen de taken van inlichtingen- en politiediensten.

Inlichtingendiensten kunnen en zullen, zeker in de context van terroristische activiteiten en criminele organisaties, in hetzelfde vaarwater als politiediensten terechtkomen. Het omgekeerde geldt uiteraard ook voor politiediensten, die in het vaarwater van inlichtingendiensten terechtkomen wanneer zij grootschalige inlichtingenonderzoeken uitvoeren, de zogenaamde proactieve recherche.

Op zich is dat niet problematisch. Wel integendeel, een efficiënte vervolging waarbij inlichtingen- en politiediensten elkaar te hulp schieten is zonder meer wenselijk. Leren van elkaars technieken en optimale informatie-uitwisseling is zelfs essentieel om de strijd te kunnen aangaan met de georganiseerde criminaliteit. Toch mag men niet uit het oog verliezen dat een klassieke strafprocedure een aantal fundamentele waarborgen kent om de rechten van verdediging van de verdachte te beschermen.

Door inlichtingendiensten in plaats van de klassieke politiediensten in te zetten, kunnen die waarborgen omzeild worden. Het gevaar bestaat dan dat inlichtingendiensten werken in functie van een strafonderzoek en opdrachten uitvoeren die eigenlijk voor politiediensten en justitie voorbehouden zijn. Dat alles met als doel de loggere strafprocedure zo lang mogelijk te omzeilen.

Concreet wordt een inlichtingendienst geraadpleegd door een politiedienst of justitie. De inlichtingendienst voert daarop een onderzoeksopdracht uit die gelijkaardig is aan de onderzoeken die politiediensten en justitie kennen, waarna de informatie voortkomend uit het gevoerde onderzoek vervolgens wordt doorgespeeld naar politie of justitie. Zowel de informatie-uitwisseling als de operationele samenwerking tussen de diensten zijn door de wetgever helaas op een dusdanige manier geregeld dat enige onafhankelijke controle daarop grotendeels ontbreekt.

Geheime informatie

Dat laatste is problematisch. Politiediensten en justitie krijgen informatie van inlichtingendiensten en gebruiken die vervolgens mogelijk in een strafonderzoek. Echter is er geen enkele zekerheid dat die informatie ergens officieel in een stuk van het strafdossier zal voorkomen, laat staan dat er kenbaar zal worden gemaakt hoe die informatie verzameld is en of er eventueel een actieve samenwerking tussen inlichtingen- en politiediensten heeft plaatsgevonden.

Nochtans is dat cruciaal voor de verdediging van een verdachte. Immers kan die vurig zijn onschuld staande houden en wil die bijgevolg alles betwisten. Indien informatie is gebruikt waarvan de oorsprong niet kenbaar is gemaakt aan de verdachte of wanneer officieel in het strafdossier nergens voorkomt dat bepaalde informatie gebruikt is om minstens het onderzoek in een bepaalde richting te sturen, mist de verdediging cruciale informatie om zich tegen te verdedigen.

Het is immers moeilijk tot vrijwel onmogelijk om een verweer te voeren zonder dat je weet waar iets vandaan komt. Hoe kwamen die politiediensten opeens bij mij uit? Op welke gronden werd een huiszoeking bij mij uitgevoerd? Stuk voor stuk cruciale vragen waar de verdediging een antwoord op nodig heeft om zich te kunnen verdedigen. Anders is dat niet of nauwelijks mogelijk.

Conclusie

Beperkingen op het recht van verdediging zijn evenwel mogelijk als dat in functie is van een hoger doel, het algemeen belang. Inlichtingendiensten werken dikwijls met uiterst vertrouwelijke informatie die geheim moet blijven. Immers raken ze de kritieke infrastructuur, het voortbestaan van de democratische staat. Als dergelijke geheime informatie toch in de strafprocedure wordt aangewend, dienen er bijgevolg extra maatregelen genomen te worden om het recht op een eerlijk proces te handhaven.

Binnen het huidige wettelijke kader zal er, afhankelijk van de wijze waarop inlichtingendiensten aan hun informatie gekomen zijn, een meer of minder ingrijpende controle mogelijk zijn door een onafhankelijk en onpartijdig orgaan. Echter zal de verdachte mogelijk totaal onwetend zijn over het gebruik van die informatie. Bijgevolg zal hij nooit die mogelijkheid gebruiken en wordt zijn recht van verdediging beperkt of tenietgedaan in de strafprocedure.

Voor informatie die als bewijs zou dienen, had de wetgever een ander ingenieus idee. De bewijswaarde wordt meestal beperkt tot een ondersteunend element en kan niet het hoofdelement zijn waarop de veroordeling gebaseerd is. Dat is echter een bijzonder onnatuurlijke constructie die de rechter moet maken. De rechter kent in voorkomend geval namelijk de informatie, maar mag er in eerste instantie niet aan denken. Pas als hij op basis van andere elementen tot een veroordeling komt, kan hij zich ook baseren op die informatie. Een verdachte kan echter niet in het hoofd van de rechter kruipen. Of de rechter daadwerkelijk de informatie als een loutere steun gebruikt, valt bijgevolg niet na te kijken.

Kortom, inlichtingen- en politiediensten vormen een turbulent huwelijk met de strafprocedure, waarbinnen dringend nood is aan stabiliteit en rechtszekerheid voor de verdachte. Een grondigere onafhankelijke en onpartijdige controle op de informatie-uitwisseling tussen inlichtingendiensten en politie of justitie is nodig wanneer die informatie in een strafprocedure wordt aangewend. Het standpunt van de verdachte wordt daarbij best ook gehoord, maar daarvoor dient men op zich geen volledige inzage te verkrijgen in de informatie van inlichtingendiensten. Eveneens is er gelijkaardige controle nodig op de operationele samenwerking tussen inlichtingen- en politiediensten.

Bibliografie

Wetgeving 

Internationale Verdragen

Verdrag 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

Internationaal verdrag 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten.

Documenten Raad van Europa 

CM/AS(2006)Rec1713.

PACE Recommendation 1713 (2005).

Europese normen 

Richtl. EP en Raad nr. 2012/13/EU, 22 mei 2012 betreffende het recht op informatie in strafprocedures, Pb.L. 1 juni 2012, afl. 142, 1.

Belgische normen

Gecoördineerde Grondwet, BS 17 februari 1994.

Wetboek van Strafvordering 1808

Wet 8 juni 1867 Strafwetboek, BS 9 juni 1867.

Wet 17 april 1878 houdende de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering, BS 25 april 1878.

Wet 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten, BS 26 juli 1991.

Wet 5 augustus 1992 op het politieambt, BS 22 december 1992.

Wet 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, BS 30 juni 1994.

Wet 12 maart 1998 tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, BS 2 april 1998.

Wet 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, BS 18 december 1998. 

Wet 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, BS 5 januari 1999.

Wet 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, BS 7 mei 1999.

Wet 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet, BS 29 juli 2000.

Wet 4 juli 2001 tot wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering en tot wijziging van de wet van 19 februari 2001 betreffende de proceduregebonden bemiddeling in familiezaken, BS 24 juli 2001.

Wet 8 april 2002 betreffende de anonimiteit van de getuigen, BS 31 mei 2002.

Wet 2 augustus 2002 betreffende het afnemen van verklaringen met behulp van audiovisuele media, BS 12 september 2002.

Wet 6 januari 2003 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden, BS 12 mei 2003.

Wet 9 december 2004 betreffende de internationale politiële verstrekking van gegevens van persoonlijke aard en informatie met gerechtelijke finaliteit, de wederzijdse internationale rechtshulp in strafzaken en tot wijziging van artikel 90ter van het Wetboek van strafvordering, BS 24 december 2004.

Wet 27 december 2005 houdende diverse wijzigingen van het Wetboek van Strafvordering en van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de verbetering van de onderzoeksmethoden in de strijd tegen het terrorisme en de zware en georganiseerde criminaliteit, BS 30 december 2005.

Wet 21 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen, BS 11 januari 2010.

Wet 4 februari 2010 betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, BS 10 maart 2010.

Wet 14 december 2012 tot verbetering van de aanpak van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een gezagsrelatie, BS 22 april 2013.

Wet 27 december 2012 houdende diverse bepalingen betreffende justitie, BS 31 januari 2013.

Wet 24 oktober 2013 tot wijziging van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering wat betreft de nietigheden, BS 12 november 2013.

Wet 18 maart 2014 betreffende het politionele informatiebeheer en tot wijziging van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en het Wetboek van strafvordering, BS 28 maart 2014.

Wet 6 december 2015 tot wijziging van diverse wetten wat de benaming “Nationale Veiligheidsraad” betreft, BS 17 december 2015.

Wet 29 mei 2016 betreffende het verzamelen en het bewaren van de gegevens in de sector van de elektronische communicatie, BS 18 juli 2016.

Wet 25 december 2016 houdende diverse wijzigingen van het Wetboek van strafvordering en het Strafwetboek, met het oog op de verbetering van de bijzondere opsporingsmethoden en bepaalde onderzoeksmethoden met betrekking tot internet- en elektronische en telecommunicaties en tot oprichting van een gegevensbank stemafdrukken, BS 17 januari 2017.

Wet 30 maart 2017 tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst en van artikel 259bis van het Strafwetboek, BS 28 april 2017.

Wet 17 mei 2017 tot wijziging van het Wetboek van strafvordering om de strijd tegen het terrorisme te bevorderen, BS 3 juli 2017.

Wet 22 mei 2017 betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken, BS 23 mei 2017.

Wet 22 juli 2018 tot wijziging van het Wetboek van strafvordering betreffende toezeggingen in het kader van de strafvordering, de strafuitvoering of de hechtenis wegens het afleggen van een verklaring in het kader van de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit en het terrorisme, BS 7 augustus 2018.

Wet 22 juli 2018 tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering met het oog op het invoeren van de bijzondere opsporingsmethode burgerinfiltratie, BS 7 augustus 2018.

Wet 5 mei 2019 houdende diverse bepalingen in strafzaken en inzake erediensten, en tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en van het Sociaal Strafwetboek, BS 24 mei 2019.

Wet 5 mei 2019 houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie en modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank, BS 19 juni 2019.

Wet 14 juli 2022 tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, BS 5 augustus 2022.

Wet 20 juli 2022 betreffende het verzamelen en het bewaren van de identificatiegegevens en van metagegevens in de sector van de elektronische communicatie en de verstrekking ervan aan de autoriteiten, BS 8 augustus 2022.

Wet 11 september 2022 tot invoering van een algemene declassificatieregeling van de geclassificeerde stukken, BS 27 september 2022.

Wet 7 april 2023 houdende wijziging van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, BS 9 juni 2023.

Wet 18 januari 2024 om justitie menselijker, sneller en straffer te maken III, BS 26 januari 2024.

Wet 28 maart 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen Ibis, BS 29 maart 2024.

Wet 14 april 2024 houdende diverse wijzigingen van het Wetboek van strafvordering II, BS 22 april 2024.

KB 12 oktober 2010 houdende uitvoering van diverse bepalingen van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, BS 8 november 2010.

Omzendbrief nr. COL 4/98 betreffende de samenwerking tussen de Veiligheid van de Staat en het Openbaar Ministerie.

Omzendbrief nr. COL 6/2018 Machtiging tot inzage van het strafdossier of tot verkrijgen van een afschrift ervan.

Parlementaire handelingen en stukken Kamer van Volksvertegenwoordigers 

Hand. Kamer comm. Justitie, Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken 2020-2021, 19 maart 2021, nr. 55 COM 418. 

Hand. Kamer comm. Justitie, Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken 2020-2021, 23 maart 2021, nr. 55 COM 422.

Hand. Kamer comm. Justitie 2021-2022, 3 juni 2022, nr. 55 COM 806.

Advies van de Raad van State nr. 47.200/2 van 12 oktober 2009: wetsontwerp betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 2009-2010, nr. 52-2128/002.

Amendement: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 638/3.

Amendement: wetsontwerp tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 857/15.

Amendementen: wetsontwerp betreffende de anonieme getuigen, Parl.St. Kamer 2000-2001, nr. 50-1185/005.

Amendementen: wetsontwerp betreffende de anonieme getuigen, Parl.St. Kamer 2000-2001, nr. 50-1185/006.

Amendementen: wetsontwerp betreffende de anonieme getuigen, Parl.St. Kamer 2000-2001, nr. 50-1185/008.

Amendementen: wetsontwerp betreffende de anonieme getuigen, Parl.St. Kamer 2000-2001, nr. 50-1185/011.

Amendementen: wetsontwerp betreffende de anonieme getuigen, Parl.St. Kamer 2000-2001, nr. 50-1185/012.

Amendementen: wetsontwerp betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 2009-2010, nr. 52-2128/004.

Amendementen: wetsontwerp betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 2009-2010, nr. 52-2128/005.

Amendementen: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 638/4.

Amendementen: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 638/5.

Amendementen: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 638/6.

Amendementen: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 638/7.

Amendementen: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 638/9.

Amendementen: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 638/10.

Amendementen: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 638/12.

Amendementen: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 638/13.

Amendementen: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 638/16.

Amendementen: wetsontwerp tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 857/2.

Amendementen: wetsontwerp tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 857/5.

Amendementen: wetsontwerp tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 857/12.

Amendementen: wetsontwerp tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 857/14. 

Amendementen: wetsontwerp tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 857/16.

Amendementen: wetsontwerp tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 857/20.

Amendementen: wetsontwerp tot wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat betreft de nietigheden, Parl.St. Kamer 2012-2013, nr. 53-0041/008.

Amendementen: wetsontwerp tot wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat betreft de nietigheden, Parl.St. Kamer 2012-2013, nr. 53-0041/009.

Derde tussentijds verslag over het onderdeel veiligheidsarchitectuur namens de Parlementaire Onderzoekscommissie uitgebracht door mevrouw Laurette Onkelinx en de heren Peter De Roover, Denis Ducarme en Servais Verherstraeten: parlementair onderzoek belast met het onderzoek naar de omstandigheden die hebben geleid tot de terroristische aanslagen van 22 maart 2016 in de luchthaven Brussel-Nationaal en in het metrostation Maalbeek te Brussel, met inbegrip van de evolutie en de aanpak van de strijd tegen het radicalisme en de terroristische dreiging, Parl.St. Kamer 2016-2017, nr. 54-1752/008.

Motie aangenomen door de Kamer van Volksvertegenwoordigers: parlementair onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme georganiseerd wordt, Parl.St. Kamer 1989-1990, nr. 59/11.

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de dames Carina Van Cauter en Sophie De Wit: wetsontwerp tot wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat betreft de nietigheden, Parl.St. Kamer 2012-2013, nr. 53-0041/010.

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heer Stefaan Van Hecke: wetsontwerp houdende diverse bepalingen betreffende Justitie, Parl.St. Kamer 2012-2013, nr. 53-2429/006.

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heer Thierry Giet: wetsontwerp betreffende de anonieme getuigen, Parl.St. Kamer 2000-2001, nr. 50-1185/009.

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Luc Willems en Dany Vandenbossche: wetsontwerp tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 857/17.

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Luc Willems en Dany Vandenbossche: wetsontwerp tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, Parl.St. Kamer 1997-1998, nr. 857/24.

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door mevrouw Clotilde Nyssens: wetsontwerp betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 2009-2010, nr. 52-2128/007.

Verslag namens de Onderzoekscommissie uitgebracht door de heren Renaat Landuyt en Jean-Jacques Viseur: Parlementair onderzoek naar de noodzakelijke aanpassingen van de organisatie en de werking van het politie- en justitiewezen op basis van de moeilijkheden die gerezen zijn bij het onderzoek naar de Bende van Nijvel, Parl.St. Kamer 1995-1996, nr. 573/8.

Verslag namens de Onderzoekscommissie uitgebracht door de heren Renaat Landuyt en Jean-Jacques Viseur: Parlementair onderzoek naar de noodzakelijke aanpassingen van de organisatie en de werking van het politie- en justitiewezen op basis van de moeilijkheden die gerezen zijn bij het onderzoek naar de Bende van Nijvel, Parl.St. Kamer 1995-1996, nr. 573/12.

Verslag namens de Onderzoekscommissie uitgebracht door de heren Van Parys en Laurent: parlementair onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme georganiseerd wordt, Parl.St. Kamer 1989-1990, nr. 59/8.

Verslag namens de Onderzoekscommissie uitgebracht door de heren Van Parys en Laurent: parlementair onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme georganiseerd wordt, Parl.St. Kamer 1989-1990, nr. 59/9.

Verslag namens de verenigde Commissies voor de Justitie en voor de Landsverdediging uitgebracht door de heer Luc Willems: wetsontwerp houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 1998-1999, nr. 638/20.

Verslag namens de verenigde Commissies voor de Landsverdediging en voor de Justitie uitgebracht door de heer Robert Delathouwer: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 638/14.

Verslag van de eerste lezing namens de tijdelijke Commissie Terrorismebestrijding uitgebracht door de heren Gilles Vanden Burre en Benoit Hellings: wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering om de strijd tegen het terrorisme te bevorderen, Parl.St. Kamer 2016-207, nr. 54-2050/006.

Verslag van de hoorzittingen namens de Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken uitgebracht door de heer Koen Metsu: wetsvoorstel tot invoering van een algemene declassificatieregeling voor geclassificeerde stukken, Parl.St. Kamer 2021-2022, nr. 55-0732/003.

Wetsontwerp betreffende de anonieme getuigen, Parl.St. Kamer 2000-2001, nr. 50-1185/001.

Wetsontwerp betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden, Parl.St. Kamer 2001-2002, nr. 50-1688/001.

Wetsontwerp betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 2006-2007, nr. 3-2138/1.

Wetsontwerp betreffende de verbetering van de bijzondere opsporingsmethoden en bepaalde onderzoeksmethoden met betrekking tot internet- en elektronische en telecommunicaties, Parl.St. Kamer 2015-2016, nr. 54-1966/001.

Wetsontwerp betreffende het afnemen van verklaringen met behulp van audiovisuele media, Parl.St. Kamer 2001-2002, nr. 50-1590/001.

Wetsontwerp betreffende het verzamelen en het bewaren van de identificatiegegevens en van metagegevens in de sector van de elektronische communicatie en de verstrekking ervan aan de autoriteiten, Parl.St. Kamer 2021-2022, nr. 55-2572/001.

Wetsontwerp houdende diverse bepalingen betreffende Justitie, Parl.St. Kamer 2011-2012, nr. 53-2429/001.

Wetsontwerp houdende diverse wijzigingen van het Wetboek van Strafvordering en van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de verbetering van onderzoeksmethoden naar het terrorisme en de zware en georganiseerde criminaliteit, Parl.St. Kamer 2005-2006, nr. 51-2055/001.

Wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 1995-1996, nr. 638/1.

Wetsontwerp houdende wijzigingen van diverse bepalingen van het strafrecht, de strafvordering en het gerechtelijk recht, Parl.St. Kamer 2017-2018, nr. 54-2753/001.

Wetsontwerp om Justitie menselijker, sneller en straffer te maken III, Parl.St. Kamer 2022-2023, nr. 55-3322/001.

Wetsontwerp op het politieambt, Parl.St. Kamer 1990-1991, nr. 1637/1.

Wetsvoorstel tot invoering van een algemene declassificatieregeling voor geclassificeerde stukken, Parl.St. Kamer 2021-2022, nr. 55-2739/001.

Wetsvoorstel tot verbetering van de aanpak van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een gezagsrelatie, Parl.St. Kamer 2011-2012, nr. 53-2275/001.

Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst en van artikel 259bis van het Strafwetboek, Parl.St. Kamer 2015-2016, nr. 54-2043/001.

Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van strafvordering met het oog op het invoeren van de bijzondere opsporingsmethode burgerinfiltratie, Parl.St. Kamer 2017-2018, nr. 54-2940/001.

Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van strafvordering met het oog op het invoeren van een wettelijke regeling inzake spijtoptanten, Parl.St. Kamer 2017-2018, nr. 54-3016/001.

Wetsontwerp houdende wijziging van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, Parl.St. Kamer 2021-2022, nr. 55-2443/001.

Wetsontwerp tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten, Parl.St. Kamer 1990-1991, nr. 1305/1.

Wetsontwerp tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, Parl.St. Kamer 1996-1997, nr. 857/1.

Wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 42 en 44 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 2002-2003, nr. 50-2059/001.

Wetsontwerp tot wijziging van de wet op het politieambt, de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en het wetboek van strafvordering, Parl.St. Kamer 2013-2014, nr. 53-3105/001.

Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingenen veiligheidsdiensten, Parl.St. Kamer 2021-2022, nr. 55-2706/001.

Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 9 december 2004 betreffende de wederzijdse internationale rechtshulp in strafzaken en tot wijziging van artikel 90ter van het Wetboek van strafvordering, Parl.St. Kamer 2013-2014, nr. 53-3467/001.

Wetsvoorstel houdende het Wetboek van Strafprocesrecht, Parl.St. Kamer 2019-2020, nr. 55-1239/001.

Parlementaire handelingen en stukken Senaat

Hand. Senaat 1997-1998, 15 juli 1998, nr. 1-208/1-209.

Amendementen: voorontwerp van wet betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Senaat 2006-2007, nr. 3-2138/2.

Amendementen: wetsontwerp betreffende de anonimiteit van de getuigen, Parl.St. Senaat 2001-2002, nr. 2-876/2.

Amendementen: wetsontwerp betreffende de anonimiteit van de getuigen, Parl.St. Senaat 2001-2002, nr. 2-876/3.

Amendementen: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Senaat 1997-1998, nr. 1-758/3.

Amendementen: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Senaat 1997-1998, nr. 1-758/5.

Amendementen: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Senaat 1997-1998, nr. 1-758/7.

Amendementen: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Senaat 1997-1998, nr. 1-758/9.

Amendementen: wetsontwerp tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, Parl.St. Senaat 1997-1998, nr. 1-704/2.

Amendementen: wetsontwerp tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, Parl.St. Senaat 1997-1998, nr. 1-704/3.

Amendementen: wetsontwerp tot wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat betreft de nietigheden, Parl.St. Senaat 2012-2013, nr. 5-1924/7.

Amendementen: wetsvoorstel betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Senaat 2008-2009, nr. 4-1053/6.

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de dames Nyssens en De Schamphelaere: wetsontwerp tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst en van artikel 259bis van het Strafwetboek, Parl.St. Senaat 2002-2003, nr. 2-1412/3.

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de dames Taelman en Crombé-Berton: wetsvoorstel betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Senaat 2008-2009, nr. 4-1053/7.

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heer Vastersavendts: wetsontwerp tot wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat betreft de nietigheden, Parl.St. Senaat 2012-2013, nr. 5-1924/3.

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heer Vastersavendts: wetsontwerp tot wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat betreft de nietigheden, Parl.St. Senaat 2012-2013, nr. 5-1924/8.

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Erdman en Desmedt: wetsontwerp tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, Parl.St. Senaat 1997-1998, nr. 1-704/4.

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door mevrouw Leduc: wetsontwerp betreffende de anonimiteit van de getuigen, Parl.St. Senaat 2001-2002, nr. 2-876/6.

Verslag namens de verenigde Commissies voor de Justitie en de Buitenlandse Aangelegenheden uitgebracht door mevrouw Lizin: wetsontwerp houdende regeling van de inlichting- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Senaat 1997-1998, nr. 1-758/10.

Wetsvoorstel betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Parl.St. Senaat 2008-2009, nr. 4-1053/1.

Nederlandse wetgeving 

Nederlands Wetboek van Strafvordering.

Wet van 7 februari 2002 houdende regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten, Stb. 26 maart 2002.

Wet 26 juli 2017 op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Stb. 17 augustus 2017.

Rechtspraak 

Europees Hof voor de Rechten van de Mens 

EHRM 6 september 1978, nr. 5029/71, Klass en Anderen/Duitsland.

EHRM 24 november 1986, nr. 9120/80, Unterpertinger/Oostenrijk.

EHRM 26 maart 1987, nr. 9248/81, Leander/Zweden.

EHRM 20 november 1989, nr. 11454/85, Kostovski/Nederland.

EHRM 30 augustus 1990, nr. 12244/86 12245/86 12383/86, Fox, Campbell en Hartley/Verenigd Koninkrijk.

EHRM 27 september 1990, nr. 12489/86, Windisch/Oostenrijk.

EHRM 26 april 1991, nr. 12398/86, Asch/Oostenrijk.

EHRM 15 juni 1992, nr. 12433/86, Lüdi/Zwitserland.

EHRM 28 augustus 1992, nr. 13161/87, Artner/Oostenrijk.

EHRM 28 oktober 1994, nr. 14310/88, Murray/Verenigd Koninkrijk.

EHRM 27 september 1995, nr. 18984/91, McCann en Anderen/Verenigd Koninkrijk.

EHRM 26 maart 1996, nr. 20524/92, Doorson/Nederland.

EHRM 23 april 1997, nr. 21363/93, 21364/93, 21427/93, 22056/93, Van Mechelen en Anderen/Nederland.

EHRM 9 juni 1998, nr. 25829/94, Teixeira De Castro/Portugal.

EHRM 16 februari 2000, nr. 27052/95, Jasper/Verenigd Koninkrijk.

EHRM 16 februari 2000, nr. 29777/96, Fitt/Verenigd Koninkrijk.

EHRM 16 februari 2000, nr. 28901/95, Rowe en Davis/Verenigd Koninkrijk.

EHRM 19 juni 2001, nr. 36533/97, Atlan/Verenigd Koninkrijk. 

EHRM 25 september 2001, nr. 44787/98, P.G. en J.H./Verenigd Koninkrijk.

EHRM 24 juni 2003, nr. 39482/98, Dowsett/Verenigd Koninkrijk.

EHRM 22 juli 2003, nr. 39647/98, 40461/98, Edwards en Lewis/Verenigd Koninkrijk.

EHRM 27 oktober 2004, nr. 39647/98, 40461/98, Edwards en Lewis/Verenigd Koninkrijk.

EHRM 15 december 2005, nr. 53203/99, Vanyan/Rusland.

EHRM 28 februari 2006, nr. 51277/99, Krasniki/Tsjechië.

EHRM 26 oktober 2006, nr. 59696/00, Khudobin/Rusland.

EHRM 24 april 2007, nr. 40412/98, V./Finland.

EHRM 5 februari 2008, nr. 74420/01, Ramanauskas/Litouwen.

EHRM 1 juli 2008, nr. 10071/04, Malininas/Litouwen.

EHRM 13 januari 2009, nr. 926/05, Taxquet/België.

EHRM 10 maart 2009, nr. 4378/02, Bykov/Rusland.

EHRM 28 juli 2009, nr. 18704/05, Lee Davies/België.

EHRM 1 juni 2010, nr. 28823/04, Bulfinsky/Roemenië.

EHRM 4 november 2010, nr. 18757/06, Bannikova/Rusland.

EHRM 16 november 2010, nr. 926/05, Taxquet/België.

EHRM 10 januari 2012, nr. 13462/06, Cesnulevicius/Litouwen.

EHRM 25 september 2012, nr. 649/08, El Haski/België.

EHRM 2 oktober 2012, nr. 23200/10, 24009/07, 556/10, Vesolov en Anderen/Rusland.

EHRM 25 juli 2013, nr. 504/08, Castellino/België. 

EHRM 12 november 2013, nr. 17711/07, Sepil/Turkije.

EHRM 24 april 2014, nr. 6228/09, 19123/09, 19678/07, 52340/08, 7451/09, Lagutin en Anderen/Rusland.

EHRM 30 oktober 2014, nr. 5753/09, 11789/10, Nosko en Nefedov/Rusland.

EHRM 18 december 2014, nr. 14212/10, Scholer/Duitsland.

EHRM 14 april 2015, nr. 43873/10, Schymik/Roemenië.

EHRM 17 januari 2017, nr. 43000/11, 49380/11, Habran en Dalem/België.

EHRM 23 mei 2017, nr. 67496/10, 52936/12, Van Wesenbeeck/België.

EHRM 25 juli 2017, nr. 2156/10, M./Nederland. 

EHRM 17 april 2018, nr. 45597/09, Paci/België.

EHRM 23 oktober 2018, nr. 19291/07, Guerni/België.

EHRM 14 maart 2019, nr. 36416/06, Kobiashvili/Georgië.

EHRM 20 april 2021, nr. 66152/14, Kuzmina en Anderen/Rusland.

EHRM 16 december 2021, nr. 23476/15, Yakhymovych/Oekraïne.

EHRM 25 oktober 2022, nr. 68725/16 74339/16 74359/16, Xenafontos en Anderen/Cyprus.

EHRM 26 september 2023, nr. 15669/20, Yüksel Yalçinkaya/Turkije.

EHRM 6 februari 2024, nr. 56440/15, Snijders/Nederland.

Besl. EHRM 6 mei 2003, nr. 73557/01, Sequeira/Portugal.

Besl. EHRM 9 september 1998, nr. 35138/97, Ayyildiz/Nederland.

Besl. EHRM 6 april 2004, nr. 67537/01, Shannon/Verenigd Koninkrijk.

Besl. EHRM 7 september 2004, nr. 58753/00, Eurofinacom/Frankrijk.

Europese Commissie voor de Rechten van de Mens

Besl. ECRM 14 januari 1998, nr. 33127/96, T.D./Nederland.

Besl. ECRM 1 maart 1999, nr. 26668/95, Visser/Nederland.

Besl. ECRM 4 maart 1998, nr. 28994/95, S.E./Zwitserland.

Hof van Justitie van de Europese Unie 

HvJ 4 juni 2013, C-300/11, ECLI:EU:C:2013:363, ‘ZZ tegen Secretary of State for the Home Department’.

HvJ 6 oktober 2020, C-511/18, C-512/18 en C-520/18, ECLI:EU:C:2020:791, ‘La Quadrature du Net e.a. tegen Premier ministre e.a.’.

HvJ 2 maart 2021, C‑746/18, ECLI:EU:C:2021:152, ‘Prokuratuur’.

HvJ 5 april 2022, C-140/20, ECLI:EU:C:2022:258, ‘Commissioner of An Garda Síochána e.a’.

HvJ 21 juni 2022, C-817/19, ECLI:EU:C:2022:491, ‘Ligue des droits humains ASBL tegen Ministerraad’.

HvJ 30 april 2024, C-670/22, ECLI:EU:C:2024:372, ‘M.N. (EncroChat)’.

Arbitragehof en Grondwettelijk Hof 

Arbitragehof 1 december 1994, nr. 82/1994.

Arbitragehof 2 maart 1995, nr. 22/95.

Arbitragehof 2 februari 2000, nr. 12/2000.

Arbitragehof 23 februari 2000, nr. 21/2000.

Arbitragehof 8 mei 2002, nr. 86/2002.

Arbitragehof 21 december 2004, nr. 202/2004.

Arbitragehof 25 januari 2006, nr. 14/2006.

GwH 19 juli 2007, nr. 105/2007.

GwH 26 juli 2007, nr. 107/2007.

GwH 21 februari 2008, nr. 22/2008.

GwH 3 juli 2008, nr. 98/2008.

GwH 18 februari 2009, nr. 25/2009.

GwH 10 juni 2009, nr. 98/2009.

GwH 18 juni 2009, nr. 101/2009.

GwH 30 september 2009, nr. 150/2009.

GwH 3 december 2009, nr. 196/2009.

GwH 22 december 2010, nr. 158/2010.

GwH 27 juli 2011, nr. 139/2011.

GwH 22 september 2011, nr. 145/2011.

GwH 25 oktober 2012, nr. 128/2012.

GwH 14 februari 2013, nr. 7/2013.

GwH 17 december 2015, nr. 178/2015.

GwH 30 juni 2016, nr. 102/2016.

GwH 25 januari 2017, nr. 6/2017.

GwH 21 december 2017, nr. 148/2017.

GwH 19 juli 2018, nr. 96/2018.

GwH 6 december 2018, nr. 174/2018.

GwH 14 maart 2019, nr. 41/2019.

GwH 17 oktober 2019, nr. 135/2019.

GwH 6 februari 2020, nr. 16/2020.

GwH 25 juni 2020, nr. 97/2020

GwH 22 april 2021, nr. 57/2021

GwH 22 april 2021, nr. 64/2021.

GwH 18 november 2021, nr. 158/2021.

GwH 10 maart 2022, nr. 33/2022.

GwH 12 oktober 2023, nr. 131/2023.

Hof van Cassatie 

Cass. 2 september 1954, Pas. 1954, 1023.

Cass. 10 januari 1978, Arr.Cass. 1977-78, 546.

Cass. 13 november 1979, Pas. 1980, 344.

Cass. 6 december 1979, Pas. 1980, 437.

Cass. 26 januari 1983, Arr.Cass. 982-83, 699.

Cass. 7 januari 1986, Arr.Cass. 1985-86, 641.

Cass. 26 februari 1986, Arr.Cass. 1985-86, 881. 

Cass. 13 mei 1986, Arr.Cass. 1985-86, 1230, concl. J. DU JARDIN.

Cass. 27 mei 1986, Arr.Cass. 1985-86, 1315.

Cass. 5 mei 1987, Arr.Cass. 1986-87, 1165.

Cass. 25 april 1989, Arr.Cass. 1988-89, 992. 

Cass. 31 oktober 1989, Arr.Cass. 1989-90, 295.

Cass. 17 januari 1990, Arr.Cass. 1989-90, 655.

Cass. 17 april 1991, Arr.Cass. 1990-91, 834.

Cass. 2 mei 1990, Arr.Cass. 1989-90, 1132. 

Cass. 6 mei 1993, Arr.Cass. 1993, 455, concl. BRESSELEERS.

Cass. 4 januari 1994, Arr.Cass. 1994, 1, concl. J. DU JARDIN.

Cass. 19 april 1994, Arr.Cass. 1994, 385.

Cass. 7 februari 1995, AR P.95.002.N.

Cass. 30 mei 1995, Arr.Cass. 1995, 540, concl. P. GOEMINNE.

Cass. 31 mei 1995, AR P.95.345.F.

Cass. 27 juni 1995, AR P.94.306.N.

Cass. 5 april 1996, A.94.0002.F.

Cass. 24 april 1996, AR P.96.0350.F.

Cass. 1 april 1997, AR P.97.0414.F.

Cass. 15 juli 1997, AR P.97.0780.N.

Cass. 9 december 1997, AR P.97.1329.N.

Cass. 13 januari 1998, AR P.97.1534.N.

Cass. 10 maart 1998, AR P.96.649.N.

Cass. 29 april 1998, JLMB 1999, 230.

Cass. 12 mei 1998, AR P.96.0263.N.

Cass. 16 september 1998, AJT 1998-99, 207.

Cass. 12 januari 1999, AR P.98.1204.N.

Cass. 27 april 1999, AR P.97.0860.N.

Cass. 6 juli 1999, AR P.99.0833.N.

Cass. 27 juli 1999, AR P.99.1082.N.

Cass. 3 november 1999, AR P.99.0295.F.

Cass. 14 december 1999, AR P.99.1585.N.

Cass. 5 januari 2000, AR P.99.1085.F.

Cass. 19 januari 2000, AR P.99.0503.F.

Cass. 15 februari 2000, AR P.98.0471.N.

Cass. 28 maart 2000, AR 9.00.0464.N.

Cass. 27 juni 2000, AR P.98.1147.N.

Cass. 28 juni 2000, AR P.00.0243.F.

Cass. 19 september 2000, AR P.00.1125.N.

Cass. 19 december 2000, AR P.00.1691.N.

Cass. 14 februari 2001, AR P.00.1350.F, P.00.1353.F, P.001363.F.

Cass. 27 februari 2001, AR P.99.0706.N.

Cass. 4 april 2001, AR P.01.0041.F.

Cass. 5 juni 2001, AR P.01.0556.N.

Cass. 21 augustus 2001, AR P.01.1203.F.

Cass. 30 oktober 2001, AR P.01.1239.N. 

Cass. 5 november 2001, AR P.00.0548.N.

Cass. 11 december 2001, AR P.01.1535.N.

Cass. 15 januari 2002, AR P.00.0806.N.

Cass. 12 februari 2002, AR P.01.1534.N.

Cass. 27 februari 2002, AR P.02.0072.F.

Cass. 23 april 2002, AR P.01.0277.N.

Cass. 21 mei 2002, AR P.01.0332.N.

Cass. 4 juni 2002, AR P.02.0387.N.

Cass. 24 september 2002, AR P.02.0718.N.

Cass. 17 december 2002, AR P.02.0027.N.

Cass. 21 januari 2003, AR P.01.1121.N.

Cass. 22 januari 2003, AR P.03.0057.F.

Cass. 19 februari 2003, AR P.03.0209.F. 

Cass. 12 maart 2003, AR P.03.0313.F.

Cass. 26 maart 2003, AR P.03.0208.F.

Cass. 14 mei 2003, AR P.03.0672.F.

Cass. 21 mei 2003, AR P.03.0439.F.

Cass. 14 oktober 2003, AR P.03.0762.N.

Cass. 25 november 2003, AR P.03.1119.N.

Cass. 20 januari 2004, AR P.03.1364.N. 

Cass. 23 maart 2004, AR P.04.0012.N.

Cass. 16 juni 2004, AR P.04.0281.F.

Cass. 16 november 2004, P.04.0644.N.

Cass. 18 januari 2005, AR P.04.1225.N.

Cass. 1 maart 2005, AR P.05.0008.N.

Cass. 2 maart 2005, AR P.05.0242.F. 

Cass. 15 maart 2005, AR P.04.1463.N.

Cass. 23 maart 2005, AR P.04.1528.F.

Cass. 6 april 2005, AR P.05.0218.F.

Cass. 13 april 2005, AR P.05.0263.F. 

Cass. 1 juni 2005, AR P.05.0725.F.

Cass. 22 juni 2005, AR P.05.0646.F.

Cass. 23 augustus 2005, AR P.05.0805.N.

Cass. 4 oktober 2005, AR P.05.0537.N.

Cass. 11 oktober 2005, AR P.05.1002.N.

Cass. 12 oktober 2005, AR P.05.0119.F.

Cass. 19 oktober 2005, AR P.05.1287.F.

Cass. 8 november 2005, AR P.05.1106.N.

Cass. 6 december 2005, AR P.05.1138.N.

Cass. 4 januari 2006, AR P.05.1417.F.

Cass. 24 januari 2006, AR P.06.0082.N.

Cass. 31 januari 2006, AR P.05.0651.N.

Cass. 1 februari 2006, AR P.05.1355.F.

Cass. 8 maart 2006, AR P.05.1673.F. 

Cass. 7 juni 2006, AR P.06.0795.F.

Cass. 3 oktober 2006, AR P.06.0919.N.

Cass. 31 oktober 2006, AR P.06.0790.N.

Cass. 31 oktober 2006, AR P.06.0841.N.

Cass. 31 oktober 2006, AR P.06.0898.N.

Cass. 31 oktober 2006, AR P.06.1016.N.

Cass. 21 november 2006, AR P.06.0806.N.

Cass. 19 december 2006, AR P.06.1310.N.

Cass. 30 mei 2007, AR P.07.0421.F.

Cass. 27 juni 2007, AR P.07.0333.F.

Cass. 12 september 2007, AR P.07.0942.F. 

Cass. 25 september 2007, AR P.07.0677.N.

Cass. 2 oktober 2007, AR P.07.0685.N.

Cass. 13 november 2007, AR P.07.1190.N.

Cass. 29 januari 2008, AR P.06.0898.N.

Cass. 30 januari 2008, AR P.07.1468.F. 

Cass. 2 april 2008, AR P.07.1744.F.

Cass. 3 juni 2008, AR P.07.1517.N.

Cass. 23 september 2008, T.Strafr. 2009, afl. 3, 151, noot. F. SCHUERMANS.

Cass. 1 oktober 2008, AR P.08.0743.F.

Cass. 14 januari 2009, AR P.08.1350.F.

Cass. 25 februari 2009, AR P.08.1818.F. 

Cass. 1 april 2009, AR P.08.1192.F.

Cass. 12 mei 2009, AR P.09.0190.N.

Cass. 9 juni 2009, AR P.07.1673.N.

Cass. 10 juni 2009, AR P.09.0547.F. 

Cass. 10 november 2009, AR P.09.0655.N.

Cass. 15 december 2009, AR P.09.1681.N.

Cass. 2 maart 2010, AR P.10.0177.N.

Cass. 17 maart 2010, AR P.10.0010.F.

Cass. 30 maart 2010, AR P.09.1789.N.

Cass. 20 april 2010, AR P.10.0128.N.

Cass. 27 april 2010, AR P.10.0119.N.

Cass. 27 april 2010, AR P.10.0578.N.

Cass. 25 mei 2010, AR P.10.0200.N.

Cass. 27 juli 2010, AR P.10.1226.N.

Cass. 5 oktober 2010, RABG 2011, afl. 14, 979.

Cass. 23 november 2010, AR P.10.1428.N.

Cass. 7 december 2010, AR P.10.1460.N.

Cass. 1 maart 2011, AR P.10.0521.N.

Cass. 30 maart 2011, AR P.10.1940.F.

Cass. 27 april 2011, AR P.11.0019.F.

Cass. 18 mei 2011, AR P.10.2049.F.

Cass. 24 mei 2011, AR P.11.0761.N.

Cass. 31 mei 2011, AR P.10.2037.F. 

Cass. 7 september 2011, AR P.11.0591.F.

Cass. 18 oktober 2011, AR P.11.0442.N. 

Cass. 18 oktober 2011, AR P.11.0910.F.

Cass. 2 november 2011, AR P.11.0919.F.

Cass. 8 november 2011, AR P.11.0647.N.

Cass. 29 november 2011, AR P.11.0113.N.

Cass. 3 januari 2012, AR P.10.1662.N.

Cass. 20 maart 2012, AR P.11.1774.N.

Cass. 28 maart 2012, AR P.11.2002.F.

Cass. 3 april 2012, AR P.10.0973.N.

Cass. 24 april 2012, AR P.12.0064.N.

Cass. 20 juni 2012, AR P.12.0251.F. 

Cass. 3 oktober 2012, AR P.12.0758.F.

Cass. 7 november 2012, AR P.12.1711.F.

Cass. 13 november 2012, AR P.12.1082.N.

Cass. 27 november 2012, AR P.12.1204.N.

Cass. 19 december 2012, AR P.12.1310.F.

Cass. 8 januari 2013, AR P.12.0154.N.

Cass. 5 februari 2013, T.Strafr. 2014, afl. 1, 55, noot. F. SCHUERMANS.

Cass. 12 februari 2013, AR P.12.0785.N.

Cass. 26 maart 2013, AR P.12.0387.N.

Cass. 26 maart 2013, AR P.13.0133.N.

Cass. 15 mei 2013, AR P.13.0666.F. 

Cass. 11 juni 2013, AR P.12.0235.N.

Cass. 11 juni 2013, AR P.13.0428.N.

Cass. 10 september 2013, AR P.13.0376.N.

Cass. 18 september 2013, AR P.12.1628.F.

Cass. 24 september 2013, AR P.13.0317.N.

Cass. 12 november 2013, AR P.13.1750.N.

Cass. 26 november 2013, AR P.13.1234.N.

Cass. 3 december 2013, AR P.13.1859.N.

Cass. 17 december 2013, AR P.13.1438.N.

Cass. 8 januari 2014, AR P.13.1935.F.

Cass. 28 januari 2014, AR P.13.1753.N.

Cass. 26 februari 2014, AR P.13.1696.F.

Cass. 11 maart 2014, AR P.14.0382.N.

Cass. 18 maart 2014, AR P.13.1407.N.

Cass. 19 maart 2014, AR P.14.0157.F.

Cass. 1 april 2014, AR P.12.1334.N.

Cass. 1 april 2014, AR P.13.1957.N.

Cass. 8 april 2014, AR P.13.0080.N.

Cass. 8 april 2014, AR P.13.1908.N.

Cass. 30 april 2014, AR P.13.1869.F.

Cass. 20 mei 2014, AR P.14.0746.N.

Cass. 21 mei 2014, AR P.14.0094.F.

Cass. 28 mei 2014, AR P.14.0424.F.

Cass. 17 juni 2014, AR P.14.0707.N.

Cass. 2 september 2014, AR P.14.0536.N.

Cass. 14 oktober 2014, AR P.14.0507.N.

Cass. 14 oktober 2014, AR P.14.0666.N.

Cass. 25 november 2014, AR P.12.2039.N.

Cass. 25 november 2014, AR P.14.0948.N.

Cass. 2 december 2014, AR P.14.1645.N.

Cass. 9 december 2014, AR P.14.1039.N.

Cass. 10 december 2014, AR P.14.1275.F.

Cass. 13 januari 2015, AR P.13.1745.N.

Cass. 17 februari 2015, AR P.14.1394.N.

Cass. 24 februari 2015, AR P.14.0275.N.

Cass. 4 maart 2015, AR P.14.1796.F.

Cass. 12 mei 2015, AR P.13.1399.N.

Cass. 19 mei 2015, AR P.15.0023.N.

Cass. 2 juni 2015, AR P.15.0263.N.

Cass. 16 juni 2015, AR P.15.0599.N.

Cass. 23 juni 2015, AR P.14.0406.N.

Cass. 30 juni 2015, AR P.15.0277.N.

Cass. 2 september 2015, AR P.15.1211.F.

Cass. 15 september 2015, AR P.14.0561.N.

Cass. 15 september 2015, AR P.15.0583.N, P.15.0584.N.

Cass. 22 september 2015, AR P.15.0097.N.

Cass. 23 september 2015, AR P.13.1451.F.

Cass. 20 oktober 2015, AR P.15.0789.N.

Cass. 18 november 2015, AR P.15.1450.F. 

Cass. 1 december 2015, AR P.15.0905.N.

Cass. 12 januari 2016, AR P.15.0514.N.

Cass. 16 februari 2016, AR P.14.0680.N. 

Cass. 5 april 2016, AR P.15.0005.N.

Cass. 10 mei 2016, AR P.15.1643.N.

Cass. 24 mei 2016, AR P.15.1604.N.

Cass. 27 september 2016, AR P.15.0852.N.

Cass. 4 oktober 2016, AR P.15.0866.N.

Cass. 8 november 2016, AR P.16.0613.N.

Cass. 13 december 2016, AR P.15.0639.N.

Cass. 24 januari 2017, AR P.15.1134.N.

Cass. 28 februari 2017, AR P.16.0261.N.

Cass. 18 april 2017, AR P.16.1292.N.

Cass. 18 april 2017, AR P.17.0108.N.

Cass. 2 mei 2017, AR P.16.1011.N.

Cass. 3 oktober 2017, AR P.15.1398.N.

Cass. 10 oktober 2017, AR P.17.0069.N.

Cass. 31 oktober 2017, AR P.17.0255.N.

Cass. 13 februari 2018, AR P.17.0610.N.

Cass. 29 mei 2018, AR P.17.0762.N.

Cass. 5 juni 2018, AR P.18.0210.N.

Cass. 19 juni 2018, AR P.15.1275.N.

Cass. 16 oktober 2018, AR P.18.0307.N.

Cass. 20 november 2018, AR P.18.0688.N.

Cass. 8 mei 2019, AR P.19.0441.F.

Cass. 21 mei 2019, AR P.19.0104.N.

Cass. 29 mei 2019, AR P.19.0546.F.

Cass. 12 juni 2019, AR P.18.1001.F.

Cass. 25 juni 2019, AR P.19.0620.N.

Cass. 24 juli 2019, AR P.19.0744.N.

Cass. 5 november 2019, AR P.19.0426.N.

Cass. 19 november 2019, AR P.19.1107.N.

Cass. 7 januari 2020, AR P.19.0806.N.

Cass. 24 maart 2020, AR P.19.0571.N.

Cass. 5 mei 2020, AR P.19.1272.N. 

Cass. 26 mei 2020, AR P.20.0236.N.

Cass. 16 juni 2020, AR P.19.1263.N. 

Cass. 23 juni 2020, AR P.20.0324.N.

Cass. 12 augustus 2020, AR P.20.0849.N. 

Cass. 22 september 2020, AR P.20.0344.N.

Cass. 2 februari 2021, AR P.20.1054.N.

Cass. 9 maart 2021, AR P.20.1265.N.

Cass. 7 april 2021, AR P.21.0453.N.

Cass. 13 april 2021, AR P.20.1346.N.

Cass. 20 april 2021, AR P.21.0385.N.

Cass. 22 juni 2021, AR P.21.0362.N.

Cass. 21 september 2021, AR P.21.1189.N.

Cass. 28 september 2021, AR P.21.0652.N.

Cass. 5 oktober 2021, AR P.21.0724.N.

Cass. 19 oktober 2021, AR P.21.0965.N.

Cass. 23 november 2021, AR P.21.1408.N.

Cass. 11 januari 2022, AR P.21.1245.N.

Cass. 11 januari 2022, AR P.22.0019.N.

Cass. 25 januari 2022, AR P.21.1353.N.

Cass. 22 februari 2022, AR P.21.1612.N.

Cass. 1 maart 2022, AR P.21.1354.N.

Cass. 8 maart 2022, AR P.21.0943.N.

Cass. 17 mei 2022, AR P.22.0101.N.

Cass. 7 juni 2022, AR P.22.0246.N.

Cass. 14 juni 2022, AR P.22.0350.N.

Cass. 15 juni 2022, AR P.22.0757.F. 

Cass. 5 juli 2022, AR P.22.0868.N.

Cass. 6 september 2022, AR P.22.0440.N.

Cass. 13 september 2022, AR P.22.0481.N.

Cass. 8 november 2022, AR P.22.0825.N.

Cass. 15 november 2022, AR P.22.0745.N.

Cass. 3 januari 2023, AR P.22.0293.N.

Cass. 10 januari 2023, AR P.22.1076.N.

Cass. 16 mei 2023, AR P.23.0724.N.

Cass. 14 februari 2023, AR P.22.1547.N.

Cass. 4 april 2023, AR P.22.1730.N.

Cass. 25 april 2023, AR P.23.0081.N.

Cass. 2 mei 2023, AR P.22.1780.N.

Cass. 6 juni 2023, AR P.23.0135.N.

Cass. 22 augustus 2023, AR P.23.1200.N.

Cass. 22 augustus 2023, AR P.23.1202.N.

Cass. 22 augustus 2023, AR P.23.1204.N.

Cass. 29 augustus 2023, AR P.23.1234.F.

Cass. 19 september 2023, AR P.23.0382.N.

Cass. 31 oktober 2023, AR P.23.0893.N.

Cass. 31 oktober 2023, AR P.23.0998.N.

Cass. 19 december 2023, AR P.23.1676.N.

Cass. 30 januari 2024, AR P.23.1581.N.

Cass. 12 maart 2024, AR P.24.0049.N.

Cass. 19 maart 2024, AR P.24.0001.N.

Cass. 30 april 2024, AR P.24.0024.N.

Hoven van beroep 

Antwerpen 5 maart 1982, RW 1982-83, 2197, noot. A. VANDEPLAS.

Antwerpen 23 mei 1991, RW 1994-95, 1055, noot.

Antwerpen 15 januari 1998, Vigiles 1998, afl. 3, 36, noot. D. LYBAERT.

Antwerpen 16 januari 2002, T.Strafr. 2002, afl. 6, 326.

Antwerpen 13 maart 2002, RW 2002-03, afl. 26, 1022, noot. B. DE SMET.

Antwerpen 13 juni 2002, T.Strafr. 2003, afl. 3, 135.

Antwerpen 27 juni 2002, T.Strafr. 2003, afl. 3, 137.

Antwerpen 11 april 2003, T.Strafr. 2004, afl. 2, 147.

Antwerpen 29 juni 2004, RW 2006-07, afl. 24, 1007, noot. F. VANNESTE.

Antwerpen 31 oktober 2007, ECLI:BE:HBANT:2007:ARR.20071031.5.

Antwerpen 7 februari 2008, AR 7 FP 2007, ECLI:BE:HBANT:2008:ARR.20080207.1.

Antwerpen 20 november 2008, Limb.Rechtsl. 2009, afl. 3, 172.

Antwerpen 2 oktober 2009, T.Strafr. 2010, afl. 1, 54, noot. F. SCHUERMANS.

Antwerpen 12 november 2009, T.Strafr. 2010, afl. 5, 289.

Antwerpen (14 k.) 28 februari 2013, RW 2014-15, afl. 10, 392.

Antwerpen 15 november 2017, NJW 2018, afl. 375, 78, noot. S. ROYER.

Antwerpen 14 juni 2023, 2022/CO/418, onuitg. 

Bergen 16 september 1993, Rev.dr.pén. 1995, 284, noot. M. BEERNAERT.

Bergen 20 december 2019, VAV 2020, afl. 2, 68.

Bergen 18 november 2020, JLMB 2021, afl. 8, 350.

Brussel 12 augustus 1994, JT 1995, 265.

Brussel 29 mei 1997, JT 1997, 571.

Brussel 11 februari 2002, Journ.proc. 2002, afl. 431, 29, noot. P. TOUSSAINT.

Brussel 23 december 2002, Vigiles 2003, afl. 2, 63, noot. I. WATTIER.

Brussel 23 december 2002, Vigiles 2003, afl. 3, 99, noot. R. VAN STEENBERGHE.

Brussel 19 januari 2007, T.Strafr. 2008, afl. 4, 281, noot. F. SCHUERMANS.

Brussel 10 december 2010, JT 2011, afl. 6421, 54.

Brussel 12 november 2020, JLMB 2021, afl. 11, 480, noot. D. TATTI. 

Gent 28 december 1983, RW 1984-85, 1086.

Gent 27 april 1999, T.Strafr. 2000, 79.

Gent 30 januari 2002, Vigiles 2002, afl. 4, 138, noot. T. VAN DEN HENDE. 

Gent 3 juni 2002, NJW 2002, afl. 9, 321, noot. M. DE SWAEF.

Gent 14 februari 2006, T.Strafr. 2006, afl. 3, 152.

Gent 25 september 2013, T.Strafr. 2014, afl. 1, 65, noot. F. SCHUERMANS.

Gent 29 januari 2014, Vigiles 2014, afl. 3, 198, noot. F. SCHUERMANS. 

Gent 18 maart 2016, TMR 2016, afl. 5, 546.

Luik 8 januari 1986, JL 1986, 231.

Luik 22 november 2004, JT 2005, afl. 6187, 456.

Luik 26 april 2006, JLMB 2006, afl. 40, 1766.

Luik 24 november 2010, JLMB 2011, afl. 7, 324.

Luik 5 februari 2018, JLMB 2019, afl. 42, 1981.

KI Antwerpen 12 oktober 2001, T.Strafr. 2002, afl. 6, 324.

KI Antwerpen 1 maart 2002, RW 2002-03, afl. 6, 221, noot. S. CHOME.

KI Antwerpen 9 februari 2007, RABG 2007, afl. 12, 833.

KI Antwerpen 10 mei 2007, Juristenkrant 2007, afl. 151, 4.

KI Antwerpen 20 mei 2010, RABG 2012, afl. 2, 118, noot. Y. VAN DEN BERGE.

KI Brussel 3 augustus 2001, Rev.dr.pén. 2002, 134.

KI Gent 26 juni 2003, RABG 2004, afl. 6, 358, noot. Y. VAN DEN BERGE.

KI Gent 7 februari 2006, NC 2006, afl. 3, 214.

KI Gent 3 maart 2011, T.Strafr. 2011, afl. 3, 210, noot. F. SCHUERMANS.

KI Gent 13 februari 2018, RW 2018-19, afl. 42, 1669. 

Correctionele rechtbank 

Corr. Antwerpen 12 mei 1998, Vigiles 1999, afl. 4, 21, noot. F. VERSPEELT.

Corr. Antwerpen 23 juni 1998, Vigiles 1999, afl. 4, 22, noot. F. VERSPEELT.

Corr. Antwerpen (afd. Antwerpen) 26 februari 2015, http://www.fisconet.be/.

Corr. Antwerpen (afd. Antwerpen) 4 februari 2021, onuitg.

Corr. Antwerpen (afd. Mechelen) 4 september 2013, ME60.F1.101821-1, ECLI:BE:EAANT:2013:JUG.20130904.1.

Corr. Brussel 18 april 1986, RW 1987-88, 59, noot. L. HUYBRECHTS.

Corr. Brussel 3 oktober 1995, Journ.proc. 1995, afl. 290, 26. 

Corr. Brussel 19 april 2004, Journ.proc. 2004, afl. 485, 25, noot. C. GUILLAIN. 

Corr. Brussel 28 mei 2019, JLMB 2021, afl. 11, 472, noot D. TATTI.

Corr. Brussel 13 september 2019, Soc.Kron. 2023, afl. 1, 50, noot. H. FUNCK.

Corr. Charleroi 21 december 1999, JLMB 2000, 1508.

Corr. Dendermonde 19 november 2001, AJT 2001-02, 536.

Corr. Dendermonde 14 juni 2005, TGR 3, afl. 218.

Corr. Gent 27 januari 1989, FJF 1989, 398, noot.

Corr. Gent 8 november 1989, TGR 1990, 71.

Corr. Gent 20 juni 1997, TGR 1997, 246.

Corr. Gent 7 oktober 2005, T.Strafr. 2006, afl. 3, 149.

Corr. Gent 17 december 2013, TMR 2014, afl. 2, 200.

Corr. Hasselt 30 april 2003, Fisc.Koer. 2003, afl. 9, 392.

Corr. Limburg (afd. Hasselt) 26 juli 2017, T.Pol. 2018, afl. 2, 90. 

Corr. Limburg (afd. Hasselt) 4 december 2020, RABG 2022, afl. 18, 1321, noot. F. VAN VOLSEM.

Corr. Limburg (afd. Tongeren) 6 oktober 2022, Limb.Rechtsl. 2023, afl. 2, 119, noot. G. JOOSTEN.

Corr. Namen 26 juni 2006, JLMB 2006, afl. 40, 1773.

Corr. Nijvel 11 januari 1999, JLMB 2000, 422.

Corr. Mechelen 17 mei 2006, RABG 2008, afl. 7, 461, noot. F. SCHUERMANS.

Corr. Oost-Vlaanderen (afd. Gent) 6 april 2016, ECLI:BE:EAOVL:2016:JUG.20160406.6.

Corr. Oost-Vlaanderen (afd. Gent) 28 maart 2019, RABG 2020, afl. 10, 833.

Corr. West-Vlaanderen (afd. Brugge) 12 december 2022, onuitg.

Politierechtbank 

Pol. Brussel (Fr.) 22 februari 2016, VAV 2016, afl. 4, 84.

Pol. Hasselt 5 juni 1992, Limb.Rechtsl. 1992, 350, noot. M. SCHOTSMANS.

Pol. Nijvel 29 januari 2009, JLMB 2010, afl. 17, 796.

Pol. Turnhout 15 februari 1999, RW 2000-01, 1139, noot A. VANDEPLAS.

Pol. Vilvoorde 9 april 1990, Verkeersrecht 1991, 12.

Nederlandse rechtspraak van de Hoge Raad 

HR 5 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV4122.

HR 15 mei 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA0498.

HR 15 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP7544.

HR 31 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:768.

Nederlandse rechtspraak van de Gerechtshoven 

Gerechtshof Den Haag 3 juli 2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:1242.

Rechtsleer 

ARNOU, L., "Als een stuk uit dossier is geweerd, kan niemand het nog gebruiken (noot onder Cass. 11 december 2001)", Juristenkrant 2002, afl. 41, 1.

ARNOU, L., "Als een stuk uit strafdossier is verwijderd, kan niemand het nog gebruiken (noot onder Cass. 19 december 2000)", Juristenkrant 2001, afl. 22, 1.

ARNOU, L., "Beklaagde mag nietige stukken aanvoeren voor verdediging (noot onder Arbitragehof nr. 86/2002, 8 mei 2002)", Juristenkrant 2002, afl. 50, 4-5.

ARNOU, L., "Ook informatie 'uit betrouwbare bron' ontsnapt niet aan rechterlijke controle", Juristenkrant 2012, afl. 252, 3.

BEERNAERT, M., "La preuve en matière pénale: principes généraux" in X (ed.), Droit pénal et procédure pénale, Mechelen, Wolters Kluwer Belgium, 2023, 77-104.

BEIRNAERT, K., "Het recht van verdediging en de onmogelijkheid de regelmatigheid van de procedure te controleren: staat de ontvankelijkheid van de strafvordering niet op het spel? (noot onder Cass. 30 maart 2010)", T.Strafr. 2010, afl. 5, 277-281.

BERKMOES, H., "Anonimiteit in het strafproces" in DERUYCK, F. (ed.), Strafrecht in/uit balans, Brugge, Die Keure, 2020, 79-126.

BERKMOES, H., "Burgerinfiltratie (bijzondere opsporingsmethoden)" in ARNOU, P., DE HERDT, J., VANDROMME, S. en VAN OVERBEKE, S. (eds.), Strafrecht en strafvordering. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Wolters Kluwer Belgium, 2022, 53-111.

BERKMOES, H., "De wettelijke regeling van bijzondere opsporingsmethoden en hun toepassing binnen het nieuwe politiewezen" in FIJNAUT, C., DE RUYVER, B. en GOOSSENS, F. (eds.), De reorganisatie van het politiewezen, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 1999, 239-253.

BERKMOES, H., "Infiltratie door politieambtenaar (bijzondere opsporingsmethoden)" in X (ed.), Postal Memorialis. Lexicon strafrecht, strafvordering en bijzondere wetten, Mechelen, Wolters Kluwer Belgium, 2021, 275-319.

BERKMOES, H. en DELMULLE, J., De bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden, Politeia, Brussel, 2011, 1128 p.

BERKMOES, H. en GOOSSENS, F., "Artikel 6bis Drugswet: vergeefs armworstelen met het Hof van Cassatie", NC 2016, afl. 2, 142-148.

BERKMOES, H. en GOOSSENS, F., "De inzage, kopiename en voeging van (stukken van) strafdossiers: een nog steeds actueel vraagstuk van strafprocesrecht (noot onder Cass. 15 september 2015)", NC 2016, afl. 5, 426-439.

BERNEMAN, S., "Sanctionering van onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal: Een inleiding tot het Antigoonarrest van 14 oktober 2003", T.Strafr. 2004, afl. 1, 2-39.

BLOCH, A., Het strafdossier, een straf dossier, Brugge, Die Keure, 2019, 110 p.

BOS-OLLERMANN, H., "Meerdere wegen naar Straatsburg. Geheime methoden en toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in België en Nederland", Orde dag 2011, afl. 56, 99-110.

BOULET, G., "Het recht van verdediging: een magneet die buitenlandse stukken naar een Belgisch strafdossier trekt? (noot onder Cass. 3 april 2012)", T.Strafr. 2013, afl. 3, 181-184.

BRINKHOFF, S., Startinformatie in het strafproces, s.l., Deventer Kluwer, 2014, XI + 389 p.

CHICOYAN, D., "Témoins anonymes" in X (ed.), Droit pénal et procédure pénale, Mechelen, Wolters Kluwer Belgium, 2023, 159-191.

CLAES, A., "Top secret? Over de positie van (mede)daders en medeplichtigen t.a.v. een minnelijke schikking (noot onder Cass. 14 juni 2022)", T.Strafr. 2023, afl. 3, 161-168.

DE BAETS, P., "Inlichtingendiensten: onbekend maakt onbemind?", Orde dag 2008, afl. 42, 5-12.

DE HERT, P., "De glans van de nieuwe bijzondere inlichtingenbevoegdheden", Juristenkrant 2010, afl. 206, 1-2.

DE HERT, P., "De Wetten van 11 december 1998 betreffende veiligheidsmachtigingen. Screening van burgers en ambtenaren voortaan democratisch omkaderd?", Vigiles 1999, afl. 3, 1-9.

DE HERT, P. en DE WOLF, D., "Aanpassingen aan de Wet-Franchimont ongedaan gemaakt: de waarden achter het strafprocesrecht herbekeken? (noot onder Arbitragehof nr. 86/2002, 8 mei 2002)", T.Strafr. 2003, afl. 5, 247-257.

DE HERT, P. en DECAIGNY, T., "De nieuwe wet op inlichtingendiensten in België. Ruime en nieuwe bevoegdheden voor geheime diensten", Computerr. 2010, afl. 4, 188-191.

DE HERT, P. en DECAIGNY, T., "De Wet bijzondere methoden inlichtingen- en veiligheidsdiensten (BIM). Het perspectief van de rechten van de verdediging", Ad Rem 2008, afl. 1, 24-35.

DE NAUW, A., "De wet op de anonimiteit van getuigen", RW 2002-03, afl. 24, 921-935.

DE SMEDT, W., "België heeft al een Patriot Act", Juristenkrant 2015, afl. 320, 10.

DE SMEDT, W., "De onmacht van de waarschuwing [schandaal Britse en Amerikaanse afluisterpraktijken]", Juristenkrant 2013, afl. 278, 13.

DE SMEDT, W., "Een Belgische patriot act", Juristenkrant 2009, afl. 183, 11.

DE SMEDT, W., "Vermenging van politie- en inlichtingendiensten toont haar gebreken", Juristenkrant 2022, afl. 442, 11.

DE SMET, B., "Het recht op een eerlijk proces versus de bescherming van bedreigde getuigen en politieambtenaren", RW 1997-98, 241-253.

DE SMET, B., "Stromingen in het stelsel van nietigheden. Nieuwe criteria voor de uitsluiting van onrechtmatig verkregen bewijs", T.Strafr. 2005, afl. 4, 248-266.

DE SMET, B., "Voegen van stukken aan het dossier en verwijderen van stukken wegens de “fruit of the poisonous tree”-doctrine (noot onder Cass. 10 mei 2016)", NC 2017, afl. 2, 154-156.

DE SMET, B., "Voeging van strafdossiers op verzoek van de verdediging (noot onder Antwerpen 13 maart 2002)", RW 2002-03, afl. 26, 1023-1024.

DE SMET, P., "Hoofdstuk IV - Checks and balances - A priori en a posteriori controle" in VAN LAETHEM, W., VAN DAELE, D. en VANGEEBERGEN, B. (eds.), De Wet op de bijzondere inlichtingenmethoden, Brussel, Intersentia, 2010, 93-117.

DE WAEL, F., ""Ernstige aanwijzingen van schuld" uit de voorlopige hechteniswet gedefinieerd (noot onder Cass. 7 april 2021)", RABG 2021, afl. 18, 1726-1734.

DECAIGNY, T., "Sanctie van de onontvankelijkheid van de strafvordering (noot onder Cass. 18 maart 2014)", T.Strafr. 2014, afl. 4, 253-254.

DECAIGNY, T., Tegenspraak in het vooronderzoek : een onderzoek naar de meerwaarde van een vroege participatie van de verdachte in de Belgische strafprocedure, Antwerpen, Intersentia, 2013, XVIII + 719 p.

DECLERCQ, R., Beginselen van strafrechtspleging, Mechelen, Kluwer, 2014, XLIII + 1936 p.

DELMULLE, J., "De interactie tussen inlichtingendiensten en het gerecht bekeken vanuit een beleidsmatige invalshoek" in VAN LAETHEM, W., VAN DAELE, D. en VANGEEBERGEN, B. (eds.), De Wet op de bijzondere inlichtingenmethoden, Brussel, Intersentia, 2010, 235-243.

DELMULLE, J. en FRANSEN, A., "Enkele aspecten van de relatie tussen het Vast Comité I en het Gerecht" in VAST COMITé I (ed.), Inzicht in toezicht, Antwerpen, Intersentia, 2013, 369-380.

EUROPEAN COURT OF HUMAN RIGHTS, Guide on Article 6 of the European Convention on Human Rights: right to a fair trial, s.l., Council of Europe, 2024, 134 p.

EUROPEAN COURT OF HUMAN RIGHTS, Guide to the case-law of the European Court of Human Rights: terrorism, s.l., European Court of Human Rights, 2023, 49 p.

EUROPEAN COURT OF HUMAN RIGHTS, National security and European case-law, s.l., European Court of Human Rights, 2013, 44 p.

FRANCEUS, F., "De Belgische regelgeving betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten kort getoetst aan de good practices van de Human Rights Council van de Verenigde Naties", TBP 2011, afl. 10, 547-565.

GOOSSENS, F., "De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten: een vergeten hoofdstuk" in FIJNAUT, C., DE RUYVER, B. en GOOSSENS, F. (eds.), De reorganisatie van het politiewezen, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 1999, 205-237.

GOOSSENS, F., "Les missions et compétences des services de renseignement et de sécurité belges", JT 2002, afl. 6066, 617-630.

GOOSSENS, F. en MEUWISSEN, K., "Politie en wetgeving in 1998", Vigiles 1999, afl. 3, 18-36.

GORLE, F., BOURGEOIS, G. en BOCKEN, H., Rechtsvergelijking, Brussel, Story-Scientia, 1991, XVII + 474 p.

HOFSTRÖSSLER, P., "Nieuwe bevoegdheden inlichtingendiensten miskennen fundamentele rechten", Juristenkrant 2007, afl. 147, 4.

HRJ, Advies over de plaats van het openbaar ministerie ter terechtzitting in strafzaken, s.l., HRJ, 2003, 8 p.

HRJ, Advies voorontwerp van wet om justitie menselijker, sneller en straffer te maken III, s.l., HRJ, 2023, 4 p.

HUYBRECHTS, L., "Aangifte van misdrijven" in ARNOU, P., DE HERDT, J., VANDROMME, S. en VAN OVERBEKE, S. (eds.), Strafrecht en strafvordering. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Wolters Kluwer Belgium, 2012, 5-41.

HUYBRECHTS, L., "Het gebruik in het strafproces van een ander strafdossier" in ARNOU, P., DELWAIDE, L., DIRIX, E., DUPONT, L. en VERSTRAETEN, R. (eds.), Om deze redenen. Liber Amicorum Armand Vandeplas, Gent, Mys & Breesch, 1994, p.

HUYBRECHTS, L., "Strafrechtelijke motiveringsplicht in de branding: Over de motiveringsverplichting i.v.m. feit en schuld", NC 2012, afl. 2, 108-130.

IDOMON, C., "Nietigverklaring van voor de beklaagde voordelige stukken (noot onder Cass. 3 november 1999)", RW 2000-01, 305-307.

JANSSENS, L., "Het recht om een anonieme getuige ter zitting op te roepen (noot onder Cass. 21 mei 2002)", RW 2004-05, afl. 16, 621-623.

KENNES, L., "L’impertinente 'Antigone' ou le défaut de pertinence du critère d’équité du procès pour décider de l’exclusion d’une preuve irrégulière (noot onder Cass. 18 januari 2017 en 28 februari 2017)", JT 2018, afl. 6713, 2-9.

KERCKHOFS, C., "Anonieme getuigen" in ARNOU, P., DE HERDT, J., VANDROMME, S. en VAN OVERBEKE, S. (eds.), Anonieme getuigen, Mechelen, Wolters Kluwer Belgium, 2023, 21-56.

KERKHOFS, J., "De aflijning tussen proactieve en reactieve recherche (noot onder Cass. 26 maart 2013)", T.Strafr. 2013, afl. 4, 251-252.

KRIPS, F., "Over de bruikbaarheid van AIVD-informatie in strafzaken" in CAUFFMAN, C., DEKETELAERE, K., DELVAUX, B., KORTMANN, J., KRIPS, F., SCHELTEMA, A., SCHELTEMA, M., SIEBURGH, C., TORMANS, S., WEYTS, B. en WINANTS, A. (eds.), Preadviezen 2009, Den Haag, Boom, 2009, 129-194.

LEMMENS, P., "Het recht op een eerlijk proces volgens artikel 6 van het Europees Verdrag over de Rechten van de Mens" in TAELMAN, P. (ed.), Efficiënt procederen voor een goede rechtsbedeling, Mechelen, Wolters Kluwer Belgium, 2016, 753-800.

MATTHIJS, H., "Bond versus the Treasury. Het verhaal van 'money, money, money' en de interesse van de politiek voor de inlichtingendiensten", Orde dag 2008, afl. 42, 51-56.

MATTHIJS, H. en SABLON, J., "De veiligheid van de Staat: een actuele analyse van de geheime dienst", RW 2004-05, afl. 17, 641-649.

MCBRIDE, J., Human rights and criminal procedure: the case law of the European Court of Human Rights, s.l., Council of Europe, 2018, 527 p.

MEESE, J., "Het bewijs in strafzaken" in TAELMAN, P. (ed.), Efficiënt procederen voor een goede rechtsbedeling, Mechelen, Wolters Kluwer Belgium, 2016, 509-543.

MEESE, J., "Over het gebruik van onrechtmatig verkregen bewijsmiddelen als verweer voor de verdachte (noot onder Cass. 3 november 1999)", T.Strafr. 2000, 257-258.

MORTELMANS, D., "Het kwalitatief onderzoeksdesign" in DECORTE, T. en ZAITCH, D. (eds.), Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie, Leuven, Acco, 2019, 81-130.

LANDUYT, R. en BEKAERT, S., "De gevolgen van de nieuwe inlichtingenwet voor het strafprocesrecht en de positie van de advocaat", RW 2010-11, afl. 2, 50-56.

LANSSENS, P. en LEMMENS, H., "Veiligheid van de Staat" in KERKHOFS, J., VAN LINTHOUT, P. en SCHOTSAERT, A. (eds.), Contra-Terrorisme, Brussel, Intersentia, 2018, 151-182.

ONSEA, I., De bestrijding van georganiseerde misdaad: de grens tussen waarheidsvinding en grondrechten, Antwerpen, Intersentia, 2003, 533 p.

ONSEA, I., "De waas rond het gebruik van anoniem getuigenbewijs in het Belgisch strafprocesrecht: een tipje van de sluier opgelicht? (noot onder Cass. 12 mei 1998)", P&B 2000, 187-192.

OVB, Standpunt: onrechtmatig bewijs in strafzaken: nood aan een hervorming van de Antigoonleer, s.l., Orde Van Vlaamse Balies, 2021, 8 p.

PANZAVOLTA, M. en YPERMAN, W., "Belgium" in VOGEL, B. (ed.), Secret Evidence in Criminal Proceedings, Berlijn, Duncker & Humblot, 2021, 53-103.

PIETERS, P., "De BIM-wet anders gelezen. Over inlichtingenmethoden ten behoeve van de openbare orde en het wetenschappelijk en economisch potentieel", Panopticon 2010, afl. 4, 66-71.

RAPAILLE, G., "Comité permanent de contrôle des services de renseignement et de sécurité" in X (ed.), Postal Memorialis. Lexicon strafrecht, strafvordering en bijzondere wetten, Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, 81-108.

ROYER, S., "Cassatie verwerpt procedurele bezwaren tegen Sky ECC-onderzoek (noot onder Cass. 31 oktober 2023)", T.Strafr. 2024, afl. 2, 99-104.

SCHRAM, F., "Uitzonderingen op openbaarheid van bestuur", NJW 2005, afl. 111, 578-586.

SCHUERMANS, F., "Anonieme getuige. Een eerste commentaar op de Wet van 8 april 2002 betreffende de anonimiteit van getuigen", CABG 2003, afl. 1, 1-82.

SCHUERMANS, F., "Anonieme getuigen. De wet van 8 april 2002 betreffende de anonimiteit van de getuigen: een stap vooruit, achteruit, of de processie van Echternach?", Vigiles 2002, afl. 3, 74-85.

SCHUERMANS, F., "Cassatie bevestigt bijzonder statuut politionele aanvangsinformatie (noot onder Cass. 25 november 2014)", Juristenkrant 2015, afl. 306, 2.

SCHUERMANS, F., "Cassatie geeft verduidelijking over proactieve recherche (noot onder Cass. 19 mei 2015 en 2 juni 2015)", Juristenkrant 2015, afl. 313, 8.

SCHUERMANS, F., "Cassatie verfijnt en relativeert verder de bewijsuitsluitingsregels in strafzaken (noot onder Cass. 23 maart 2004)", RABG 2004, afl. 16, 1066-1071.

SCHUERMANS, F., "De aan de huiszoeking noodzakelijk voorafgaande werkelijke of ernstige aanwijzingen van het bestaan van een misdrijf: een volatiele aangelegenheid (noot onder Antwerpen 2 oktober 2009)", T.Strafr. 2010, afl. 1, 55-57.

SCHUERMANS, F., "De Antigoonleer inzake het onrechtmatig verkregen bewijs en de door de politie opzettelijk begane onrechtmatigheden of misdrijven (noot onder Cass. 31 oktober 2006)", T.Strafr. 2007, afl. 1, 55-61.

SCHUERMANS, F., "De bijzondere positie van het Openbaar Ministerie (noot onder Cass. 19 december 2012)", T.Strafr. 2013, afl. 3, 193.

SCHUERMANS, F., "De huiszoeking in drugszaken en de wijkpolitie (noot onder Corr. Mechelen 17 mei 2006)", RABG 2008, afl. 7, 462-468.

SCHUERMANS, F., "De zoektocht naar of de jacht op de herkomst van de politionele informatie als start van een strafrechtelijk vooronderzoek (noot onder Cass. 5 februari 2013)", T.Strafr. 2014, afl. 1, 47-53.

SCHUERMANS, F., "Grondwettelijk Hof ziet geen graten in BIM (noot onder GwH 22 september 2011)", Juristenkrant 2011, afl. 235, 1-3.

SCHUERMANS, F., "Het gebruik van gegevens afkomstig van de inlichtingendiensten in de strafprocedure: is er nood aan een 'BIM-Wet'? (noot onder Brussel 19 januari 2007 en Cass. 27 juni 2007)", T.Strafr. 2008, afl. 4, 316-324.

SCHUERMANS, F., "Noot onder Cass. 25 november 2014", T.Strafr. 2015, afl. 2, 78.

SCHUERMANS, F., "Noot onder KI Gent 3 maart 2011", T.Strafr. 2011, afl. 3, 212-213.

SCHUERMANS, F., "Politie-informatie kan niet zomaar op straat gegooid worden", Juristenkrant 2014, afl. 286, 7.

SCHUERMANS, F., "Spijtoptanten kunnen, ook zonder specifieke wettelijke regeling (noot onder EHRM Habran en Dalem tegen België, 17 januari 2017)", Juristenkrant 2017, afl. 346, 2.

SCHUERMANS, F., "Statuut en bewijswaarde van politionele aanvangsinformatie (noot onder Cass. 25 november 2014)", Vigiles 2015, afl. 4, 129-131.

SCHUERMANS, F., "'Uit politionele informatie vernemen wij...' een perfect legitieme aanvang van een strafrechtelijk vooronderzoek (noot onder Gent 29 januari 2014)", Vigiles 2014, afl. 3, 201-206.

SONCK, S., "Cassatierechtspraak over assisenarresten onder druk", Juristenkrant 2009, afl. 182, 3.

SPREUTELS, J., DERYCKE, E., PARISSE, M. en MOERENHOUT, R., Grondwettelijk Hof: verslag 2011, Brugge, Vanden Broele, 2011, 366 p.

THEVISSEN, P. en BERBUTO, S., "Rechten van verdediging" in X (ed.), Postal Memorialis. Lexicon strafrecht, strafvordering en bijzondere wetten, Mechelen, Wolters Kluwer Belgium, 2012, 267-298.

TOUSSAINT, P., "Observations (noot onder Cass. 23 maart 2005)", Journ.proc. 2005, afl. 500, 30-31.

TRAEST, P., "De nieuwe regels inzake het getuigenverhoor" in CBR (ed.), CBR Jaarboek 2003-2004, Antwerpen, Maklu, 2004, 273-314. 

TRAEST, P., Het bewijs in strafzaken, Gent, Mys & Breesch, 1992, XXIII + 476 p.

TRAEST, P., "Onrechtmatig verkregen doch bruikbaar bewijs: het Hof van Cassatie zet de bakens uit (noot onder Cass. 14 oktober 2003)", T.Strafr. 2004, afl. 2, 133-143.

TRAEST, P., "Over anonieme vertrouwenspersonen, oproeping van getuigen en steunbewijs (noot onder Cass. 27 april 1999)", R.Cass. 2000, 113-121.

TRAEST, P., VAN DEN WYNGAERT, C. en VANDROMME, S., Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen, Oud Turnhout, Gompel&Svacina, 2019, LVII + 1452 p.

VAN CAUWENBERGHE, B., Informatie van inlichtingendiensten: bewijs of inlichting in een strafprocedure en het recht van verdediging?, onuitg. Masterproef I Master of Laws in de Rechten UGent, 26 p.

VAN CAUWENBERGHE, K., "De anonieme getuige en de huiszoeking met toestemming (noot onder Cass. 21 januari 2003)", Vigiles 2003, afl. 3, 113.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 1994, s.l., /, 1994, 55 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 1995, s.l., /, 1995, 180 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 1996, Brussel, /, 1996, 239 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 1997, Brussel, /, 1997, 288 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 1999, Brussel, /, 1999, 139 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Aanvullend activiteitenverslag 1999, Brussel, /, 1999, 103 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2000, Brussel, /, 2000, 203 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2001, Brussel, /, 2001, 246 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2003, Brussel, 2003, XVII + 306 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2004, Brussel, 2004, VIII + 157 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2005, Brussel, /, 2005, VIII + 194 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2006, Brussel, Intersentia, 2006, XVIII + 148 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2007, Brussel, Intersentia, 2007, XII + 87 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2008, Brussel, Intersentia, 2008, XVI + 131 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2009, Brussel, Intersentia, 2009, XII + 127.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2010, Brussel, Intersentia, 2010, XVI + 111 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2011, Brussel, Intersentia, 2011, XIV + 134 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2012, Brussel, Intersentia, 2012, XIV + 113 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2013, Brussel, Intersentia, 2013, XVIII + 210 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2014, Brussel, Intersentia, 2014, XVI + 135 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2015, Brussel, Intersentia, 2015, XVI + 132 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2016, Brussel, Intersentia, 2016, XX + 230 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2017, Brussel, Intersentia, 2017, XVIII + 152 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2018, Brussel, Intersentia, 2018, XVIII + 166 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2019, Brussel, Intersentia, 2019, XIX + 148 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2020, Brussel, /, 2020, XVI + 189 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2021, Brussel, /, 2021, XVI + 241 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGENDIENSTEN, Activiteitenverslag 2022, Brussel, /, 2022, XVI + 167 p.

VAST COMITÉ VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGEN EN VEILIGHEIDSDIENSTEN, Toezichtonderzoek naar de opvolging van de in de parlementaire onderzoekscommissie Terroristische Aanslagen geformuleerde aanbevelingen met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, s.l., /, 2022, 88 p.

VAN DAELE, D. en VANGEEBERGEN, B., "Hoofdstuk IX - De verhouding tussen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de gerechtelijke overheden" in VAN LAETHEM, W., VAN DAELE, D. en VANGEEBERGEN, B. (eds.), De Wet op de bijzondere inlichtingenmethoden, Brussel, Intersentia, 2016, 207-233.

VAN DEN BERGE, Y., "De anonieme aangifte is geen anonieme getuigenis (noot onder KI Gent 26 juni 2003)", RABG 2004, afl. 6, 365-367.

VAN DE HEYNING, C., "Het Mensenrechtenhof weigert een uitzonderingsregime voor versleuteld bewijs in strafzaken (noot onder EHRM nr. 15669/20, 26 september 2023)", T.Strafr. 2024, afl. 1, 33-40.

VAN HECKE, S., "De genese van de BIM-wet. Of de strijd om de macht over de Belgische inlichtingendiensten", Orde dag 2011, afl. 56, 21-28.

VAN LAETHEM, W., "De verhouding tussen inlichtingendiensten en het gerecht gisteren, vandaag en morgen", Vigiles 2007, afl. 1, 1-6.

VAN LAETHEM, W., "Een (on)duidelijke regeling voor de observatiebevoegdheid van de Veiligheid van de Staat (noot onder Cass. 27 juni 2007)", RW 2008-09, afl. 39, 1635-1638.

VAN LAETHEM, W., "Een revolutie in de Belgische inlichtingensector", Orde dag 2011, afl. 56, 29-42.

VAN LAETHEM, W., "Geen bom onder de BIM-wet (noot onder GwH 22 september 2011)", Vigiles 2011, afl. 4, 120-122.

VAN LAETHEM, W., "Hoofdstuk VIII - ‘Daadwerkelijke rechtsmiddelen’ na de BIM-Wet" in VAN LAETHEM, W., VAN DAELE, D. en VANGEEBERGEN, B. (eds.), De Wet op de bijzondere inlichtingenmethoden, Brussel, Intersentia, 2010, 175-205.

VAN LAETHEM, W., "'Ik, onbetrouwbaar?'. Rechtsmiddelen tegen het gebruik van intelligence in het bestuursrecht", Orde dag 2008, afl. 42, 37-43.

VAN SANTVLIET, P., "De Commissie BIM [bijzondere inlichtingenmethoden] uit de startblokken", Orde dag 2011, afl. 56, 51-59.

VAN VOLSEM, F., "De huiszoeking op grond van artikel 6bis, derde lid Drugwet (noot onder Corr. Limburg (afd. Hasselt) 4 december 2020)", RABG 2022, afl. 18, 1322-1327.

VERBRUGGEN, P., "Methoden van systematische rechtspraakanalyse: Een inleiding tot het veld" in VERBRUGGEN, P. (ed.), Methoden van systematische rechtspraakanalyse, Den Haag, Boom Juridisch, 2021, 7-26.

VANDEBROEK, E., "Nietigverklaard bewijsmateriaal", NJW 2016, afl. 349, 727-728.

VANDENBERGHE, H. en VAN ONGEVAL, T., "Hoofdstuk I - Genese en krachtlijnen van de Wet van 4 februari 2010 op de bijzondere inlichtingenmethoden" in VAN LAETHEM, W., VAN DAELE, D. en VANGEEBERGEN, B. (eds.), De Wet op de bijzondere inlichtingenmethoden, Brussel, Intersentia, 2010, 1-27.

VANDERBORGHT, J. en VANGEEBERGEN, B., "De wet op de bijzondere inlichtingenmethoden: 'la clé de voute' van de wettelijke omkadering voor de inlichtingendiensten?", Orde dag 2011, afl. 56, 7-20.

VANDERMEERSCH, M., "De wet op de bijzondere inlichtingenmethoden: een reparatiewet vermeden?", T.Strafr. 2012, afl. 6, 410-446.

VANDROMME, S., "Anonieme inlichtingen hebben geen bewijskracht in strafproces (noot onder Cass. 23 maart 2005)", Juristenkrant 2005, afl. 108, 1, 7.

VANDROMME, S., "Anonieme inlichtingen in de strafprocedure (noot onder Cass. 23 maart 2005)", RW 2006-07, afl. 20, 834-837.

VANGEEBERGEN, B., Het gebruik van inlichtingen in het strafproces. Inlichtingendiensten en de opsporing en vervolging van strafbare feiten, Antwerpen, Intersentia, 2017, 714 p.

VANGEEBERGEN, B. en VAN DAELE, D., "BIM [Bijzondere inlichtingenmethoden]-voorstel dreigt verwarring in de hand te werken", Juristenkrant 2009, afl. 196, 14-15.

VANGEEBERGEN, B. en VAN DAELE, D., "De wet op de bijzondere inlichtingenmethoden: een reus op lemen voeten", NC 2010, afl. 3, 147-170.

VANGEEBERGEN, B. en VAN DAELE, D., "De uitholling van de proactieve recherche", NC 2008, afl. 5, 327-342.

VANGEEBERGEN, B. en VAN DAELE, D., "Geheime (?) diensten. Over de noodzaak van een ernstig debat over de bijzondere inlichtingenmethoden en de rol van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in de opsporing", Orde dag 2008, afl. 42, 27-35.

VANNESTE, F., "De wet van 30 november 1998 houdende de regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst", Jura Falc. 1999-00, afl. 3, 325-369.

VANNESTE, F., "Informantenwerking en start van het strafonderzoek (noot onder Antwerpen 29 juni 2004)", RW 2006-2007, afl. 24, 1011-1013.

VANWALLEGHEM, P., "Cassatie geeft ruime invulling aan begrip politionele informatie als start onderzoek", Juristenkrant 2022, afl. 455, 10.

VANWALLEGHEM, P., "Cassatie mild voor huiszoeking na anonieme verklaring (noot onder Cass. 4 januari 2006)", Juristenkrant 2006, afl. 127, 4.

VERBRUGGEN, F., "De afscherming van de informant: een moeilijke pirouette van Cassatie op de slappe E.V.R.M.-koord (noot onder Cass. 27 april 1999)", T.Strafr. 2001, 120-122.

VEREECKE, V., "Politionele informatie ontsnapt aan de 'Antigoon'-toets (noot onder Cass. 28 februari 2017)", T.Strafr. 2017, afl. 4, 269-272.

VERMEULEN, M., "Koning Eenoog in het land der blinden. De BIM [bijzondere inlichtingenmethoden]-wet gezien door het oog van de VN Mensenrechtenraad", Orde dag 2011, afl. 56, 111-118.

VERSPEELT, F., "Buurman, wat doet u nu? Anonieme aangifte als voorafgaande ernstige aanwijzing bij huiszoeking bij mandaat (noot onder Cass. 12 februari 2013)", Vigiles 2015, afl. 1, 30-31.

VERSPEELT, F., "Drie vangnetten voor een danser op een slappe koord: de bescherming van de menselijke informatiebron in het strafproces (deel I)", Vigiles 2007, afl. 1, 7-19.

VERSPEELT, F., "Drie vangnetten voor een danser op een slappe koord: de bescherming van de menselijke informatiebron in het strafproces (deel II)", Vigiles 2007, afl. 2, 35-49.

VERSPEELT, F., "Het heeft geen naam: anonieme verklaringen in het strafproces (noot onder Cass. 14 januari 2009)", Vigiles 2010, afl. 3, 135-136.

VERSPEELT, F., "Huiszoeking in een drugspand (noot onder Corr. Antwerpen 12 mei en 23 juni 1998)", Vigiles 1999, afl. 4, 24-25.

VERSPEELT, F., "Huiszoeking in een drugspand (noot onder Antwerpen 16 januari 2002)", Vigiles 2002, afl. 2, 57-58.

VERSPEELT, F., "Onbekend en onbemind: politionele startinformatie, de anonieme aangifte en anonieme verklaringen in het strafonderzoek" in DE PAUW, K., GOOSSENS, F. en VERSPEELT, F. (eds.), De sluier rond anonimiteit opgelicht... Identiteits-, privacy- en persoonsgegevensafscherming in het strafprocesrecht en politierecht, Brugge, Die Keure, 2022, 5-36.

VROMAN, F., "HvC verduidelijkt de regels zodat de politie op basis van een vattingsbevel de woning van een derde kan betreden teneinde daar een gezochte persoon op te sporen (noot onder Cass. 25 juni 2019)", T.Strafr. 2020, afl. 1, 55-56.

WINANTS, A., "‘Anything you can do I can do better?’ - De concrete werking van de Veiligheid van de Staat na de BIM-wet", Orde dag 2011, afl. 56, 43-49.

WINANTS, A., "Bim bam, bom: De verhouding tussen inlichtingendiensten, politiediensten en gerechtelijke overheden: Symfonie of kakofonie?" in DERUYCK, F. en ROZIE, M. (eds.), Het strafrecht bedreven. Liber amicorum Alain De Nauw, Brugge, Die Keure, 2011, 995-1012.

WINANTS, A., "De Veiligheid van de Staat en de gerechtelijke en politionele overheden: raak-, pijn- en discussiepunten" in DERUYCK, F., GOETHALS, E., HUYBRECHTS, L., LECERCQ, J., ROZIE, J., ROZIE, M., TRAEST, P. en VERSTRAETEN, R. (eds.), Amicus Curiae. Liber amicorum Marc De Swaef, Antwerpen, Intersentia, 2013, 547-570.

WINANTS, A., "Drie jaar BIM-wet: een eerste analyse" in VERVOORT, B., WAETERINCKX, P., WINANTS, A., DE SLOOVERE, A., DE WOLF, D., DERUYCK, F., ROZIE, M. en BERKMOES, H. (eds.), Strafrecht in breed spectrum, Brugge, Die Keure, 2014, 181-204.

WINANTS, A., "Hoofdstuk VI - De Veiligheid van de Staat en de BIM-Wet" in VAN LAETHEM, W., VAN DAELE, D. en VANGEEBERGEN, B. (eds.), De Wet op de bijzondere inlichtingenmethoden, Brussel, Intersentia, 2010, 127-149.

WINANTS, A., "Staatsveiligheid, strafvordering en strafproces" in CAUFFMAN, C., DEKETELAERE, K., DELVAUX, B., KORTMANN, J., KRIPS, F., SCHELTEMA, A., SCHELTEMA, M., SIEBURGH, C., TORMANS, S., WEYTS, B. en WINANTS, A. (eds.), Preadviezen 2009, Den Haag, Boom, 2009, 195-248.

X, "OVB ten strijde tegen BIM", Juristenkrant 2010, afl. 206, 14.

YPERMAN, W., ROYER, S. en VERBRUGGEN, F., "Vissen op de grote datazee: digitale informatievergaring in vooronderzoek en strafuitvoering", NC 2019, afl. 5, 389-416.

Download scriptie (1.54 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2024
Promotor(en)
Prof. dr. Stéphanie De Coensel
Kernwoorden