Iedereen kent dit gevoel: je probeert een hap te nemen van een overvolle hamburger, maar alles valt er uit. Hetzelfde probleem doet zich voor met de manier waarop we vandaag onze gebouwen isoleren. Om zuinig te zijn met energie isoleren we steeds dikker en dit is niet langer praktisch. Deze masterproef onderzoekt een nieuw soort wandopbouw die grotere isolatiediktes toelaat. Om onze ecologische voetafdruk te verkleinen, wordt er bovendien meer en meer gebruik gemaakt van biobased isolatiematerialen – materialen van biologische oorsprong, zoals kalkhennep. De bouwfysische werking van deze isolatiematerialen en de wandopbouw werd via experimenten en simulaties onderzocht.
Het einde van de spouwmuur?
Als de traditionele spouwmuur in Vlaanderen een hamburger was, waren de broodjes baksteenmuren en werd de vulling gevormd door de isolatie. Daar waar het sausje bovenaan zou zitten, zit een laag lucht in de muur zodat regendruppels niet tot bij de isolatie zouden raken, de spouw. Door de grotere isolatiediktes barst de spouwmuur – figuurlijk – uit haar voegen. BLAF architecten stelt daarom een alternatief systeem voor met een enkele baksteenmuur aan de buitenkant, en aan de binnenkant een houtskelet en biobased isolatie. Zo wordt bovendien tot wel 22% baksteenklei bespaard. Geen spouw meer, dus het is niet ondenkbaar dat regendruppels tot in de isolatie zullen raken. Omdat biobased isolatie net als hout niet goed tegen vocht kan, moeten we 2 zaken controleren: is het metselwerk regendicht genoeg en hoe reageert de isolatie op vocht?
Waterspelletjes voor gevorderden
De regendichtheid van het metselwerk werd via experimenten onderzocht. Daarom werden 18 muurtjes gebouwd in het labo, met 6 soorten baksteen, 3 soorten mortels en een laagje kalkhennep isolatie. Naast de alomtegenwoordige cementmortel werd ook kalkmortel onderzocht. Die mortel maakt het mogelijk om bakstenen later weer los te maken en ze te hergebruiken, iets wat we circulariteit noemen. Ten derde werd bastaardmortel getest, een combinatie van kalk en cement. De muurtjes werden vervolgens 1 uur lang besproeid met een kunstmatige regenbui. Door de muurtjes tijdens de test op een weegschaal te zetten en kleurstof te mengen in de isolatie, konden we inschatten hoeveel water in de muur terechtkwam én waar het zich bevond.
Regendicht metselwerk: kurk of spons?
Na het testen werden aan de binnenkant van het metselwerk gekleurde natte vlekken aangetroffen. Vocht werd vooral rond de voegen waargenomen, dus deze zijn cruciaal voor de regendichtheid. Het contactoppervlak tussen baksteen en mortel bleek de boosdoener: door slechte hechting tussen deze materialen dringt het water gemakkelijker naar binnen.
Kalkmortel presteerde beter dan cementmortel: hoewel de muren meer water opnamen, werd er minder kleurstof in de isolatie geactiveerd. Kalkmortel werkt als een vochtbuffer: het neemt veel water op, maar houdt het ook veel beter vast, vergelijkbaar met een spons. Daartegenover is cementmortel eerder als een kurk in de baksteenmuur: redelijk waterdicht, maar bij defecten stroomt water gemakkelijk naar binnen. En net zulke defecten zoals scheuren tijdens de bouw bleken cruciaal voor de regendichtheid van het metselwerk.
In combinatie met vocht is kalkmortel vergelijkbaar met een spons, cementmortel is eerder zoals een kurk.
Kalkhennep isolatie: geen wiet, wel straf spul!
Vervolgens gaan we dieper in op het isolatiemateriaal achter het metselwerk. Biobased materialen zoals kalkhennep zijn afkomstig van snelgroeiende planten, die CO2 opslaan tijdens hun groei. De stengels worden versnipperd en gemengd met kalk en water, waardoor je kalkhennep krijgt. Het zuivert dus niet alleen onze lucht, maar isoleert ook goed, is ademend en zelfdragend. Het komt voor in verschillende vormen, van blokken tot los strooisel. Het grote nadeel? Het is capillair actief. Dit betekent dat het vocht opneemt, herverdeelt en weer afgeeft. Hoewel dit positief kan zijn, kunnen hoge vochtgehaltes optreden en schade veroorzaken, zoals houtrot of schimmel. Daarom schatten we het vochtgehalte en de duurzaamheid op de lange termijn in via simulaties. In de software brengen we het transport van warmte en vocht in de materialen dankzij bouwfysische formules in kaart.
Simulaties, een moderne glazen bol
Het is hoogst onzeker hoe de wandopbouw het ervan af brengt binnen pakweg 30 jaar. Omdat we geen testen kunnen doen over zo’n lange periode, bieden simulaties een goed alternatief. Er werden heel wat digitale dubbelgangers van wandopbouwen gesimuleerd en vergeleken met de testopstellingen uit het labo. Zo bleek dat kalkhennep gemiddeld op jaarbasis meer vocht bevat dan klassieke isolatiematerialen zoals minerale wol. Ook vormen de simulaties een onderschatting van de testresultaten. Dit komt omdat ze steeds een ideale versie van de werkelijkheid voorstellen, zonder defecten. Veel hangt daarnaast af van de regenbelasting op de gevel, die erg onzeker is en ingeschat moet worden. Daarom was het van belang om meer realistische gegevens te verzamelen.
Meten is weten
Daarom werden sensoren geplaatst in een eengezinswoning in Buggenhout met kalkhennep isolatie. Zo konden we temperatuur en relatieve vochtigheid op een aantal posities en dieptes in de muur meten. Uit de resultaten bleek de thermische inertie van kalkhennep, wat je kunt omschrijven als de snelheid waarmee een materiaal reageert op temperatuursveranderingen. Tijdens een hittegolf wordt het buiten vaak het warmst rond de middag. Met een laag isolatie van 26 cm kalkhennep verschuift het moment waarop het binnen het warmst is met 13 tot 15 uur. Dit betekent dat als het buiten op zijn heetst is rond 12 uur 's middags, het binnen pas midden in de nacht het warmst wordt. Bovendien blijft de temperatuur binnen 8-9°C koeler dan buiten. Hierdoor heb je in een huis met kalkhennep veel minder last van de hitte dan in een huis met traditionele isolatie. Dit is een belangrijk voordeel van kalkhennep in het kader van klimaatverandering. Bovendien bleek dat de regenbelasting op de gevels na gedetailleerde berekening volgens de norm heel wat lager zou zijn dan in de simulaties, en dus conservatief of veilig werd ingeschat.
In een huis met kalkhennep heb je veel minder last van de hitte dan in een huis met traditionele isolatie.
Wat hebben we vandaag geleerd?
Kalkhennep is een veelbelovend materiaal, dankzij haar thermische inertie en capillaire activiteit. Hoge vochtgehaltes zijn echter het grootste risico. Zeker in de wandopbouw zonder luchtspouw, waardoor de regendichtheid afhangt van het metselwerk. Daarbij bleek kalkmortel als een soort spons in staat om veel water vast te houden in het metselwerk en kunnen de bakstenen opnieuw gerecupereerd worden. Op naar een duurzame en circulaire bouwsector dus!
ASHRAE. (2016). ASHRAE 160 - Criteria for Moisture-Control Design Analysis in Buildings.
ASTM E514/E514M-20. (n.d.). Standard Test Method for Water Penetration and Leakage Through Masonry.
Berge, B. (2009). The ecology of building materials. Routledge.
Biobased Bouwen. (2024a). https://www.biobasedbouwen.nl/definitie-biobased/.
Biobased Bouwen. (2024b). https://www.biobasedbouwen.nl/producten/hennepvezel-isolatie-hempflax/.
BLAF. (2024). Projectarchief.
Bottino-Leone, D., Larcher, M., Herrera-Avellanosa, D., Haas, F., & Troi, A. (2019). Evaluation of natural-based internal insulation systems in historic buildings through a holistic approach. Energy, 181, 521–531. https://doi.org/10.1016/j.energy.2019.05.139
Brepoels, D., & Kox, S. (2017). Masterproef: karakterisatie van kalkhennep als binnenisolatiemateriaal voor verbouwingen.
Brischke, C., & Meyer-Veltrup, L. (2016). Modelling timber decay caused by brown rot fungi. Materials and Structures/Materiaux et Constructions, 49(8), 3281–3291. https://doi.org/10.1617/s11527-015-0719-y
Brischke, C., & Rapp, A. O. (2008). Dose-response relationships between wood moisture content, wood temperature and fungal decay determined for 23 European field test sites. Wood Science and Technology, 42(6), 507–518. https://doi.org/10.1007/s00226-008-0191-8
Brzyski, P., Gładecki, M., Rumińska, M., Pietrak, K., Kubiś, M., & Łapka, P. (2020). Influence of hemp shives size on hygro-thermal and mechanical properties of a hemp-lime composite. Materials, 13(23), 1–17. https://doi.org/10.3390/ma13235383
Buildwise. (2014). TV 252: vocht in gebouwen.
Buildwise. (2016). TV 257 - Bepleisteringen op buitenisolatie (ETICS).
Buildwise. (2020). KALKHENNEP: Ontwerp- en uitvoeringsondersteuning, bijlage 1 - analyse en simulatie van de bouwfysische prestaties van kalkhenneptoepassingen.
Calle, K. (2020). Renovatie van historische gevels: redding of doodsteek? Universiteit Gent.
Calle, K., Coupillie, C., Janssens, A., & Van Den Bossche, N. (2020). Implementation of rainwater infiltration measurements in hygrothermal modelling of non-insulated brick cavity walls. Journal of Building Physics, 43(6), 477–502. https://doi.org/10.1177/1744259119883909
Calle, K., De Kock, T., Cnudde, V., & Van den Bossche, N. (2019). Liquid moisture transport in combined ceramic brick and natural hydraulic lime mortar samples: Does the hygric interface resistance dominate the moisture transport? Journal of Building Physics, 43(3), 208–228. https://doi.org/10.1177/1744259119857762
Calle, K., & Van Den Bossche, N. (2021). Sensitivity analysis of the hygrothermal behaviour of homogeneous masonry constructions: Interior insulation, rainwater infiltration and hydrophobic treatment. Journal of Building Physics, 44(6), 510–538. https://doi.org/10.1177/17442591211009937
Carbstone. (2024). Infobrochure Carbstone .
Coupillie, C., Steeman, M., Van Den Bossche, N., & Maroy, K. (2017). ScienceDirect Evaluating the hygrothermal performance of prefabricated timber frame façade elements used in building renovation. www.sciencedirect.comwww.elsevier.com/locate/procedia1876-6102
Coupillie, C., & Van Den Bossche, N. (2017). Na-isolatie spouwmuren (renofase). www.ugent.be
De Mets, T., Prignon, M., & Knapen, E. (2023). Lime-hemp as Wall Insulation-Hygrothermal Performance Analysis by Validated Simulations.
Derluyn, H., Dewanckele, J., Boone, M. N., Cnudde, V., Derome, D., & Carmeliet, J. (2014). Crystallization of hydrated and anhydrous salts in porous limestone resolved by synchrotron X-ray microtomography. Nuclear Instruments and Methods in Physics Research Section B: Beam Interactions with Materials and Atoms, 324, 102–112. https://doi.org/10.1016/j.nimb.2013.08.065
Derluyn, H., Janssen, H., & Carmeliet, J. (2011). Influence of the nature of interfaces on the capillary transport in layered materials. Construction and Building Materials, 25(9), 3685–3693. https://doi.org/10.1016/j.conbuildmat.2011.03.063
Devlieger, L. (2023). Cursus Moderne Bouwecologieëen .
Ekologio. (2016). TF Houtwol / houtvezel. http://www.steico.com/nl/
EN 252:2014. (2014). Field test method for determining the relative protective effectiveness of a wood preservative in ground contact.
EN ISO 15927-3:2009. (2009). Hygrothermal performance of buildings - Calculation and presentation of climatic data. Part 3: Calculation of a driving rain index for vertical surfaces from hourly wind and rain data.
Evrard, A. (2008). Transient hygrothermal behavior of Lime-Hemp Materials. https://www.researchgate.net/publication/283568943
Evrard, A., & De Herde, A. (2010). Hygrothermal performance of Lime-Hemp wall assemblies. Journal of Building Physics, 34(1), 5–25. https://doi.org/10.1177/1744259109355730
Exie. (2024). Technische fiche CaNaDry Wall Mix.
Fedorik, F., Zach, J., Lehto, M., Kymäläinen, H. R., Kuisma, R., Jallinoja, M., Illikainen, K., & Alitalo, S. (2021). Hygrothermal properties of advanced bio-based insulation materials. Energy and Buildings, 253. https://doi.org/10.1016/j.enbuild.2021.111528
Frulleux, A., & Vandenbulcke, E. (2023). Onderzoek naar de milieu-impact bij hergebruik van keramische gevelstenen. Universiteit Gent.
GANN. (2016). Bedieningshandleiding Hydromette UNI 1.
Geldof, L. (2016). Kwantificatie van waterinfiltratie bij raamaansluitingen.
Grint, N., Marincioni, V., & Elwell, C. A. (2020). Sensitivity and Uncertainty analyses on a DELPHIN model: the impact of material properties on moisture in a solid brick wall. https://doi.org/10.1051/e3sconf/20201720
Grudzińska, M., & Brzyski, P. (2019). The The Occurrence of Thermal Bridges in Hemp-Lime Construction Junctions. Periodica Polytechnica Civil Engineering. https://doi.org/10.3311/PPci.13377
Habtie, K., Van Den Bossche, N., & Van den Bulcke, J. (2022). Hygrothermal behaviour of CLT: investigation of moisture tolerance through experiments and simulations.
Hall, C., & Hoff, W. D. (2021). Water Transport in Brick, Stone and Concrete; Third Edition. CRC Press.
Hukka, A., & Viitanen, H. A. (1999). A mathematical model of mould growth on wooden material. In Wood Science and Technology (Vol. 33). Springer-Verlag.
IEA. (1991). IEA-Annex XIV. Condensation and energy.
Interreg FCRBE. (2021). REUSE TOOLKIT - volle keramische baksteen.
Ip, K., & Miller, A. (2012). Life cycle greenhouse gas emissions of hemp–lime wall constructions in the UK. Resources, Conservation and Recycling, 69, 1–9. https://doi.org/10.1016/j.resconrec.2012.09.001
Janssens, A. (2021). Syllabus Bouwfysische Aspecten van Gebouwen . Universiteit Gent.
Janssens, K., Feng, C., Marincioni, V., & Van Den Bossche, N. (2024). Comparison of different frost models with hygrothermal simulations to better understand frost damage in porous building materials. Building and Environment, 255, 111399. https://doi.org/10.1016/j.buildenv.2024.111399
Kahangi Shahreza, S., Niklewski, J., & Molnár, M. (2021). Experimental investigation of water absorption and penetration in clay brick masonry under simulated uniform water spray exposure. Journal of Building Engineering, 43, 102583. https://doi.org/10.1016/j.jobe.2021.102583
Kehl, D. (2013). Feuchtetechnische Bemessung von Holzkonstruktionen nach WTA.
Kymäläinen, H. R., & Sjöberg, A. M. (2008). Flax and hemp fibres as raw materials for thermal insulations. Building and Environment, 43(7), 1261–1269. https://doi.org/10.1016/j.buildenv.2007.03.006
Langmans, J. (2013). FEASIBILITY OF EXTERIOR AIR BARRIERS IN TIMBER FRAME CONSTRUCTION.
Langmans, J., Desta, T. Z., Alderweireldt, L., & Roels, S. (2016). Field study on the air change rate behind residential rainscreen cladding systems: A parameter analysis. Building and Environment, 95, 1–12. https://doi.org/10.1016/j.buildenv.2015.09.012
Latif, E., Lawrence, M., Shea, A., & Walker, P. (2015). Moisture buffer potential of experimental wall assemblies incorporating formulated hemp-lime. Building and Environment, 93(P2), 199–209. https://doi.org/10.1016/j.buildenv.2015.07.011
Lawrence, M., Shea, A., Walker, P., & de Wilde, P. (2013). Hygrothermal performance of bio-based insulation materials. Proceedings of Institution of Civil Engineers: Construction Materials, 166(4), 257–263. https://doi.org/10.1680/coma.12.00031
Meeusen, J. (2006). Na-isolatie van spouwmuren. Universiteit Gent.
Mensinga, P., Straube, J., & Schumacker, C. (2010). Assessing the freeze-thaw resistance of clay brick for interior insulation retrofit projects. https://www.researchgate.net/publication/288364222
Møller, E. B. (2014). Robust Internal Thermal Insulation of Historic Buildings.
NBN B 25-002-1. (2019). Buitenschrijnwerk - Deel 1: Voorschrift van algemene prestaties - Vensters en vliesgevels.
NBN EN 1027:2016. (2016). Ramen en deuren - Waterdichtheid - Beproevingsmethode.
NBN EN 12865:2001. (2001). Hygrothermal performance of building components and building elements - Determination of the resistance of external wall systems to driving rain under pulsating air pressure.
NBN EN 15026:2023. (2023). Hygrothermal performance of building components and building elements - Assessment of moisture transfer by numerical simulation.
NBN EN ISO 12571:2021. (2021). Hygrothermische eigenschappen van bouwmaterialen en -producten - Bepaling van de hygroscopische sorptie-eigenschappen.
NBN EN ISO 15148:2003. (2003). Hygrothermische prestatie van bouwmaterialen en -producten - Bepaling van de waterabsorptie door gedeeltelijke onderdompeling.
NEN 2778:1991. (1991). Vochtwering in gebouwen - Bepalingsmethoden.
NEN-EN 16575:2014. (2014). Biobased producten - Woordenlijst.
Nicolai, A., & Grunewald, J. (2005). Delphin 5 User Manual and Program Reference.
Palumbo, M., Lacasta, A. M., Giraldo, M. P., Haurie, L., & Correal, E. (2018). Bio-based insulation materials and their hygrothermal performance in a building envelope system (ETICS). Energy and Buildings, 174, 147–155. https://doi.org/10.1016/j.enbuild.2018.06.042
Platt, S., Maskell, D., Shea, A., & Walker, P. (2022). Impact of fibre orientation on the hygrothermal properties of straw bale insulation. Construction and Building Materials, 349, 128752. https://doi.org/10.1016/j.conbuildmat.2022.128752
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (2013). Infoblad Trias Energetica en energieneutraal bouwen.
Rode, C., & Lund, M. (2016). Moisture Physics: Combined Heat and Moisture Transfer in Building Constructions. TU of Denmark.
Rode, C., Peuhkuri, R., Time, B., Svennberg, K., Ojanen, T., Mukhopadhyaya, P., Kumaran, M., & Dean, S. W. (2007). Moisture Buffer Value of Building Materials. Journal of ASTM International, 4(5), 100369. https://doi.org/10.1520/jai100369
Rode, C., Schou, M., & Lund, M. (2016). Combined Heat and Moisture Transfer in Building Constructions.
Scheffler, G. A. (2008). VALIDATION OF HYGROTHERMAL MATERIAL MODELLING UNDER CONSIDERATION OF THE HYSTERESIS OF MOISTURE STORAGE. Dresden University of Technology.
Seng, B., Magniont, C., & Lorente, S. (2019). Characterization of a precast hemp concrete. Part I: Physical and thermal properties. Journal of Building Engineering, 24. https://doi.org/10.1016/j.jobe.2018.07.016
Steeman, M. (2010). Hygrothermal modelling for building energy simulation applications.
Steeman, M. (2019). Bouwfysica.
Steeman, M., Van, N., Bossche, D., & Calle, K. (2020). Drying Potential of Wood Frame Walls Subjected to Accidental Water Infiltration.
Steskens, P., Loncour, X., Acke, A., Wijnants, J., Roels, S., & Vereecken, E. (2013). Binnenisolatie van buitenmuren. Vlaams Energie- en Klimaatagentschap . www.wtcb.be
Technische Universität München. (2021). Einfach bauen. https://www.einfach-bauen.net/
Temmerman, L. (2016). Onderzoek naar de invloed van historische mortels op het hygrothermisch gedrag van metselwerk.
To Bio or not to Bio. (2024). https://www.milieubewustisoleren.be/isolatiekenmerken/muurisolatie-spou….
United Nations Environment Programme. (2022). 2022 Global Status Report for Buildings and Construction: Towards a Zero-emission, Efficient and Resilient Buildings and Construction Sector. https://www.unep.org/resources/publication/2022-global-status-report-bu…
van Balen, K., van Bommel, B., van Hees, R., van Hunen, M., van Rhijn, J., & van Rooden, M. (2003). Kalkboek. Het gebruik van kalk als bindmiddel voor metsel- en voegmortels in verleden en heden. Rijksdienst voor de Monumentenzorg.
Van Belleghem, M., Steeman, M., Janssens, A., & De Paepe, M. (2015). Heat, air and moisture transport modelling in ventilated cavity walls. Journal of Building Physics, 38(4), 317–349. https://doi.org/10.1177/1744259114543984
van Dam, J., & van den Oever, M. (2019). Catalogus biobased bouwmaterialen 2019: het groene en circulaire bouwen.
Van Den Bossche, N., Janssens, A., Moore, T., & Lacasse, M. (2020). Development of numerical model for determination of pressure equalization in facades during wet conditions. Building and Environment, 178. https://doi.org/10.1016/j.buildenv.2020.106919
Van Den Bossche, N., Lacasse, M. A., & Janssens, A. (2013a). A uniform methodology to establish test parameters for watertightness testing - Part I: A critical review. Building and Environment, 63, 145–156. https://doi.org/10.1016/j.buildenv.2012.12.003
Van Den Bossche, N., Lacasse, M. A., & Janssens, A. (2013b). A uniform methodology to establish test parameters for watertightness testing part II: Pareto front analysis on co-occurring rain and wind. Building and Environment, 63, 157–167. https://doi.org/10.1016/j.buildenv.2012.12.019
Van Goethem, S., Van Den Bossche, N., & Janssens, A. (2015). Watertightness assessment of blown-in retrofit cavity wall insulation. Energy Procedia, 78, 883–888. https://doi.org/10.1016/j.egypro.2015.11.012
Van Linden, S. (2022). Fourth Generation Watertightness: A Performance-Based Strategy to Control Rainwater Infiltration in Façade Systems [Doctoral dissertation]. Faculty of Engineering and Architecture, Ghent University.
Van Linden, S., & Van Den Bossche, N. (2022). Review of rainwater infiltration rates in wall assemblies. In Building and Environment (Vol. 219). Elsevier Ltd. https://doi.org/10.1016/j.buildenv.2022.109213
Vandemeulebroucke, I., Caluwaerts, S., & Van Den Bossche, N. (2022). Decision framework to select moisture reference years for hygrothermal simulations. Building and Environment, 218, 109080. https://doi.org/10.1016/j.buildenv.2022.109080
Vanderschelden, B., Calle, K., & Van Den Bossche, N. (2022). On the potential of clustering approaches for hygrothermal material properties based on three degradation risks in solid masonry constructions. Journal of Building Physics, 46(1), 36–76. https://doi.org/10.1177/17442591221085734
Vanderschelden, B., & Van Den Bossche, N. (2020). Analysis of clustering approaches to couple hygrothermal material properties with extended degradation risk assessment in masonry constructions.
Vanderschelden, B., Van Den Bossche, N., & Steeman, M. (2021, May 13). Hygrothermal performance of bio-based insulation material in wood-frame walls exposed to unintended moisture sources. https://doi.org/10.14293/icmb210063
Vanderschelden, B., Van den Bossche, R., Van Den Bossche, N., Cnudde, V., & De Kock, T. (2024). The impact of lime as a replacement of cement-based mortar, on the water absorption and rain penetration of masonry. SUBLime Conference.
Vereecken, E. (2013). Hygrothermal analysis of interior insulation for renovation projects.
Vereecken, E., & Roels, S. (2012). Review of mould prediction models and their influence on mould risk evaluation. Building and Environment, 51, 296–310. https://doi.org/10.1016/j.buildenv.2011.11.003
Vereecken, E., & Roels, S. (2013). Hygric performance of a massive masonry wall: How do the mortar joints influence the moisture flux? Construction and Building Materials, 41, 697–707. https://doi.org/10.1016/j.conbuildmat.2012.12.024
Vereecken, E., & Roels, S. (2015). Capillary active interior insulation: do the advantages really offset potential disadvantages? Materials and Structures/Materiaux et Constructions, 48(9), 3009–3021. https://doi.org/10.1617/s11527-014-0373-9
Vereecken, E., Van Gelder, L., Janssen, H., & Roels, S. (2015). Interior insulation for wall retrofitting – A probabilistic analysis of energy savings and hygrothermal risks. Energy and Buildings, 89, 231–244. https://doi.org/10.1016/j.enbuild.2014.12.031
Vereecken, E., Vanoirbeek, K., & Roels, S. (2015). Towards a more thoughtful use of mould prediction models: A critical view on experimental mould growth research. Journal of Building Physics, 39(2), 102–123. https://doi.org/10.1177/1744259115588718
Viitanen, H. (1996). Factors affecting the development of mould and brown rot decay in wooden material and wooden structures: effect of humidity, temperature and exposure time.
Viitanen, H., & Ojanen, T. (2007). Improved Model to Predict Mold Growth in Building Materials.
VLAIO. (2020). KALKHENNEP: ontwerp- en uitvoeringsondersteuning.
Volf, M., Diviš, J., & Havlík, F. (2015). Thermal, moisture and biological behaviour of natural insulating materials. Energy Procedia, 78, 1599–1604. https://doi.org/10.1016/j.egypro.2015.11.219
Willaert, E. (2019). De koevoet - isolatiematerialen. De Koevoet, 186(lente 2019).
Woonder. (2024). https://www.woonder.be/wat-is-natuurlijk-bouwen.
Zhao, J. (2012). Development of a Novel Statistical Method and Procedure for Material Characterization and a Probabilistic Approach to Assessing the Hygrothermal Performance of Building Enclosure Assemblies.