“Hoe drinken doven?” Je zou denken: “Toch precies hetzelfde als wij allemaal drinken?” Inderdaad, maar toch zouden er verschillen kunnen bestaan. Anders dan de rest van onze samenleving gebruiken sommige dove mensen in Vlaanderen de Vlaamse Gebarentaal en behoren ze tot de dovengemeenschap, gescheiden van de horende maatschappij. Voor hen voelt deze gemeenschap als thuiskomen in een wereld waar dove individuen dagelijks te maken hebben met communicatiebarrières, discriminatie en isolatie. Om deze redenen formuleert Tamie Wuytjens in haar masterproef de hypothese dat dove mensen weleens meer gebruik kunnen maken van alcohol en drugs dan horende mensen. Maar is dat wel zo?
De dovengemeenschap in Vlaanderen bestaat uit ongeveer 6000 leden. Deze leden zijn niet noodzakelijk allemaal doof; zo zijn er ook slechthorenden, horende individuen die dove ouders hebben (ook wel CODA’s, Children of Deaf Adults, genoemd) of horende partners van dove personen. Binnen deze gemeenschap kunnen dove mensen hun toevlucht zoeken in een wereld die niet altijd voor hen is aangepast en waarin ze dagelijks te maken hebben met discriminatie en naïeve opmerkingen zoals: “Kan je rijden?”. Er zijn verschillende lokale en nationale verenigingen en sportclubs die activiteiten organiseren waar doven en slechthorenden met elkaar in contact kunnen komen. Het sociale leven van dove mensen speelt zich grotendeels af binnen hun eigen kringen van vrienden en familie, waar de Vlaamse Gebarentaal de hoofdrol speelt en dezelfde culturele normen en waarden worden gedeeld.
“Je moet begrijpen dat ik hier een week thuis zit samen met mijn vrouw. Ik kan niet communiceren met mijn buren. Met wie moet ik praten? Enkel in een dovenclub kan ik babbelen met andere doven. Daar kan ik ’s morgens tot ’s avonds met anderen babbelen. Bij horenden kan ik niet. Ik versta ze niet. Dan is het gesprek na vijf minuten klaar. Of nee, misschien wel één minuut.” (I)
Om waardevolle inzichten te verkrijgen in alcohol- en druggebruik bij dove mensen in de Vlaamse gemeenschap, heeft Tamie Wuytjens ervoor gekozen om elf dove personen met uiteenlopende profielen te interviewen. Deze personen maken allemaal gebruik van VGT en identificeren zich met de dovengemeenschap.
Maar hoe zit het nu? Zijn er wel of geen verschillen in alcohol- en drugsgebruik tussen horende en dove mensen? Het eerste gebruik van alcohol en drugs binnen deze groep is namelijk opmerkelijk te noemen. De eerste kennismaking met alcohol en drugs vindt vaak plaats binnen de dovengemeenschap zelf. Zo vertelden enkelen dat dit gebeurde tijdens een uitstap met een dove jeugdclub naar Nederland, waar sommigen in aanraking kwamen met cannabis. Anderen maakten kennis met cocaïne en LSD aan Gallaudet University, een prestigieuze universiteit voor doven in Washington DC. Slechts weinigen kwamen via horende familieleden in contact met alcohol en/of drugs. De dovengemeenschap vormt dus een belangrijke omgeving voor de eerste kennismaking met roesmiddelen. Er is dus duidelijk sprake van een gescheiden wereld tussen de dovengemeenschap en de horende maatschappij.
Mensen gebruiken drugs en alcohol om verschillende redenen. Dat kan zijn omdat ze een avond willen feesten en plezier maken, maar ook omdat ze hun zorgen willen vergeten of zich willen ontspannen. Voor dove mensen kunnen echter andere redenen een rol spelen in hun gebruik. Zo kunnen discriminatie en isolatie van invloed zijn, maar ook sociale bijeenkomsten en groepsdruk zijn belangrijke factoren. Tijdens verschillende dovenactiviteiten zijn mensen vaak geneigd om samen te drinken of drugs te gebruiken vanwege groepsdruk. Veel doven voelen zich verplicht om mee te doen om niet buiten de groep te vallen. Door de sterke groepsdruk binnen de dovengemeenschap voelen sommige mensen zich niet vrij om te zeggen dat ze willen stoppen of minder willen drinken, uit angst voor negatieve reacties. Omdat doven vaak in een wereld leven waar communicatie moeilijk is en hun eigen taal niet altijd wordt begrepen of gebruikt, is er een grote behoefte aan sociale contacten binnen de dovengemeenschap. Hierdoor kan de druk om mee te doen met groepsnormen, zoals het gebruik van alcohol of drugs, extra groot worden.
Dat rijden onder invloed een ernstig probleem is binnen de Vlaamse dovengemeenschap, is een understatement. Acht van de elf ondervraagde leden geven toe ooit onder invloed te hebben gereden. Maar zoals elk probleem een oorzaak heeft, wordt drinken en rijden onder dove individuen vooral verklaard door de verspreiding van dovenactiviteiten over heel Vlaanderen, waardoor ze vaak de auto moeten nemen. Daarnaast speelt mee dat alcohol tijdens deze bijeenkomsten rijkelijk wordt geschonken. Vooral onder oudere generaties wordt dit als normaal gezien, wat deze gevaarlijke gewoonte in stand houdt. Hierdoor ontstaat er voor dove mensen een dilemma tussen het opzoeken van sociale contacten en het vermijden van rijden onder invloed.
Het is geen geheim dat alcohol overal aanwezig is in de dovengemeenschap. Toch is het bespreken ervan niet altijd even gemakkelijk; er hangt zelfs een taboesfeer binnen de gemeenschap. De dovengemeenschap is klein, en omdat bijna iedereen elkaar kent, zijn mensen voorzichtiger met het delen van hun ervaringen uit angst voor roddels en misverstanden. Ook het delen van hun ervaringen of het zoeken van hulp bij hun horende omgeving, zoals familieleden, is niet altijd eenvoudig vanwege de communicatiebarrière.
‘Gelukkig kunnen ze nog terecht bij hulpverlening,’ zou je denken. Maar dat is niet zo. Hulpverlening in Vlaanderen is niet aangepast aan dove mensen. Telefonisch contact vormt een uitdaging, en tolken zijn niet altijd beschikbaar. Bovendien missen hulpverleners vaak kennis van de Vlaamse Gebarentaal en de dovencultuur, waardoor dove mensen niet de juiste ondersteuning krijgen.
Of dove mensen nu inderdaad meer of minder gebruiken dan horende mensen, daar hebben we nog geen zicht op. Maar het onderzoek van Tamie Wuytjens toont wel aan hoe alcohol- en drugsgebruik sterk genormaliseerd is in de dovengemeenschap en verweven is in de sociale structuren en culturele tradities van de gemeenschap. Er is dus dringend behoefte aan passende hulpverlening, bewustwording over normaliserend alcoholgebruik en rijden onder invloed, en ondersteuning voor degenen die het nodig hebben.
Aangesloten verenigingen. (z.d.). Doof Vlaanderen. Geraadpleegd op 14 mei 2024, van https://www.doof.vlaanderen/verenigingen/aangesloten_verenigingen
Broekaert, E., Bogaerts, J., & Clement, J. (1994). Wat doven zeggen: onderzoek naar de socio-educatieve leefsituatie van volwassen doven en slechthorenden uit het buitengewoon onderwijs in Vlaanderen. Leuven: Garant.
De Clerck, G. (2011). Het emancipatieproces van de Vlaamse Dovengemeenschap:
identiteitsdynamieken vanuit een transnationaal perspectief en een vraag naar de erkenning van dove kennis-en leervormen. Ethiek & Maatschappij, 13(4), 99-120.
De Clerck, G. A., & Willems, R. A. (2023). Structureel stigma in ggz voor doven en slechthorenden: perspectief van cli.nten en zorgverleners. Tijdschrift voor Psychiatrie, 205-210.
Doof Vlaanderen. (z.d.). Geraadpleegd op 27 november 2023, van https://www.doof.vlaanderen
Doof & Jong. (z.d.). Geraadpleegd op 27 november 2023, van
https://www.doofjong.be/afdeling/doof-jong
Guthmann, D., & Blozis, S. A. (2001). Unique Issues Faced by Deaf Individuals Entering Substance Abuse Treatment and Following Discharge. American Annals of the Deaf, 146(3), 294-304. https://doi.org/10.1353/aad.2012.0085
Guthmann, D., & Graham, V. (2004). Substance abuse: A hidden problem within the D/deaf and hard of hearing communities. Journal of Teaching in the Addictions, 3(1), 49-64.
Jones, E. P., Ouellette, S. E., & Kang, Y. (2006). Perceived stress among deaf adults. American Annals of the Deaf, 151(1), 25-31. https://doi.org/10.1353/aad.2006.0015.
Kushalnagar, P., Hoglind, T., Simons, A. N., & Guthmann, D. (2019). Prevalence of alcohol use: A national survey of deaf adults in the United States. Journal of the American Deafness and Rehabilitation Association, 52(2), 24–32.
Ladd, P., & Lane, H. (2013). Deaf ethnicity, deafhood, and their relationship. Sign Language Studies, 13(4), 565-579.
Lane, H. (2005). Ethnicity, ethics, and the deaf-world. Journal of deaf studies and deaf education, 10(3), 291-310.
Loots, G., Broekaert, E., De Bruyne, I., Devise, I., Hoebrechts, N., Lichtert, G., & Van Ginste, C. (2001). De gemeenschap van doven en slechthorenden in Vlaanderen. In Proceedings van het Congres Gebarentaal in Vlaanderen, 12 & 13 oktober 2001. Universiteit Gent.
Murray, J. B., Klinger, L., & McKinnon, C. C. (2007). The deaf: An exploration of their participation in community life. OTJR: Occupation, Participation and Health, 27(3), 113-120.