Natuurbescherming in eigen stad

Marion
Logghe

Natuur onder druk

Al geruime tijd zijn heel wat soorten overal ter wereld met uitsterven bedreigd. Dit gaat niet enkel over diersoorten in verre landen, maar ook verscheidene plantensoorten in Vlaanderen hebben het moeilijk om zich te verspreiden en te overleven. Dit komt door het verdwijnen van hun leefgebied door een tal van factoren. Bijna de helft van de inheemse vaatplantensoorten, of plantensoorten die in Vlaanderen van nature voorkomen, zijn stillaan aan het verdwijnen. Dit zou desastreuze gevolgen kunnen hebben voor diersoorten die van deze planten afhankelijk zijn, plantengemeenschappen en diensten die deze habitats leveren, zoals luchtzuivering, voedselvoorziening, waterzuivering… Natuurorganisaties en - instellingen houden zich bezig met de aanleg, het behoud en onderhoud van natuurgebieden en individuele soorten om deze biodiversiteit te behouden en uit te breiden. Maar moet natuurbescherming gelimiteerd blijven tot het buitengebied? Hoe kunnen steden een steentje bijdragen in het beschermen van natuurlijke diversiteit?

 

 

Stadsgroen heruitvinden

Reeds enkele jaren is het idee van “Conservation Gardening” opgeworpen bij onderzoekers en eigenaars van private tuinen met een hart voor natuurbehoud. Het is een concept waarbij inheemse, bedreigde soorten worden aangeplant in tuinen in de plaats van traditionele sierplanten, die vaak niet in eigen land voorkomen. Door bedreigde planten in te brengen in private tuinen, krijgen ze de kans om daar lokaal te floreren en zich uit te breiden naar bredere natuurgebieden. Insecten voelen zich meer aangetrokken tot inheemse plantensoorten dan sierplanten. Meer inheemse flora in de tuin leidt dus tot meer insecten, wat op zijn beurt dan weer vogels en kleine zoogdieren aantrekt. Deze ondersteunen dan weer het voorbestaan van roofvogels en andere, grotere zoogdieren. Op die manier wordt de volledige lokale biodiversiteit versterkt. 


Deze redenatie kan ook doorgetrokken worden naar stedelijke gebieden. Eén van de redenen dat de biodiversiteit in Vlaanderen het niet goed doet, is door de hoge graad van versnippering. Groene zones zijn van elkaar gescheiden door verharding en wegen, waardoor soorten zich moeilijk kunnen verplaatsen van het ene gebied naar het andere. Leefgemeenschappen worden hierdoor kleiner en kwetsbaarder voor invloeden van buitenaf. De aanwezigheid van meerdere groene zones in steden dient als stapstenen voor planten en dieren, waardoor ze hun weg kunnen banen doorheen een gebied dat anders erg moeilijk te doorkruisen is. Stadsparken, industrieterreinen, kerkhoven… kunnen allemaal dienen als leefgebied en schuilplaats voor soorten. 
Deze groene elementen binnen een stad, de groene infrastructuur, kan gecombineerd worden met het principe achter Conservation Gardening. Hierdoor verkrijgt men groene en blauwe assen of vlekken in een stad waar reeds bedreigde en minder voorkomende soorten in geïntroduceerd worden. Deze kunnen later de omgekeerde beweging maken: in plaats van te migreren van natuurgebied richting de stad, bewegen zij van de stad terug naar de natuur!

 

 

Juiste plant, juiste plaats


Van de 1153 verschillende vaatplantensoorten zijn zo’n 518 soorten bedreigd of in negatieve trend! Van die 518 soorten zijn er 283 reeds beschikbaar zijn op webshops, beschikbaar voor het ruime publiek om deze aan te planten. Soorten die in tuinen toe te passen zijn, zouden ook in openbaar groen toegepast kunnen worden.

Verhouding van bedreigde soorten tegenover niet bedreigde soorten

Elke plantensoort heeft zijn eigen favoriete plaatsen. Uit onderzoek bleek dat van de 283 soorten een grote groep verlangt naar een matig warme standplaats, wat ook overeenkomt met het natuurlijk gematigde klimaat van België. In steden kan dit echter een probleem vormen. De verharding en gebouwen in steden nemen namelijk heel veel warmte op en stralen die ook weer uit, waardoor het in steden een stuk warmer is dan op het platteland. Groene ruimtes in steden kunnen de effecten van dit probleem verlagen, maar afhankelijk van de grootte en het aantal van deze groene ruimtes, zullen sommige soorten vermoedelijk het moeilijk hebben zich aan te passen aan de hogere stedelijke temperaturen. 


Een andere grote behoefte lag in standplaatsen met weinig stikstof in de bodem. In steden is de bodem doorgaans eerder stikstofrijk door vervuiling en de uitlaat van voertuigen en industrie. Door aangepaste beheersmaatregel kan de bodem echter wel stikstofarmer gehouden worden, bijvoorbeeld door het afgraven van de bovenste, stikstofrijkere laag van de bodem of het afvoeren van maaisel. 


Andere behoeften waren bodems (1) in de zon of halfschaduw, (2) waar geen zout gestrooid wordt en het water zoet is, (3) die een neutrale zuurtegraad hebben en (4) die droog tot vochtig zijn.

 

 
Aan de slag met Conservation Gardening

Groene zones in steden zijn erg complex en divers. Stedelijke habitats zijn onderhevig aan menselijke activiteiten, waardoor standplaatseigenschappen binnen eenzelfde groene zone sterk kunnen verschillen. Steden verschillen ook onderling van elkaar en zijn constant in ontwikkeling. Daarom is het moeilijk om bijvoorbeeld lijsten op te stellen van welke soorten toe te passen zijn in een parkbos. Een parkbos in de ene stad is namelijk niet dezelfde als die in een andere. 
Het is wel mogelijk om een systeem op te stellen waar aangemoedigd wordt om, voor aanleg van een groene zone, na te gaan wat de parameters zijn. Gedurende een onderzoek werd een prototype van een werktool opgesteld met keuzetabellen die gebaseerd zijn op een classificatie van natuurlijke habitats. Dit systeem deelt habitats in op basis van hun eindbeeld, de zuurtegraad, vochtigheid en voedselrijkdom van de bodem, aangevuld met eventuele extra informatie. Een voorbeeld hiervan is “Bossen en struwelen op droge, voedselarme, licht zure bodem”. Aan de hand van verschillende keuzetabellen kunnen groendiensten nagaan wat ze uiteindelijk op die plek willen bereiken (bijvoorbeeld een stadsbos, een grasveld, een haag…) en wat de eigenschappen van die plek zijn. Eenmaal deze parameters vastgelegd zijn, kunnen de keuzetabellen gebruikt worden, waarna een lijst met toepasbare soorten verkregen wordt. Het is dus mogelijk een bruikbaar systeem uit te werken!

Screenshot van het verkregen werkbestand
 

Wat nu?


Het beschermen van bestaande natuur is en blijft de beste manier om het voortbestaan van soorten en hun habitats te verzekeren. Maar ook wij kunnen de biodiversiteit wat ondersteunen door aan Conservation Gardening te doen in zelfs de meest verstedelijkte gebieden. Dit zal de burger dichter bij de natuur brengen en de natuur verder van de verdwijning.



 

Bibliografie

Abbandonato, H., Pedrini, S., Pritchard, H. W., De Vitis, M., & Bonomi, C. (2017). Native seed trade of herbaceous species for restoration: a European policy perspective with global implications. Wiley Periodicals, Inc.

Adriaens, T., De Visscher, S., & Oldoni, D. (2023, Oktober 25). Introductiewegen en aantallen van uitheemse soorten in Vlaanderen. Opgehaald van Vlaanderen: https://www.vlaanderen.be/inbo/indicatoren/introductiewegen-en-aantalle…

Afdeling Vlaams Planbureau voor Omgeving. (sd). Tuinmonitor (GARMON). Opgehaald van Vlaanderen: https://omgeving.vlaanderen.be/nl/tuinmonitor-garmon

Agentschap Landbouw en Visserij. (2023, juli 6). Aantal bedrijven: sierteelt. Opgehaald van Vlaanderen: https://landbouwcijfers.vlaanderen.be/landbouw/sierteelt/aantal-bedrijv…

Agentschap Landbouw en Visserij. (2024, maart 14). Productiewaarde sierteelt. Opgehaald van Vlaanderen: https://landbouwcijfers.vlaanderen.be/landbouw/sierteelt/productiewaard…

Agentschap voor Natuur en Bos. (2017). bijlage 3 van het BVR Natuurbeheerplannen. Brussel.

Alterra. (sd). Ecotopensysteem Nederland en Vlaanderen. 

Arnolds, E., & Van Den Maarel, E. (1979). De oecologische groepen in de standaardlijst van de Nederlandse flora. Dumortiera 9 (9), 303-311.

Bartelheimer, M., & Poschlod, P. (2016). Functional characterizations of Ellenberg indicatorvalues–a review on ecophysiological determinants. Regensburg: Functional Ecology.

BioVijver. (sd). Opgehaald van BioVijver: https://biovijver.nl/?_gl=1%2Akfelbi%2A_up%2AMQ..%2A_ga%2ANzcyNTM5MTc0L…..

Chawla, L. (1999). Life paths into effective environmental action. https://doi-org.kuleuven.e-bronnen.be/10.1080/00958969909598628: The Journal of Environmental Education.

De Saeger, S., Erens, R., & Spanhove, T. (2022). Ecotoopmonitoring stad Genk. Brussel: INBO.

Departement Omgeving. (2023, mei 23). Verharding. Opgehaald van Statistiek Vlaanderen: https://www.vlaanderen.be/statistiek-vlaanderen/ruimtegebruik/verharding

Departement Omgeving. (sd). Wat zijn ecosysteemdiensten? Opgehaald van Omgeving Vlaanderen: https://omgeving.vlaanderen.be/nl/wat-zijn-ecosysteemdiensten

Dunn, R. R., Gavin, M. C., Sanchez, M. C., & Solomon, J. N. (2006). The Pigeon Paradox: Dependence of Global Conservation on Urban Nature. New Jersey: Wiley.

Ecopedia. (sd). Klimopwaterranonkel. Opgehaald van Ecopedia: https://www.ecopedia.be/planten/klimopwaterranonkel

Ecopedia. (sd). Ogentroost (G). Opgehaald van Ecopedia: https://www.ecopedia.be/planten/ogentroost-g

Ecopedia. (sd). Wat zijn natuurstreefbeelden? Opgehaald van Ecopedia: https://www.ecopedia.be/natuurstreefbeelden/wat-zijn-natuurstreefbeelden

Eichenberg, D., Diana, B. E., Bonn, A., Bruelheide, H., Grescho, V., Harter, D., . . . Florian, J. (2020). Widespread decline in plant diversity across six decades. Leipzig: bioRxiv.

European Commission Directorate-General for the Environment. (sd). Green City Accord. Opgehaald van European Commission | Environment: https://environment.ec.europa.eu/topics/urban-environment/green-city-ac…

Farinha-Marques, P., Fernandes, C., Guilherme, F., Lameiras, J. M., Alves, P., & Bunce, R. G. (2016). Urban Habitats Biodiversity Assessment (UrHBA): a standardized procedure for recording biodiversity and its spatial distribution in urban environments. Springer.

Godefroid, S., Monbaliu, D., & Koedam, N. (2006). The role of soil and microclimatic variables in the distribution patterns of urban wasteland flora in Brussels, Belgium. Brussel: ScienceDirect.

Hall, M. H. (2019). Habitat Conditions Unique to Cities. In Understanding Urban Ecology (pp. 243-244). Springer.

Hayden, S., & White, P. (2001). Horticulture as a Pathway of Invasive Plant Introductions in the United States. BioScience.

Husqvarna Urban Green Space Index. (sd). How green are cities? Opgehaald van HugsiGreen: https://www.hugsi.green/

Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. (sd). Rode Lijsten. Opgehaald van Vlaanderen: https://www.vlaanderen.be/inbo/rode-lijsten/

Kaixuan, P., Yijun, L., Shuonan, H., Guofu, Y., Yi, C., Xing, F., . . . Ying, G. (2019). Urban green spaces as potential habitats for introducing a native endangered plant, Calycanthus chinensis. Elsevier.

Koninklijk Meteorologisch Instituut. (sd). Het Belgische klimaat. Opgehaald van KMI: https://www.meteo.be/nl/klimaat/klimaat-van-belgie/het-belgische-klimaa…

Lauwaert, D., De Ridder, K., Hooyberghs, H., Maiheu, B., & Lefebre, F. (2018, September 14). Hittekaart Vlaanderen: huidig en toekomstig klimaat. Opgehaald van Vlaamse Milieumaatschappij: https://www.vmm.be/evenementen/presentaties/klimaatportaal-vlaanderen/2…

Lehmann, I., Mathey, J., Rößler, S., Bräuer, A., & Goldberg, V. (2013). Urban vegetation structure types as a methodological approach for identifying ecosystem services – Application to the analysis of micro-climactic effects. Dresden: ScienceDIrect.

Li, E., Parker, S. S., Pauly, G. B., Randall, J. M., Brown, B. V., & Cohen, B. S. (2019). An Urban Biodiversity Assasment Framework That Combines an Urban Habitat Classification Scheme and Citizen Science Data. Frontiers in Ecology and Evolution. doi:10.3389/fevo.2019.0277

Lin, B. B., Egerer, M. H., Liere, H., Jha, S., & Philpott, S. M. (2018). Soil management is key to maintaining soil moisture in urban gardens facing changing climatic conditions. Springer Nature.

Lughadha, E. N., Bachman, S. P., Leão, T. C., Forest, F., Halley, J. M., Moat, J., . . . Walker, B. E. (2020). Extinction risk and threats to plants and fungi. Richmond: New Phytologist Foundation.

Mijn Tuinlab. (2021). FlowerPower De Tuin: bodemgegevens algemene resultaten. Opgehaald van Mijn Tuinlab: https://mijntuinlab.be/page/flowerpower-bodemgegevens-algemeen/

Munschek, M., Witt, R., Kaltofen, K., Segar, J., Wirth, C., Weigelt, A., . . . Staude, I. R. (2023). Putting conservation gardening into practice. Leipzig: Springer Nature.

NaturaDB. (sd). Opgehaald van NaturaDb: https://www.naturadb.de/

Natuurpunt. (2024). Betonrapport 2024. Opgehaald van Natuurpunt: https://www.natuurpunt.be/projecten/betonrapport-2024

Portier, C. (sd). Opgehaald van Cool Plants: https://coolplants.com/nl

Rakshit, A., Ghosh, S., Vasenev, V., Pathak, H., & Rajput, V. D. (2022). Soils in urban ecosystem. https://link.springer.com/book/10.1007/978-981-16-8914-7: Springer Nature.

Rote Liste Zentrum. (sd). Download Pflanzen. Opgehaald van Rote Liste Zentrum: https://www.rote-liste-zentrum.de/de/Download-Pflanzen-1871.html

Runhaar, J., Van Landuyt, W., Groen, C. L., Weeda, E. J., & Verloove, F. (2004). Herziening van de indeling in ecologische soortgroepen voor Nederland en Vlaanderen. Gorteria, 12-20.

Scheiders, A., Alaerts, K., Michels, H., Stevens, M., Van Gossum, P., Van Reeth, W., & Vught, I. (2020). Natuurrapport 2020. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - INBO.

Segar, J., Callaghan, C. T., Ladouceur, E., Meya, J. N., Pereira, H. M., Andrea , P., & Staude, I. R. (2022). Urban conservation gardening in the decade of restoration. Springer Nature.

Staude, I. (2024). The dispersal potential of endangered plants versus non-native garden escapees. British Ecological Society. doi: 10.1002/2688-8319.12319

Staude, I. R., & Wirth, C. (2023, September 4). CONSERVATION GARDENING: GRÜNFLÄCHEN IN DEUTSCHLAND KÖNNTEN DEUTLICH GRÖSSEREN BEITRAG ZUM ERHALT DER ARTENVIELFALT LEISTEN. Opgehaald van Universität Leipzig: https://www.uni-leipzig.de/newsdetail/artikel/conservation-gardening-gr…

Stieperaere, H., & Fransen, K. (1982). Standaardlijst van de Belgische vaatplanten, met aanduiding van hun zeldzaamheid en hun socio-ecologische groep. Dumortiera 22, 1-41.

Tollefson, J. (2019, Mei 6). Humans are driving one million species to extinction. Opgehaald van nature: https://www-nature-com.kuleuven.e-bronnen.be/articles/d41586-019-01448-4

Waarnemingen.be. (sd). Opgehaald van Waarnemingen: https://waarnemingen.be/

Westhof , V., & Den Held, A. J. (1975). Plantengemeenschappen in Nederland. Zutphen.

Wilkinson, D. M. (2001). Local provenance and habitat creation Is local provenance important in habitat creation? Liverpool: British Ecological Society.

Zhou, X., & Md. Marsud Parves Rana. (2011). Social benefits of urban green space: A conceptual framework of valuation and accessibility measurements. doi:10.1108/14777831211204921